Beschikking van de Minister van Justitie van 27 april 1998, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit implementatie EG-verbodsrichtlijn Wms 1998, zoals dit laatstelijk is gewijzigd bij besluit van 4 februari 1998, Stb. 76

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel II van het besluit van 4 februari 1998, Stb. 76;

Besluit:

de tekst van het Besluit implementatie EG-verbodsrichtlijn Wms 1998, zoals dit laatstelijk is gewijzigd bij besluit van 4 februari 1998, Stb. 76, in het Staatsblad te plaatsen als bijlage bij deze beschikking.

's-Gravenhage, 27 april 1998

Beatrix

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Uitgegeven de zevende mei 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

TEKST VAN HET BESLUIT IMPLEMENTATIE EG-VERBODSRICHTLIJN WMS 1998, ZOALS LAATSTELIJK IS GEWIJZIGD BIJ BESLUIT VAN 4 FEBRUARI 1998 (STB. 76)

§ 1. Algemeen

Artikel 1

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder steenkoolteerdestillaten: stoffen of preparaten die een of meer van de stoffen of preparaten met Cas-nummer 8001–58–9, 61789–28–4, 84650–04–4, 90640–84–9, 65996–91–0, 90640–80–5, 65996–85–2, 8021–39–4 of 122384–78–5 bevatten.

  • 2. In dit besluit wordt onder pentachloorfenol mede verstaan: zouten en esters daarvan.

  • 3. In dit besluit wordt onder gechloreerde koolwaterstoffen verstaan:

    chloroform (CAS-nr. 67–66–3), tetrachloorkoolstof (CAS-nr. 56–23–5), 1,1,2-trichloorethaan (CAS-nr. 79–00–5), 1,1,2,2-tetrachloorethaan (CAS-nr. 79–34–5), 1,1,1,2-tetrachloorethaan (CAS-nr. 630–20–6), pentachloorethaan (CAS-nr. 76–01–7), 1,1-dichlooretheen (CAS-nr. 75–35–4), 1,1,1-trichloor-

    ethaan (CAS-nr. 71–55–6), of een preparaat dat één of meer van deze stoffen bevat in een concentratie van ten minste 0,1 gewichtsprocent.

Artikel 2

  • 1. Dit besluit is niet van toepassing op:

    a. stoffen en preparaten die zijn bestemd voor uitvoer naar een staat die geen partij is bij de op 2 mei 1992 te Oporto tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (Trb. 1992, 132);

    b. afvalstoffen die vallen onder richtlijn nr. 75/442/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen (PbEG L 194);

    c. stoffen en preparaten die uitsluitend zijn bestemd voor het verrichten van onderzoek in laboratoria.

  • 2. Voor de toepassing van § 5 wordt in het eerste lid, onderdeel a, "een staat die geen partij is bij de op 2 mei 1992 te Oporto tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (Trb. 1992, 132)" gelezen als: een staat buiten de Europese Unie.

  • 3. Een wijziging van de richtlijn, bedoeld in het eerste lid, onder b, treedt voor de toepassing van dit artikel in werking met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uiterlijk uitvoering moet zijn gegeven.

§ 2. Pentachloorfenol

Artikel 3

  • 1. Het is verboden pentachloorfenol en preparaten die pentachloorfenol bevatten, toe te passen in concentraties van 0,1 of meer massaprocent.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het toepassen van pentachloorfenol en preparaten die pentachloorfenol bevatten als stof voor synthese of omzetting in industriële installaties voor zover geen emissie van pentachloorfenol plaatsvindt, mits de stof of de preparaten geen grotere verontreiniging aan hexachloordibenzoparadioxine bevatten dan 4 ppm.

Artikel 4

  • 1. Het is verboden pentachloorfenol en preparaten die pentachloorfenol bevatten, aan particuliere huishoudens ter beschikking te stellen.

  • 2. Voorts is het verboden pentachloorfenol en preparaten die penta-

    chloorfenol bevatten, aan een ander ter beschikking te stellen in een verpakking die kleiner is dan 20 liter.

  • 3. Op de verpakking van pentachloorfenol en van preparaten die pentachloorfenol bevatten, die aan een ander ter beschikking worden gesteld, wordt de volgende tekst leesbaar en onuitwisbaar vermeld: "uitsluitend voor industrieel en beroepsmatig gebruik".

§ 3 Gechloreerde koolwaterstoffen

Artikel 5

  • 1. Het is verboden gechloreerde koolwaterstoffen in te voeren, aan een ander ter beschikking te stellen, voorhanden te hebben in handelsvoorraden of toe te passen.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op gechloreerde koolwaterstoffen waarvan door degene die de stoffen onder zich heeft kan worden aangetoond dat deze zijn bestemd voor gebruik in industriële installaties waaruit deze niet vrij kunnen komen.

Artikel 6

Degene die gechloreerde koolwaterstoffen aan een ander ter beschikking stelt dan wel voorhanden heeft met het doel deze aan een ander ter beschikking te stellen, dient op de verpakking de volgende tekst leesbaar en onuitwisbaar te hebben aangebracht: "uitsluitend bestemd voor gebruik in industriële installaties".

Artikel 7

De artikelen 5, eerste lid, en 6, zijn niet van toepassing op cosmetica als bedoeld in artikel 1, onder a, van het Warenwetbesluit Kosmetische produkten.

§ 4. Hexachloorethaan

Artikel 8

Het is verboden hexachloorethaan (CAS nr. 67–72–1 of EINECS nr. 2006664) voorhanden te hebben of toe te passen ten behoeve van de fabricage of behandeling van non-ferrometalen.

§ 5. Benzeen

Artikel 9

  • 1. Het is verboden stoffen en preparaten die benzeen (Cas nr. 71–43–2) bevatten in concentraties van 0,1 of meer gewichtsprocent, aan een ander ter beschikking te stellen of voorhanden te hebben in handelsvoorraden.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op:

    a. vluchtige minerale olie bestemd voor gebruik in inwendige verbrandingsmotoren met elektrische ontsteking;

    b. stoffen en preparaten die zijn bestemd om te worden gebruikt in industriële procédés:

    1°. indien ten aanzien van emissie van benzeen door die procédés wordt voldaan aan de voorschriften die op 31 december 1993 waren verbonden aan een vergunning krachtens de Wet milieubeheer voor de inrichting waarin het procédé plaats heeft;

    2°. indien deze worden gebruikt in een gesloten proces, dan wel

    3°. indien deze zijn bestemd voor uitvoer naar een land binnen de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte: indien wordt voldaan aan de in die staat geldende wetgeving met betrekking tot de emissie van benzeen door die procédés.

§ 6. Steenkoolteerdestillaten en daarmee behandeld hout

Artikel 10

Het is verboden een steenkoolteerdestillaat toe te passen bij de behandeling van hout, indien dit destillaat:

a. benzo(a)pyreen bevat in een concentratie van 0,005 of meer gewichtsprocent, of

b. met water extraheerbare fenolen bevat in een concentratie van 3 of meer gewichtsprocent.

Artikel 11

Het is verboden een steenkoolteerdestillaat dat bestemd of geschikt is voor de behandeling van hout, uit te voeren naar een lid-staat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, indien niet wordt voldaan aan de in die staat geldende eisen:

a. met betrekking tot de concentraties benzo(a)pyreen of met water extraheerbare fenolen in dat destillaat, of

b. met betrekking tot de verpakking of aanduiding van dat destillaat.

Artikel 12

  • 1. Het is verboden hout, al dan niet verwerkt in een product, in Nederland in te voeren, in handelsvoorraden voorhanden te hebben of aan een ander ter beschikking te stellen, indien dit hout is behandeld met een steenkoolteerdestillaat:

    a. dat benzo(a)pyreen bevat in een concentratie van 0,005 of meer gewichtsprocent, of

    b. dat met water extraheerbare fenolen bevat in een concentratie van 3 of meer gewichtsprocent.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor hout, waarvan wordt aangetoond dat het zal worden uitgevoerd naar een lid-staat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en dat voldoet aan de in die staat met betrekking tot dit hout geldende eisen.

Artikel 13

  • 1. Het in artikel 12, eerste lid, gestelde verbod geldt niet voor hout dat met behulp van een industrieel procédé is behandeld met een steenkoolteerdestillaat:

    a. dat benzo(a)pyreen bevat in een concentratie van minder dan 0,05 gewichtsprocent, en

    b. dat met water extraheerbare fenolen bevat in een concentratie van minder dan 3 gewichtsprocent.

  • 2. Het is verboden hout als bedoeld in het eerste lid, al dan niet verwerkt in een product, toe te passen:

    a. anders dan in grootschalige toepassingen in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf;

    b. anders dan voor bestemmingen in de buitenlucht;

    c. indien dit zal leiden tot verontreiniging van voedsel dat bestemd is voor mensen of dieren, of

    d. indien dit hout met de huid in aanraking kan komen.

Artikel 14

  • 1. Artikel 12 is niet van toepassing op hout, al dan niet verwerkt in een product:

    a. dat voor 20 juni 1996 met een steenkoolteerdestillaat is behandeld en voor die datum is toegepast;

    b. waarop duidelijk is aangegeven dat het gaat om hout als bedoeld in onderdeel a, en

    c. waarvan kan worden aangegeven waar, wanneer, door wie, en met welk doel het hout eerder is toegepast, of waarvan op een andere wijze kan worden aangetoond dat het hout eerder is toegepast.

  • 2. Het is verboden hout als bedoeld in het eerste lid toe te passen:

    a. anders dan voor bestemmingen in de buitenlucht;

    b. indien dit zal leiden tot verontreiniging van voedsel dat bestemd is voor mensen of dieren, of

    c. op een openbare plaats voor vrijetijdsbesteding.

Artikel 15

Onze Minister kan regels stellen omtrent de methoden volgens welke het gehalte van benzo(a)pyreen en van met water extraheerbare fenolen in steenkoolteerdestillaten of daarmee behandeld hout wordt vastgesteld.

§ 7. Enige andere kankerverwekkende stoffen

Artikel 16

  • 1. Het is verboden de in het tweede lid genoemde stoffen en preparaten die die stoffen bevatten:

    a. aan particuliere huishoudens ter beschikking te stellen dan wel met dat doel voorhanden te hebben;

    b. aan anderen dan particuliere huishoudens ter beschikking te stellen of voorhanden te hebben in handelsvoorraden, indien zij deze stoffen bevatten in concentraties van 0,1 of meer gewichtsprocent.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde stoffen zijn:

    a. 2-naftylamine (Cas nr. 91–59–8) en de zouten daarvan;

    b. benzidine (Cas nr. 92–87–5) en de zouten daarvan;

    c. 4-nitrobifenyl (Cas nr. 92–93–3), en

    d. 4-aminobifenyl (Cas nr. 92–67–1) en de zouten daarvan.

  • 3. Onverminderd het eerste lid draagt degene die de in het tweede lid bedoelde stoffen en preparaten die die stoffen bevatten, aan een ander ter beschikking stelt, dan wel voorhanden heeft met het doel deze aan een ander ter beschikking te stellen, er voor zorg dat op de verpakking daarvan de volgende tekst leesbaar en onuitwisbaar wordt vermeld: "uitsluitend voor beroepsmatig gebruik".

§ 8. Slotbepalingen

Artikel 17

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop een maand is verstreken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het is geplaatst.

Artikel 18

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit implementatie EG-verbodsrichtlijn Wms 1998.

Naar boven