Wet van 1 juli 1998 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering (enige delegatiebepalingen in het kader van de regeling van de terbeschikkingstelling)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regeling plaatsing veroordeelden gevangenisstraf en TBS bij algemene maatregel van bestuur te regelen, alsmede het scheppen van een wettelijke basis voor de bepalingen in het reglement verpleging ter beschikking gestelden ten aanzien van het toezicht bij de TBS met voorwaarden en de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging en de bepalingen omtrent de verlenging van de TBS;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafrecht1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 13, tweede lid, laatste volzin, wordt vervangen door:

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gegeven omtrent deze beoordeling. Deze regels betreffen in elk geval de frequentie van de beoordelingen, de te volgen procedure en de wijze waarop de beoordelingen dienen plaats te vinden.

B

Artikel 38a, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Het openbaar ministerie houdt, volgens regels te stellen bij algemene maatregel van bestuur, toezicht op de naleving van de gestelde voorwaarden.

ARTIKEL II

Het Wetboek van Strafvordering1 wordt als volgt gewijzigd:

Aan artikel 509o, eerste lid, wordt een tweede volzin toegevoegd luidende: Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de procedure van verlenging van de terbeschikkingstelling.

ARTIKEL III

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 1 juli 1998

Beatrix

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Uitgegeven de eenentwintigste juli 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 juni 1998, Stb. 430.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1997/98, 25 843.

Handelingen II 1997/98, blz. 5842.

Kamerstukken I 1997/98, 25 843 (367).

Handelingen I 1997/98, zie vergadering d.d. 29 juni 1998.

Naar boven