Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet voorlopige
teruggaaf in werking te laten treden op 1 juli 1998;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet van 12 juni 1997 tot aanpassing van de Algemene wet inzake rijksbelastingen,
de Wet op de loonbelasting 1964 en enkele andere wetten in verband met verruiming
van de mogelijkheid tot het opleggen van voorlopige aanslagen tot een negatief
bedrag (voorlopige teruggaaf) (Stb. 279) wordt als volgt gewijzigd.
A. In artikel III, onderdeel C.1, wordt «artikel 64, tweede lid» vervangen door «artikel
64, eerste lid,» en wordt «j. indien» vervangen
door: d.
B. Artikel IV onderdeel D.3 komt te luiden:
D.3. Aan het zesde lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot
door een puntkomma, toegevoegd:
c. belastingaanslagen die een uit te betalen bedrag behelzen met belastingaanslagen
die op dezelfde belasting en hetzelfde tijdvak betrekking hebben.
ARTIKEL II
In artikel 249 van de Gemeentewet1 wordt «9,
eerste tot en met zevende lid» vervangen door: 9, eerste tot en met
negende lid.
ARTIKEL III
In artikel 138, eerste lid, van de Waterschapswet2
wordt «9, eerste tot en met zevende lid» vervangen door: 9, eerste
tot en met negende lid.
ARTIKEL IV
De Luchtvaartwet3 wordt gewijzigd als volgt:
A. In artikel 37l, tweede lid, wordt «artikelen 9,
eerste tot en met zevende lid» vervangen door: artikelen 9, eerste tot
en met negende lid.
B. In artikel 77b, tweede lid, wordt «artikelen 9,
eerste tot en met zevende lid» vervangen door: artikelen 9, eerste tot
en met negende lid.
ARTIKEL V
De Wet van 10 april 1997 tot aanpassing van de belastingbepalingen in
de Provinciewet aan bepalingen in de Gemeentewet en de Waterschapswet, alsmede
wijziging van de formele belastingbepalingen in de Gemeentewet en de Waterschapswet
(Stb. 189) wordt gewijzigd als volgt:
A. In artikel II, onderdeel O, eerste lid, wordt «9,
eerste tot en met zevende lid» vervangen door: 9, eerste tot en met
negende lid.
B. In artikel III, onderdeel K, eerste lid, wordt «9,
eerste tot en met zevende lid» vervangen door: 9, eerste tot en met
negende lid.
ARTIKEL VI
Deze wet en de Wet van 12 juni 1997 tot aanpassing van de Algemene wet
inzake rijksbelastingen, de Wet op de loonbelasting 1964 en enkele andere
wetten in verband met verruiming van de mogelijkheid tot het opleggen van
voorlopige aanslagen tot een negatief bedrag (voorlopige teruggaaf) (Stb.
279) treden in werking met ingang van 1 juli 1998.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
XNoot
1Stb. 1994, 762, laatstelijk gewijzigd bij wet van 18 december 1997,
Stb. 737.
XNoot
2Stb. 1991, 444, laatstelijk gewijzigd bij wet van 18 december 1997,
Stb. 737.
XNoot
3Stb. 1996, 26, laatstelijk gewijzigd bij wet van 18 december 1997,
Stb. 737.
XHistnoot
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 1997/98, 25 903.
Handelingen II 1997/98, blz. 5591–5592.
Kamerstukken I 1997/98, 25 903 (326, 326a).
Handelingen I 1997/98, zie vergadering d.d. 12 mei 1998.