Besluit van 11 juni 1998 tot wijziging van artikel 50 van de Penitentiaire maatregel

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Minister van Justitie van 15 april 1998, Directie Wetgeving (nr. 691887/98/6);

Gelet op artikel 7, vierde lid, van de Penitentiaire beginselenwet en artikel 14, eerste lid, van het Besluit politieregisters;

De Raad van State gehoord (advies van 25 mei 1998, No. W.03.98.0165);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie a.i. van 3 juni 1998, Directie Wetgeving (nr. 700429/98/6);

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 50, onderdeel 2, van de Penitentiaire maatregel1 komt te luiden:

2. Na onderdeel g wordt een nieuw onderdeel gg ingevoegd, luidende:

gg. Onze Minister van Justitie, voor zover dit in het kader van de benoeming, de herbenoeming of het ontslag van de leden van de commissies van toezicht bij de inrichtingen, genoemd onder g, noodzakelijk is teneinde na te gaan of er bezwaren bestaan tegen de benoeming van betrokkene;.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 11 juni 1998

Beatrix

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Uitgegeven de drieëntwintigste juni 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

In artikel 50 van de Penitentiaire maatregel wordt artikel 14, eerste lid, van het Besluit politieregisters gewijzigd. Door verschillende wijzigingen in laatstgenoemd besluit die in onvoldoende mate op elkaar werden afgestemd, wordt door de wijziging in de Penitentiaire maatregel ten onrechte aan het huidige onderdeel h (verstrekking gegevens aan organisaties voor slachtofferzorg) van artikel 14, eerste lid, van het Besluit politieregisters een andere invulling gegeven.

De Penitentiaire maatregel wordt thans zodanig gewijzigd dat in plaats van wijziging van onderdeel h een nieuw onderdeel gg wordt ingevoegd.

Aangezien de Penitentiaire maatregel eerst medio 1998 bij afzonderlijk Koninklijk Besluit in werking zal treden wordt hieraan voorafgaande bovenvermelde omissie hersteld. Deze wijziging kan gelijktijdig met de Penitentiaire maatregel in werking treden.

De Minister van Justitie a.i.,

H. F. Dijkstal


XNoot
1

Stb. 1998, 111.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven