Besluit van 27 juli 1998 tot wijziging van het IJkreglement (meetwerktuigen voor directe massameting; justeer- en correctie-inrichtingen; afschaffing periodieke herkeuring van gewichten)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 20 januari 1998, nr. 98000693 WJA/W;

Gelet op de artikelen 6, vijfde lid, 9, eerste lid, en 11, vierde en vijfde lid, van de IJkwet;

De Raad van State gehoord (advies van 24 februari 1998, nr. W10.98.0026);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 20 juli 1998, nr. 98047026 WJA/W;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het IJkreglement1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, onderdeel D, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot daarvan door een puntkomma, een nieuw onderdeel g toegevoegd, luidende:

g. de meetwerktuigen voor directe massameting.

B

Na artikel 7 wordt een nieuw artikel 8 ingevoegd, luidende:

Artikel 8

Justeer- en correctie-inrichtingen worden niet gebruikt om andere dan zo dicht mogelijk bij nul liggende waarden van aanwijzingsfouten te verwezenlijken.

C

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt de zinsnede «de gewichten, vermeld onder hoofd C van dat artikel, en».

2. Onder vernummering van het derde lid tot tweede lid vervalt het tweede lid.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

Tavarnelle, 27 juli 1998

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

G. J. Wijers

Uitgegeven de eenendertigste augustus 1998

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

In dit besluit zijn wijzigingen aangebracht in het IJkreglement. De wijzigingen strekken ertoe:

a. de meetwerktuigen voor directe massameting in het IJkreglement op te nemen;

b. de gerichte afstelling van justeer- en correctie-inrichtingen nader te regelen;

c. de verplichte periodieke herkeuring van gewichten af te schaffen.

De meetwerktuigen voor directe massameting

Tot de meetwerktuigen voor directe massameting worden gerekend alle meetmiddelen die massa meten zonder gebruik te maken van de zwaartekracht. Naast de meetwerktuigen waarbij de massa op directe wijze wordt vastgesteld, bestaan er ook meetwerktuigen waarbij de massa wordt afgeleid uit het volume. Deze meetwerktuigen behoren tot de meetwerktuigen voor volumemeting en vallen onder de meetwerktuigen genoemd in artikel 1, onderdeel D, onder f, van het IJkreglement. Op grond van de IJkwet en van de daarop gebaseerde regelgeving was het tot nu toe verboden om zonder ontheffing meetwerktuigen voor directe massameting op de markt te brengen dan wel in gebruik te nemen voor het drijven van handel, het doen van leveringen, het vaststellen van heffingen of het vaststellen van loon voor verrichte arbeid. Dit verbod was niet bezwaarlijk toen deze meetwerktuigen nog niet bestonden. Hierin is echter verandering gekomen als gevolg van de ontwikkeling van een nieuw meetprincipe voor de hoeveelheidsmeting van vloeistoffen. Dit meetprincipe berust niet op de meting van het volume, maar op de directe meting van de massa van vloeistoffen.

Dit besluit strekt ertoe de meetwerktuigen voor directe massameting op te nemen in artikel 1, onderdeel D, van het IJkreglement. Dit brengt met zich mee dat er technische en metrologische voorschriften moeten worden gesteld waaraan meetwerktuigen voor directe massameting moeten voldoen. Deze voorschriften zullen worden opgenomen in specifieke ijkregelingen, een ijkregeling met betrekking tot dynamische vloeistofmeting alsmede een ijkregeling met betrekking tot statische vloeistofmeting. De eerstgenoemde ijkregeling zal gelijktijdig met het onderhavige besluit in werking treden. Laatstgenoemde ijkregeling moet nog worden ontwikkeld. In het kader van de Internationale Organisatie voor wettelijke metrologie wordt gezocht naar passende voorschriften op het gebied van statische vloeistofmeting. Gedurende de periode die voorafgaat aan de totstandkoming van een ijkregeling voor statische vloeistofmeters kan op grond van het bepaalde in artikel 21b van de IJkwet ontheffing worden verleend voor statische vloeistofmeters die werken volgens het principe van de directe massameting.

Op de Nederlandse markt van de productie, import en handel op het gebied van vloeistofmeting is een veertigtal ondernemingen actief. De ontwikkeling van meetwerktuigen voor directe massameting is een technologische innovatie op deze markt. Na de inwerkingtreding van de ijkregeling met betrekking tot dynamische vloeistofmeting is het niet meer nodig om voor meetwerktuigen voor massameting van stromende vloeistoffen de Minister van Economische Zaken om ontheffing ingevolge artikel 21b van de IJkwet te verzoeken. Dit is een vereenvoudiging welke leidt tot tijdwinst.

Het gebruik van justeer- en correctie-inrichtingen

Het hier gegeven voorschrift heeft betrekking op de gerichte afstelling van maten, gewichten, meet- en weegwerktuigen en meetinstrumenten. Het opnemen van dit voorschrift in het IJkreglement is wenselijk, omdat de ontwikkeling van de techniek het mogelijk heeft gemaakt in sommige gevallen door afstelling op de grenzen van de toelaatbare fouten een eenzijdig voordeel te bieden aan de eigenaar of houder van deze voorwerpen. Een dergelijke afstelling is, bijvoorbeeld, nadelig voor degene die een transactie aangaat met de eigenaar of houder van deze voorwerpen. Het voorschrift geeft de mogelijkheid tegen dit oneigenlijk en ongewenst gebruik van foutenmarges op te treden.

De afschaffing van de verplichte periodieke herkeuring van gewichten

De toename van de kosten voor de betrokken ondernemingen alsmede de sterke afname van het gebruik van de betrokken gewichten hebben geleid tot de beslissing de periodieke herkeuring van gewichten af te schaffen. Het afschaffen van de periodieke herkeuring van gewichten is een vorm van deregulering die een lastenverlichting voor het bedrijfsleven met zich meebrengt. Bij de periodieke herkeuring van gewichten waren ongeveer 150 bedrijven betrokken, voornamelijk behorende tot het midden- en kleinbedrijf. Het gaat hier in het bijzonder om bedrijven in de detailhandel en overslagbedrijven. De lasten voor het bedrijfsleven bestaan niet alleen uit het ijktarief, maar ook uit de kosten van het vervoer van de gewichten naar de ijkplaats. Ook de inkomstenderving als gevolg van het gemis van de gewichten bij de bedrijfsvoering kan tot de lasten van het bedrijfsleven worden gerekend. In dit verband zij opgemerkt, dat het in rekening gebrachte ijktarief niet kostendekkend is. Ingeval deze tarieven volledig op kostendekkend niveau zouden worden gebracht, zouden de ijktarieven met gemiddeld 50% moeten worden verhoogd.

Het toezicht zal in verband met de afschaffing van de periodieke herkeuring van gewichten op de nieuwe situatie worden afgestemd. In het verleden was er slechts sprake van zichtcontrole. In de toekomst zal in verband met de afschaffing van de verplichte periodieke herkeuring ook worden gecontroleerd of de massa van het gewicht valt binnen de gestelde marges. De meerkosten in de toezichtsfeer – geraamd op f 50 000 – zullen worden opgevangen via een herschikking van de activiteiten binnen Verispect B.V. in het kader van haar geïntensiveerde samenwerking met het bedrijfsleven.

Notificatie

Het ontwerp-besluit is op 31 maart 1998 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen, ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van de richtlijn 83/189/EEG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 109).1 Het ontwerp is op 28 april 1998 tevens gemeld aan het Secretariaat van de Wereldhandelsorganisatie, ter voldoening aan artikel 2, negende lid, van het op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen verdrag inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235). Een aankondiging van de desbetreffende notificatie is gepubliceerd in Stcrt. 1998, 93. Naar aanleiding van deze notificaties zijn geen opmerkingen of uitgebreid gemotiveerde meningen uitgebracht door lid-staten van de Europese Unie of de Commissie van de Europese Gemeenschappen en is ook geen commentaar geleverd door lid-staten van de Wereldhandelsorganisatie.

Deze notificaties zijn noodzakelijk, aangezien het besluit vermoedelijk technische voorschriften bevat in de zin van richtlijn 83/189/EEG, zoals gewijzigd. Indicatief kan worden aangewezen artikel I, onderdeel A. Voorzover dit onderdeel van het besluit kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking in de zin van artikel 30 EG-Verdrag bevat, worden deze maatregelen gerechtvaardigd ter bescherming van het belang van de eerlijkheid in de handel en de bescherming van consumenten. Aangezien de opneming van meetwerktuigen voor directe massameting in het IJkreglement geldt voor in en buiten Nederland geproduceerde meetwerktuigen voor directe massameting, zijn de bepalingen niet discriminatoir van aard. Een verplichte onafhankelijke keuring van meetwerktuigen voor directe massameting is noodzakelijk, omdat slechts langs deze weg op een objectieve wijze kan worden vastgesteld of de betrokken meetwerktuigen voldoen aan de bij ministeriële regeling te stellen algemene eisen. Een dergelijke keuring is ook evenredig met de te beschermen belangen, omdat zij de productie van de betrokken meetwerktuigen of het in de handel brengen daarvan niet onmogelijk maakt, terwijl zij de eerlijkheid in de handel en de bescherming van de consumenten garandeert op een wijze die in de betrokken branche gebruikelijk is.

De Minister van Economische Zaken a.i.,

G. Zalm


XNoot
1

Stb. 1997, 641.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Economische Zaken.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 8 september 1998, nr. 170.

XNoot
1

Laatstelijk gewijzigd bij richtlijn nr. 94/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 maart 1994 (PbEG L 100). Een bijgewerkte integrale tekst van de richtlijn is gepubliceerd in PbEG 1998, C 110.

Naar boven