Besluit van 18 juni 1998, houdende aanpassing van
het Besluit vervoer binnenvaart aan richtlijn nr. 96/75/EG (liberalisering
van de binnenvaart)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 23 april
1998, nr. DGG/J-98003952, Directoraat-Generaal Goederenvervoer;
Gelet op de richtlijn nr. 96/75/EG van de Raad van de Europese
Unie van 19 november 1996, houdende voorschriften inzake bevrachting en prijsvorming
in de sector nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren
in de Gemeenschap, de artikelen 2, derde lid, 7, 11, 25, 27, eerste lid, 33
en 39 van de Wet vervoer binnenvaart, artikel 31, tweede lid, van de Tijdelijke
wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer, artikel IV van de wet van 14 mei 1998
tot aanpassing van de Wet vervoer binnenvaart aan richtlijn nr. 96/75/EG (Stb.
319);
De Raad van State gehoord (advies van 15 mei 1998, nr. W09.98.0167);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van
12 juni 1998, nr. DGG/J-98005249, Directoraat-Generaal Goederenvervoer;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit vervoer binnenvaart1 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5, aanhef, wordt «tweede tot en met zesde afdeling»
vervangen door: tweede, vierde, vijfde en zesde afdeling.
C
In artikel 7, eerste lid, vervalt onderdeel k.
D
In artikel 8, tweede lid, komt «a tot en met k» te luiden:
a tot en met j.
E
In artikel 10 vervalt: «k,».
F
In artikel 11 vervalt: «k,».
G
Hoofdstuk 5 (de artikelen 18 tot en met 24) vervalt.
H
In artikel 25:
1. komt in het tweede lid, onderdeel 3°, de zinsnede «op alle plaatsten
waar het vrachtverdelingsstelsel wordt beheerd» te luiden: ten kantore
van de Rijksverkeersinspectie;
2. vervalt in het tweede lid, onderdeel 4°: «met een aantekening
voor algemeen ongeregeld vervoer,»;
3. vervalt het derde lid onder vernummering van het vierde tot derde lid.
I
De artikelen 29, 31 en 32 vervallen.
ARTIKEL II
De wet van 14 mei 1998 tot aanpassing van de Wet vervoer binnenvaart aan
richtlijn nr. 96/75/EG treedt in werking op 30 november 1998.
ARTIKEL III
De Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer wordt ingetrokken
op 30 november 1998.
ARTIKEL IV
Dit besluit treedt in werking op 30 november 1998.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 18 juni 1998
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink
Uitgegeven de dertigste juni 1998
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
NOTA VAN TOELICHTING
Als gevolg van de richtlijn nr. 96/75/EG van de Raad van de Europese Unie
van 19 november 1996, houdende voorschriften inzake bevrachting en prijsvorming
in de sector nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren
in de Gemeenschap wordt het Besluit vervoer binnenvaart dienovereenkomstig
aangepast. Voor nadere achtergrondinformatie verwijs ik naar de memorie van
toelichting bij het voorstel van wet tot aanpassing van de Wet vervoer binnenvaart
aan richtlijn nr. 96/75/EG (kamerstukken II 1996/97, 25 412, nr. 3).
De wijzigingen in het Besluit zijn met name gebaseerd op de artikelen
2 en 3 van de richtlijn en hebben betrekking op verwijzingen naar het onderscheid
in de soorten beroepsvervoer (bijzonder vervoer en algemeen ongeregeld vervoer)
en het vrachtverdelingsstelsel, die komen te vervallen. Het betreft de onderdelen
A tot en met H van artikel I.
Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om uitgewerkte overgangsbepalingen
in te trekken (artikel I, onderdeel I).
In onderdeel C wordt volstaan met het intrekken van het onderdeel k, zonder
verlettering van de daaropvolgende onderdelen. Daardoor behoeven de verwijzingen
in de andere artikelen van het Besluit naar de desbetreffende onderdelen niet
te worden aangepast.
Dit besluit dient tevens als het koninklijk besluit, bedoeld in artikel
III van de wet van 14 mei 1998 tot aanpassing van de Wet vervoer binnenvaart
aan richtlijn nr. 96/75/EG, en als bedoeld in artikel 31 van de Tijdelijke
wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer, zoals aangepast bij eerstgenoemde
wet. Het tijdstip waarop de eerstgenoemde wet in werking treedt en de tweede
wordt ingetrokken, is in beide gevallen bepaald op 30 november 1998, in respectievelijk
artikel II en artikel III. Voor de achtergrond hiervan zij verwezen naar de
brief aan de Tweede Kamer ter zake van 6 mei 1998 (kamerstukken II 1997/98,
25 412, nr. 11).
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink
XNoot
1Stb. 1992, 232, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 15 januari 1997,
Stb. 20.
XHistnoot
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond
van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat
het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.