Besluit van 10 april 1998, houdende het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen II, III en IV van de wet van 26 juni 1996 tot goedkeuring van de op 19 maart 1991 te Genève tot stand gekomen herziening van het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekprodukten (Trb. 1992, 52), alsmede wijziging van de Zaaizaad- en Plantgoedwet (Uitvoeringswet UPOV 1991)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 6 april 1998, nr. J. 983436, Directie Juridische Zaken;

Gelet op artikel V van de wet van 26 juni 1996 tot goedkeuring van de op 19 maart 1991 te Genève tot stand gekomen herziening van het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekprodukten (Trb. 1992, 52), alsmede wijziging van de Zaaizaad- en Plantgoedwet (Uitvoeringswet UPOV 1991);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De artikelen II, III en IV van de wet van 26 juni 1996 tot goedkeuring van de op 19 maart 1991 te Genève tot stand gekomen herziening van het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekprodukten (Trb. 1992, 52), alsmede wijziging van de Zaaizaad- en Plantgoedwet (Uitvoeringwet UPOV 1991) treedt in werking met ingang van 24 april 1998.

Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 10 april 1998

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

Uitgegeven de drieëntwintigste april 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Op 19 maart 1991 is een herziening van het Internationaal Verdrag tot bescherming van de kweekprodukten (Trb. 1992, 52) tot stand gekomen. Dit verdrag, ook wel het UPOV-verdrag genoemd, is bij wet van 26 juni 1996 (Stb. 1996, 398) geratificeerd door Nederland. Ingevolge artikel 37, eerste lid, van het UPOV-verdrag uit 1991 treedt dit verdrag één maand nadat vijf Staten hun akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding hebben neergelegd in werking, mits ten minste drie van genoemde akten zijn neergelegd door Staten die partij zijn bij de Akte van 1961/1972 of de Akte van 1978. Met ingang van 24 maart 1998 hebben vijf landen (te weten Denemarken, Israël, Nederland, Zweden, Rusland en Bulgarije) het UPOV-verdrag uit 1991 geratificeerd. Nederland is derhalve met ingang van 24 april 1998 gebonden aan het UPOV-verdrag uit 1991. Het verdrag noodzaakt tot een aantal wijzigingen van de Zaaizaad- en Plantgoedwet. Deze zijn opgenomen in de artikelen II, III en IV van de wet van 26 juni 1996 tot goedkeuring van de op 19 maart 1991 te Genève tot stand gekomen herziening van het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekprodukten (Trb. 1992, 52), alsmede wijziging van de Zaaizaad- en Plantgoedwet (Uitvoeringswet UPPOV 1991) (Stb. 1996, 398). Deze artikelen treden ingevolge het onderhavige besluit gelijktijdig met het UPOV-verdrag uit 1991 in werking.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

Naar boven