Wet van 18 juni 1998 tot samenvoeging van de gemeenten Buren, Lienden en Maurik

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de gemeenten Buren, Lienden en Maurik samen te voegen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Paragraaf 1. Opheffing en instelling van gemeenten

Artikel 1

Met ingang van de datum van herindeling worden de gemeenten Buren, Lienden en Maurik opgeheven.

Artikel 2

Met ingang van de datum van herindeling wordt de nieuwe gemeente Buren ingesteld zoals aangegeven op de bij deze wet behorende kaart.

Artikel 3

De nieuwe gemeente Buren bestaat uit het grondgebied van de op te heffen gemeenten Buren, Lienden en Maurik.

Paragraaf 2. Overige bepalingen

Artikel 4

Voor de nieuwe gemeente Buren wordt de op te heffen gemeente Buren aangewezen voor de toepassing van artikel 36 van de Wet algemene regels herindeling, in verband met de toepassing van de instructies en reglementen, bedoeld in dat artikel.

Artikel 5

Voor de op te heffen gemeenten Buren, Lienden en Maurik wordt de nieuwe gemeente Buren aangewezen voor de toepassing van de volgende bepalingen van de Wet algemene regels herindeling: stb-1998-415-1.gif

a. artikel 39, tweede lid, in verband met de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen;

b. artikel 41, derde lid, in verband met de deelneming aan gemeenschappelijke regelingen;

c. artikel 45, tweede lid, in verband met de overgang van de voorziening van drinkwater, elektriciteit en gas.

Artikel 6

  • 1. Voor de nieuwe gemeente Buren wordt een tussentijdse raadsverkiezing gehouden als bedoeld in artikel 52, tweede lid, onderdeel a, van de Wet algemene regels herindeling.

  • 2. Met de voorbereiding van de tussentijdse raadsverkiezing voor de nieuwe gemeente Buren wordt de op te heffen gemeente Buren belast.

Artikel 7

De bijlage, bedoeld in artikel E 1, eerste lid, van de Kieswet1, wordt met ingang van de datum van herindeling als volgt gewijzigd:

In het gestelde onder kieskring nummer 6 vervallen «Lienden,» en «Maurik,».

Artikel 8

Artikel 4 van de Wet op de rechterlijke indeling2 wordt met ingang van de datum van herindeling als volgt gewijzigd:

In het gestelde onder «Kantongerecht Tiel» vervallen «Lienden,» en «Maurik,».

Artikel 9

De bijlage, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Politiewet 19933, wordt met ingang van de datum van herindeling als volgt gewijzigd:

a. In het gestelde onder «Gelderland-Zuid» vervallen «Lienden» en «Maurik».

b. Het gestelde onder «Brabant-Noord» wordt vervangen door: 's-Hertogenbosch, Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Grave, Haaren, Heusden, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Ravenstein, Schijndel, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode, Uden, Veghel, Vught.

c. Het gestelde onder «Brabant-Zuid-Oost» wordt vervangen door: Eindhoven, Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Geldrop, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Mierlo, Nuenen, Gerwen en Nederwetten, Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre.

d. Het gestelde onder «Drenthe» wordt vervangen door: Assen, Aa en Hunze, Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen, Hoogeveen, Meppel, Middenveld, Noordenveld, Westerveld, De Wolden, Zuidlaren.

Artikel 10

  • 1. De gemeenteraad van de nieuwe gemeente Buren neemt in de verordening onroerende-zaakbelastingen ter zake van de kalenderjaren 1999 en 2000 voor de onderscheidene toegevoegde gebieden dezelfde waardepeildata op als voor deze gebieden zijn gehanteerd bij de vaststelling van de waarden van de onroerende zaken, bedoeld in hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken, voor het tijdvak dat is aangevangen op 1 januari 1997.

  • 2. Artikel 41, tweede tot en met zevende lid, van de Wet waardering onroerende zaken, is met betrekking tot de kalenderjaren genoemd in het eerste lid, van overeenkomstige toepassing voor onderscheidene toegevoegde gebieden met een andere waardepeildatum dan 1 januari 1995.

Artikel 11

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 18 juni 1998

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

A. G. M. van de Vondervoort

Uitgegeven de veertiende juli 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Stb. 1989, 423, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 december 1997, Stb. 660.

XNoot
2

Stb. 1994, 404, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 mei 1998, Stb. 342.

XNoot
3

Stb. 1994, 145, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 mei 1998, Stb. 342.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1997/98, 25 656.

Handelingen II 1997/98, blz. 4127–4166; 4380.

Kamerstukken I 1997/98, 25 656 (274, 274a, 274b, 274c).

Handelingen I 1997/98, blz. 1667.

Naar boven