Wet van 1 juli 1998 tot wijziging van de Wet van 16 december 1993 tot wijziging van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 in verband met verruiming van het begrip personenauto (Stb. 673) (beëindiging grootwagenparkregeling)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut!, doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de faciliteit in de motorrijtuigenbelasting voor houders van een groot wagenpark te beëindigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

ARTIKEL VII, vierde lid, van de Wet van 16 december 1993 tot wijziging van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 in verband met verruiming van het begrip personenauto (Stb. 673) vervalt.

ARTIKEL II

In artikel 10, eerste lid, van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 19921 wordt in de tweede volzin «de personenauto» vervangen door: het motorrijtuig.

ARTIKEL III

In artikel 37c, eerste lid, onder b, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 19942 wordt «f 46» vervangen door: f 48,40.

ARTIKEL IV

  • 1. Artikel I treedt in werking met ingang van de eerste dag van de kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, met dien verstande dat indien de belasting voor een personenauto is voldaan naar het tarief van artikel 24 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 over een tijdvak waarvan een gedeelte na het tijdstip van inwerkingtreding ligt, het tarief van artikel 23 van die wet pas van toepassing is met ingang van het eerstvolgende tijdvak.

  • 2. Artikel II treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 mei 1998.

  • 3. Artikel III treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 1 juli 1998

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Uitgegeven de veertiende juli 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Stb. 1992, Stb. 709, laatstelijk gewijzigd bij wet van 18 december 1997, Stb. 737.

XNoot
2

Stb. 1994, 17, laatstelijk gewijzigd bij wet van 18 december 1997, Stb. 737.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1997/98, 25 904.

Handelingen II 1997/98, blz. 5842.

Kamerstukken I 1997/98, 25 904 (355, 355a).

Handelingen I 1997/98, zie vergadering 29 juni 1998.

Naar boven