Besluit van 15 januari 1998 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de Wet van 15 januari 1998, Stb. 35, houdende wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering inzake het rechtsgeding voor de politierechter en de mededeling van vonnissen arresten met het oog op het instellen van een rechtsmiddel en van de bepalingen in het Wetboek van Strafrecht betreffende het kennisgeven en het ingaan van de proeftijd bij een voorwaardelijke veroordeling

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 14 januari 1998, directie wetgeving nr. 674448/98/6.

Gelet op artikel VI van de Wet van 15 januari 1998, Stb. 35, houdende wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering inzake het rechtsgeding voor de politierechter en de mededeling van vonnissen arresten met het oog op het instellen van een rechtsmiddel en van de bepalingen in het Wetboek van Strafrecht betreffende het kennisgeven en het ingaan van de proeftijd bij een voorwaardelijke veroordeling.

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel,

De Wet van 15 januari 1998, houdende wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering inzake het rechtsgeding voor de politierechter en de mededeling van vonnissen arresten met het oog op het instellen van een rechtsmiddel en van de bepalingen in het Wetboek van Strafrecht betreffende het kennisgeven en het ingaan van de proeftijd bij een voorwaardelijke veroordeling, Stb. 35 treedt in werking op 2 februari 1998.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 15 januari 1998

Beatrix

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Uitgegeven de tweeëntwintigste januari 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven