Besluit van 27 maart 1998, houdende wijziging van het Besluit burgerlijke stand 1994 in verband met de herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 10 februari 1998, Directie Wetgeving, nr. 679123/98/6;

Gelet op de artikelen 18, derde lid, 19j, eerste lid, en 20d, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

De Raad van State gehoord (advies van 16 maart 1998, No. WO3.98.0055);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 26 maart 1998, Directie Wetgeving. nr. 687893/98/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit burgerlijke stand 19941 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef van het vijfde lid vervalt de zinsnede: met gelijktijdige erkenning door de vader.

2. In het vijfde lid, sub b, vervalt de zinsnede: met gelijktijdige erkenning door de vader.

B

In artikel 38, tweede volzin, vervalt de zinsnede: met gelijktijdige erkenning door de vader.

C

In het opschrift van de vierde afdeling van Hoofdstuk 2 vervalt de zinsnede: met gelijktijdige erkenning door de vader.

D

Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef vervalt de zinsnede: met gelijktijdige erkenning door de vader.

2. In onderdeel c wordt na «moeder» ingevoegd: door de dood van haar echtgenoot.

3. Onderdeel d vervalt.

4. Onderdeel e wordt verletterd tot d en vervangen door:

d. indien van toepassing de geslachtsnaam, de voornamen en de plaats en de dag van geboorte van de huidige echtgenoot van de moeder.

5. Onderdeel f wordt verletterd tot e en vervangen door:

e. de geslachtsnaam van het kind na ontkenning van het vaderschap door de moeder, indien van toepassing met vermelding dat de geslachtsnaam gekozen is.

b. Het vierde lid wordt vervangen door:

  • 4. De latere vermelding van de ontkenning van het vaderschap door de moeder vermeldt de in het tweede lid, onder d en e, genoemde gegevens.

E

Artikel 50, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing indien de erkenning dan wel ontkenning van het vaderschap door de moeder bij de aangifte van de geboorte van het kind plaatsvindt, met dien verstande dat de latere vermelding van de ontkenning van het vaderschap door de moeder de in artikel 49, vierde lid, genoemde gegevens vermeldt.

F

Aan artikel 53 wordt een nieuw onderdeel e toegevoegd, luidende:

e. indien van toepassing, onder vermelding dat de familierechtelijke betrekking met de andere met het gezag beklede ouder in stand blijft.

G

Artikel 60a wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef van het eerste lid wordt na «en» ingevoegd: van

2. Aan het artikel wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De latere vermelding van een verklaring tot beëindiging met wederzijds goedvinden van een geregistreerd partnerschap en van een rechterlijke uitspraak van een ontbinding van een geregistreerd partnerschap als bedoeld in artikel 80c, onder c onderscheidenlijk d, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, vermeldt de in het eerste lid onder b genoemde gegevens, alsmede in het geval van een rechterlijke uitspraak, op verzoek van welke geregistreerde partner de inschrijving geschiedt en op welke datum het verzoek is ontvangen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 1998.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 27 maart 1998

Beatrix

De Staatssecretaris van Justitie,

E. M. A. Schmitz

Uitgegeven de eenendertigste maart 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

ALGEMEEN

De invoering van de Wet van 24 december 1997 tot herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie (Stb. 1997, 772) noopt tot aanpassing van een aantal bepalingen van het Besluit burgerlijke stand 1994.

De wijzigingen vloeien voort uit de afschaffing van de akte van ontkenning van het vaderschap door de moeder met gelijktijdige erkenning van het kind door de vader. Zij betreffen de artikelen 23, 38, 49 en 50 van het Besluit burgerlijke stand 1994. Hierbij zij vermeld dat in de nieuwe wettelijke regeling van het afstammingsrecht in artikel 199 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is voorzien in de mogelijkheid voor de moeder om in een specifiek geval het vaderschap van haar echtgenoot te ontkennen. Het betreft het geval van geboorte van een kind binnen 306 dagen na het overlijden van haar echtgenoot. Indien de moeder sedert 306 dagen vóór de geboorte van het kind was gescheiden van tafel en bed, danwel gescheiden van haar echtgenoot leefde, kan zij diens vaderschap ontkennen door hiertoe een verklaring af te leggen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Erkenning van het kind door een andere man hoeft hierop niet te volgen. Indien de vrouw in de voormelde periode is hertrouwd, dan leidt de ontkenning van het vaderschap van haar voormalige echtgenoot ertoe dat haar nieuwe echtgenoot de vader van het kind is. In de overige gevallen waarin een vrouw het vaderschap van haar echtgenoot wenst te ontkennen staat voor haar een gerechtelijke procedure open, zoals die ook bestaat voor haar echtgenoot. Man en vrouw hebben in het nieuwe afstammingsrecht gelijke mogelijkheden tot ontkenning in rechte van het vaderschap op grond van een huwelijk.

Artikel I

In de artikelen 23 en 38 is de zinsnede komen te vervallen die betrekking heeft op de erkenning van een kind die gelijktijdig plaatsvindt met de ontkenning van het vaderschap door de moeder.

Artikel 49 is aangepast in dier voege, dat het aansluit op de nieuwe wettelijke regeling die in het voormelde specifieke geval – geboorte van het kind binnen 306 dagen na het overlijden van de echtgenoot terwijl ten tijde van de vermoedelijke verwekking, de moeder en haar echtgenoot gescheiden leefden dan wel gescheiden waren van tafel en bed – in de mogelijkheid voorziet voor de vrouw om het vaderschap van haar voormalige echtgenoot te ontkennen, door middel van het laten opmaken van een akte van ontkenning van het vaderschap. Bepaald is dat in de akte van ontkenning vermeld zal worden welke geslachtsnaam het kind na de ontkenning zal hebben. Indien de ouders voor het kind gekozen hadden voor de geslachtsnaam van de vader, zal tengevolge van de ontkenning deze komen te vervallen en vervangen worden door de geslachtsnaam van de moeder. Indien de ouders echter voor het kind de geslachtsnaam van de moeder hadden gekozen, behoudt het kind deze geslachtsnaam. In dit verband is tevens rekening gehouden met de situatie dat de vrouw inmiddels hertrouwd is. In dat geval leidt de ontkenning van het vaderschap ertoe dat haar – nieuwe – echtgenoot de vader van het kind is. Er kan naamskeuze zijn gedaan door de moeder en haar nieuwe echtgenoot. Deze naamskeuze zal uiterlijk op het moment van de geboorte-aangifte moeten zijn gedaan.

De wijziging in artikel 50 is van technische aard. Zij betreft de latere vermelding die van de ontkenning van het vaderschap door de moeder aan de geboorteakte van het kind dient te worden toegevoegd.

Artikel II

Beoogd is om de bovenvermelde wijzigingen van het Besluit burgerlijke stand 1994 tegelijkertijd met de Wet van 24 december 1997 tot herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie (Stb. 1997, 772) in werking te laten treden.

De Staatssecretaris van Justitie,

E. M. A. Schmitz


XNoot
1

Stb. 1994, 160, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 19 december 1997, Stb. 747.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven