Wet van 2 juli 1998 tot wijziging van de Visserijwet 1963

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Visserijwet 1963 te wijzigen om de strafmaat voor visstroperij te verhogen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 56 van de Visserijwet 19631 wordt als volgt gewijzigd:

A

In het eerste lid wordt de zinsnede «bij of krachtens de artikelen 2a, eerste en tweede lid, 2b, eerste lid, 2c, eerste en tweede lid, 7, eerste lid, 10, eerste lid, 16, eerste en derde lid, en 21, eerste lid,» vervangen door: bij of krachtens de artikelen 2a, eerste en tweede lid, 2b, eerste lid, 2c, eerste en tweede lid, 7, eerste lid, 10, eerste lid, en 16, eerste en derde lid, alsmede overtreding van het bepaalde bij of krachtens artikel 21, eerste lid, indien wordt gevist met één of meer hengels,.

B

Onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid wordt na het tweede lid een nieuw derde lid ingevoegd, luidend:

  • 3. Overtreding van het bepaalde bij of krachtens artikel 21, eerste lid, dan wel van voorschriften, verbonden aan op grond van het bepaalde bij of krachtens dat artikel verleende vergunningen of ontheffingen, wordt, indien wordt gevist anders dan met één of meer hengels, gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de vierde categorie.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 2 juli 1998

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

Uitgegeven de drieëntwintigste juli 1998

De Minister van Justitie a.i.,

H. F. Dijkstal


XNoot
1

Stb. 1963, 312, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 juni 1998, Stb. 449.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1997/98, 25 799.

Handelingen II 1997/98, blz. 5950.

Kamerstukken I 1997/98, 25 799 (377).

Handelingen I 1997/98, zie vergadering d.d. 29 juni 1998.

Naar boven