Besluit van 19 mei 1998, houdende vaststelling van de tijdstippen van inwerkingtreding van bepalingen van het besluit van 21 april 1998 houdende vaststelling van regels voor het na gebruik innemen en verwerken van wit- en bruingoed (Besluit verwijdering wit- en bruingoed)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 18 mei 1998, nr. MJZ98047197, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel 15 van het besluit van 21 april 1998, houdende vaststelling van regels voor het na gebruik innemen en verwerken van wit- en bruingoed (Besluit verwijdering wit- en bruingoed);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1. De artikelen 1, 4 en 6 tot en met 16 van het Besluit verwijdering wit- en bruingoed treden in werking op 1 juni 1998.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treden de in dat lid genoemde artikelen, voor zover van toepassing op de categorieën 2, 3, 6, 11, 12, 13 en 14 van producten, genoemd in bijlage 1, behorende bij artikel 1, onder a, van het in het eerste lid genoemde besluit, in werking op 1 januari 1999.

Artikel 2

Artikel 3 van het Besluit verwijdering wit- en bruingoed treedt in werking op 1 januari 1999.

Artikel 3

De artikelen 2 en 5 van het Besluit verwijdering wit- en bruingoed treden:

a. voor zover het betreft de categorieën 1, 4, 5, 7, 8, 9 en 10 van producten, genoemd in bijlage 1, behorende bij artikel 1, onder a, van het genoemde besluit, in werking op 1 januari 1999;

b. voor zover het betreft de categorieën 2, 3, 6, 11, 12, 13 en 14 van producten, genoemd in bijlage 1, behorende bij artikel 1, onder a, van het genoemde besluit, in werking op 1 januari 2000.

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 19 mei 1998

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Margaretha de Boer

Uitgegeven de achtentwintigste mei 1998

De Minister van Justitie a.i.,

H. F. Dijkstal

NOTA VAN TOELICHTING

Het Besluit verwijdering wit- en bruingoed1 treedt voor de verschillende productcategorieën gefaseerd in werking. Bij de vaststelling van deze data is rekening gehouden met de tijd die nodig is om gemeentebesturen, leveranciers, reparatiebedrijven, producenten en importeurs de gelegenheid te geven in te spelen op de verplichtingen die uit het besluit voortvloeien. Het gaat hierbij onder meer om het optimaliseren dan wel modificeren van bestaande gemeentelijke inzamelsystemen, het treffen van voorzieningen bij de leveranciers, het organiseren van het transport en verwerking van gescheiden ingezamelde apparaten en het opzetten van een financieringssysteem voor producenten en importeurs.

Binnen 13 weken nadat het besluit in werking treedt dienen producenten en importeurs mededeling te doen over de wijze waarop zij uitvoering zullen geven aan de in het besluit opgenomen verplichtingen. Gedurende deze periode is alleen het inname- en bewaarregime van kracht ingevolge artikel 7 en artikel 11, vijfde lid. Omdat in redelijkheid niet kan worden gevergd dat daags na ommekomst van de periode van 13 weken de opgezette verwijderingsstructuur de toets der kritiek kan doorstaan, wordt producenten en importeurs nog enige tijd geboden om de op te zetten verwijderingsstructuur te effectueren.

Het hieronder staande schema is overgenomen uit de nota van toelichting behorende bij het besluit.

Invoering Besluit verwijdering wit- en bruingoed
ProductgroepInwerkingtreding Uiterste datum mededeling verwijderingsstructuur effectief
1,4,5,7,8,9 en 10 1 juni 1998 1 september 1998 1 januari 1999
2,3,6,11,12, 13 en 14 1 januari 199931 maart 1999 1 januari 2000

Daarnaast treden de artikelen 2, 3 en 5 van het besluit pas in werking op 1 januari 1999, dan wel op 1 januari 2000. Het verbrandingsverbod, het verhandelingsverbod van CFK- en HCFK-houdende koel- en vriesapparatuur en de verplichting voor de leverancier bij levering van een nieuw product het oude product in te nemen, worden dan pas van kracht. Ook dit heeft te maken met de tijd die producenten en importeurs nodig hebben om een effectieve verwijderingsstructuur op te zetten.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Margaretha de Boer


XNoot
1

Stb. 1998, 238.

Naar boven