Besluit van 15 juni 1998, houdende wijziging van de artikelen 5.4.11 en 9.3 van het Voertuigreglement

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 21 mei 1997, nr. HKW/RV 97/3999, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 71 van de Wegenverkeerswet 1994;

De Raad van State gehoord (advies van 25 juli 1997, nr. W09.97.0295);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 5 juni 1998, nr. CDJZ/WJZ/152/98, Centrale Directie Juridische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

Het Voertuigreglement1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 5.4.11 wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt:

  • 5. Motorfietsen waarvoor geen waarde als bedoeld in het vierde lid is vermeld, mogen in de nabijheid van de uitmonding van het uitlaatsysteem geen hoger geluidsniveau produceren dan de in onderstaande tabel bij de onderscheiden cylinderinhouden telkens vermelde waarde:>

    Cylinderinhoud t/mMaximum toegestane waarde
    80 cm3 91 dB(A)
    125 cm3 92 dB(A)
    350 cm395 dB(A)
    500 cm3 97 dB(A)
    750 cm3100 dB(A)
    1000 cm3103 dB(A)
    >1000 cm3106 dB(A)

    >

    Onze Minister stelt regels vast omtrent de wijze van meten van deze waarden.

B

Artikel 9.3, tweede lid, wordt vervangen door:

  • 2. Indien het kentekenregister met betrekking tot een personenauto geen gegeven bevat als bedoeld in artikel 5.2.11, vijfde lid, wordt voor de toepassing van dat artikellid als ten hoogste toegestaan geluidsniveau gehanteerd de ingevolge artikel 3.2.15 voor het betrokken voertuig vastgestelde waarde, vermeerderd met 2 dB(A).

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 15 juni 1998

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Uitgegeven de dertigste juni 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

ALGEMEEN

Het onderhavige besluit heeft betrekking op een aanpassing van het Voertuigreglement in verband met de permanente eisen die aan de geluidproductie van bepaalde categorieën van motorfietsen worden gesteld. Over de achtergrond kan het volgende worden opgemerkt.

Motorfietsen worden op basis van richtlijn 78/1015/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 november 1978 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorrijwielen (PbEG L 349) (laatstelijk gewijzigd bij richtlijn 89/235/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 maart 1989, PbEG L 98), met ingang van 1 februari 1982 – de datum waarop deze richtlijn in de Nederlandse wetgeving is geïmplementeerd – typegoedgekeurd voor wat betreft het aspect geluid. Op basis hiervan kan een motorfiets die behoort tot een goedgekeurd type worden geregistreerd en gekentekend en daarmee voor de eerste keer tot het verkeer toegelaten. Het is van belang dat deze voertuigen ook tijdens hun gebruik blijven voldoen aan de gestelde eisen. Derhalve gelden voor het gebruik op de weg eveneens bepaalde eisen, de zogenoemde permanente eisen. Deze eisen vormen een afgeleide van de typegoedkeuringseisen.

Bepaalde categorieën van motorfietsen zijn echter niet typegoedgekeurd op basis van de hiervoor genoemde richtlijn. Het gaat hier om eigenbouw-voertuigen en voertuigen die vóór 1 februari 1982 in het verkeer zijn gebracht. Voor deze motorfietsen is het niettemin wenselijk om toch een permanente geluidseis te kunnen stellen. Vóór de inwerkingtreding van het Voertuigreglement was het – met ingang van 15 april 1995 (Stb. 1995, 230) vervallen – Besluit geluidproduktie motorvoertuigen zodanig geformuleerd dat deze eis werd gesteld op basis van een zogenaamde ervaringslijst van de Dienst Wegverkeer. Deze zogenoemde A-lijst is gebaseerd op sinds jaren verrichte metingen bij in gebruik zijnde voertuigen en bevat grenswaarden voor de geluidproductie van deze voertuigen gerelateerd aan de cilinderinhoud. In het kader van de totstandkoming van de Wegenverkeerswet 1994 en het hierop gebaseerde Voertuigreglement zijn – voor zover hier van belang – de permanente eisen voor motorfietsen naar dit wetgevingscomplex overgeheveld. Probleem is daarbij dat voor de onderhavige permanente eisen (zie de artikelen 5.4.11 en 9.3 van het Voertuigreglement) slechts verwezen wordt naar de bij de typegoedkeuring gehanteerde gegevens, waardoor voor eerderbedoelde categorieën van motorfietsen in feite geen permanente geluidseisen van toepassing zijn. Het doel van de onderhavige wijziging is dan ook om genoemde A-lijst in het Voertuigreglement te incorporeren, waardoor voor deze categorieën motorfietsen – die momenteel ongeveer 40% van het wagenpark bestrijkt – wederom een sluitende regelgeving wordt verkregen.

Voor wat betreft de gevolgen van het besluit voor de intra-communautaire handel kan het volgende worden opgemerkt. De in het besluit opgenomen voorschriften zouden als maatregelen van gelijke werking als een kwantitatieve invoerbeperking in de zin van artikel 30 van het EG-verdrag kunnen worden beschouwd. Het gaat immers om producteisen, die de intracommunautaire handel kunnen beïnvloeden.

De in het besluit opgenomen geluidseisen zijn echter gerechtvaardigd in de zin van artikel 36 van het EG-verdrag. Zij zijn immers proportioneel in relatie tot het doel van de regeling en tevens gerechtvaardigd uit hoofde van de bescherming van de openbare orde en de gezondheid van personen. Voorts gelden de eisen zonder onderscheid voor zowel in Nederland vervaardigde motorfietsen als ingevoerde motorfietsen.

Notificatie

De onderhavige voorschriften zijn getoetst aan de relevante, in internationaal verband geldende, notificatievoorschriften. Daarbij is gebleken dat de in het besluit opgenomen geluidsnormen technische voorschriften zijn in de zin van richtlijn 83/189/EEG van de Raad van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 109). Voorts is gebleken dat de in die richtlijn genoemde uitzonderingen niet van toepassing zijn.

Dientengevolge is het ontwerp-besluit op 19 november 1997 genotificeerd bij de Europese Commissie (nr. 97/0804/NL).

Tevens is het onder nr. 97.774 gemeld aan het secretariaat van de Wereld Handelsorganisatie, ter voldoening aan artikel 2, negende lid, van het op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen verdrag inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235).

Naar aanleiding van de notificatie, respectievelijk de melding, zijn geen opmerkingen ontvangen.

ARTIKELEN

Artikel I, onderdeel A

Aan artikel 5.4.11 wordt een vijfde lid toegevoegd met daarin het maximaal te produceren dB(A), gerelateerd aan de cylinderinhoud van de motorfiets. De gegevens zijn afkomstig van de door de RDW gehanteerde A-lijst bij toelatingen van de onderhavige groep motorfietsen.

Artikel I, onderdeel B

De toevoeging van het vijfde lid aan artikel 5.4.11. maakt de verwijzing naar motorfietsen in artikel 9.3, tweede lid, overbodig.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink


XNoot
1

Stb. 1994, 450, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 24 november 1997, Stb. 603.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 14 juli 1998, nr. 130.

Naar boven