Besluit van 2 juni 1998 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 14 mei 1998 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 en van enige andere wetten (Flexibiliteit en zekerheid)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens Onze Minister van Justitie van 26 mei 1998, Directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden, nr. WBJA/W2/98/9542;

Gelet op artikel XXIV van de Wet van 14 mei 1998 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 en van enige andere wetten (Flexibiliteit en zekerheid);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 14 mei 1998 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 en van enige andere wetten (Flexibiliteit en zekerheid)1 treedt in werking met ingang van 1 januari 1999.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 2 juni 1998

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert

Uitgegeven de zestiende juni 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Stb. 1998, 300.

Naar boven