Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 1997, 796 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 1997, 796 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 november 1997, nr. SV/WV/97/4884;
Gelet op de artikelen 125, eerste lid, 126, en 134, eerste lid, van de Ambtenarenwet; artikel 50, eerste lid, van de Politiewet 1993; artikel 9, zesde lid, van de LSOP-wet; de artikelen 23 en 24 van de Wet van 15 juni 1972 tot gemeentelijke herindeling van Noordwest-Overijssel (Stb. 449); artikel 97 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement; artikel 28 van de Emigratiewet; artikel 34 van de Wet op de loonbelasting 1964; artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht; artikel 17, onder b, van de Wet persoonsregistraties; de artikelen 37, 39 en 41 van de Wet op de rechtsbijstand; artikel 20, tweede lid, van de Wet op het basisonderwijs; artikel 28, tweede lid, van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet onderwijs; artikel 38a, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs; artikel 9, eerste lid, van de Kaderwet Volwasseneducatie 1991; artikel 58 van de Wet op de onderwijsverzorging; de artikelen 4.5, eerste lid, 10.10, derde lid, 11.12, eerste lid, 12.5, 13.1, vijfde lid, 13.3, vijfde lid, 13.15, 13.35 en 16.23, derde lid van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; artikel 35 van de Wet op de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek; artikel 8, tweede lid, van de Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; artikel 415, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel; artikel 50, derde lid van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997; artikel 10 van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid; artikel II van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen; de artikelen 4a, 11, 32, 48 en 57 van de Algemene Bijstandswet; de artikelen 10, tweede lid, en 20 van de Algemene nabestaandenwet; de artikelen 3, eerste lid, onder b, en negende lid, 5, derde lid, en 18 van de Ziekenfondswet; artikel 41b, derde lid, van de Wet op de jeugdhulpverlening, de artikelen 12, eerste, tweede en derde lid, en 20, derde lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945; de artikelen 11, eerste, tweede en derde lid, en 20, derde lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers; de artikelen 2, zevende lid, 59, achtste lid, en 95 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en de artikelen 2, achtste lid, 51, negende lid, en 69 Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;
De Raad van State gehoord (advies van 15 december 1997, no. W12.97.0758);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 december 1997, nr. SV/WV/97/5389;
Hebben goedgevonden en verstaan:
In artikel 18 van de Suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector Rijk wordt «ingevolge de ministeriële regeling op grond van artikel 8, derde lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: op grond van de ministeriële regeling op grond van artikel 8, derde lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals dit artikel luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen.
In artikel 18 van het Besluit suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector politie wordt «de mate van arbeidsongeschiktheid ingevolge de ministeriële regeling op grond van artikel 8, derde lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de mate van arbeidsongeschiktheid op grond van de ministeriële regeling op grond van artikel 8, derde lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals dit artikel luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen.
In artikel 7, zesde lid, van het Besluit van 23 november 1972, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 23 van de wet van 15 juni 1972, Stb. 449, tot gemeentelijke herindeling van Noordwest-Overijssel (Stb. 671) wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 8, zesde lid, van het Besluit van 23 november 1972, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 24 van de wet van 15 juni 1972, Stb. 449, tot gemeentelijke herindeling van Noordwest-Overijssel (Stb. 672) wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 5, vierde lid, van de Regeling uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
De Remigratieregeling 1985 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 5, eerste lid, onderdeel d, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 8, derde lid, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 15, vierde lid, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet dan wel de Toeslagenwet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten of de Toeslagenwet.
Het Rijkswachtgeldbesluit 1959 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 6, tweede lid, onderdeel b, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (Stb. 1980, 28)» vervangen door: de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
In artikel 8, vijfde lid, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
De Uitkeringsregeling 1966 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 8, tweede lid, onderdeel b, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (Stb. 1980, 28)» vervangen door: de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
In artikel 9, zesde lid, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 5, vierde lid, van het Besluit uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag van burgerlijke ambtenaren defensie wordt de zinsnede «een uitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals die luidde op de dag voorafgaande aan de dag waarop die wet is ingetrokken» vervangen door: een uitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals die wet luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen, alsmede een uitkering krachtens de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
In artikel 11, eerste lid, onderdeel f, van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt «en de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: , de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
Het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt gewijzigd als volgt:
Aan artikel 1 wordt, na het vervallen van «en» aan het slot van onderdeel d en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door «, en», een onderdeel toegevoegd, luidende:
f. kosten van het als gemachtigde optreden van een arts in zaken waarin enig wettelijk voorschrift verplicht tot tussenkomst van een gemachtigde die arts is.
Aan artikel 2, eerste lid, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een komma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
f. ten aanzien van de kosten, bedoeld in artikel 1, onder f: met overeenkomstige toepassing van het in de bijlage opgenomen tarief, met dien verstande dat slechts de helft van het aantal uit de bijlage voortvloeiende punten wordt toegekend.
Artikel 1, eerste lid, van het Besluit van 19 december 1989, houdende uitvoering van artikel 17, onder b en c, van de Wet persoonsregistraties (Stb. 569) wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel n wordt vervangen door:
n. het College van toezicht sociale verzekeringen, de Sociale Verzekeringsbank, het Landelijk instituut sociale verzekeringen, alsmede de uitvoeringsinstellingen bedoeld in artikel 41, derde lid, van de Organisatiewet Sociale Verzekeringen 1997;
2. Onderdeel o vervalt;
3. In onderdeel p wordt ingesteld bij artikel 66, eerste lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (Stb. 1987, 90) vervangen door: bedoeld in artikel 34 van de Wet financiering volksverzekeringen.
4. In onderdeel r wordt «artikel 72, eerste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: artikel 72 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
5. In onderdeel s wordt «artikel 103, eerste lid, van de Werkloosheidswet (Stb. 1986, 566)» vervangen door: artikel 103 van de Werkloosheidswet.
6. Na onderdeel y wordt de punt vervangen door een puntkomma waarna er drie nieuwe onderdelen worden toegevoegd, luidende:
z. het Arbeidsongeschiktheidsfonds zelfstandigen, bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;
aa. het Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten, bedoeld in artikel 63 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;
bb. de Arbeidsongeschiktheidskas, bedoeld in artikel 73 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
De Bijlage, onder I, bij het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 1994, wordt als volgt gewijzigd:
Bij code D.020 wordt «en de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door:, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet.
Het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 5, eerste lid, onderdeel b, wordt vervangen door:
b. Een uitkering ontvangt op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten dan wel een uitkering die naar aard en strekking hiermee overeenkomt, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van tenminste 80%, of recht heeft op een suppletie als bedoeld in hoofdstuk 3 van het tijdelijk Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekspersoneel, dan wel een toelage ontvangt op grond van artikel 58, eerste of derde lid van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, die, al dan niet vermeerderd met een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 70% of meer bedraagt van het dagloon, waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering is of zou zijn berekend;.
In artikel 27 wordt « of de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: , de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 33, derde lid, wordt « of de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: , de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 37, van het tijdelijk Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekspersoneel wordt «artikel 8, derde lid, van de AAW» vervangen door: artikel 8, derde lid, van de AAW, zoals dit artikel luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen.
In het Besluit aanspraken van schepelingen wordt artikel 1 vervangen door:
Bij samenloop over eenzelfde tijdvak en ter zake van dezelfde arbeidsongeschiktheid van loon als bedoeld in artikel 415, eerste lid, van het Wetboek van koophandel met een of meer arbeidsongeschiktheidsuitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt het loon slechts uitbetaald, voor zover het de arbeidsongeschiktheidsuitkering, voor zover deze is verleend ter zake van dezelfde arbeidsongeschiktheid, overtreft.
Het Besluit beslistermijnen sociale verzekeringswetten wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 6, onderdeel a, wordt vervangen door:
a. loondervingsuitkering: een uitkering krachtens de verplichte verzekering ingevolge de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, alsmede een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen;
Onder vernummering van de hoofdstukken XII en XIII tot XIV en XV, en van de artikelen 15 tot en met 18 tot 17 tot en met 20, worden na hoofdstuk XI twee nieuwe hoofdstukken ingevoegd, luidende:
1. Een beschikking over het verzekerd zijn ingevolge de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen wordt gegeven binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.
2. Een beschikking ingevolge hoofdstuk 3 van die wet wordt gegeven binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.
3. Een beschikking ingevolge die wet op een verzoek om terug te komen op een rechtens onaantastbare beschikking wordt gegeven binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.
4. De overige beschikkingen ingevolge die wet worden gegeven binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.
1. Een beschikking ingevolge hoofdstuk 2 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt gegeven binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.
2. Een beschikking ingevolge die wet op een verzoek om terug te komen op een rechtens onaantastbare beschikking wordt gegeven binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.
3. De overige beschikkingen ingevolge die wet worden gegeven binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.
In het nieuwe artikel 17 wordt «ingevolge een in hoofdstukken I tot en met XI van dit besluit genoemde wet» vervangen door: ingevolge een in de hoofdstukken I tot en met XIII van dit besluit genoemde wet.
In het nieuwe artikel 18 wordt «ingevolge een in hoofdstukken I tot en met XI van dit besluit genoemde wet» vervangen door: ingevolge een in de hoofdstukken I tot en met XIII van dit besluit genoemde wet.
Artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit toetsingskader andere taken wordt vervangen door:
a. alle werkzaamheden met betrekking tot bovenwettelijke aanvullingen op de Werkloosheidswet, de Ziektewet of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, indien deze aanvullingen zijn gebaseerd op een regeling die tot stand is gekomen in overleg tussen werknemers en werkgevers of tussen werkgevers- en werknemersverenigingen;.
Het Besluit van 29 december 1986, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 10 van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid (Stb. 686) wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 7, eerste lid, onderdeel b, wordt vervangen door:
b. een uitkering ontvangt op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, of een uitkering die naar aard en strekking daarmee overeenkomt berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 80%, of een toelage op grond van artikel 58, eerste of derde lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, die, al dan niet vermeerderd met een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering 70% of meer bedraagt van het dagloon, waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering is of zou zijn berekend;
In artikel 19, eerste lid, wordt «de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 28, derde lid, wordt «de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
Het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1989 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1, onderdeel a, wordt vervangen door:
a. de volksverzekeringen: de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet, de Algemene Kinderbijslagwet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
Artikel 8, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel c wordt vervangen door:
c. een pensioen op basis van arbeidsongeschiktheid op grond van de Algemene burgerlijke pensioenwet, zoals die luidde voor 1 januari 1996, danwel een WAO-conforme uitkering op grond van de Wet privatisering ABP, een pensioen op basis van arbeidsongeschiktheid op grond van de Spoorwegpensioenwet, zoals die luidde voor 1 januari 1994, danwel een pensioen op basis van arbeidsongeschiktheid op grond van de Wet privatisering Spoorwegpensioenfonds of een pensioen op basis van arbeidsongeschiktheid op grond van de Algemene militaire pensioenwet,
2. Onderdeel f wordt, onder het laten vervallen van «of,» aan het slot van onderdeel e, vervangen door:
f. een uitkering of toelage op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals die wet luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen,
3. De punt aan het slot van onderdeel f wordt vervangen door een komma, waarna twee nieuwe onderdelen g en h ingevoegd, luidende:
g. een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, of
h. een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten,
In artikel 24, eerste lid, wordt «, de Algemene Kinderbijslagwet en de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: en de Algemene Kinderbijslagwet.
Het Besluit van 19 oktober 1976, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 43 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (Stb. 526) wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1, eerste lid, wordt «ingevolge de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 3, derde lid, wordt «bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: bedoeld in artikel 8, achtste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en in artikel 7, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 4, tweede lid, wordt «bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: bedoeld in artikel 8, achtste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en in artikel 7, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 5, onderdeel a, wordt «bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: bedoeld in artikel 8, achtste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en in artikel 7, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 1, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 2°, van het Bijstandsbesluit zelfstandigen wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (Stb. 1980, 28)» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
Het Inkomens- en samenloopbesluit Anw wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1, eerste lid, onderdeel b, wordt vervangen door:
b. een loondervingsuitkering: een uitkering krachtens de verplichte verzekering op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, alsmede een uitkering krachtens de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
Artikel 7, tweede lid, onderdeel a, wordt vervangen door:
a. het bedrag waarmee de arbeidsongeschiktheidsuitkering is verhoogd met toepassing van artikel 10 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, artikel 9 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, artikel 22 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, of een combinatie van deze artikelen;
Artikel 7 van het Inkomensbesluit IOAW wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen, en aanvullende uitkeringen op grond van Hoofdstuk III, Afdeling III, van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen, of aanvullende uitkeringen op grond van hoofdstuk III, Afdeling III van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid.
2. In het tweede lid, onderdeel c, wordt «artikel 13 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, artikel 22 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of beide artikelen» vervangen door: artikel 10 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, artikel 9 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, artikel 22 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of een combinatie van deze artikelen.
Artikel 12a van het Aanwijzingsbesluit verplichtverzekerden Ziekenfondswet wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen dan wel de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
2. Het tweede lid wordt vervangen door:
2. Voor de toepassing van het eerste lid worden mede als uit te betalen arbeidsongeschiktheidsuitkering aangemerkt de vakantie-uitkering, bedoeld in artikel 26 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en artikel 22 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering jonggehandicapten, de toelage, bedoeld in artikel 58, eerste en derde lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, de toeslag op grond van de Toeslagenwet, alsmede het bedrag, waarmee de arbeidsongeschiktheidsuitkering of genoemde vakantie-uitkering wordt beperkt in verband met samenloop met een uitkering op grond van de sociale wetgeving van een andere Mogendheid.
3. Het zesde lid wordt vervangen door:
6. Het in het vijfde lid bedoelde orgaan stort de in het eerste lid bedoelde premie in de Algemene Kas, bedoeld in artikel 71 van de Ziekenfondswet. Onze Minister kan voorschriften geven met betrekking tot de vaststelling, de invordering, de afdracht en de verantwoording van de premie.
In artikel 2b, tweede lid, onderdeel a, van het Besluit beperking kring verzekerden Ziekenfondswet wordt « ingevolge de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: ingevolge de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
In artikel 2, eerste lid, eerste streepje, van het Besluit bijdragen justitiële kinderbescherming en vrijwillige jeugdhulpverlening wordt «of de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: , de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 1, onderdeel a, van het Besluit van 23 november 1982, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 en artikel 11, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers (Stb. 682) wordt «en artikel 41a van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (Stb. 1990, 127)» vervangen door: , artikel 56 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en artikel 48 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 2, derde lid, van het Besluit van 9 augustus 1948 tot uitvoering van artikel 12 der Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 (Stb. I 362) wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
In artikel 2, derde lid, van het Besluit van 6 september 1949 tot uitvoering van artikel 11 der Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers (Stb. J 418) wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
Voor de toepassing van artikel 6 van het Rijkswachtgeldbesluit 1959 wordt met de betrokkene, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, van dat artikel gelijkgesteld de betrokkene die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen recht heeft op een uitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet zoals die wet luidde op dag voorafgaand de inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen.
Voor de toepassing van artikel 8 van de Uitkeringsregeling 1966 wordt met de betrokkene bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, van dat artikel gelijkgesteld de betrokkene die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen recht heeft op een uitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet zoals die wet luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen.
Voor de toepassing van artikel 5 van de Remigratieregeling 1985 wordt met de periode bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, van dat artikel gelijkgesteld een periode van tenminste 6 maanden, onmiddellijk voorafgaande aan de datum van aanvraag, waarover de remigrant een uitkering heeft ontvangen op grond van:
a. de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals die wet luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen, danwel;
b. achtereenvolgens een uitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet zoals die wet luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen en een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1998. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 1997, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt het terug tot en met 1 januari 1998.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
F. H. G. de Grave
Uitgegeven de dertigste december 1997
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
Deze algemene maatregel van bestuur vloeit voort uit een viertal wetten. Het gaat hierbij om de volgende wetten:
– Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen
– Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
– Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
– Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen.
De inwerkingtredingsdatum van deze wetten is 1 januari 1998.
Met de Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (Wet Pemba) wordt de premie voor de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), voorheen opgebracht door werknemers, een werkgeverspremie. De werkgever betaalt een basispremie, die voor alle werkgevers gelijk is, en daarboven een gedifferentieerde premie, waarvan de hoogte afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidsrisico in zijn bedrijf. In de Wet Pemba wordt de werkgever tevens de mogelijkheid geboden tot eigen risico dragen. Deze werkgevers dragen alsdan voor de eerste vijf jaar arbeidsongeschiktheid van hun werknemers de lasten van de WAO-uitkering. Eigenrisicodragers zijn de gedifferentieerde premie niet verschuldigd. Met het oog op een prikkelwerking van premiedifferentiatie en eigen risico dragen is de verzekering krachtens de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) voor werknemers geïncorporeerd in de WAO. De AAW wordt ingetrokken, behoudens de artikelen 4, 57, 57a, 58 en 59b. Laatstgenoemde artikelen zullen van kracht blijven totdat het voorstel van wet houdende vaststelling van nieuwe regels met betrekking tot de (re)ïntegratie van arbeidsgehandicapten (Wet op de (re)ïntegratie arbeidsgehandicapten, Kamerstukken II 1996/97, 25 478) in werking treedt.
Voor niet-werknemers komen er twee wettelijke regelingen inzake geldelijke gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. Voor zelfstandigen, beroepsbeoefenaars en meewerkende echtgenoten de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (Waz) en voor jonggehandicapten de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). De als gevolg van de wijziging in het financieringsregime noodzakelijke overgang van middelen uit het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds -dat op termijn wordt opgeheven- naar het Arbeidsongeschiktheidsfonds en het Arbeidsongeschiktheidsfonds zelfstandigen wordt geregeld in de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen (Invoeringswet Pemba). Deze wet regelt tevens het invoerings- en overgangsrecht bij de inwerkingtreding van het Pemba-complex.
Door het intrekken van de AAW als gevolg van de invoering van de Wet Pemba, de Waz en de Wajong komen verwijzingen in verschillende algemene maatregelen van bestuur te vervallen of worden vervangen door verwijzingen naar de Waz, de Wajong dan wel naar beide laatstgenoemde wetten. Waar in het kader van de regelgeving evenwel de noodzaak bestaat om te blijven refereren naar tijdvakken waarover recht op de AAW-uitkering bestond, is op de desbetreffende plaatsen de AAW gehandhaafd.
Deze algemene maatregel van bestuur voorziet in de noodzakelijke aanpassingen van algemene maatregelen van bestuur als gevolg van de invoering van het Pemba-complex.
Volledigheidshalve dient hier te worden opgemerkt dat:
– artikel 16b, tweede en derde lid, van het Aanwijzingsbesluit verplichtverzekerden Ziekenfondswet,
– de artikelen 8b en 8c van het Inkomensbesluit Toeslagenwet,
– artikel 7 van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden,
– artikel 10 van het Rechtspositiebesluit wethouders en
– artikel 2 van het Besluit studiefinanciering worden gewijzigd in een apart besluit in verband met de wijzigingen in de wetgeving omtrent de overhevelingstoeslag.
Artikel 18 van de Suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector Rijk en artikel 18 van het Besluit suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector politie zien op een situatie zoals deze zich voordeed op 1 januari 1996. De verwijzing naar de ministeriële regeling op grond van artikel 8, derde lid, van de AAW blijft derhalve gehandhaafd.
In dit artikel is ook de verwijzing naar de AAW gehandhaafd, in verband met bedragen die met terugwerkende kracht nog moeten worden verrekend.
Deze wijziging strekt ertoe uitkeringen op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en uitkeringen op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten onder de heffing van de loonbelasting te brengen, zoals dit ook voor de inwerkingtreding van dit besluit het geval was voor de uitkeringen op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet.
In de «medisch-besluit-procedure» van artikel 88a e.v. WAO is voorgeschreven dat een werkgever in een aantal gevallen bepaalde proceshandelingen slechts kan verrichten door tussenkomst van een gemachtigde die arts is. Het ligt in de rede deze kosten van deze verplichte bijstand ook voor vergoeding in aanmerking te brengen. De bijstand door een arts kan echter niet op één lijn worden gesteld met die door een professionele rechtshulpverlener. Zijn bijstand zal zich veelal beperken tot het medische aspect van het geschil; daarbuiten is zij vergelijkbaar met bijstand door een niet-professionele gemachtigde, welke niet voor vergoeding in aanmerking komt. Derhalve is de vergoeding voor de tussenkomst van de arts bepaald op de helft van de vergoeding voor bijstand door een professionele rechtshulpverlener. Indien naast de arts ook een advocaat als gemachtigde optreedt, is de totale vergoeding dus ten hoogste anderhalf maal het bedrag dat zou zijn vastgesteld als slechts één gemachtigde zou zijn opgetreden.
Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt om de verwijzingen in artikel 1 waar nodig te corrigeren.
In de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen wordt bepaalt dat het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds op termijn wordt opgeheven. In verband met nabetalingen en naheffingen wordt gedurende een aantal jaren het fonds nog in stand gehouden. Daarnaast worden ter financiering van de Waz en de Wajong respectievelijk het Arbeidsongeschiktheidsfonds zelfstandigen en het Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten in het leven geroepen. Met de onderhavige bepaling wordt het Besluit van 19 december 1989, houdende uitvoering van artikel 17, onder b en c van de Wet persoonsregistraties uitgebreid met het Arbeidsongeschiktheidsfonds zelfstandigen en het Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten.
Artikel 37 van het tijdelijk Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ziet op een situatie zoals deze zich voordeed op de datum van inwerkingtreding van dat besluit. De verwijzing naar de ministeriële regeling op grond van artikel 8, derde lid, van de AAW blijft derhalve gehandhaafd. Nu de voornoemde verwijzing wordt gehandhaafd, dient in artikel 1 van datzelfde besluit ook de verklaring van de afkorting «AAW» te worden gehandhaafd.
De Wet Pemba voegt aan de WAO hoofdstuk IIIa toe. Voor beschikkingen op aanvraag op grond van dat hoofdstuk is geen noodzaak gebleken af te wijken van de hoofdregel om binnen acht weken te beslissen op beschikkingen betreffende werknemersverzekeringen.
Hoofdstuk IIIa van de WAO valt derhalve onder artikel 8, vierde lid, van het besluit.
In verband met de inwerkingtreding van de Waz en de Wajong zijn er twee hoofdstukken toegevoegd, namelijk de hoofdstukken XII en XIII. Deze invoeging heeft tot gevolg dat de daarop volgende hoofdstukken en bepalingen zijn vernummerd. Voor wat betreft de termijnen waarbinnen beschikkingen op aanvraag op grond van die wetten moeten worden genomen, is zoveel mogelijk aangesloten bij de bepalingen die gelden voor de AAW. Voor een beslissing op grond van de Waz om als gemoedsbezwaard te worden aangemerkt, een beslissing die de AAW als zodanig niet kent, zal een beslistermijn van 8 weken gelden (artikel 15, vierde lid). Beschikkingen over het ingezetenschap in het kader van de Wajong zullen worden gegeven naar aanleiding van een verzoek om een uitkering krachtens die wet. Om die reden is in het besluit voor beschikkingen op aanvraag over het ingezetenschap geen aparte beslistermijn opgenomen.
De artikelen 4, 57, 57a, 58 en 59b van de AAW blijven van kracht totdat de Wet op de (re)ïntegratie arbeidsgehandicapten in werking treedt. Voor beschikkingen op aanvraag op grond van deze bepalingen zullen de beslistermijnen uit hoofdstuk IV van het besluit van toepassing blijven.
Op grond van artikel 3 van het Besluit toetsingskader andere taken kan Onze Minister aan een uitvoeringsinstelling toestemming verlenen voor het vervullen van alle werkzaamheden met betrekking tot bovenwettelijke aanvullingen op de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, indien deze aanvullingen zijn gebaseerd op een regeling die tot stand is gekomen in overleg tussen werknemers en werkgevers of tussen werkgevers- en werknemersverenigingen. Nu de AAW wordt ingetrokken vervalt in dat artikel de verwijzing naar de AAW. Daarvoor is zijn geen verwijzingen naar de Waz of de Wajong in de plaats gekomen. Zowel Waz- als Wajonggerechtigden hebben per definitie geen werkgever, derhalve zullen dergelijke regelingen zich bij deze groepen niet voordoen.
De zin met betrekking tot samenloop tussen een uitkering overeenkomstig de normen van de WAO en een AAW uitkering vervalt. In samenloopgevallen tussen een uitkering overeenkomstig de normen van de WAO en een uitkering op grond van de Waz of een uitkering op grond van de Wajong is voorzien in artikel 8 van de Waz respectievelijk artikel 51 van de Wajong.
Het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1989 wordt door middel van de onderhavige bepaling aangepast aan de invoering van de Waz en de Wajong. De Waz en de Wajong kunnen niet worden aangemerkt als volksverzekeringen en vallen derhalve niet onder de werkingssfeer van dat besluit. Voor de Waz en de Wajong zullen twee eigenstandige besluiten worden getroffen. Dit laat onverlet dat degene die op de dag van zijn vertrek recht heeft op een uitkering op grond van de Waz of de Wajong, evenals dat het geval is bij de AAW, verzekerd is op grond van de volksverzekeringen.
Voorts zijn bij wet van 15 december 1993, Stb. 680, en bij wet van 21 december 1995, Stb. 639, achtereenvolgens per 1 januari 1994 de Wet privatisering Spoorwegpensioenfonds en per 1 januari 1996 de Wet privatisering ABP in werking getreden. Artikel 8, eerste lid, onderdeel c, wordt in verband hiermee aangepast. Om te voorkomen dat er onduidelijkheid bestaat over de positie van personen die op dag van hun vertrek een uitkering ontvingen op grond van de AAW, de Algemene burgerlijke pensioenwet of de Spoorwegpensioenwet zijn deze uitkeringen in de opsomming blijven staan.
In artikel XLV van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen wordt artikel 16, tweede lid, onder a, van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen (WTZ) gewijzigd. De verwijzing naar de AAW is daar vervangen door een verwijzing naar de Waz. De onderhavige bepaling beoogt om het Besluit beperking kring verzekerden Ziekenfondswet hierbij aan te laten sluiten.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
F. H. G. de Grave
Inhoudsopgave gewijzigde besluiten
1. Ministerie van Binnenlandse Zaken | |
I | Suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector Rijk |
II | Besluit suppletieregeling voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector politie |
III | Besluit van 23 november 1972, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 23 van de wet van 15 juni 1972, Stb. 449, tot gemeentelijk herindeling van Noordwest-Overijssel (Stb. 671) |
IV | Besluit, van 23 november 1972, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur, als bedoeld in artikel 24 van de wet van 15 juni 1972, Stb. 449, tot gemeentelijke herindeling van Noordwest-Overijssel (Stb. 672) |
V | Regeling uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag |
VI | Remigratieregeling 1985 |
VII | Rijkswachtgeldbesluit 1959 |
VIII | Uitkeringsregeling 1966 |
2. Ministerie van Defensie | |
IX | Besluit uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag van burgerlijke ambtenaren in dienst defensie |
3. Ministerie van Financiën | |
X | Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 |
4. Ministerie van Justitie | |
XI | Besluit proceskosten bestuursrecht |
XII | Besluit van 19 december 1989, houdende uitvoering van artikel 17, onder b en c, van de Wet persoonsregistraties (Stb. 569) |
XIII | Bijlage bij het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 1994 |
5. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen | |
XIV | Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel |
XV | tijdelijk Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijsen onderzoekspersoneel |
6. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | |
XVI | Besluit aanspraken van schepelingen |
XVII | Besluit beslistermijnen sociale verzekeringswetten |
XVIII | Besluit toetsingskader andere taken |
XIX | Besluit van 29 december 1986, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 10 van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid (Stb. 686) |
XX | Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1989 |
XXI | Besluit van 19 oktober 1976, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 43 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (Stb. 526) |
XXII | Bijstandsbesluit zelfstandigen |
XXIII | Inkomens- en samenloopbesluit Anw |
XXIV | Inkomensbesluit IOAW |
7. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | |
XXV | Aanwijzingsbesluit verplichtverzekerden Ziekenfondswet |
XXVI | Besluit beperking kring verzekerden Ziekenfondswet XXVII Besluit bijdragen justitiële kinderbescherming en vrijwillige jeugdhulpverlening |
XXVIII | Besluit van 23 november 1982, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 en artikel 11, eerste lid, van de Wet Buitengewoon pensioen zeelieden- oorlogsslachtoffers (Stb. 682) |
XXIX | Besluit van 9 augustus 1948 tot uitvoering van artikel 12 der Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 (Stb. I 362) |
XXX | Besluit van 6 september 1949 tot uitvoering van artikel 11 der Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers (Stb. J 418) |
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-1997-796.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.