Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is met het
oog op de deelneming van Nederland aan de derde fase van de Economische en
Monetaire Unie wetgeving aan te passen en daarbij een nieuwe voorziening te
treffen met betrekking tot de wisselkoers van de euro ten opzichte van de
valuta van lid-staten die niet tot het eurogebied behoren;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
HOOFDSTUK 1
Artikel 1
In deze wet wordt verstaan onder:
a. wisselkoersarrangementen: regelingen betreffende de wisselkoers als
bedoeld in artikel IV, sectie 2, van de Artikelen van Overeenkomst van het
Internationale Monetaire Fonds;
b. lid-staat: een staat die lid is van de Europese Gemeenschap;
c. lid-staten van het eurogebied; lid-staten die, conform artikel 109J,
lid 4, of artikel 109K, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese
Gemeenschap, de gemeenschappelijke munt genaamd euro hebben aangenomen;
d. Onze Minister: Onze Minister van Financiën;
e. de Bank: De Nederlandsche Bank N.V.
Artikel 2
Onze Minister is gemachtigd, met het oog op het voeren van één
wisselkoersbeleid door de lid-staten van het eurogebied, na overleg met de
Bank en de Tweede Kamer der Staten-Generaal, namens Nederland gezamenlijk
met de lid-staten van het eurogebied wisselkoersarrangementen te sluiten betreffende
de wisselkoers van de euro ten opzichte van de valuta's van lid-staten
die niet tot het eurogebied behoren.
Artikel 3
Onze Minister neemt niet deel aan besluitvorming inzake het aangaan van
formele overeenkomsten over een wisselkoerssysteem voor de euro ten opzichte
van niet-Gemeenschapsvaluta's als bedoeld in lid 1 van artikel 109 van het
Verdrag dan na overleg met de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Artikel 4
De Wet inzake de wisselkoers van de gulden wordt ingetrokken.
HOOFDSTUK 2. WIJZIGING VAN ANDERE WETTEN
Artikel 5
De Wet financiële betrekkingen buitenland 19941
wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 1 wordt de volgende wijziging aangebracht:
Onderdeel g wordt vervangen door:
g. de ECB: de Europese Centrale Bank bedoeld in artikel 4a van het Verdrag;
B
In artikel 2, eerste en tweede lid wordt de punt vervangen door een komma
en wordt de volgende zinsnede toegevoegd: voor zover het Verdrag zich daartegen
niet verzet.
C
In artikel 8, tweede lid, wordt de zinsnede «richtsnoeren en beschikkingen
van het EMI» vervangen door: richtsnoeren, instructies en andere verbindende
bepalingen van de ECB.
D
In artikel 8, tweede lid wordt «het EMI» vervangen door: de
ECB.
Artikel 6
In de Wet op de economische delicten2 vervalt in artikel
1, onder 2, de Wet inzake de wisselkoers van de gulden, artikel 6, eerste
en derde lid.
Artikel 7
In de Wet toezicht effectenverkeer 19953 wordt in artikel
7, tweede lid onder e, de zinsnede «de centrale banken van de lid-staten»
vervangen door: de ECB bedoeld in artikel 4a van het Verdrag tot oprichting
van de Europese Gemeenschappen, en de centrale banken van de lid-staten.
HOOFDSTUK 3. SLOTBEPALING
Artikel 8
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
dat voor de verschillende hoofdstukken en artikelen verschillend kan worden
vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
XNoot
2Stb. 1950, K 258, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14 februari 1998,
Stb. 107.
XNoot
3Stb. 1995, 574, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november 1997,
Stb. 510.
XHistnoot
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 1997/98, 25 679.
Handelingen II 1997/98, blz. 4097–4113; 4127.
Kamerstukken I 1997/98, 25 679 (262, 262a, 262b).
Handelingen I 1997/98, zie vergadering d.d. 24 maart 1998.