Besluit van 27 juli 1998, houdende vaststelling
van het tijdstip van inwerkingtreding van enkele artikelonderdelen van het
Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A en het Besluit emissie-eisen
stookinstallaties milieubeheer B
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 20 juli 1998, nr. MJZ 98070692, Centrale Directie Juridische
Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op artikel 50, tweede lid, van het Besluit emissie-eisen
stookinstallaties milieubeheer A en artikel 5, tweede lid, onder a en b, van
het Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer B;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Enig artikel
De artikelen 12, derde lid, onder d, en vierde lid, onder d, en 13, derde
lid, onder d, en vierde lid, onder d, van het Besluit emissie-eisen stookinstallaties
milieubeheer A en de voorschriften 3.1.1, onder c, en 4.1.1, onder c, van
de bijlage bij het Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer B
treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad
waarin dit besluit wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
Tavarnelle, 27 juli 1998
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Margaretha de Boer
Uitgegeven de dertiende augustus 1998
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
NOTA VAN TOELICHTING
In het Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A (hierna:
Bees A) zijn de artikelen 12, derde lid, onder d, en vierde lid, onder d,
en 13, derde lid, onder d, en vierde lid, onder d, opgenomen. In het Besluit
emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer B (hierna: Bees B) zijn de voorschriften
3.1.1, onder c, en 4.1.1, onder c, opgenomen. Bij besluit van 18 maart 1998
(Stb.166) zijn deze artikelen en voorschriften gewijzigd.
Echter, deze artikelen en voorschriften waren nog niet in werking gesteld.
Op grond van artikel 50, tweede lid, van het Bees A en artikel 5, tweede lid,
onder a en b, van het Bees B treden ze in werking op een bij koninklijk besluit
te bepalen tijdstip. Naar aanleiding van een evaluatie (zie daarvoor ook het
artikelsgewijze deel van de nota van toelichting, Artikel I, onderdeel E en
F, en Artikel II, onderdeel E, 2 en onderdeel E, 10, 12 en 13, bij het wijzigingsbesluit
van 18 maart 1998 (Stb. 166) is indertijd besloten om die artikelen en voorschriften
niet in werking te laten treden.
Per abuis is de inwerkingtreding van de artikelen en voorschriften niet
geregeld in het wijzigingsbesluit van 18 maart 1998. Deze omissie wordt met
dit besluit rechtgezet. De (bij besluit van 18 maart gewijzigde) artikelen
en voorschriften worden derhalve van kracht met ingang van de dag na plaatsing
van dit besluit in het Staatsblad.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Margaretha de Boer