Besluit van 15 juli 1998, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Rijkswet van 14 mei 1998 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met de uitvoering van het op 29 mei 1993 te 's-Gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie (Stb. 303)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 7 juli 1998, directie Wetgeving, nr. 704205/98/6;

Gelet op artikel 2 van de Rijkswet van 14 mei 1998 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met de uitvoering van het op 29 mei 1993 te 's-Gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie (Stb. 303);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Rijkswet van 14 mei 1998 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met de uitvoering van het op 29 mei 1993 te 's-Gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie (Stb. 303) treedt in werking met ingang van 1 oktober 1998.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst.

Tavarnelle, 15 juli 1998

Beatrix

De Staatssecretaris van Justitie,

E. M. A. Schmitz

Uitgegeven de zesde augustus 1998

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven