Besluit van 8 juni 1998, houdende wijziging van het Voertuigreglement

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 19 december 1997, nr. DGP/WJZ/V 725571, Directoraat-Generaal Personenvervoer;

Gelet op:

– Richtlijn nr. 95/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 24 oktober 1995 inzake de verbrandingseigenschappen van bij de inwendige constructie van bepaalde categorieën motorvoertuigen gebruikte materialen (PbEG L 281);

– de Wegenverkeerswet 1994;

De Raad van State gehoord (advies van 16 maart 1998, nr. W09.97.0814);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 29 mei 1998, nr. DGP/WJZ/V 821688, Directoraat-Generaal Personenvervoer;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Voertuigreglement1 wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 3.3.56 wordt ingevoegd artikel 3.3.58, dat luidt:

Artikel 3.3.58

Bussen

a. met een toegestane maximum massa van meer dan 5000 kg,

b. bestemd voor het vervoer van meer dan 22 passagiers, de bestuurder daaronder niet begrepen,

c. niet bestemd voor het vervoer van staande passagiers,

d. niet bestemd voor vervoer binnen één gemeente, en

e. in gebruik genomen na 25 oktober 1999, moeten voor wat betreft de verbrandingseigenschappen van bij de inwendige constructie gebruikte materialen voldoen aan het bepaalde in richtlijn 95/28/EG (PbEG 23 november 1995, L 281).

ARTIKEL II

Bussen in gebruik genomen voor 26 oktober 1999,

a. met een toegestane maximum massa van meer dan 5000 kg,

b. bestemd voor het vervoer van meer dan 22 passagiers, de bestuurder daaronder niet begrepen,

c. niet bestemd voor het vervoer van staande passagiers, en

d. niet bestemd voor vervoer binnen één gemeente, die voor wat betreft de verbrandingseigenschappen van bij de inwendige constructie gebruikte materialen voldoen aan het bepaalde in richtlijn 95/28/EG (PbEG 23 november 1995, L 281), worden in afwijking van het bepaalde terzake in de Regeling vaststelling regels voor de keuring van bussen voor dit aspect goedgekeurd voor toelating tot het verkeer op de weg.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 8 juni 1998

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Uitgegeven de veertiende juli 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Met het oog op de bescherming van inzittenden van bepaalde categorieën bussen in geval van brand is door het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie op 24 oktober 1995 richtlijn nr. 95/28/EG tot stand gebracht inzake de verbrandingseigenschappen van bij de inwendige constructie van die voertuigen gebruikte materialen. Het gaat hier met name om eisen aan deze materialen die vlamvorming ervan voorkomen of in elk geval zodanig vertragen, dat de passagiers in geval van brand tijdig het voertuig kunnen verlaten.

De categorieën waarop deze richtlijn betrekking heeft zijn de bussen die aan de volgende eisen voldoen:

a. een toegestane maximum massa van meer dan 5 ton hebben,

b. bestemd zijn voor het vervoer van meer dan 22 passagiers, de bestuurder daaronder niet begrepen,

c. niet bestemd zijn voor het vervoer van staande passagiers, en

d. niet bestemd zijn voor vervoer binnen één gemeente.

Het betreft dus met name bussen voor vervoer over langere afstand en touringcars.

De datum waarop de lidstaten deze richtlijn moeten toepassen, is 24 oktober 1999. Dit betekent dat bussen die na die datum in gebruik zijn genomen aan de eisen van deze richtlijn moeten voldoen.

De richtlijn geeft daarnaast ook een regeling voor nieuwe autobussen of onderdelen daarvan die voor 25 oktober 1999 in gebruik worden genomen en die wat betreft de verbrandingseigenschappen van bij de inwendige constructie gebruikte materialen reeds aan deze richtlijn voldoen. Voor deze bussen of onderdelen mogen noch de EG-goedkeuring noch de nationale goedkeuring voor dit aspect geweigerd worden, ook al zouden zij niet voldoen aan de terzake bestaande nationale voorschriften. In Nederland zijn deze nationale voorschriften opgenomen in de Regeling vaststelling regels voor de keuring van bussen. De regeling van de richtlijn is opgenomen in artikel II van het voorliggende besluit.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink


XNoot
1

Stb. 1994, 450, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 11 juni 1998, Stb. 404.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 11 augustus 1998, nr. 150.

Naar boven