Besluit van 23 juni 1998 tot wijziging van enige
algemene maatregelen van bestuur op het terrein van het onderwijs, houdende
afschaffing van de verplichting bij wetstoepassingen de Onderwijsraad om advies
te vragen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
van 8 april 1998, nr. 1998/14376 (4742), directie Wetgeving en Juridische
Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Gelet op de artikelen 10, eerste lid, en 115, van de Wet op het
basisonderwijs, artikel 19a, eerste lid, van de Interimwet op het speciaal
onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, artikel 29 van de Wet op het
voortgezet onderwijs en artikel 30, tweede lid, van de Wet medezeggenschap
onderwijs 1992;
De Raad van State gehoord (advies van 7 mei 1998, nr. W05.98.0129);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
van 18 juni 1998, nr. 1998/23 297 (4742), directie Wetgeving en Juridische
Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
In artikel B 4, zevende lid, van het Besluit trekkende bevolking WBO1 vervalt de zinsnede «, de Onderwijsraad gehoord,».
ARTIKEL II
In artikel 2, van het Besluit leerlingen met een niet-Nederlandse culturele
achtergrond WBO2 vervalt de zinsnede «, de Onderwijsraad
gehoord,».
ARTIKEL III
Van het Onderwijskundig besluit ISOVSO3 wordt in artikel
12, tweede lid, onderdeel f, de puntkomma vervangen door een punt en vervalt
artikel 12, tweede lid, onderdeel g.
ARTIKEL IV
In artikel 58, van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.4 vervalt de zinsnede «, de Onderwijsraad gehoord,».
ARTIKEL V
In artikel Z-1, van het Besluit medezeggenschap onderwijs5
vervalt de zinsnede «, de Onderwijsraad gehoord,».
ARTIKEL VI
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 23 juni 1998
Beatrix
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
J. M. M. Ritzen
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J. J. van Aartsen
Uitgegeven de negende juli 1998
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
NOTA VAN TOELICHTING
Dit besluit regelt enige van de consequenties van de nieuwe Wet op de
Onderwijsraad. Onder wetstoepassing wordt daarbij verstaan het nemen van een
besluit jegens een individu, rechtspersoon of orgaan van een rechtspersoon
door de minister of door enige onder diens gezag optredende persoon, autoriteit
of college op grond van een bij of krachtens de wet gegeven bevoegdheid. Onder
het nemen van een besluit wordt mede verstaan het weigeren van het nemen van
een besluit.
Volgens artikel 2 van de nieuwe Wet op de Onderwijsraad adviseert de Onderwijsraad
over de toepassing van wetten, algemene maatregelen van bestuur en ministeriële
regelingen op het terrein van het onderwijs slechts indien daartoe een adviesaanvraag
door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen of de Minister van
Landbouw, Natuurbeheer en Visserij wordt gedaan. Om die reden zijn in hoofdstuk
II van die wet alle in de formele onderwijswetgeving voorkomende verplichtingen
om de Onderwijsraad over wetstoepassing te horen geschrapt. In de memorie
van toelichting bij de Wet op de Onderwijsraad (kamerstukken II 1996/97, 25 041,
nr. 3, blz. 2) is reeds aangekondigd dat de overige wettelijke taken van de
Onderwijsraad ook uit de lagere regelgeving zullen worden verwijderd.
Dit besluit past de op onderwijsterrein voorkomende algemene maatregelen
van bestuur aan de nieuwe situatie aan.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
J. M. M. Ritzen
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J. J. van Aartsen
XNoot
1Stb. 1993, 232, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 6 april 1998, Stb.
229.
XNoot
2Stb. 1985, 197, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 maart 1995, Stb.
208.
XNoot
3Stb. 1985, 517, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 2 februari 1998,
Stb. 163.
XNoot
4Stb. 1994, 624, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 15 november 1997,
Stb. 588.
XNoot
5Stb. 1984, 442, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 26 juli 1996, Stb.
424.
XHistnoot
Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging
bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Tevens zal het
advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel
bij de Staatscourant van 11 augustus 1998, nr. 150.