Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet
vervoer binnenvaart in overeenstemming te brengen met richtlijn nr. 96/75/EG
van de Raad van de Europese Unie van 19 november 1996 (PbEG L 304), houdende
voorschriften inzake bevrachting en prijsvorming in de sector nationaal en
internationaal goederenvervoer over de binnenwateren in de Gemeenschap;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet vervoer binnenvaart1 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 vervallen de onderdelen g en h, onder verlettering van de
onderdelen i en j tot g en h en onder vervanging van de puntkomma aan het
slot van onderdeel h (nieuw) door een punt.
B
Afdeling 3 van hoofdstuk 2 (artikelen 27 tot en met 40) vervalt.
C
De artikelen 50 en 51 vervallen.
D
In artikel 52 komt «De artikelen 22, onderdeel a, 27 tot en met
40, 50 en 51 zijn» te luiden: Artikel 22, onderdeel a, is.
E
In artikel 56, tweede lid, vervallen de onderdelen h en i, onder verlettering
van de onderdelen j tot en met m tot h tot en met k en onder vervanging van
de puntkomma aan het slot van onderdeel k (nieuw) door een punt.
F
De opschriften boven artikel 65 met betrekking tot de afdeling en de paragraaf,
de artikelen 65 tot en met 71, alsmede de artikelen 73 tot en met 77 en 79
vervallen.
G
Afdeling 5 van hoofdstuk 8 (artikelen 88 tot en met 91) vervalt.
ARTIKEL II
Artikel 31, tweede lid, van de Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer2 komt te luiden:
ARTIKEL III
In artikel 1, onderdeel 4° , van de Wet op de economische delicten3, vervalt in de zinsnede met betrekking tot de Wet vervoer binnenvaart:
«34, eerste lid, 36, eerste lid, 39, onderdelen e en f, 40,».
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking op 1 januari 2000 of op een bij koninklijk
besluit te bepalen eerder tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
XNoot
1Stb. 1991, 711, laatstelijk gewijzigd bij wet van 4 december 1997, Stb.
580.
XNoot
2Stb. 1995, 590, gewijzigd bij wet van 4 december 1997, Stb. 580.
XNoot
3K. 1958, 258, laatstelijk gewijzigd bij wet van 9 april 1998, Stb. 236.
XHistnoot
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 1996/97, 1997/98, 25 412.
Handelingen II 1997/98, blz. 5101–5116; 5211.
Kamerstukken I 1997/98, 25 412 (316, 316a).
Handelingen I 1997/98, zie vergadering d.d. 12 mei 1998.