Wet van 26 maart 1998 tot wijziging van de Wet balansverkorting geldelijke steun volkshuisvesting (vervallen regels over minimale huursomstijging)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is met het oog op een matiging van de stijging van de huurprijzen niet langer regels te geven inzake de door toegelaten instellingen ten minste te realiseren stijging van de som van hun huuropbrengsten;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 13 van de Wet balansverkorting geldelijke steun volkshuisvesting1 vervalt.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1998.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 26 maart 1998

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

D. K. J. Tommel

Uitgegeven de drieëntwintigste april 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Stb. 1995, 313, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 januari 1998, Stb. 45.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1997/98, 25 841.

Handelingen II 1997/98, blz. 4071.

Kamerstukken I 1997/98, 25 841 (285).

Handelingen I 1997/98, blz. 1225.

Naar boven