Besluit van 23 april 1998, houdende intrekking van het Consumptie-ijsbesluit (Warenwet) 1978, het Mosterdbesluit (Warenwet), het Peulvruchtenbesluit (Warenwet), en het Zoutbesluit (Warenwet), en daarmee verband houdende wijziging van het Hoeveelheidsaanduidingenbesluit (Warenwet), het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen, het Warenwetbesluit Toevoeging micro-voedingsstoffen aan levensmiddelen, en het Zetmeelbesluit (Warenwet)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 september 1997, GZB/VVB/975146, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Economische Zaken en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op artikel 4, eerste lid, en artikel 8, onder b en c, van de Warenwet, alsmede op artikel II, eerste lid, van de Wijzigingswet 1988 Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 3 november 1997, no. W13.97.0610);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 17 april 1998 met nummer GZB/VVB/981598, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Economische Zaken en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Ingetrokken worden:

a. het Consumptie-ijsbesluit (Warenwet) 1978;

b. het Mosterdbesluit (Warenwet);

c. het Peulvruchtenbesluit (Warenwet); en

d. het Zoutbesluit (Warenwet).

ARTIKEL II

Aan artikel 20 van het Hoeveelheidsaanduidingenbesluit (Warenwet)1 wordt het volgende vijfde lid toegevoegd:

  • 5. In afwijking van het tweede lid juncto artikel 9, derde lid:

    a. wordt de hoeveelheid van voorverpakt consumptie-ijs uitgedrukt in kilogram (kg) of gram (g) indien de waar een nettogewicht heeft van ten minste 75 gram;

    b. hoeft de hoeveelheid van voorverpakt consumptie-ijs niet vermeld te worden, indien de waar een nettogewicht heeft van minder dan 75 gram..

ARTIKEL III

Artikel 22 van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede en derde lid worden vernummerd tot derde en vierde lid.

2. Het volgende tweede lid wordt toegevoegd:

  • 2. In afwijking van artikel 5, eerste lid, onder h, mag de vermelding betreffende de produktiepartij van voorverpakt consumptie-ijs worden gebezigd op de verzamelverpakking van individuele porties van die waar..

ARTIKEL IV

Het Warenwetbesluit Toevoeging micro-voedingsstoffen aan levensmiddelen3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 9, aanhef, wordt het zinsdeel «Een verrijkte eet- of drinkwaar» vervangen door: Een verrijkte eet- of drinkwaar, met uitzondering van zout waaraan jodiumverbindingen zijn toegevoegd.

2. Na §2 wordt de navolgende §2a toegevoegd:

§2a: specifieke toevoegingen

Artikel 9a

In zout bestemd voor rechtstreekse consumptie zijn slechts jodiumverbindingen aanwezig voor zover het jodiumgehalte overeenkomt met ten minste 45 en ten hoogste 55 mg kaliumjodide per kg, onder de voorwaarde dat uit de aanduiding blijkt dat het zout jodiumhoudend is..

ARTIKEL V

Artikel 1, onder a, van het Zetmeelbesluit (Warenwet)4 komt te luiden:

a. zetmeel: de waar bestaande uit mocroscopisch kleine korrels van koolhydraten, verkregen uit plantencellen;.

ARTIKEL VI

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 1998, met dien verstande dat voorverpakt consumptie-ijs dat voldoet aan het Consumptie-ijsbesluit (Warenwet) 1978 zoals dat tot dat tijdstip luidde, nog verhandeld mag worden tot 1 mei 1999.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 23 april 1998

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. G. Terpstra

Uitgegeven de achtentwintigste april 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Op advies van de in het kader van het project Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit ingestelde werkgroep voor de levensmiddelenwetgeving en met instemming van de Tweede Kamer heeft de regering besloten de levensmiddelenwetgeving te vereenvoudigen (Kamerstukken II 1996–1997, 24 036, nrs. 24, 31 en 38). Gebleken is dat geen bezwaar bestaat tegen intrekking van de in artikel I genoemde besluiten, mede gezien het feit dat de meeste daarin opgenomen onmisbaar geachte bepalingen sinds enkele jaren geregeld zijn bij of krachtens zogenaamde horizontale besluiten die betrekking hebben op alle eet- en drinkwaren. In onderstaande tabel zijn de desbetreffende onmisbaar geachte artikelen uit de oude besluiten en de relevante horizontale bepalingen met elkaar in verband gebracht.

Consumptie-ijsbesluit (Warenwet) 1978
23 en 4 WEL1
3.1.d4.1 BBL2
3.1.e en f3.2.c BBL
3.1.g en h13 BBL, 18 Warenwet
3.3.a, b en c30 WHL3
3.3.d3.2 BBL, 30 WHL
3.3e en f3.3 BBL, 21 WHL
3.4a, b en d3.2 BBL, 30 WHL
3.53.1 en 3.2 BBL
3.63.2 BBL, 38 en 39 WHL
4.a, b en cWarenwetbesluit Levensmiddelenwetgeving
625 WEL
75.1.h jo. 22.2 WEL
929.1 WEL
bijlageWarenwetbesluit Levensmiddelenwetgeving
  
Mosterdbesluit (Warenwet)
13, 4 en 29.1 WEL
2.a, b en c3.1 en 3.2 BBL
2.eWarenwetbesluit Levensmiddelenwetgeving
  
Peulvruchtenbesluit (Warenwet)
1 bis, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 93, 4 en 29.1 WEL
10.a29.1 WEL
10.b, c, d, e, f, en g3.2.c BBL, 18 Warenwet
10.hWarenwetbesluit Levensmiddelenadditieven
10.j12.1 BBL
10.k13 BBL, Warenwetregeling Normen zware metalen
113.2.c BBL, 18 Warenwet
123.2.c BBL, 18 Warenwet
1525.1 WEL
173, 4 en 29.1 WEL
  
Zoutbesluit (Warenwet)
1.1Warenwetbesluit Levensmiddelenadditieven 3, 4 en 29.1 WEL
2.c18.1 Warenwet
2.e3.2.c BBL, 18 Warenwet
2.f4.1 BBL
429.1 WEL

1 WEL = Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen

2 BBL = Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen

3 WHL = Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen.

Voorts zijn bij of krachtens het Warenwetbesluit Zuivel hygiëne-eisen gesteld aan melk die gebruikt wordt bij de bereiding van ijs.

Artikelsgewijs

Artikel II wijzigt het Hoeveelheidsaanduidingenbesluit (Warenwet). Ten opzichte van de oude situatie wordt nu vereist dat de hoeveelheid van voorverpakt consumptie-ijs uitgedrukt in uitsluitend kilogram of gram (voor zover die hoeveelheid ten minste 75 gram bedraagt), zodat de consument optimaal geïnformeerd is over de hoeveelheid ijs die hij koopt. Bij vermelding van alleen het aantal liters of delen daarvan (volume) is dat immers niet het geval, aangezien in dat geval ook een onbepaalde hoeveelheid lucht wordt meegerekend. De keuze-mogelijkheid (hoeveelheid vermelden in kilogram òf in liters) is derhalve vervallen. Als gevolg hiervan behoeft voor voorverpakt consumptie-ijs geen minimaal drogestofgehalte meer te worden voorgeschreven.

Evenals vóór de intrekking van het Consumptie-ijsbesluit (Warenwet) 1978 het geval was, is het niet verplicht de hoeveelheid van voorverpakt consumptie-ijs te vermelden indien die hoeveelheid minder is dan 75 gram.

Artikel II is noodzakelijk met het oog op de eerlijkheid in de handel en, met name, de bescherming van de consument, en is de minst-vergaande maatregel om die doelstellingen te realiseren.

Volgens vaste jurisprudente van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen komt artikel II daarmee niet in strijd met de artikelen 30 en 36 van het EG-Verdrag1

Overigens is ter zake geen definitie van consumptie-ijs opgenomen. Het spreekt immers voor zich dat daaronder de waar verstaan wordt die door bevriezing in vaste of pasta-achtige toestand is gebracht, en die bestemd is om in bevroren toestand te worden genuttigd.

Artikel II voegt aan artikel 22 van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen de bepaling toe die was opgenomen in artikel 7 van het Consumptie-ijsbesluit (Warenwet) 1978. Het nieuwe artikel 22, tweede lid, van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen geeft uitvoering aan artikel 1 van richtlijn nr. 91/238/EEG van de Raad van 22 april 1991 (PbEG L 107) tot wijziging van richtlijn nr. 89/396/EEG betreffende de vermeldingen of merktekens die het mogelijk maken de partij waartoe een levensmiddel behoort te identificeren (PbEG L 186).

Bij artikel IV, punt 2, wordt met het oog op de volksgezondheid een artikel 9a toegevoegd aan het Warenwetbesluit Toevoeging micro-voedingsstoffen aan levensmiddelen. Materieel is die bepaling een voortzetting van artikel 2, onder d, eerste streepje, van het Zoutbesluit (Warenwet), met dien verstande dat het nieuwe artikel 9a nu ook betrekking heeft op keukenzout (natriumchloride) vervangende zouten, en dat het toegestane jodiumgehalte is aangepast aan de laatste wetenschappelijke inzichten ter zake. Zonder dit artikel 9a zou deze toevoeging verboden zijn, gezien artikel 10, eerste lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen.

Artikel V wijzigt de definitie van zetmeel in het Zetmeelbesluit (Warenwet), aangezien daarin verwezen wordt naar het Peulvruchtenbesluit (Warenwet).

Notificatie

Het ontwerp-besluit is op 12 september 1997 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen, ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 83/189/EEg van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 maart 1983 betreffende een informatie-procedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PvEG L 109).

Deze notificatie is noodzakelijk, aangezien het onwerp-besluit vermoedelijk technische voorschriften bevat in de zin van richtlijn 83/189/EEG, zoals gewijzigd.

Indicatief kunnen de artikel II en IV als technische voorschriften worden aangewezen.

Naar aanleiding van deze notificatie heeft Duitsland opmerkingen gemaakt. Deze opmerkingen hebben geleid tot aanpassing van artikel II. In tegenstelling tot hetgeen oorspronkelijk de bedoeling was, is niet de verplichting opgenomen de hoeveelheid van voorverpakt consumptie-ijs te vermelden in zowel gewicht als volume, indien die hoeveelheid groter zou zijn dan 75 gram onderscheidenlijk 150 ml.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. G. Terpstra


XNoot
1

Stb. 1980, 223, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 januari 1998, Stb. 96.

XNoot
2

Stb. 1992, 14, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 januari 1998, Stb. 96.

XNoot
3

Stb. 1996. 311.

XNoot
4

Stb. 1975, Stb. 660, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 18 september 1996, Stb. 467.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 12 mei 1998, nr. 80.

XNoot
1

Zie onder andere HvJEG 20 februari 1979, nr. 120/78, Jur. Hof 1979, blz. 649 («Cassis de Dyon»).

Naar boven