Wet van 25 juni 1998 tot inwerkingtreding van en aanpassing van wetgeving aan de wijziging van de Faillissementswet in verband met de sanering van schulden van natuurlijke personen (Invoeringswet schuldsaneringsregeling natuurlijke personen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de inwerkingtreding te regelen van de Wet van 25 juni 1998, Stb. 445, houdende wijziging van de Faillissementswet in verband met de sanering van schulden van natuurlijke personen, en met het oog op die inwerkingtreding de wetgeving aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Burgerlijk Wetboek1 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 327, eerste lid, onderdeel d, van Boek 1 wordt na «verkeert» toegevoegd: of dat ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is.

B. In artikel 435, vierde lid, van Boek 1 wordt «zijn gesteld en zij die in staat van faillissement verkeren, kunnen niet» vervangen door: zijn gesteld, zij die in staat van faillissement verkeren en zij ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is, kunnen niet.

C. Artikel 448 van Boek 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

c. door zijn dood, het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, zijn faillietverklaring of zijn ondercuratelestelling.

2. In het derde lid, tweede volzin, wordt «erfgenamen, onderscheidenlijk de curator,» vervangen door: erfgenamen, onderscheidenlijk de bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of de curator,.

D. Artikel 24, tweede lid, onderdeel c, van Boek 3 komt te luiden:

c. in het faillissementsregister, het surséanceregister en het register schuldsaneringsregeling natuurlijke personen ingeschreven rechterlijke uitspraken;.

E. Artikel 72 van Boek 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel a komt te luiden:

a. door de dood, de ondercuratelestelling, het faillissement van de volmachtgever of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen;.

2. Onderdeel b komt te luiden:

b. door de dood, de ondercuratelestelling, het faillissement van de gevolmachtigde of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, tenzij anders is bepaald;.

F. Artikel 253, tweede lid, van Boek 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. De woorden «faillissement of surséance» worden vervangen door: faillissement, surséance, de toepassing ten aanzien van hem van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

2. Er wordt een tweede volzin toegevoegd, luidende:

Is ten aanzien van de pandgever de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing, dan kan niettemin een uitkering aan de pandgever door verrekening worden voldaan indien het pandrecht is gevestigd na de uitspraak tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling en zowel de vordering als de schuld na die uitspraak zijn ontstaan.

G. In artikel 1053 van Boek 4 wordt «en zij die in staat van faillissement verkeren,» vervangen door: zij die in staat van faillissement verkeren en zij ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is,.

H. In artikel 40, onderdeel a, van Boek 6 wordt na «verklaard» toegevoegd: of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.

I. Artikel 40 van Boek 7 wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst van het artikel wordt de cijferaanduiding «1.» geplaatst.

2. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien ten aanzien van de koper de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, tenzij de koopovereenkomst tot stand is gekomen na de uitspraak tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling.

J. In artikel 420, eerste lid, van Boek 7 wordt «niet nakomt of in staat van faillissement geraakt, kan» vervangen door: niet nakomt, in staat van faillissement geraakt of indien ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing wordt verklaard, kan.

K. In artikel 421, eerste lid, van Boek 7 wordt «niet nakomt of in staat van faillissement geraakt, kan» vervangen door: niet nakomt, in staat van faillissement geraakt of indien ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing wordt verklaard, kan.

L. Artikel 422, eerste lid, van Boek 7 wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel a wordt «ondercuratelestelling of het faillissement van de lastgever, met» vervangen door: ondercuratelestelling, het faillissement van de lastgever of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, met.

2. Onderdeel b komt te luiden:

b. de dood, de ondercuratelestelling, het faillissement van de lasthebber of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

M. Artikel 423, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek komt te luiden:

  • 2. Indien de lasthebber die de uitsluiting bedong, een rechtspersoon is die zich ingevolge zijn statuten ten doel stelt de gezamenlijke belangen van meer lastgevers door de uitoefening van de aan hen toekomende rechten te behartigen, kan in afwijking van artikel 422 lid 2 worden overeengekomen dat de lastgeving niet zal eindigen door opzegging door de lastgever op een termijn die minder dan een jaar bedraagt, noch door diens dood, ondercuratelestelling, faillissement of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen. Dit beding sluit niet uit dat de overeenkomst op een termijn van tenminste één maand kan worden opgezegd door de erfgenamen van de lastgever of, in geval van diens faillissement of ondercuratelestelling, door de curator dan wel, indien ten aanzien van de lastgever de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, door de bewindvoerder.

N. In artikel 1683, onder 4°, van Boek 7A wordt na «verklaard» toegevoegd: dan wel ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.

O. In artikel 1809, onder 3° van Boek 7A wordt na «verklaard» toegevoegd: of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.

P. Aan artikel 63, tweede lid, van Boek 8 wordt een zin toegevoegd, luidende:

Indien ten aanzien van de expediteur de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is, geeft de bewindvoerder de verklaring af, tenzij de overeenkomst tot het doen vervoeren tot stand is gekomen na de uitspraak tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling.

Q. In artikel 169, eerste lid, van Boek 8 wordt na «verklaard,» ingevoegd: ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard,.

R. In artikel 182 van Boek 8 wordt na «faillissement,» ingevoegd: het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen,.

S. In artikel 210a van Boek 8 wordt «artikel 60, tweede lid, eerste zin, derde lid en vierde lid, van de Faillissementswet» vervangen door: de artikelen 60, tweede lid, eerste zin, derde lid en vierde lid, en 299b, derde tot en met vijfde lid, van de Faillissementswet.

T. In artikel 805, eerste lid, onder 3°, van Boek 8 wordt na «faillissement» toegevoegd: of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

U. In artikel 820a van Boek 8 wordt «artikel 60, tweede lid, eerste zin, derde lid en vierde lid, van de Faillissementswet» vervangen door: de artikelen 60, tweede lid, eerste zin, derde lid en vierde lid, en 299b, derde tot en met vijfde lid, van de Faillissementswet.

ARTIKEL II

Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering2 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 4, onder 5°, wordt na «surséance van betaling» ingevoegd: dan wel in een schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

B. Artikel 126, dertiende lid, komt te luiden:

  • 13. In zaken van schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, voor de rechtbank uit wier leden de rechter-commissaris is benoemd, en in zaken van faillissement voor de rechtbank die de schuldenaar in staat van faillissement heeft verklaard, en wier uitspraak rechtsgevolgen heeft; indien de faillietverklaring door een hogere rechter is uitgesproken, voor de rechtbank uit wier leden de rechtercommissaris is benoemd.

C. Artikel 320r wordt gewijzigd als volgt:

1. In het vijfde lid wordt na «de curator in dat faillissement» toegevoegd: of, ingeval van toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, door de bewindvoerder.

2. In het zesde lid wordt na «faillissement» ingevoegd: of toepassing ten aanzien van hem van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

D. Na artikel 479k wordt een afdeling ingevoegd, luidende:

TWEEDE AFDELING C Van executoriaal beslag onder derden betreffende de rechten uit een overeenkomst van levensverzekering

Artikel 479l

Het beslag op de rechten die voor de geëxecuteerde als verzekeringnemer voortvloeien uit een overeenkomst van levensverzekering als omschreven in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, geschiedt uitsluitend op de wijze zoals in de tweede afdeling is bepaald, voor zover daarvan in deze afdeling niet wordt afgeweken.

Artikel 479m

  • 1. Nadat de verzekeraar verklaring heeft gedaan als bedoeld in artikel 476a, is de executant bevoegd tot het uitoefenen van:

    a. het recht op het doen afkopen van de levensverzekering;

    b. het recht om de begunstiging te wijzigen ten behoeve van de geëxecuteerde of diens nalatenschap.

  • 2. De geëxecuteerde is bevoegd op de bij de verzekeraar gebruikelijke voorwaarden de levensverzekering te belenen ter voldoening, voor zover mogelijk, van hetgeen aan de executant verschuldigd is.

  • 3. Het door de verzekeraar ingevolge belening of uitkering van de levensverzekering aan de geëxecuteerde of diens nalatenschap verschuldigde bedrag, valt onder het beslag.

Artikel 479n

  • 1. De executant is verplicht bij deurwaardersexploit aan de geëxecuteerde mededeling te doen welke van de in artikel 479m, eerste lid, bedoelde rechten hij wil uitoefenen. Hij doet een afschrift van het exploit toekomen aan de verzekeraar.

  • 2. Indien de executant de levensverzekering wil doen afkopen, houdt het exploit op straffe van nietigheid de vermelding in dat de geëxecuteerde binnen twee weken na de dag waarop het exploit is uitgebracht aan de executant en de verzekeraar bij aangetekende brief mededeling kan doen dat hij de levensverzekering overeenkomstig artikel 479m, tweede lid, wil belenen.

  • 3. De executant kan de in artikel 479m, eerste lid, bedoelde bevoegdheid uitoefenen zodra twee weken zijn verstreken na de dag waarop het exploit bedoeld in het eerste lid is uitgebracht. Heeft de geëxecuteerde een mededeling gedaan als bedoeld in het tweede lid, dan kan de executant de levensverzekering evenwel eerst doen afkopen zodra vier weken na die mededeling zijn verstreken en de belening niet heeft plaatsgevonden.

Artikel 479o

  • 1. Indien de executant de levensverzekering heeft doen afkopen of de geëxecuteerde deze overeenkomstig artikel 479m, tweede lid, heeft beleend, vervalt het beslag met betrekking tot die verzekering zodra de verzekeraar het uit die afkoop of die belening verschuldigde bedrag aan de deurwaarder heeft voldaan.

  • 2. Indien de executant met betrekking tot een levensverzekering de begunstiging heeft gewijzigd, vervalt die wijziging door de beëindiging van het beslag op die verzekering.

Artikel 479p

  • 1. Indien de geëxecuteerde of een begunstigde door een afkoop van de levensverzekering of een wijziging van de begunstiging onredelijk zou worden benadeeld, verbiedt de president op diens vordering geheel of ten dele die afkoop of wijziging. De in de vorige volzin bedoelde vordering kan slechts worden ingesteld binnen twee weken na de dag waarop het exploit bedoeld in artikel 479n, eerste lid, is uitgebracht.

  • 2. Zolang op een vordering als bedoeld in het eerste lid niet is beslist, kan de executant de levensverzekering niet doen afkopen of de begunstiging wijzigen.

Artikel 479q

Indien met betrekking tot een levensverzekering door verschillende schuldeisers beslag is gelegd, geschiedt de voortzetting van de executie door degene die het oudste executoriaal beslag heeft gelegd. Wordt de executie door de legger van dit beslag niet voortgezet, dan neemt degene die het daaropvolgende beslag heeft gelegd, de executie over.

D. Aan artikel 611e wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing in de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, met dien verstande dat dwangsommen tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling kunnen worden opgelegd en verbeurd ter zake van vorderingen ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling niet werkt.

E. In artikel 611g, tweede lid, wordt na «faillissement» ingevoegd:, toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

ARTIKEL III

Het Wetboek ven Koophandel3 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 11 wordt na «faillissement» toegevoegd: of toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

B. Artikel 65b komt te luiden:

Artikel 65b.

  • 1. Een makelaar die in staat van faillissement is verklaard, ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, die wegens schulden is gegijzeld of onder curatele is gesteld, is gedurende het faillissement, de toepassing van de schuldsaneringsregeling, de gijzeling of de curatele van rechtswege geschorst.

  • 2. Zodra en zolang op grond van de bepalingen van de Faillissementswet het bedrijf van de makelaar wordt voortgezet, is de schorsing opgeheven.

C. In artikel 142 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het tweede lid, onder 2°, wordt na «acceptant,» ingevoegd: of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

2. In het tweede lid, onder 3°, wordt na «trekker» ingevoegd: of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

D. Aan artikel 143 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Het zesde lid is van overeenkomstige toepassing indien de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.

E. In artikel 146a, tweede lid, wordt na «trekker» ingevoegd: of indien ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.

F. In artikel 152a, tweede lid, tweede volzin, wordt «verklaard, zijn de curatoren» vervangen door: verklaard of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, zijn de curatoren onderscheidenlijk de bewindvoerders.

G. In artikel 217a, tweede lid, tweede volzin, wordt «verklaard, zijn de curatoren» vervangen door: verklaard of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, zijn de curatoren onderscheidenlijk de bewindvoerders.

H. In artikel 221a, tweede lid, wordt na «trekker» ingevoegd: of indien ten aanzien van hem van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.

I. In artikel 229g, tweede lid, tweede volzin, wordt «verklaard, zijn de curatoren» vervangen door: verklaard of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, zijn de curatoren onderscheidenlijk de bewindvoerders.

J. Na artikel 685 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 685a. De artikelen 684, tweede lid, en 685 zijn van overeenkomstige toepassing indien de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen ten aanzien van de verzekerde van toepassing is verklaard.

ARTIKEL IV

Het Wetboek van Strafrecht4 wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 194 wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst van het artikel wordt de cijferaanduiding «1.» geplaatst.

2. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Terzake van het feit, bedoeld in het eerste lid, wordt met dezelfde straf gestraft hij, ten aanzien van wie of ten aanzien van wiens echtgenoot met wie hij in gemeenschap van goederen is gehuwd, de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is.

B. Artikel 341 komt te luiden:

Artikel 341. Als schuldig aan bedrieglijke bankbreuk wordt gestraft hetzij met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren en geldboete van de vijfde categorie, hetzij met één van deze straffen, hij:

a. die in staat van faillissement is verklaard, indien hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeisers:

1°. hetzij lasten verdicht heeft of verdicht, hetzij baten niet verantwoord heeft of niet verantwoordt, hetzij enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt;

2°. enig goed hetzij om niet, hetzij klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd;

3°. ter gelegenheid van zijn faillissement of op een tijdstip waarop hij wist dat het faillissement niet kon worden voorkomen, een van zijn schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft of bevoordeelt;

4°. niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 15a van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers in dat artikel bedoeld;

b. te wiens aanzien de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, indien hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten die zijn schuldeisers jegens de boedel kunnen doen gelden:

1°. hetzij lasten verdicht heeft of verdicht, hetzij baten niet verantwoord heeft of niet verantwoordt, hetzij enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt;

2°. enig goed hetzij om niet, hetzij klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd;

3°. ter gelegenheid van de toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of op een tijdstip waarop hij wist dat hij niet zou kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, een van zijn schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft of bevoordeelt;

4°. niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 15a van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers in dat artikel bedoeld.

C. Artikel 344 komt te luiden:

Artikel 344. Hetzij met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden en geldboete van de vijfde categorie, hetzij met één van deze straffen wordt gestraft hij die:

1°. in geval van faillissement, of in het vooruitzicht daarvan, indien het faillissement is gevolgd, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers, enig goed aan de boedel onttrekt, of betaling aanneemt, hetzij van een niet opeisbare schuld, hetzij van een opeisbare schuld, in het laatste geval wetende dat het faillissement van de schuldenaar reeds was aangevraagd of ten gevolge van overleg met de schuldenaar;

2°. bij verificatie van de schuldvorderingen in geval van faillissement, een niet bestaande schuldvordering voorwendt of een bestaande tot een verhoogd bedrag doet gelden;

3°. in geval de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, of in het vooruitzicht daarvan, indien de toepassing wordt uitgesproken, ter bedrieglijke verkorting van de rechten die de schuldeisers jegens de boedel kunnen doen gelden, enig goed aan de boedel onttrekt, of betaling aanneemt op een vordering ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt, hetzij niet opeisbaar, hetzij opeisbaar, in het laatste geval wetende dat het verzoek tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen reeds was ingediend of tengevolge van overleg met de schuldenaar;

4°. bij de verificatie van vorderingen in de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, een niet bestaande schuldvordering voorwendt of een bestaande tot een verhoogd bedrag doet gelden.

ARTIKEL V

In artikel 576, vierde lid, derde volzin, van het Wetboek van Strafvordering5 wordt «artikel 33» vervangen door: de artikelen 33 en 301.

ARTIKEL VI

De Wet op het notarisambt (Stb. 1842, 20)6 wordt gewijzigd als volgt:

A. In artikel 51, tweede lid, wordt na «verklaard is,» ingevoegd: ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard of die.

B. In artikel 74, tweede lid, wordt na «verklaard» ingevoegd: of ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is.

ARTIKEL VII

De Wet tarieven in burgerlijke zaken7 wordt als volgt gewijzigd:

A. Aan artikel 9 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Het derde en vierde lid zijn van toepassing in de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

B. In artikel 15, eerste lid, eerste volzin, wordt na «faillissement» toegevoegd: of van een verzoekschrift tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

ARTIKEL VIII

Artikel 118, derde lid, van de Ambtenarenwet8 komt te luiden:

  • 3. Beslag, faillissement, surséance van betaling en toepassing ten aanzien van de ambtenaar van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen sluiten korting uit.

ARTIKEL IX

Artikel 16, eerste lid, van de Advocatenwet9 komt te luiden:

  • 1. Advocaten, die in staat van faillissement worden verklaard of ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing wordt verklaard, die wegens schulden worden gegijzeld of onder curatele zijn gesteld, zijn gedurende de duur van het faillissement onderscheidenlijk de toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, de gijzeling of de curatele van rechtswege in de uitoefening van de praktijk geschorst.

ARTIKEL X

Aan artikel 38 van de Wet teboekgestelde Luchtvaartuigen10 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. De leden een tot en met vier zijn van overeenkomstige toepassing in de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

ARTIKEL XI

In artikel 76, tweede lid, onderdeel b, van de Pachtwet11 wordt na «verklaard,» ingevoegd: ten aanzien van hen de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, zij.

ARTIKEL XII

In artikel 43, eerste volzin, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen12 wordt «gestelde en iemand die in staat van faillissement is verklaard» vervangen door: gestelde, iemand die in staat van faillissement is verklaard of ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is.

ARTIKEL XIII

In artikel 49, tweede lid, onderdeel b, van de Visserijwet13 wordt na «verklaard» ingevoegd: ten aanzien van hen de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, zij.

ARTIKEL XIV

In artikel 11, tweede lid, eerste volzin, van de Vestigingswet Bedrijven14 wordt na «faillissement» toegevoegd: of toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

ARTIKEL XV

Artikel 36 van de Drank- en Horecawet15 komt te luiden:

Artikel 36. Een faillissement of toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen heeft ten aanzien van het krachtens artikel 31, eerste lid, onder c, d of e, 33, onder c, of 34 intrekken of vervallen van de vergunning een opschortende werking tot het tijdstip waarop het faillissement onderscheidenlijk de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigt.

ARTIKEL XVI

Artikel 27s, vierde lid, van de Wet op de kansspelen16 wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «dan wel onder curatele wordt gesteld,» wordt vervangen door: onder curatele wordt gesteld,.

2. De zinsnede «of surséance van betaling heeft verkregen,» vervangen door:, surséance van betaling heeft verkregen dan wel ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard,.

ARTIKEL XVII

In artikel 10, tweede lid, onderdeel b, van de Zaaizaad- en Plantgoedwet17 wordt na «verklaard,» ingevoegd: ten aanzien van hen de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, zij.

ARTIKEL XVIII

In artikel 10, tweede lid, eerste volzin, van de Vestigingswet detailhandel18 wordt na «faillissement» toegevoegd: of toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

ARTIKEL XIX

De Wet op de rechterlijke organisatie19 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 11, onderdeel b, wordt na «verklaard,» ingevoegd: ten aanzien van hen de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, zij.

B. In artikel 13, eerste lid, onderdeel c, wordt na «verklaard,» ingevoegd: ten aanzien van hen de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, zij.

ARTIKEL XX

Artikel 5, derde lid, van de Tijdelijke wet huurkoop onroerende zaken20 komt te luiden:

  • 3. Faillissement van de huurverkoper of toepassing ten aanzien van hem van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, uitgesproken onderscheidenlijk van toepassing verklaard na de in artikel 4, eerste lid, onder a, b of d, genoemde inschrijving, werkt niet ten nadele van de huurkoper, onverminderd de toepasselijkheid van de artikelen 42 en 43 van de Faillissementswet op de huurovereenkomst.

ARTIKEL XXI

In artikel 7, tweede lid, van de Wet aansprakelijkheid olietankschepen21 wordt na «verleend,» ingevoegd: dat ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is.

ARTIKEL XXII

In artikel 2, derde lid, van de Wet melding collectief ontslag22 wordt na «werkgever» toegevoegd: of toepassing ten aanzien van hem van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

ARTIKEL XXIII

Artikel 33 van de Wet giraal effectenverkeer23 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst van het artikel wordt de cijferaanduiding «1.» geplaatst.

2. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ingeval de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen ten aanzien van de aangesloten instelling van toepassing is, met dien verstande dat in de plaats van artikel 98 van de Faillissementswet wordt gelezen artikel 311 van die wet.

ARTIKEL XXIV

In artikel 7, derde lid, onderdeel b, van de Wet op de huurcommissies24 wordt na «verkregen» toegevoegd: , dan wel ten aanzien van hen de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.

ARTIKEL XXV

In artikel 2, derde lid, van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken25 wordt «gestelde en iemand die in staat van faillissement is verklaard,» vervangen door: gestelde, iemand die in staat van faillissement is verklaard of ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is,.

ARTIKEL XXVI

In artikel 9, tweede lid, onder a, van de Wet op de Kamers van Koophandel en Fabrieken 196326 wordt na «in staat van faillissement verkeren» ingevoegd:, ingevolge het van toepassing verklaren ten aanzien van hen van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

ARTIKEL XXVII

Artikel 18, tweede lid, van de Handelsregisterwet27 komt te luiden:

  • 2. Van een rechterlijke uitspraak houdende faillietverklaring, verlening van surséance van betaling of het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen betreffende degene die als eigenaar van een onderneming of als vennoot onder firma in het handelsregister is ingeschreven of van een ingeschreven rechtspersoon, van de vernietiging van een zodanige uitspraak, alsmede van het einde van het faillissement, de surséance van betaling of de toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, doet de griffier van het betrokken rechtscollege dan wel, indien het een uitspraak van een buitenlandse rechter inzake een vennootschap als bedoeld in artikel 15b, eerste lid, of artikel 15d, eerste lid, betreft, degene die op grond van artikel 3 verplicht is opgaaf te doen opgave ter inschrijving in het handelsregister, in geval van faillietverklaring, verlening van surséance van betaling of het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen met vermelding van de rechter-commissaris, zo die is benoemd, en van de curator onderscheidenlijk de bewindvoerder.

ARTIKEL XXVIII

In artikel 61, eerste lid, van de Werkloosheidswet28 wordt na «aan wie surséance van betaling is verleend,» ingevoegd: ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is,.

ARTIKEL XXIX

De Wet Nationale ombudsman29 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 3, tweede lid, onderdeel f, wordt na «verklaard,» ingevoegd: ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, hij.

B. In artikel 4, eerste lid, onderdeel c, wordt na «verklaard,» ingevoegd: ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, hij.

ARTIKEL XXX

In artikel 129, eerste lid, van de Wet op de studiefinanciering30 wordt «faillissementsbeslag» vervangen door: beslag ingevolge faillissement of toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

ARTIKEL XXXI

In artikel 23, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene Kinderbijslagwet31 wordt «faillissementsbeslag» vervangen door: beslag ingevolge faillissement of toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

ARTIKEL XXXII

De Invorderingswet 199032 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 10, eerste lid, onderdeel a, wordt na «verklaard» toegevoegd: of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard en die belastingaanslag onder de werking van de schuldsaneringsregeling valt.

B. Aan artikel 19 wordt een zevende lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Het eerste tot en met zesde lid zijn niet van toepassing op belastingaanslagen ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen werkt.

C. In artikel 21, tweede lid, derde volzin, wordt na «faillissement van de belastingschuldige» ingevoegd: of toepassing ten aanzien van hem van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

D. Aan artikel 27, tweede lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. ten aanzien van de belastingschuldige de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is.

ARTIKEL XXXIII

In artikel 33, eerste lid, van de Wet individuele huursubsidie33 wordt «faillissementsbeslag» vervangen door: beslag ingevolge faillissement of toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

ARTIKEL XXXIV

De Wet op het consumentenkrediet34 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 17, eerste lid, onderdeel e, wordt na «verkeren» ingevoegd: , indien ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.

B. In artikel 33, onderdeel c, onder 4°, wordt na «verkeren» ingevoegd: of ten aanzien van de kredietnemer de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.

C. Aan artikel 45, derde lid, tweede volzin, wordt na «leverancier» toegevoegd: of de toepassing ten aanzien van de leverancier van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

ARTIKEL XXXV

In artikel 6, tweede lid, onderdeel c, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 194535 wordt na «werkgever» toegevoegd: of toepassing ten aanzien van hem van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

ARTIKEL XXXVI

In artikel 27, vierde lid, van de Wet administratief-rechtelijke handhaving verkeersvoorschriften36 wordt «artikel 33» vervangen door: de artikelen 33 en 301.

ARTIKEL XXXVII

De Wet assurantiebemiddelingsbedrijf37 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 4, tweede lid, onderdeel b, wordt na «verkeert» toegevoegd: en dat ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen niet van toepassing is.

B. In artikel 8, eerste lid, onderdeel c, wordt na «verkeert» toegevoegd: of ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.

ARTIKEL XXXVIII

In artikel 87 van de Woningwet38 wordt na «schuldenaar» ingevoegd: , indien ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.

ARTIKEL XXXIX

In artikel 72, vierde lid, van de Waterschapswet39 wordt na «faillissement» ingevoegd: , toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

ARTIKEL XL

In artikel 48, onderdeel e, van de Wet op de accijns40 wordt na «verkeert» toegevoegd: of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is.

ARTIKEL XLI

De Kaderwet verstrekking financiële middelen EZ41 wordt gewijzigd als volgt:

A. Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «indien een verzoek tot» ingevoegd: het ten aanzien van de betrokkene van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, tot.

2. In het tweede lid wordt na «is verklaard» toegevoegd: of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.

B. In artikel 8, tweede lid, wordt na «failliet is verklaard» ingevoegd: of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.

ARTIKEL XLII

De Wet inzake de douane42 wordt gewijzigd als volgt:

A. In artikel 149, onderdeel a, wordt na «verklaard» toegevoegd: of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard en die belasting, administratieve boete, interest en kosten onder de werking van de schuldsaneringsregeling vallen.

B. Aan artikel 150, tweede lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. ten aanzien van de schuldenaar de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is.

C. In artikel 152, tweede lid, tweede volzin, wordt na «faillissement van de belastingschuldige» ingevoegd: of toepassing ten aanzien van hem van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

ARTIKEL XLIII

In artikel 138, tweede lid, van de Gemeentewet43 wordt na «faillissement» ingevoegd: , toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

ARTIKEL XLIV

De Wet toezicht verzekeringsbedrijf 199344 wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 87 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «vanaf de dag van» ingevoegd: het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen,.

2. In het tweede lid wordt na «vanaf de dag van» ingevoegd: het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen,.

B. In artikel 88, eerste lid, wordt na «Van het overlijden,» ingevoegd: het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen,.

C. Artikel 92 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «vanaf de dag van» ingevoegd: het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen,.

2. In het tweede lid wordt na «vanaf de dag van» ingevoegd: het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen,.

D. In artikel 93, eerste lid, wordt na «Van het overlijden,» ingevoegd: het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen,.

E. In artikel 109, zevende lid, wordt na «Van het overlijden,» ingevoegd «het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen,» en wordt na «met ingang van de dag van het overlijden,» ingevoegd «het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen,».

F. Aan artikel 155, derde lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: De schuldsaneringsregeling natuurlijke personen kan niet van toepassing worden verklaard.

ARTIKEL XLV

In artikel 135, tweede lid, van de Provinciewet45 wordt na «faillissement» ingevoegd: , toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

ARTIKEL XLVI

Aan artikel 70, tweede lid, van de Wet toezicht kredietwezen 199246 wordt een volzin toegevoegd, luidende: De schuldsaneringsregeling natuurlijke personen kan niet van toepassing worden verklaard.

ARTIKEL XLVII

De Wet milieubeheer47 wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 15.18 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «indien een verzoek tot» ingevoegd: het ten aanzien van de belanghebbende van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, tot.

2. In het tweede lid wordt na «is verklaard» toegevoegd: of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.

B. In artikel 15.19, tweede lid, wordt na «failliet is verklaard» ingevoegd: of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.

ARTIKEL XLVIII

In artikel 59, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de Registeraccountants48 wordt na «verkeert» toegevoegd: of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is.

ARTIKEL XLIX

In artikel 44, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten49 wordt na «verkeert» toegevoegd: of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is.

ARTIKEL L

Artikel Xl van de Wet van 26 januari 1995 tot vaststelling en invoering van titel 15 (Het luchtvaartuig) van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek (Stb. 71)50 wordt gewijzigd als volgt:

Het in onderdeel A opgenomen artikel 299, derde lid, komt te luiden:

  • 3. De artikelen 57 tot en met 59a zijn van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL LI

Indien het bij koninklijke boodschap van 30 november 1992 ingediende voorstel van wet, houdende wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met de bevoorrechting van vorderingen, het verbinden van een bijzonder verhaalsrecht aan bepaalde vorderingen en de invoering van de mogelijkheid van een vereenvoudigde afwikkeling van faillissement (Kamerstukken lI 1992/93, 22 942), tot wet wordt verheven, wordt met ingang van het tijdstip waarop die wet in werking treedt, dan wel indien deze wet op een later tijdstip in werking treedt, met ingang van dat latere tijdstip, deze wet als volgt gewijzigd:

A. In ARTIKEL XXXII vervalt onderdeel C en wordt onderdeel B vervangen door:

B. In artikel 19, zevende lid, wordt na «belastingschuldige» toegevoegd: en in geval ten aanzien van de belastingschuldige de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is.

B. In ARTIKEL XLII vervalt onderdeel C.

ARTIKEL LII

Indien het bij koninklijke boodschap van 16 april 1993 ingediende voorstel van wet, houdende aanvulling van titel 7.1 (Koop en ruil) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek met bepalingen inzake de koop van onroerende zaken alsmede vaststelling en invoering van titel 7.12 (Aanneming van werk) (Kamerstukken II 1992/93, 23 095), tot wet wordt verheven, wordt met ingang van het tijdstip waarop die wet in werking treedt, dan wel indien deze wet op een later tijdstip in werking treedt, met ingang van dat latere tijdstip, deze wet gewijzigd als volgt:

Aan ARTIKEL I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

V. Artikel 3, derde lid, onderdeel g, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, wordt vervangen door:

g. een faillissement van de verkoper of toepassing ten aanzien van hem van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, uitgesproken na de dag waarop de koop is ingeschreven.

ARTIKEL LIII

Indien op het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, de Wet van 26 januari 1995 tot vaststelling en invoering van titel 15 (Het luchtvaartuig) van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek (Stb. 71) nog niet in werking is getreden, wordt artikel I van die wet als volgt gewijzigd:

In artikel 8.15.2.2 wordt «artikel 60, tweede lid, eerste zin, derde lid en vierde lid, van de Faillissementswet» vervangen door: de artikelen 60, tweede lid, eerste zin, derde lid en vierde lid, en 299b, derde tot en met vijfde lid, van de Faillissementswet.

ARTIKEL LIV

Indien op het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, de Wet van 26 januari 1995 tot vaststelling en invoering van titel 15 (Het luchtvaartuig) van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek (Stb. 71) in werking is getreden, wordt deze wet als volgt gewijzigd:

Artikel LIII wordt vervangen door:

In artikel 1316 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek wordt «artikel 60, tweede lid, eerste zin, derde lid en vierde lid, van de Faillissementswet» vervangen door: de artikelen 60, tweede lid, eerste zin, derde lid en vierde lid, en 299b, derde tot en met vijfde lid, van de Faillissementswet.

ARTIKEL LV

De Wet van 25 juni 1998, Stb. 445, houdende wijziging van de Faillissementswet in verband met de sanering van schulden van natuurlijke personen, en deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL LVI

Deze wet wordt aangehaald als: Invoeringswet schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 25 juni 1998

Beatrix

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Uitgegeven de drieëntwintigste juli 1998

De Minister van Justitie a.i.,

H. F. Dijkstal

1 Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14 mei 1998, Stb. 302.

2 Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 april 1998, Stb. 289.

3 Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 794.

4 Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 1 juli 1998, Stb. 434.

5 Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 1 juli 1998, Stb. 434.

6 Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 december 1997, Stb. 660.

7 Stb. 1844, 39, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 december 1997, Stb. 660.

8 Stb. 1994, 5, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 4 december 1997, Stb. 760.

9 Stb. 1984, 418, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 december 1997, Stb. 660.

10 Stb. 1957, 72, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 december 1991, Stb. 664.

11 Stb. 1958, 37, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 december 1997, Stb. 660.

12 Stb. 1959, 301, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 maart 1998, Stb. 184.

13 Stb. 1963, 312, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 februari 1997, Stb. 63.

14 Stb. 1964, 66, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 773.

15 Stb. 1964, 386, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 december 1997, Stb. 660.

16 Stb. 1964, 483, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14 mei 1998, Stb. 298.

17 Stb. 1966, 455, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 december 1997, Stb. 660.

18 Stb. 1971, 569, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 juli 1995, Stb. 355.

19 Stb. 1972, 463, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 juni 1998, Stb. 430.

20 Stb. 1973, 289, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 31 januari 1991, Stb. 50.

21 Stb. 1975, 321, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 4 december 1997, Stb. 580.

22 Stb. 1976, 223, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14 mei 1998, Stb. 300.

23 Stb. 1977, 333, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 23 december 1993, Stb. 690.

24 Stb. 1979, 16, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 4 december 1997, Stb. 580.

25 Stb. 1994, 6, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 december 1997, Stb. 660.

26 Stb. 1983, 633, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november 1997, Stb. 510.

27 Stb. 1984, 353, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 juli 1995, Stb. 368.

28 Stb. 1987, 93, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11 juni 1998, Stb. 412.

29 Stb. 1998, 358.

30 Stb. 1997, 254, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 april 1998, Stb. 216.

31 Stb. 1990, 128, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 9 april 1998, Stb. 278.

32 Stb. 1990, 221, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14 mei 1998, Stb. 306.

33 Stb. 1992, 413, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 maart 1998, Stb. 203.

34 Stb. 1990, 395, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 791.

35 Stb. 1963, 271, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14 mei 1998, Stb. 300.

36 Stb. 1997, 275, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november 1997, Stb. 510.

37 Stb. 1995, 197, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 december 1995, Stb. 669.

38 Stb. 1991, 439, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 maart 1998, Stb. 232.

39 Stb. 199, 444, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14 mei 1998, Stb. 317.

40 Stb. 1991, 561, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 december 1997, Stb. 737.

41 Stb. 1991, 767, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 december 1993, Stb. 650.

42 Stb. 1992, 54, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 april 1995, Stb. 254.

43 Stb. 1994, 762, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 1 juli 1998, Stb. 433.

44 Stb. 1994, 252, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 1 juli 1998, Stb. 438.

45 Stb. 1998, 276, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 1 juli 1998, Stb. 433.

46 Stb. 1992, 722, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 maart 1998, Stb. 215.

47 Stb. 1994, 80, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 mei 1998, Stb 423.

48 Stb. 1993, 468, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 december 1997, Stb. 660.

49 Stb. 1993, 469, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 december 1997, Stb. 660.

50 Stb. 1995, 283.


XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1993/94, 1994/95, 23 429.

Handelingen II 1994/95, blz. 6071–6087; 6109–6134; 1995/96, blz. 203–204; 343.

Kamerstukken I 1995/96, 23 429 (34a, 34b, 34c, 35); 1997/98, 23 429 (297, 297a, 297b).

Handelingen I 1997/98, blz. 1739–1747; 1751–1757.

Naar boven