Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatsblad 1998, 340 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatsblad 1998, 340 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 27 maart 1998, DWJZ-U-98550, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Algemene Zaken, van Buitenlandse Zaken, van Justitie, van Binnenlandse Zaken, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, van Financiën, van Defensie, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Verkeer en Waterstaat, van Economische zaken, van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Gelet op: de Instellingswet WRR, de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet Nationale Ombudsman, de Ambtenarenwet, het Wetboek van Koophandel, het Wetboek van Strafrecht, de Wet tarieven in strafzaken, het Burgerlijk Wetboek, de Politiewet, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de lijkbezorging, de Provinciewet, de Gemeentewet, de Waterleidingwet, de Wet op het basisonderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, de Wet verbetering rechtspositie verzetsmilitairen, de Militaire Ambtenarenwet 1931, de Kernenergiewet, de Luchtvaartwet, de Loodsenwet, de Waterschapswet, de Wet Luchtverkeer, de Wegenverkeerswet, de Mijnwet continentaal plat, de Mijnwet 1903, de Liquidatiewet ongevallenwetten, de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid, de Arbeidstijdenwet, de Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken, de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, de Gezondheidswet, de Wet op de geneesmiddelenvoorziening, de Ziekenfondswet, de Opiumwet, de Wet afbreking zwangerschap, de Wet op de toegang tot de ziektekostenverzekeringen, de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen, de Wet collectieve preventie volksgezondheid,
De Raad van State gehoord (advies van 8 mei 1998, No. W13.98.0134);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 18 mei 1998, DWJZ-U-98704, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Algemene Zaken, van Buitenlandse Zaken, van Justitie, van Binnenlandse Zaken, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, van Financiën, van Defensie, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Verkeer en Waterstaat, van Economische zaken, van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Hebben goedgevonden en verstaan:
In artikel 3, derde lid, van het Rechtspositiebesluit WRR1 wordt «geneeskundige» vervangen door «arts».
In de bijlage, bedoeld in de artikelen 1, onder a, en 2, onder b, onderdeel H, onder 38, van het Aanwijzingsbesluit bestuursorganen Wob en WNo2, wordt «Geneeskundigen» vervangen door «Artsen».
In de artikelen 25, achtste lid, en 97, derde lid, van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken3 wordt «geneeskundige» vervangen door «arts».
Waar in het Schepelingenbesluit4 het zelfstandig naamwoord «geneeskundigen» of «geneeskundige» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «artsen» en «arts».
Waar in de Gevangenismaatregel5 «medicus», «geneesheer», «geneesheren» of «geneeskundigen» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «arts», «arts», «artsen» en «artsen».
Waar in het Besluit tarieven in strafzaken6 het zelfstandig naamwoord «geneeskundigen» of «geneeskundige» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «artsen» en «arts».
Waar in het koninklijk besluit van 27 juni 1985 tot uitvoering van artikel 29b van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (Stb. 1985, 371) «geneeskundigen» voorkomt, wordt dit vervangen door «artsen».
In artikel 1, derde lid, onderdeel h, van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar7 wordt «geneeskundige» vervangen door «arts».
Waar in het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren8 het zelfstandig naamwoord «bedrijfsgeneeskundige», «geneeskundige», «geneesheer» of «geneeskundigen» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «bedrijfsarts», «arts», «arts» en «artsen».
Waar in van het Algemeen Rijksambtenarenreglement9 het zelfstandig naamwoord «geneeskundige», «bedrijfsgeneeskundige», «geneeskundigen» of «vroedvrouw» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «arts», «bedrijfsarts», «artsen» en «verloskundige».
Waar in het Ambtenarenreglement Staten-Generaal10 het zelfstandig naamwoord «geneeskundige», «bedrijfsgeneeskundige», «geneeskundigen» of vroedvrouw voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «arts», «bedrijfsarts» «artsen» en «verloskundige».
In de artikelen 2, eerste lid, 22, en in bijlage I van het Besluit op de lijkbezorging11 wordt het zelfstandig naamwoord «geneeskundige» telkens vervangen door «arts».
Waar in het Besluit algemene rechtspositie politie12 het zelfstandig naamwoord «geneeskundige» of «geneeskundigen» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «arts» en «artsen».
Waar in het Besluit bezoldiging politie13 het zelfstandig naamwoord «bedrijfsgeneeskundige», «geneeskundige» of geneeskundigen» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «bedrijfsarts», «arts» en «artsen».
In artikel 15, derde lid, van het Besluit beheer regionale politiekorpsen14 wordt «geneeskundigen» vervangen door «artsen».
Waar in het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning15 het zelfstandig naamwoord «bedrijfsgeneeskundige» of «geneeskundige(n)» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «bedrijfsarts» en «arts(en)».
Waar in het Rechtspositiebesluit burgemeesters 199416 het zelfstandig naamwoord «geneeskundige(n)», «bedrijfsgeneeskundige», «geneeskundige» of «geneeskundigen» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «arts(en)», «bedrijfsarts», «arts» en «artsen».
In artikel 48, vierde lid, van het koninklijk besluit van 7 juli 1987 houdende vaststelling van de hoofdstukken I en II van het Rechtspositiereglement Wetenschappelijk Onderwijs (Stb. 1987, 393)17 wordt «geneeskundige» vervangen door «arts».
In artikel 12, eerste lid, onderdeel g, van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel18 wordt «geneeskundige» vervangen door «arts».
Waar in het tijdelijk Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel19 het zelfstandig naamwoord «geneeskundige» of «geneeskundigen» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «arts» en «artsen».
Het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel20 wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel I-B1, vierde lid, wordt het zelfstandig naamwoord «geneeskundige» vervangen door «arts».
B. In bijlage S1a, onder 2, worden de benoemingsvereisten voor de normfunctie van:
– fysiotherapeut vervangen door: Inschrijving in het overeenkomstig artikel 3, eerste lid van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg ingestelde register van fysiotherapeuten;
– ergotherapeut vervangen door: De bevoegdheid tot het voeren van de titel van ergotherapeut;
– logopedist/akoepedist vervangen door: De bevoegdheid tot het voeren van de titel van logopedist.
Waar in het Kaderbesluit rechtspositie personeel universiteiten en onderzoeksinstellingen21 «assistent-geneeskundige» voorkomt, wordt dit vervangen door «assistent-arts».
Het Besluit procedure geneeskundig onderzoek verzetsmilitairen en ondergedoken militairen22 wordt als volgt gewijzigd:
A. In de artikelen 1, onderdeel g, 2, eerste en tweede lid, 3, 4, eerste lid, aanhef, en tweede lid, 5, eerste lid, tweede lid, en vierde lid, onderdeel a, en 6, eerste lid, wordt het zelfstandig naamwoord «geneeskundige» vervangen door «arts».
B. Artikel 1, onderdeel h, komt te luiden:
h. «de gekozen arts»: de door de geneeskundige autoriteit aan te wijzen, door de betrokkene gekozen, arts, die het geneeskundig onderzoek bijwoont en de onder g bedoelde arts van advies dient.
In artikel 17, vijfde lid, onderdeel d, van het Inkomstenbesluit militairen23 wordt het zelfstandig naamwoord «geneeskundige» vervangen door «arts».
Waar in het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie24 het zelfstandig naamwoord «geneeskundige», «bedrijfsgeneeskundige», «geneeskundigen» of «verplegers» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «arts», «bedrijfsarts», «artsen» en «verpleegkundigen».
Waar in het Besluit procedure geneeskundig onderzoek blijvende dienstongeschiktheid en pensioenkeuring militairen25 het zelfstandig naamwoord «geneeskundigen» of «geneeskundige» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «artsen» en «arts».
In de artikelen 18, eerste lid, en 19, vierde lid, van het Waterleidingbesluit26 wordt het zelfstandig naamwoord «geneeskundige» vervangen door «arts».
Waar in het Besluit stralenbescherming Kernenergiewet27 het zelfstandig naamwoord «geneeskundige» voorkomt, wordt dit vervangen door «arts».
In artikel 3, derde lid, van het Rechtspositiebesluit voorzitters huurcommissies28 wordt «geneeskundige» vervangen door «arts».
Waar in de Regeling Toezicht Luchtvaart29 het zelfstandig naamwoord «geneeskundigen», «geneeskundige» of «geneesheer» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «artsen», «arts» en «arts».
In artikel 8, tweede lid, van het Besluit certificaatloodsen30 wordt «geneeskundige» vervangen door «arts».
Waar in het Rechtspositiebesluit voorzitters waterschappen31. het zelfstandig naamwoord «bedrijfsgeneeskundige» of «geneeskundige(n)» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «bedrijfsarts» en «arts(en)».
Waar in het Besluit kwalificaties luchtverkeersdienstverlening32 het zelfstandig naamwoord «geneeskundige», «geneeskundigen» of «bedrijfsgeneeskundige» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk, «arts», «artsen» en «bedrijfsarts».
Waar in het Reglement rijbewijzen33 het zelfstandig naamwoord «geneeskundigen» of «geneeskundige» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «artsen» en «arts».
Ministerie van Economische Zaken
Waar in het Mijnreglement continentaal plat34 het zelfstandig naamwoord «geneeskundigen» of «geneeskundige» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «artsen» en «arts».
Waar in het Mijnreglement 196435 het zelfstandig naamwoord «geneeskundigen» of «geneeskundige» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «artsen» en «arts».
In artikel 15, tweede lid, van het Besluit uitvoering afwikkeling liquidatieuitkeringen en voorzieningen36 wordt «geneeskundige» vervangen door «arts».
In artikel 14, eerste lid, onderdeel g, van het koninklijk besluit van 29 december 1986, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 10 van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid (Stb. 1986, 686)37, wordt «geneeskundige» vervangen door «arts».
Het Arbeidstijdenbesluit38 wordt als volgt gewijzigd:
A. In de titel van 5.20 wordt «Geneeskundigen» vervangen door «Artsen».
B. In artikel 5.20:1 wordt het zelfstandig naamwoord «geneeskundige» vervangen door «arts».
Waar in het Uitvoeringsbesluit Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken39 het zelfstandig naamwoord «geneeskundige» voorkomt, wordt dat vervangen door «arts».
Waar in het koninklijk besluit van 23 januari 1948 tot uitvoering van artikel 13 der Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 (1948, I 27)40 het zelfstandig naamwoord «geneeskundige» of «geneeskundigen» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «arts» en «artsen».
Waar in het koninklijk besluit van 22 oktober 1949 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur , als bedoeld in artikel 3, zesde lid, en in artikel 39 der Wet buitengewoon pensioen (Stb. 1949, J 469)41 het zelfstandig naamwoord «geneeskundige» of «geneeskundigen» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «arts» en «artsen».
Het Besluit uitoefening artsenijbereidkunst42 wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 2, eerste lid, onderdeel a, vervalt. De onderdelen b tot en met f worden geletterd a tot en met e.
B. Artikel 2, tweede lid, wordt gewijzigd als volgt:
1. onderdeel a komt te luiden:
a. een opgave en een bewijs, als bedoeld in het eerste lid onder c;.
2. Onderdeel b vervalt, onder verlettering van onderdeel c tot b.
C. Artikel 3, eerste lid, onderdeel c, vervalt.
D. Artikel 4, onderdeel a, vervalt, onder verlettering van de onderdelen b en c tot a onderscheidenlijk b.
E. Artikel 5, onderdeel a, vervalt, onder verlettering van de onderdelen b tot en met f tot a tot en met e.
F. Artikel 6 komt te luiden:
G. In artikel 7, onderdeel c, wordt «geneeskundige» vervangen door «arts».
H. In artikel 9, eerste lid, vervalt de laatste volzin.
I. Artikel 10 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het eerste lid vervalt.
2. De onderverdeling in leden vervalt.
J. Artikel 12 komt te luiden:
K. De titel van 3 komt te luiden:
3. Algemene voorschriften betreffende de uitoefening der artsenijbereidkunst door apothekers, apotheekhoudende artsen en apothekersassistenten
L. In artikel 16, tweede lid, wordt «geneeskundigen» vervangen door «artsen».
M. In de artikelen 18, 19, eerste lid, 19a, 20, tweede lid, aanhef, derde lid, aanhef, en vijfde lid, 21, eerste lid, 23, 26a, 26b, eerste lid, aanhef, derde lid en vierde lid, onderdeel a, 27, eerste lid, tweede lid, derde lid, en vijfde lid, 28, eerste lid, aanhef, 29, 30, eerste lid, derde lid, en vierde lid, 31, eerste lid, aanhef en de onderdelen c en e, tweede lid, derde lid, zesde lid, aanhef, en negende lid, en 33, eerste lid, wordt het zelfstandig naamwoord «geneeskundige» telkens vervangen door «arts».
N. In de artikelen 24 en 31, zevende en achtste lid, worden de zelfstandige naamwoorden «geneeskundige» en «geneeskundigen», vervangen door onderscheidenlijk «arts» en «artsen».
O. In artikel 39A wordt «geneeskundigen» telkens vervangen door «artsen».
Het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering43 wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 3, onderdeel d, wordt de zinsnede «heilgymnasten-masseurs als bedoeld in artikel 41, tweede lid, van de Wet op de paramedische beroepen en door fysiotherapeuten als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het Fysiotherapeutenbesluit 1977» vervangen door: heilgymnasten-masseurs en fysiotherapeuten;
B. In artikel 3, onderdeel e, wordt de zinsnede «oefentherapeuten-Mensendieck als bedoeld in het koninklijk besluit van 21 februari 1994, houdende nieuwe regelen inzake de toekenning van de bevoegdheid tot het uitoefenen van de beroepen van mondhygiënist, oefentherapeut-Cesar, oefentherapeut-Mensendieck, orthoptist en podotherapeut (Stb. 188)» vervangen door: «oefentherapeuten»;
C. Artikel 3, onderdeel f, vervalt;
D. In artikel 3, onderdeel g, komt, onder verlettering van dat onderdeel tot f, de zinsnede «als bedoeld in artikel 5 van het Logopedistenbesluit» te vervallen.
E. In artikel 5 wordt de zinsnede «onder d, e, f en g» vervangen door «onder d, e en f».
In artikel 5 van het koninklijk besluit van 21 februari 1972 tot uitvoering van artikel 11a der Wet Buitengewoon pensioen 1940–1945 (Stb. 1972, 99)44, wordt «geneeskundigen» vervangen door «artsen».
Waar in het Besluit vergiften in apotheken en ziekenhuizen 197345 het zelfstandig naamwoord «geneeskundige» of «geneeskundigen» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «arts» en «artsen».
Waar in het Besluit aflevering Opiumwetmiddelen op recept46 het zelfstandig naamwoord «geneeskundige» of «geneeskundigen» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «arts» en «artsen.
In artikel 2, eerste, tweede en derde lid, van het Besluit registratie toediening Opiumwetmiddelen47 wordt het zelfstandig naamwoord «geneeskundige» vervangen door «arts.
Waar in het Besluit bereiding en aflevering van farmaceutische producten48 het zelfstandig naamwoord «geneeskundige» of «geneeskundigen» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «arts» en «artsen.
In artikel 1, onder g, van het koninklijk besluit van 16 september 1977 ter uitvoering van artikel 29, tweede lid, van de Noodwet Geneeskundigen (Stb. 1977, 593)49, wordt «vroedvrouw» vervangen door «verloskundige.
Waar in het Besluit afbreking zwangerschap50 het zelfstandig naamwoord «geneeskundige» of «geneeskundigen» voorkomt, wordt dit vervangen door onderscheidenlijk «arts» en «artsen».
Het Vergoedingenbesluit particulier verzekerden51 wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 3, eerste lid, onderdeel d, wordt de zinsnede «heilgymnasten-masseurs als bedoeld in artikel 41, tweede lid, van de Wet op de paramedische beroepen, fysiotherapeuten als bedoeld in het Fysiotherapeutenbesluit 1977, oefentherapeuten-Mensendieck en oefentherapeuten-Cesar als bedoeld in het koninklijk besluit van 21 februari 1994, houdende nieuwe regelen inzake de toekenning van de bevoegdheid tot het uitoefenen van de beroepen van mondhygiënist, oefentherapeut-Cesar, oefentherapeut-Mensendieck, orthoptist en podotherapeut (Stb. 188)» vervangen door «heilgymnasten-masseurs, fysiotherapeuten en oefentherapeuten».
B. Artikel 3, eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:
e. hulp, verleend door logopedisten, in de omvang bij ministeriële regeling vastgesteld.
In artikel 7, eerste en tweede lid, van het koninklijk besluit van 23 oktober 1986, houdende regels betreffende het geneeskundig onderzoek, bedoeld in artikel 18 van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet (Stb. 1986, 596)52 wordt het zelfstandig naamwoord «geneeskundige» vervangen door «arts».
In artikel 2, tweede lid, van het Besluit kinderveilige verpakking geneesmiddelen53 wordt «geneeskundige» vervangen door «arts».
In artikel 13 van het Erkenningenbesluit geneeskundige hulpverlening bij rampen en zware ongevallen54 vervalt onderdeel a.
Het Besluit collectieve preventie volksgezondheid55 wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 5, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. de deskundige op het terrein van de verpleegkunde is verpleegkundige en in het bezit van het diploma maatschappelijke gezondheidszorg;.
B. Artikel 5, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. de deskundige op het terrein van de verpleegkunde is verpleegkundige en in het bezit van het diploma maatschappelijke gezondheidszorg.
C. Artikel 5, derde lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. de deskundige op het terrein van de verpleegkunde is verpleegkundige en in het bezit van het diploma maatschappelijke gezondheidszorg;.
D. Artikel 5, derde lid, onderdeel d, komt te luiden:
d. de deskundige op het gebied van de tandzorg is tandarts of mondhygiënist.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers
Uitgegeven de achttiende juni 1998
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
1 Stb. 1976, 436, gewijzigd bij koninklijk besluit van 16 december 1976, Stb. 683.
2 Stb. 1998, 24.
3 Stb. 1986, 611, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 29 januari 1998, Stb. 89.
4 Stb. 1937, 242, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 22 december 1997, Stb. 764.
5 Stb. 1953, 237, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 22 juli 1997, Stb. 348.
6 Stb. 1970, 551, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 december 1992, Stb. 706.
7 Stb. 1994, 275, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 22 december 1997, Stb. 764.
8 Stb. 1994, 212, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 22 december 1997, Stb. 764.
9 Stb. 1931, 248, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 29 januari 1998, Stb. 89.
10 Stb. 1979, 123, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 29 januari 1998, Stb. 89.
11 Stb. 1997, 647, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 maart 1998, Stb. 199.
12 Stb. 1994, 214, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 februari 1998, Stb. 144.
13 Stb. 1994, 215, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 29 januari 1998, Stb. 89.
14 Stb. 1994, 224, gewijzigd bij koninklijk besluit van 15 december 1995, Stb. 671.
15 Stb. 1994, 451, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 29 januari 1998, Stb 89.
16 Stb. 1994, 462, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 29 januari 1998, Stb. 89.
17 Laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 14 december 1996, Stb. 680.
18 Stb. 1994, 100, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 22 december 1997, Stb. 1998, 38.
19 Stb. 1995, 703, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 22 december 1997 Stb. 1998, 38.
20 Stb. 1985, 110, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 5 februari 1998, Stb. 112.
21 Stb. 1997, 369.
22 Stb. 1979, 517, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 15 december 1997, Stb. 702.
23 Stb. 1996, 27, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 15 december 1997, Stb. 702.
24 Stb. 1993, 350, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 15 december 1997, Stb. 702.
25 Stb. 1997, 67.
26 Stb. 1960, 345, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 14 februari 1998, Stb. 99.
27 Stb. 1986, 465, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 17 januari 1996, Stb. 44.
28 Stb. 1988, 103, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 2 november 1993, Stb. 583.
29 Stb. 1978, 99, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 17 december 1997, Stb. 726.
30 Stb. 1990, 507, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 8 september 1997, Stb. 404.
31 Stb. 1991, 560, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 april 1996, Stb. 260.
32 Stb. 1993, 728, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 17 december 1997, Stb. 726.
33 Stb. 1996, 277, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 13 mei 1998, Stb. 331.
34 Stb. 1983, 83, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 november 1997, Stb. 618.
35 Stb. 1964, 538, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 november 1997, Stb. 618.
36 Stb. 1967, 453.
37 Stb. 1986, 686, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 24 december 1997, Stb. 796.
38 Stb. 1995, 599, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 13 oktober 1997, Stb. 487.
39 Stb. 1929, 448, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 16 december 1997, Stb. 720.
40 1992, 188, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 oktober 1993, Stb. 541.
41 1992, 190, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 oktober 1993, Stb. 541.
42 Stb. 1963, 75, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 27 februari 1998, Stb. 139.
43 Stb. 1966, 63, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 20 mei 1998, Stb. 315.
44 Stb. 1992, 192.
45 Stb. 1973, 55, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 20 januari 1995, Stb. 87.
46 Stb. 1976, 508, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 24 januari 1994, Stb. 309.
47 Stb. 1976, 510.
48 Stb. 1977, 538, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 27 februari 1998, Stb. 139.
49 Stb. 1977, 593.
50 Stb. 1984, 218, gewijzigd bij koninklijk besluit van 21 juli 1984, Stb. 356.
51 Stb. 1986, 132, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 20 mei 1998, Stb. 315.
52 Stb. 1986, 596, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 oktober 1993, Stb. 541.
53 Stb. 1990, 168, gewijzigd bij koninklijk besluit van 15 januari 1997, Stb. 20.
54 Stb. 1993, 281, gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 februari 1997, Stb. 74.
55 Stb. 1992, 569, gewijzigd bij koninklijk besluit van 21 december 1995, Stb. 1996, 35.
Ten gevolge van de inwerkingtreding van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg dient een aantal besluiten te worden aangepast aan de terminologie van die wet. Door middel van dit besluit wordt daarin voorzien.
Ten aanzien van de artikel XXX is met het oog op artikel 76, vierde lid, van de Luchtvaartwet een afwijkende termijn van inwerkingtreding vastgesteld.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-1998-340.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.