Wet van 14 mei 1998, houdende aanpassing van de Wet vervoer binnenvaart aan richtlijn nr. 96/75/EG (liberalisering van de binnenvaart)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet vervoer binnenvaart in overeenstemming te brengen met richtlijn nr. 96/75/EG van de Raad van de Europese Unie van 19 november 1996 (PbEG L 304), houdende voorschriften inzake bevrachting en prijsvorming in de sector nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren in de Gemeenschap;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet vervoer binnenvaart1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 vervallen de onderdelen g en h, onder verlettering van de onderdelen i en j tot g en h en onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel h (nieuw) door een punt.

B

Afdeling 3 van hoofdstuk 2 (artikelen 27 tot en met 40) vervalt.

C

De artikelen 50 en 51 vervallen.

D

In artikel 52 komt «De artikelen 22, onderdeel a, 27 tot en met 40, 50 en 51 zijn» te luiden: Artikel 22, onderdeel a, is.

E

In artikel 56, tweede lid, vervallen de onderdelen h en i, onder verlettering van de onderdelen j tot en met m tot h tot en met k en onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel k (nieuw) door een punt.

F

De opschriften boven artikel 65 met betrekking tot de afdeling en de paragraaf, de artikelen 65 tot en met 71, alsmede de artikelen 73 tot en met 77 en 79 vervallen.

G

Afdeling 5 van hoofdstuk 8 (artikelen 88 tot en met 91) vervalt.

ARTIKEL II

Artikel 31, tweede lid, van de Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer2 komt te luiden:

  • 2. Deze wet vervalt met ingang van 1 januari 2000 of wordt ingetrokken op een bij koninklijk besluit te bepalen eerder tijdstip.

ARTIKEL III

In artikel 1, onderdeel 4° , van de Wet op de economische delicten3, vervalt in de zinsnede met betrekking tot de Wet vervoer binnenvaart: «34, eerste lid, 36, eerste lid, 39, onderdelen e en f, 40,».

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op 1 januari 2000 of op een bij koninklijk besluit te bepalen eerder tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 14 mei 1998

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Uitgegeven de negende juni 1998

De Minister van Justitie a.i.,

H. F. Dijkstal


XNoot
1

Stb. 1991, 711, laatstelijk gewijzigd bij wet van 4 december 1997, Stb. 580.

XNoot
2

Stb. 1995, 590, gewijzigd bij wet van 4 december 1997, Stb. 580.

XNoot
3

K. 1958, 258, laatstelijk gewijzigd bij wet van 9 april 1998, Stb. 236.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1996/97, 1997/98, 25 412.

Handelingen II 1997/98, blz. 5101–5116; 5211.

Kamerstukken I 1997/98, 25 412 (316, 316a).

Handelingen I 1997/98, zie vergadering d.d. 12 mei 1998.

Naar boven