Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 1997, 794 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 1997, 794 | Wet |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in verband met de invoering van de Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 en in verband met de intrekking van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet enige wetten aan te passen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In onderdeel C van de bijlage bij de Beroepswet, worden na onderdeel 3 de onderdelen 3a en 3b ingevoegd, luidende:
3a. Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
3b. Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
Indien de Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen eerder in werking treedt dan of gelijktijdig met het bij koninklijke boodschap van 26 juni 1995 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Vreemdelingenwet en enige andere wetten teneinde de aanspraak van vreemdelingen jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen, uitkeringen, ontheffingen en vergunningen te koppelen aan het rechtmatig verblijf van de vreemdeling in Nederland (24 233), wordt artikel XI, onder A, van laatstgenoemde wet vervangen door:
A
Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
i. vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet.
Artikel 415, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel wordt vervangen door:
4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regelen worden gesteld ter voorkoming of beperking van samenloop van loon als bedoeld in het eerste lid met arbeidsongeschiktheidsuitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering,de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, dan wel met arbeidsongeschiktheidsuitkering ingevolge zowel de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering als de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 8 van de Wet Rietkerk-uitkering vervalt «, de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (Stb. 1980, 28)» en wordt «Algemene Weduwen- en Wezenwet (Stb. 1965, 249)» vervangen door: Algemene nabestaandenwet.
In artikel 17e, vierde lid, van de Wet op de studiefinanciering wordt «Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 4, twaalfde lid, van de Wet op het basisonderwijs wordt «Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (Stb. 1987, 90)» vervangen door: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten«.
De Wet op de loonbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 11, eerste lid, onderdeel i, onder 2°, wordt vervangen door:
2°. als premie ingevolge de Werkloosheidswet;.
In artikel 12a wordt de zinsnede «het in artikel 71, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen bedoelde bedrag» vervangen door: het in artikel 72, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen bedoelde bedrag.
In artikel 17, tweede lid, wordt de zinsnede «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen behoudens uitkeringen in verband met bevalling, en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 31, vierde lid, wordt de zinsnede «premies ingevolge de Werkloosheidswet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: premie ingevolge de Werkloosheidswet.
De Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1, tweede lid, wordt de zinsnede «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen behoudens uitkeringen in verband met bevalling, en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 31, tweede en derde lid, wordt de zinsnede «verminderd met het werknemersaandeel in de premies ingevolge de Ziektewet, de Werkloosheidswet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: verminderd met het werknemersaandeel in de premie ingevolge de Werkloosheidswet.
In artikel 5, vierde lid, van de Uitkeringswet gewezen militairen wordt «Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
Indien het bij koninklijke boodschap van 6 november 1996 ingediende voorstel van wet houdende nieuwe regels over het verstrekken van huursubsidies (Huursubsidiewet) (25 090) niet tot wet is verheven en in werking is getreden op de datum van inwerkingtreding van deze wet, worden in artikel 25, eerste lid, onderdeel d, van de Wet individuele huursubsidie, de onderdelen 5e tot en met 7e onder gelijktijdige toevoeging van onderdeel 8e vervangen door:
5e. de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;
6e. de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;
7e. de Algemene nabestaandenwet of
8e. de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag enerzijds en het inkomen over bedoeld kalenderjaar dat een gehuwde onderscheidenlijk een ongehuwde krachtens de Algemene Ouderdomswet maximaal geniet anderzijds;.
De Wet privatisering Spoorwegpensioenfonds wordt als volgt gewijzigd:
De titel van Hoofdstuk IV, luidende «Overgang naar werknemersverzekeringen en algemene arbeidsongeschiktheidswet» wordt vervangen door: Overgang naar werknemersverzekeringen.
Artikel 9 wordt vervangen door:
De door de Directie van het Spoorwegpensioenfonds vastgestelde mate van algemene invaliditeit, bedoeld in artikel F 7 van de Spoorwegpensioenwet of de mate van arbeidsongeschiktheid in het kader van de ministeriële regeling op grond van artikel 8, derde lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals deze wet luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, is bepalend voor de vaststelling van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt de zinsnede « alsmede de verzekerde, bedoeld in artikel 11, eerste en tweede lid».
2. In het derde lid vervalt «, 11».
3. In het vierde lid vervallen de zinsneden «, of de verzekerde, bedoeld in artikel 11, eerste en tweede lid,» en « en de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet,».
Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt vervangen door:
1. Onverminderd deze wet zijn de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Werkloosheidswet en de op deze wetten berustende bepalingen van overeenkomstige toepassing met betrekking tot het in dit hoofdstuk bedoelde recht op uitkering op grond van die wetten.
2. In het tweede lid vervalt de laatste volzin.
In artikel 17g, derde lid, van de Algemene Kinderbijslagwet wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
De Algemene nabestaandenwet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 2, eerste lid, onderdelen b en d, vervalt « en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering».
Artikel 36, eerste lid, wordt vervangen door:
1. De Bank is bevoegd controlevoorschriften vast te stellen. Deze voorschriften mogen niet verder gaan dan strikt noodzakelijk is voor een juiste uitvoering van deze wet.
In artikel 45, derde lid, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 67, eerste lid, onderdeel b, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 69, eerste lid, tweede volzin, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
De Algemene Ouderdomswet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 9, derde lid, vervalt « en de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (Stb. 1987, 89)».
In artikel 17i, derde lid, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 29, zevende lid, wordt «de Werkloosheidswet en de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: de Werkloosheidswet.
In artikel 51, onderdeel b, van de Arbeidsvoorzieningswet 1996 wordt «de bedrijfsverenigingen» vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
De Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen b en c worden vervangen door:
b. Landelijk instituut sociale verzekeringen: het Landelijk instituut sociale verzekeringen, genoemd in hoofdstuk 4 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997;
c. uitvoeringsinstelling: een uitvoeringsinstelling als bedoeld in artikel 41, derde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997;
2. In onderdeel e vervalt de zinsnede «, zoals dit artikel luidde op de dag voor de dag van inwerkingtreding van deze wet».
Artikel II wordt vervangen door:
1. De Algemene Arbeidsongeschiktheidswet wordt ingetrokken, onverminderd de artikelen VIII, zesde lid, IX, XIII, XIV, XXIV en XXV.
2. De intrekking van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, bedoeld in het eerste lid, geldt met uitzondering van artikel 4, in combinatie met de artikelen 57, 57a, 58 en 59b, van die wet. Voor bepaalde categorieën van werknemers kan bij wet worden bepaald dat de uitzondering, bedoeld in de eerste zin, mede andere artikelen van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet betreft, in combinatie met de artikelen 57, 57a, 58 en 59b, van die wet.
3. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat de toepasselijkheid van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, bedoeld in het tweede lid, met betrekking tot voorzieningen op grond van artikel 57, eerste en tweede lid, onderdelen b en c, van die wet, met ingang van een bij die regeling te bepalen datum eindigt.
4. De algemene maatregel van bestuur, op grond van artikel 43 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet getroffen, berust na de inwerkingtreding van deze wet op artikel 59, achtste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en artikel 51, negende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
Na artikel II wordt in hoofdstuk I een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel IV wordt vervangen door:
1. Artikel 81, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals dat luidt op de dag van inwerkingtreding van deze wet, is tevens van toepassing op een persoon als bedoeld in dat onderdeel, die voor de dag van inwerkingtreding van deze wet, doch niet eerder dan 21 april 1997, de aldaar bedoelde werkzaamheden is gaan uitoefenen en overigens voldoet aan de in dat onderdeel gestelde voorwaarden.
2. In afwijking van artikel 83, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt het verzoek om toelating tot de vrijwillige verzekering door de in het eerste lid bedoelde persoon gedaan binnen drie maanden, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van deze wet.
3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de vrijwillige verzekering op grond van de Ziektewet, met dien verstande dat in plaats van het in het eerste lid genoemde artikel 81, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt gelezen «artikel 64, eerste lid, onderdeel c, van de Ziektewet» en dat in plaats van het in het tweede lid genoemde artikel 83, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt gelezen «artikel 66, eerste lid, onderdeel a, van de Ziektewet».
Artikel V wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst van het artikel wordt het cijfer «1.» geplaatst.
2. In het eerste lid wordt «de bedrijfsverenigingen» vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
3. Aan het artikel worden vier leden toegevoegd, luidende:
2. Op verzoek van een belanghebbende, die als gevolg van de overgang van de vrijwillige verzekering op grond van artikel 59a van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet naar de vrijwillige verzekering op grond van Hoofdstuk VI van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze wet:
a. een dagloon heeft op grond van artikel 84, eerste lid, onderdeel b van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, dat lager is dan de grondslag waarnaar zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering zou zijn berekend op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, of
b. een premie is verschuldigd op grond van artikel 84, derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, die hoger is dan de premie die hij op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet was verschuldigd op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet; stelt het Landelijk instituut sociale verzekeringen gedurende een periode van vijf jaar vanaf de dag van inwerkingtreding van deze wet, een ander dagloon of een ander premiebedrag vast dan als bedoeld in artikel 84, eerste lid, onderdeel b en derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
3. De vaststelling van het andere dagloon, bedoeld in het tweede lid, geschiedt zodanig dat het bedrag dat ten grondslag zou liggen aan de uitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, indien betrokkene op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet recht zou hebben gehad op een uitkering op grond van die wet, elk jaar na de inwerkingtreding van deze wet geleidelijk lager wordt vastgesteld. De vaststelling van het andere premiebedrag, bedoeld in het tweede lid, geschiedt zodanig dat het premiebedrag, zoals dat op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet ten aanzien van betrokkene gold op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet, elk jaar na de inwerkingtreding van deze wet geleidelijk hoger wordt vastgesteld.
4. Uiterlijk met ingang van de dag gelegen vijf jaar na inwerkingtreding van deze wet worden het dagloon en de premie voor de belanghebbende, bedoeld in het tweede lid, vastgesteld op grond van artikel 84, eerste lid, onderdeel b, en derde lid van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
5. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot het tweede en derde lid. Bij die regels kan voor situaties, waarin het tweede of derde lid onvoldoende voorziet, worden afgeweken van die leden.
Na artikel VI wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
De algemene maatregel van bestuur, op grond van artikel 52 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals dat artikel luidde op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van de Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, getroffen, berust na de inwerkingtreding van die wet op artikel 65, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
In artikel VII wordt de zinsnede «de persoon, bedoeld in artikel X, ten aanzien van wie de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet op grond van artikel XI van toepassing blijft» vervangen door: de persoon, bedoeld in artikel XII, ten aanzien van wie de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet op grond van artikel XIII van toepassing blijft.
Artikel VIII wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt vervangen door:
1. Met uitzondering van de vermogensbestanddelen die noodzakelijk zijn ter financiering van de toekenningen in het kader van de besluiten van het Landelijk instituut sociale verzekeringen op grond van de artikelen 57, 57a, 58 en 59b van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, met inbegrip van kosten van uitvoering, beheer en administratie van die besluiten, gaan alle vermogensbestanddelen die door het Landelijk instituut sociale verzekeringen afzonderlijk worden beheerd en geadministreerd in de vorm van het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds, over op het Arbeidsongeschiktheidsfonds en het Arbeidsongeschiktheidsfonds zelfstandigen, overeenkomstig door Onze Minister te stellen regels.
2. In het tweede lid wordt «artikel II, onderdelen a, b, e, g, i, j en l» vervangen door: artikel II, onderdelen a en b.
3. In het zesde lid wordt «Organisatiewet sociale verzekeringen» vervangen door: Organisatiewet sociale verzekeringen 1997.
In artikel IX wordt «Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming» telkens vervangen door: Landelijk instituut sociale verzekeringen.
Na artikel XI wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 90, eerste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals dat luidt na inwerkingtreding van de Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, is slechts van toepassing op arbeidsongeschiktheid die is ingetreden op of na de dag van inwerkingtreding van die wet.
Artikel XIII wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
1°. Onderdeel c vervalt.
2°. In onderdeel d wordt «artikel 32a of 37» vervangen door: artikel 32a, 37 of 38.
3°. Onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel d door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. wiens arbeidsongeschiktheid in de zin van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet voor de dag van inwerkingtreding van deze wet is ingetreden en voor wie de wachttijd, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van die wet op die dag was verstreken, doch die op die dag geen recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van die wet, uitsluitend omdat een aanvraag tot toekenning van die uitkering niet was ingediend, met betrekking tot die arbeidsongeschiktheidsuitkering.
2. In het tweede lid vervallen «36a,» en «57, met uitzondering van het tweede lid, onderdelen b en c, 58, 59b».
3. In het derde lid vervalt «voorziening, inkomenssuppletie, vergoeding of toelage,».
4. In het vierde lid wordt «8, zesde, zevende en achtste lid» vervangen door «8, zevende, achtste, negende en tiende lid», vervallen «28,», «30, 31, 32,» en «59» en wordt «82,» vervangen door: 81, 82, 83,.
5. Onder vernummering van het zevende lid tot achtste lid wordt een zevende lid ingevoegd, luidende:
7. Betaling aan een persoon als bedoeld in het eerste lid, van een uitkering, waarop over een periode gelegen voor de dag van inwerkingtreding van deze wet op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet recht bestond, met uitzondering van een uitkering op grond van de artikelen 57, 57a, 58 of 59b van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, die plaatsvindt op of na de dag van inwerkingtreding van deze wet, wordt aangemerkt als betaling van een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
Artikel XIV, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1°. In de onderdelen a en b wordt «de leeftijd van 50 jaar» telkens vervangen door: de leeftijd van 45 jaar.
2°. In de onderdelen b en c vervalt telkens de zinsnede «op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet,».
In artikel XVIII vervalt de zinsnede «en op haar artikel XV, noch artikel XVI, van toepassing is».
Artikel XXIII wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor het artikel wordt «1.» geplaatst.
2. In het eerste lid, onderdeel a, wordt de zinsnede «zonder dat enige andere wettelijke regeling inzake tegemoetkoming in de geldelijke gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid op hem van toepassing was» vervangen door: zonder dat terzake van een op hem betrekking hebbende situatie als bedoeld in artikel XXIV, enige andere wettelijke regeling inzake tegemoetkoming in de geldelijke gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid op hem van toepassing was.
3. Aan het artikel wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:
2. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt mede als verzekerd op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet aangemerkt de persoon die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet recht had op uitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, doch op grond van die wet en de daarop berustende bepalingen niet als verzekerde werd aangemerkt.
Artikel XXIV wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
1°. Onderdeel c vervalt.
2°. In onderdeel d wordt «artikel 32a of 37» vervangen door: artikel 32a, 37 of 38.
3°. Onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel d door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. wiens arbeidsongeschiktheid in de zin van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet voor de dag van inwerkingtreding van deze wet is ingetreden en voor wie de wachttijd, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van die wet op die dag was verstreken, doch die op die dag geen recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van die wet, uitsluitend omdat een aanvraag tot toekenning van die uitkering niet was ingediend, met betrekking tot die arbeidsongeschiktheidsuitkering.
2. In het tweede lid vervallen «36a,» en «57, met uitzondering van het tweede lid, onderdelen b en c, 58,».
3. In het derde lid vervalt «voorziening, vergoeding of toelage,».
4. In het vierde lid vervalt «24, 25, 26,», wordt na «66,» ingevoegd «66a,» en wordt de zinsnede «74, 75 en 76» vervangen door: 73, 74 en 75.
5. Onder vernummering van het zesde lid tot zevende lid wordt een zesde lid ingevoegd, luidende:
6. Betaling aan een persoon als bedoeld in het eerste lid, van een uitkering, waarop over een periode gelegen voor de dag van inwerkingtreding van deze wet op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet recht bestond, met uitzondering van een uitkering op grond van de artikelen 57, 57a, 58 of 59b van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, die plaatsvindt op of na de dag van inwerkingtreding van deze wet, wordt aangemerkt als betaling van een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
Artikel XXX (Coördinatiewet Sociale Verzekering) wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1 wordt «het wachtgeldfonds van de bedrijfsvereniging» vervangen door: het wachtgeldfonds dat het Landelijk instituut sociale verzekeringen voor de betrokken sector afzonderlijk administreert.
2. Aan artikel XXX worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
3. In het zevende lid wordt de tweede zin vervangen door:
Bij die herziening wordt het voor de premieberekening in aanmerking komende loon vastgesteld naar evenredigheid van het ten laste van die werkgevers genoten loon, en blijft, bij de berekening van het loon waarnaar de premie op grond van de Werkloosheidswet wordt vastgesteld, het voor premieberekening in aanmerking komende loon buiten aanmerking tot een evenredig deel van het bedrag, bedoeld in het vierde lid.
4. In het achtste lid wordt de tweede zin vervangen door:
In de te stellen regels wordt uitgegaan van een totaal loonbedrag, dat niet hoger is dan het bedrag bedoeld in het eerste lid, onderscheidenlijk het tweede lid, en waarbij niet meer dan een keer rekening wordt gehouden met dat bedrag.
In artikel XXXI, wordt in het in onderdeel A opgenomen artikel 79, tweede lid, «de bedrijfsvereniging» vervangen door «het Landelijk instituut sociale verzekeringen», wordt «zij» vervangen door «het» en wordt «haar» vervangen door: zijn.
Artikel XXXII (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering) wordt als volgt gewijzigd:
1. Boven de tekst van het artikel wordt een «A» geplaatst.
2. Aan het artikel worden zes onderdelen toegevoegd, luidende:
In artikel 25, eerste lid, onderdeel c, wordt «de bedrijfsvereniging» telkens vervangen door «het Landelijk instituut sociale verzekeringen» en wordt «haar» vervangen door: hem.
Artikel 29g, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
2. In het vierde lid wordt «het tweede of derde lid» vervangen door: het derde lid.
Artikel 82 wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef van het eerste lid wordt vervangen door: De in artikel 81, eerste lid, onderdeel c respectievelijk d, genoemde termijn van één jaar respectievelijk van drie jaren wordt geacht niet te zijn onderbroken:
2. Het tweede lid wordt vervangen door:
2. De in artikel 81, eerste lid, onderdeel c respectievelijk d, genoemde voorwaarde van een verzekeringsduur van één jaar respectievelijk van drie jaren wordt geacht te zijn vervuld, indien de betrokkene in het genot is van een arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Artikel XXXIV (Ziektewet) wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan onderdeel A wordt, onder vernummering van onderdeel 2 tot onderdeel 3 een onderdeel ingevoegd, luidende:
2. Het tweede lid, onderdeel f, wordt vervangen door:
f. arbeidsongeschiktheid, terzake waarvan ziekengeld op grond van deze wet of een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering is toegekend.
2. De onderdelen D en E worden geletterd I en J, waarna vijf onderdelen worden ingevoegd, luidende:
Artikel 32 wordt vervangen door:
1. Indien de verzekerde terzake van de ongeschiktheid tot werken wegens ziekte zowel recht heeft op toekenning van ziekengeld op grond van deze wet als op heropening van een arbeidsongeschiktheidsuitkering in verband met artikel 47 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 21 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen dan wel artikel 20 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, wordt het ziekengeld slechts uitbetaald voorzover het:
a. de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen dan wel de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten overtreft indien uitsluitend artikel 21 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, onderscheidenlijk artikel 20 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten van toepassing is; of
b. de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering overtreft, indien zowel artikel 47 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering als artikel 21 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of artikel 20 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten van toepassing zijn, dan wel uitsluitend artikel 47 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering van toepassing is.
2. Indien de verzekerde terzake van de ongeschiktheid tot werken wegens ziekte zowel recht heeft op toekenning van ziekengeld op grond van deze wet als op herziening van een arbeidsongeschiktheidsuitkering in verband met de artikelen 38 en 39 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 14 en 15 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de artikelen 13 en 14 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt het ziekengeld slechts uitbetaald voorzover het:
a. het bedrag, waarmee de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen onderscheidenlijk de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten in verband met die herziening is verhoogd, overtreft, indien uitsluitend artikel 14 of 15 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen onderscheidenlijk artikel 13 of 14 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten van toepassing is; of
b. het bedrag, waarmee de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering in verband met die herziening is verhoogd, overtreft, indien zowel artikel 38 of 39 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering als artikel 14 of 15 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of artikel 13 of 14 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, van toepassing zijn, dan wel uitsluitend artikel 38 of 39 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering van toepassing is.
3. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen is bevoegd in bijzondere gevallen van het ziekengeld een hoger bedrag uit te betalen, dan in het eerste en tweede lid is bepaald.
4. Onze Minister kan met betrekking tot gevallen van samenloop van ziekengeld met arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten regels stellen. Bij deze regels kan worden afgeweken van het eerste tot en met derde lid.
Artikel 45, eerste lid, onderdeel f, wordt vervangen door:
f. indien met betrekking tot de ongeschiktheid tot werken bij de uitvoering van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen onderscheidenlijk de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten toepassing wordt gegeven aan artikel 25 of 28, onderdeel a of b, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 44 of 45, onderdeel a of b, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen onderscheidenlijk artikel 36 of 37, onderdeel a of b, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;.
In artikel 45g, tweede lid, wordt «Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
Artikel 65 wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef van het eerste lid wordt vervangen door: De in artikel 64, eerste lid, onderdeel c respectievelijk d, genoemde termijn van één jaar respectievelijk van drie jaren wordt geacht niet te zijn onderbroken:
2. Het tweede lid wordt vervangen door:
2. De in artikel 64, eerste lid, onderdeel c respectievelijk d, genoemde voorwaarde van een verzekeringsduur van één jaar respectievelijk van drie jaren wordt geacht te zijn vervuld, indien de betrokkene in het genot is van een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Artikel XXXV (Werkloosheidswet) wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen B, C en D worden respectievelijk geletterd G, H en K.
2. Na onderdeel A worden vijf onderdelen ingevoegd, luidende:
Artikel 19, eerste lid, onderdeel b, wordt vervangen door:
b. een uitkering ontvangt op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van tenminste 80%, of een uitkering ontvangt die naar aard en strekking met een van de genoemde uitkeringen overeenkomt of die een toelage ontvangt op grond van artikel 58, eerste of derde lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet die, al dan niet vermeerderd met een van de genoemde uitkeringen, 70% of meer bedraagt van het dagloon of de grondslag, waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering is of zou zijn berekend;.
In artikel 27g, tweede lid, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 36b wordt de zinsnede «Het Landelijk instituut stelt regels gesteld» vervangen door: Het Landelijk instituut sociale verzekeringen stelt regels.
In artikel 45, vierde lid, wordt «of de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: , de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 52j, eerste lid, vervalt de zinsnede «artikel 6 van de Algemene arbeidsongeschiktheidswet en ».
3. In onderdeel G wordt «het wachtgeldfonds van de bedrijfsvereniging» vervangen door: het wachtgeldfonds dat het Landelijk instituut sociale verzekeringen voor de betrokken sector afzonderlijk administreert.
4. Na onderdeel H worden drie onderdelen ingevoegd, luidende:
Artikel 86 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste zin wordt de zinsnede «Het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming stelt,» vervangen door «Het Landelijk instituut sociale verzekeringen stelt».
b. De tweede zin vervalt.
2. Het vierde lid wordt vervangen door:
4. Indien een herziening van het in het eerste lid bedoelde premiepercentage of een wijziging in de verdeling van de premie op grond van artikel 81, derde lid, ingaat op een ander tijdstip dan met ingang van 1 januari, stelt het Landelijk instituut sociale verzekeringen een voor alle takken van bedrijf en beroep gemiddeld percentage vast voor werkgevers respectievelijk werknemers dat zal gelden voor het gehele kalenderjaar.
3. Het vijfde lid vervalt.
Artikel 89, onderdeel d, wordt vervangen door:
d. het door de werkgever verschuldigde bedrag, bedoeld in artikel 52j en in artikel 46 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Artikel XXXVI (Wet financiering volksverzekeringen) wordt vervangen door:
De Wet financiering volksverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1, onderdeel e, wordt vervangen door:
e. algemene arbeidsongeschiktheidsverzekering: de verzekering, bedoeld in artikel 4 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals deze verzekering gold tot de dag van de inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen;
f. Algemene Arbeidsongeschiktheidswet: de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de daarop berustende bepalingen, zoals die wet en die bepalingen luidden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen.
Artikel 2, onderdeel d, wordt vervangen door:
d. vrijwillige algemene arbeidsongeschiktheidsverzekering: de verzekering, bedoeld in artikel 59a van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals deze verzekering gold tot de dag van de inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen.
In artikel 10, tweede lid, vervalt de zinsnede « en de algemene arbeidsongeschiktheidsverzekering».
In artikel 11 vervalt het derde lid en vervalt «en derde» in het vierde lid, dat wordt vernummerd tot derde lid.
In artikel 18, vierde lid, onderdeel c, vervalt de zinsnede «de algemene arbeidsongeschiktheidsverzekering,».
In artikel 25 wordt «, de vrijwillige nabestaandenverzekering en de vrijwillige algemene arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: en de vrijwillige nabestaandenverzekering.
In artikel 26, eerste lid, wordt de puntkomma aan het einde van onderdeel a vervangen door een punt en vervallen «: a.» en onderdeel b.
In artikel 27, derde lid, wordt «, de vrijwillige nabestaandenverzekering en de vrijwillige algemene arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: en de vrijwillige nabestaandenverzekering.
Voor de tekst van artikel 34 wordt een 1. geplaatst waarna een tweede lid wordt toegevoegd, luidende:
2. Het beheer en de administratie in de vorm van een Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds, bedoeld in het eerste lid, eindigen met ingang van de dag, gelegen vier jaar na de dag van inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen.
Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel d, vervalt.
2. Het tweede lid wordt vervangen door:
2. Uit het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds worden betaald de lasten van toekenning uit hoofde van de verzekering voortvloeiend uit artikel 4, in combinatie met de artikelen 57, 57a, 58 en 59b, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet.
3. Aan het artikel wordt een derde lid toegevoegd, luidende:
3. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat andere bedragen dan als bedoeld in het tweede lid uit het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds worden betaald, voor zover deze andere bedragen betrekking hebben op lasten uit hoofde van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet.
Artikel XXXVII (Toeslagenwet) wordt als volgt gewijzigd:
Onderdeel B wordt geletterd D, waarna twee onderdelen worden ingevoegd, luidende:
In artikel 23, tweede lid, wordt « of artikel 40, eerste lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: , artikel 19, eerste lid, onderdeel a, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of artikel 17, eerste lid, onderdeel a, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
Aan artikel XXXVIII (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers) worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt vervangen door:
1. Op de uitkering wordt een bedrag ingehouden dat gelijk is aan het bedrag van de premie dat een werkgever op grond van de Werkloosheidswet op het overeenkomstige loon van een werknemer, die verzekerd is op grond van die wet, inhoudt.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede «een van de sociale verzekeringswetten» vervangen door: de Werkloosheidswet.
Artikel XXXIX (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) wordt als volgt gewijzigd: Onderdeel C wordt geletterd E, waarna twee onderdelen worden ingevoegd, luidende:
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt vervangen door:
1. Op de uitkering wordt een bedrag ingehouden dat gelijk is aan het bedrag van de premie dat een werkgever op grond van de Werkloosheidswet op het overeenkomstige loon van een werknemer, die verzekerd is op grond van die wet, inhoudt.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede «een van de sociale verzekeringswetten» vervangen door: de Werkloosheidswet.
Aan artikel XL (Algemene bijstandswet) wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
Artikel XLI (Wet arbeid gehandicapte werknemers) wordt als volgt gewijzigd:
1. De wijziging in onderdeel A, onder 2, vervalt.
2. Onderdeel B wordt vervangen door:
Artikel XLVI (Wet op de inkomstenbelasting 1964) wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen B, C, D en E worden vervangen door:
In artikel 8, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel h door een puntkomma, na dit onderdeel toegevoegd:
i. voordelen bestaande uit uitkeringen en aanspraken op uitkeringen op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
In artikel 8a, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel f door een puntkomma, na dit onderdeel toegevoegd:
g. premies ingevolge de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
Artikel 30a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt vervangen door:
1. Tot de inkomsten in de vorm van bepaalde periodieke uitkeringen en verstrekkingen welke van publiekrechtelijke aard zijn, behoren:
a. uitkeringen ingevolge vrijwillige verzekering op de voet van artikel 45 van de Algemene Ouderdomswet en artikel 63 van de Algemene nabestaandenwet, alsmede uitkeringen ingevolge artikel 48 van de Algemene Ouderdomswet;
b. uitkeringen ingevolge de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
2. In het tweede lid vervalt «(Stb. 1986, 347)».
2. De onderdelen F en G worden geletterd G en I.
3. Na onderdeel E wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
1. In artikel 37, tweede lid, wordt de zinsnede «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (Stb. 1987, 89)» vervangen door: de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen behoudens uitkeringen in verband met bevalling, en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
2. In het derde lid vervalt «(Stb. 1963, 229)».
4. Na onderdeel G wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
In artikel 46, twaalfde lid, wordt de zinsnede «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen behoudens uitkeringen in verband met bevalling, en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
5. Onderdeel I wordt vervangen door:
In artikel 48, derde lid, wordt in onderdeel a «, en» vervangen door een puntkomma en wordt, onder wijziging van de onderdeelsaanduiding b in c, na onderdeel a ingevoegd:
b. verminderd met de als persoonlijke verplichtingen aan te merken premies ingevolge de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, en.
6. Na onderdeel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
Na artikel 71 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Uitkeringen ingevolge artikel 81, tweede lid, onderdeel b, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering die voortvloeien uit aanspraken op uitkeringen ingevolge artikel 59a van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet zoals die wet luidde op 31 december 1997, behoren tot de inkomsten in de vorm van bepaalde periodieke uitkeringen en verstrekkingen welke van publiekrechtelijke aard zijn.
Artikel XLVII (Wet financiële voorzieningen privatisering ABP) wordt vervangen door:
De Wet financiële voorzieningen privatisering ABP wordt als volgt gewijzigd:.
Artikel 21, tweede lid, komt te luiden:
2. Het FAOP heeft tot doel:
a. zorg te dragen voor de uitvoering van paragraaf 9 van de Wet privatisering ABP, alsmede de artikelen 49, 50, vierde lid, 51 en 76 van die wet;
b. zorg te dragen voor de uitvoering van de Wet arbeid gehandicapte werknemers, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van die wet;
c. de middelen bijeen te brengen en te beheren die nodig zijn voor de dekking van de uitgaven van het FAOP ter zake van de WAO-conforme uitkeringen en de voorzieningen overeenkomstig de artikelen 57, 57a en 58 van de AAW, bedoeld in artikel 32 van de Wet privatisering ABP.
Na artikel 21a worden drie nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:
De in artikel 21, tweede lid, onderdeel c, bedoelde middelen worden verkregen door het heffen van de in artikel 23 bedoelde invaliditeitspremie.
Ten gunste van het FAOP komen:
a. de gelden die het FAOP ontvangt door het heffen van de sectorale premie, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b;
b. de gelden die het FAOP op grond van artikel 32 van de Wet privatisering ABP met overeenkomstige toepassing van artikel 57, zesde lid, van de AAW ontvangt;
c. de gelden die het FAOP op grond van artikel 76, eerste lid, van de Wet privatisering ABP met overeenkomstige toepassing van artikel 90 van de WAO ontvangt in verband met uitkeringen als bedoeld in artikel 21a, onderdeel a;
d. de gelden die het FAOP op grond van artikel 32 van de Wet privatisering ABP met overeenkomstige toepassing van artikel 46 van de WAO ontvangt.
In artikel 22, tweede lid, onderdeel a, wordt de zinsnede «en de inhoudingen, bedoeld in de artikelen 30 en 31» vervangen door: en de inhouding, bedoeld in artikel 31.
De artikelen 23 tot en met 26 worden vervangen door vijf nieuwe artikelen, luidende:
1. De invaliditeitspremie, bedoeld in artikel 21b, bestaat uit:
a. de in artikel 77 van de WAO bedoelde basispremie die ten gunste komt van het Arbeidsongeschiktheidsfonds, bedoeld in artikel 72 van de WAO;
b. een sectorale premie die ten gunste komt van het FAOP.
2. De basispremie, waarop de artikelen 77 tot en met 77e van de WAO van toepassing zijn, en de sectorale premie, waarop de artikelen 24 en 25 van toepassing zijn, zijn verschuldigd door elke werkgever.
1. De werkgever betaalt de invaliditeitspremie aan het FAOP.
2. De werkgever mag de door hem verschuldigde invaliditeitspremie niet verhalen op de werknemer.
3. De werkgever is invaliditeitspremie verschuldigd voor iedere in zijn dienst dan wel te zijnen laste komende werknemer.
4. Onverminderd artikel 77 van de WAO, wordt de invaliditeitspremie betaald over het loon dat een werknemer in een uitbetalingstermijn heeft of geacht wordt te hebben ontvangen.
5. Iedere werkgever doet zo spoedig mogelijk na het verstrijken van elke uitbetalingstermijn, doch uiterlijk voor het einde van de maand volgende op die termijn, aan het bestuur van het FAOP per werknemer en per dienstverhouding gespecificeerd opgave van het loon over bedoelde termijn en zo nodig van de voor die termijn geldende deeltijdfactor.
6. Het bestuur van het FAOP kan met het oog op de inning van de invaliditeitspremie ambtshalve een heffingsgrondslag vaststellen, wijzigen of intrekken.
7. De werkgever betaalt de door hem verschuldigde invaliditeitspremie aan het FAOP voor het einde van de maand volgende op de uitbetalingstermijn waarop die invaliditeitspremie betrekking heeft.
8. De werkgever is aan het FAOP de wettelijke rente verschuldigd over bedragen die niet tijdig zijn voldaan.
1. De invaliditeitspremie wordt door het FAOP geheven in een overeenkomstig dit artikel vastgesteld percentage van de in artikel 26a bedoelde heffingsgrondslag.
2. De invaliditeitspremie bedraagt een door het bestuur van het FAOP vast te stellen percentage van de in artikel 26a bedoelde heffingsgrondslag. Het in de eerste volzin bedoelde percentage bedraagt de som van:
a. het door het Landelijk instituut sociale verzekeringen, genoemd in artikel 30 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, op basis van artikel 77, tweede lid, van de WAO vastgestelde percentage van de in dat artikel bedoelde basispremie, en
b. het door het bestuur van het FAOP op basis van artikel 26 vastgestelde percentage van de in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, bedoelde sectorale premie.
3. In afwijking van het tweede lid en van artikel 77, eerste lid, van de WAO bedraagt de invaliditeitspremie over het loon uit een deeltijdbetrekking: het met de deeltijdfactor vermenigvuldigde percentage van de in artikel 26a bedoelde heffingsgrondslag.
4. Het bestuur van het FAOP stelt het in het tweede lid bedoelde percentage op zodanige manier vast, dat per kalenderjaar de uitgaven van het FAOP, bedoeld in artikel 21a, zijn gedekt alsmede de in artikel 21d bedoelde vermogensreserve in stand wordt gehouden. Daarbij wordt tevens rekening gehouden met de opbrengst van de belegging van de vermogensreserve.
1. Het percentage van de in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, bedoelde sectorale premie, alsmede de periode waarvoor dit percentage zal gelden, worden door het bestuur van het FAOP vastgesteld in overeenstemming met Onze Minister en de Raad voor het overheidspersoneelsbeleid.
2. Indien de in het eerste lid bedoelde overeenstemming niet wordt bereikt, wordt het in het eerste lid bedoelde percentage voor de duur van drie maanden vastgesteld bij ministeriële regeling.
1. De in artikel 23, eerste lid, onderdeel a, bedoelde basispremie wordt geheven over de heffingsgrondslag. De in de eerste zin bedoelde heffingsgrondslag is het in artikel VI, derde lid, tweede zin, van de Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen juncto artikel 77, eerste lid, van de WAO bedoelde loon.
2. De in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, bedoelde sectorale premie wordt geheven over de heffingsgrondslag. De in de eerste volzin bedoelde heffingsgrondslag is het loon dat de werknemer in een uitbetalingstermijn van dezelfde werkgever heeft of geacht wordt te hebben ontvangen, voor zover dit loon, herleid naar een jaarbedrag, niet uitgaat boven het bedrag dat wordt verkregen door het bedrag, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering, te vermenigvuldigen met 261.
3. Indien de werknemer die ambtenaar is, zijn betrekking niet feitelijk vervult wegens het vervullen van een andere betrekking op grond van waarvan hij eveneens ambtenaar is, wordt de heffingsgrondslag, bedoeld in het tweede lid, voor de eerstbedoelde betrekking zoveel mogelijk verminderd met de heffingsgrondslag voor de laatstbedoelde betrekking.
In artikel 28, tweede lid, onderdeel a, wordt de zinsnede «en de inhoudingen, bedoeld in de artikelen 30 en 31» vervangen door: en de inhouding, bedoeld in artikel 31.
Artikel 29, tweede lid, komt te luiden:
2. In afwijking van het eerste lid wordt voor de vaststelling van de inhouding inzake werkloosheid, bedoeld in artikel 31, de heffingsgrondslag, bedoeld in het eerste lid en herleid naar een jaarbedrag, voor zoveel mogelijk verminderd met het bedrag dat wordt verkregen door het bedrag voor de werknemer, bedoeld in artikel 9, vierde lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering, te vermenigvuldigen met 261.
Artikel 31, eerste lid, komt te luiden:
1. De werkgever houdt op het loon van de werknemer een inhouding inzake werkloosheid in, ter grootte van een percentage van de heffingsgrondslag dat overeenkomt met het premiedeel dat op grond van artikel 86, eerste lid, van de Werkloosheidswet, wordt vastgesteld door het Landelijk instituut sociale verzekeringen, voorzover dat premiedeel ten laste wordt gebracht van de werknemer in de zin van die wet.
In artikel 32b wordt de zinsnede «de inhouding op het loon inzake arbeidsongeschiktheid en werkloosheid» vervangen door: de inhouding op het loon inzake werkloosheid.
Artikel 49, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. een voorstel omtrent de vast te stellen sectorale premie, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, die toereikend is voor de dekking van de in artikel 21a bedoelde uitgaven.
Artikel XLVIII (Wet privatisering ABP) wordt vervangen door:
De Wet privatisering ABP wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 32, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: In artikel 32, eerste lid, wordt de zinsnede «De artikelen 2a, 2b, 7b, 12, 13, 14, eerste lid, 15 tot en met 17, uitgezonderd artikel 17, derde lid, de hoofdstukken II en IIA en de artikelen 80, 88, 89 en 92 tot en met 98c van de WAO» vervangen door: De artikelen 7b, 12, 13, 14, eerste lid, 15 tot en met 17, uitgezonderd artikel 17, derde lid, de hoofdstukken II en IIA en de artikelen 80, 87, 87a, 87b, 87c, 87d, 88, 88a tot en met 88i, 89 en 92 tot en met 98c van de WAO.
Na artikel 32 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
1. De werkgever van de in artikel 32 bedoelde overheidswerknemer of gewezen overheidswerknemer is verplicht een geval, waarin de arbeidsongeschiktheid in de zin van dat artikel voortduurt, uiterlijk in de zesde maand na aanvang van de arbeidsongeschiktheid bij het FAOP te melden. De werkgever geeft daarbij de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid op. Voor het bepalen van het tijdvak van zes maanden worden tijdvakken van arbeidsongeschiktheid samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.
2. Als werkgever van de in het eerste lid bedoelde gewezen overheidswerknemer die recht heeft op een uitkering terzake van werkloosheid, wordt beschouwd de instantie van wie betrokkene de uitkering terzake van werkloosheid ontvangt.
3. Het FAOP kan omtrent de uitvoering van dit artikel voorschriften geven.
Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt na de zinsnede «de ministeriële regeling op grond van artikel 8, derde lid, van de AAW» ingevoegd: , zoals die regeling luidde op 31 december 1995,.
2. In het derde lid wordt na de zinsnede «de ministeriële regeling op grond van artikel 8, derde lid, van de AAW,» ingevoegd: zoals die regeling luidde op 31 december 1995,.
In artikel 40, eerste lid, wordt na de zinsnede «de ministeriële regeling op grond van artikel 8, derde lid, van de AAW» ingevoegd: , zoals die regeling luidde op 31 december 1995,.
Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:
1. De puntkomma aan het slot van onderdeel c wordt vervangen door een punt.
2. Onderdeel d vervalt.
Na artikel 44 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Een stimuleringsuitkering als bedoeld in artikel XIII, eerste lid, van de Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen van een overheidswerknemer of een gewezen overheidswerknemer als bedoeld in artikel 32, eerste lid, wordt, ingeval van herleving daarvan na eerder te zijn beëindigd, betaald door het FAOP en komt ten laste van het Arbeidsongeschiktheidsfonds, bedoeld in artikel 72 van de WAO.
Artikel 46, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel b vervalt onder verlettering van de onderdelen c tot en met g tot b tot en met f.
2. In het nieuwe onderdeel b wordt «bedoeld in de artikelen 11, eerste lid, en 16 van die wet» vervangen door: bedoeld in artikel 11, eerste lid, van die wet.
Artikel LII (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen) wordt als volgt gewijzigd:
1. Boven de tekst van het artikel wordt een «A» geplaatst.
2. Aan het artikel worden een onderdeel toegevoegd, luidende:
Artikel 6, eerste lid, wordt vervangen door:
1. Het uitvoeringsorgaan houdt op de uitkering ingevolge deze wet en de toeslag op deze uitkering ingevolge de Toeslagenwet een bedrag in, dat gelijk is aan het bedrag van de premie die een werkgever op grond van de Werkloosheidswet, op het overeenkomstige loon van een werknemer die verzekerd is op grond van die wet, inhoudt.
Artikel LIII (Burgerlijk Wetboek) wordt vervangen door:
Het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 197, eerste lid, onderdeel a, van Boek 6 wordt vervangen door:
a. bij de vaststelling van het totale bedrag waarvoor aansprakelijkheid naar burgerlijk recht zou bestaan, vereist voor de berekening van het bedrag waarvoor verhaal bestaat krachtens artikel 107a en de artikelen 90 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 68 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 60 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, 52a van de Ziektewet, 61 van de Algemene nabestaandenwet, 83b, eerste lid, van de Ziekenfondswet en 8 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen;.
Artikel 629, vierde lid, eerste zin, van Boek 7 wordt vervangen door:
4. Het loon wordt verminderd met het bedrag van enige geldelijke uitkering die de werknemer toekomt krachtens enige wettelijk voorgeschreven verzekering of krachtens enige verzekering of uit enig fonds waarin de werknemer niet deelneemt.
Aan het slot van artikel 631, derde lid, van Boek 7 wordt een zin toegevoegd, luidende: Onder enig ander fonds als bedoeld in onderdeel c, wordt niet verstaan een fonds dat tot doel heeft aan de werkgever of aan de werknemer een uitkering te doen die verband houdt met het recht van de werknemer op doorbetaling van loon tijdens ziekte, zwangerschap of bevalling als bedoeld in artikel 629 lid 1, of met de betaling van arbeidsongeschiktheidsuitkering als bedoeld in artikel 75a van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
In artikel LVII (Inwerkingtreding), tweede lid, wordt «XXXIV, onderdeel E» vervangen door: XXXIV, onderdeel H.
Na artikel LV wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
LVa. OVERGANGSRECHT ARTIKEL 16, TWEEDE LID, ONDERDEEL A, WTZ
Degene, die op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet een arbeidsongeschiktheidsuitkering ingevolge de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet ontving en ingevolge artikel 16, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen, zoals dat onderdeel luidde op de dag voorafgaande aan de dag met ingang waarvan deze wet in werking is getreden, niet verplicht verzekerd is ingevolge de Ziekenfondswet, blijft zolang met toepassing van de artikelen XII en XIII een uitkering wordt ontvangen en de omstandigheden bedoeld in artikel 16, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen, zoals dat onderdeel luidde op de dag, voorafgaande aan de dag met ingang waarvan deze wet in werking is getreden, op hem van toepassing zijn, uitgezonderd van de verplichte verzekering ingevolge de Ziekenfondswet.
De Invoeringswet Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 wordt als volgt gewijzigd:
De Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 34, vijfde lid, van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid wordt de zinsnede «De in het derde en vijfde lid bedoelde regels» vervangen door «De in het derde en vierde lid bedoelde regels» en wordt de zinsnede «een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt het zinsdeel «die recht heeft op uitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, of de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering of beide wetten, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van 80% of meer, en berekend naar een grondslag als bedoeld in artikel 10 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, die ten minste gelijk is aan 70% van het minimumloon als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van die wet of een dagloon als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of een vervolgdagloon als bedoeld in artikel 21b van die wet, dat ten minste gelijk is aan 108/100 maal 70% van bedoeld minimumloon, heeft recht op een verhoging van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering» vervangen door: die recht heeft op uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten of meer van deze wetten gezamenlijk, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van 80% of meer, en berekend naar een dagloon als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of een vervolgdagloon als bedoeld in artikel 21b van die wet, dat ten minste gelijk is aan 108/100 maal 70% van het minimumloon, bedoeld in artikel 13, tweede lid, van die wet, of berekend naar een grondslag die ten minste gelijk is aan 70% het minimumloon als bedoeld in artikel 8, zevende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, of artikel 7, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, heeft recht op een verhoging van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede «bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: zijnde het minimumloon per maand, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, gedeeld door 21,75, of, indien het een persoon jonger dan 23 jaar betreft, het minimumloon per maand dat voor zijn leeftijd geldt op grond van artikel 7, derde lid, en artikel 8, derde lid, van genoemde wet, gedeeld door 21,75.
3. In het derde lid wordt de zinsnede «het totaalbedrag aan uitkering per dag op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: het totaalbedrag aan uitkering per dag op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
4. Het vierde lid wordt vervangen door:
4. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld inzake het aanmerken van de in het eerste lid bedoelde verhoging als een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 2, derde lid, onderdeel e, van de Jeugdwerkgarantiewet wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet danwel de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
De Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel h worden na onderdeel 9 drie onderdelen toegevoegd, luidende:
10. het Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten, genoemd in artikel 63 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;
11. de Arbeidsongeschiktheidskas, genoemd in artikel 73 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
12. het Arbeidsongeschiktheidsfonds zelfstandigen, genoemd in artikel 78 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;
2. Vervallen
3. Onderdeel j wordt vervangen door:
j. verzekerde: de werknemer in de zin van de Werkloosheidswet, de Ziektewet of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, alsmede de verzekerde op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Algemene Ouderdomswet, de Algemene Kinderbijslagwet of de Algemene nabestaandenwet, voorzover hij geen uitkering of voorziening op grond van deze wetten ontvangt;.
4. Onderdeel l wordt vervangen door:
l. uitkeringsgerechtigde: degene die een uitkering ontvangt op grond van de Werkloosheidswet, de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria, de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Toeslagenwet, de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;.
In artikel 16, eerste lid, wordt « of de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: , de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
Artikel 38, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «de Toeslagenwet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Toeslagenwet.
2. In onderdeel c wordt «subonderdelen 1 tot en met 4, en onderdeel i bedoelde fondsen» vervangen door: subonderdelen 1 tot en met 4 en 9 bedoelde fondsen.
In artikel 80, derde lid, wordt «het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds», vervangen door: het Arbeidsongeschiktheidsfonds zelfstandigen, het Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten.
In artikel 84, tweede lid, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 97, onderdeel c, vervalt de zinsnede «, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet».
In artikel 107 wordt de zinsnede «20a, vierde lid, en 48, vierde lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: 48, vierde lid, en 63, vijfde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 40, vierde lid, en 55, vierde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
De Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1, onderdeel a, wordt «Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals die wet luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt een tweede zin toegevoegd, luidende: De eerste zin is van overeenkomstige toepassing op uitkeringen die als gevolg van de toepassing van artikel XIII, vijfde en zesde lid, of artikel XXIV, vijfde of zesde lid, van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen worden aangemerkt als een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
2. Het negende lid wordt vervangen door:
9. Onze Minister kan, in afwijking van het eerste tot en met vijfde lid, regels stellen ter bepaling van het dagloon dat ten grondslag ligt aan de uitkering van de werkloze persoon wiens arbeidsongeschiktheidsuitkering voor de toepassing, bedoeld in artikel 2, eerste, tweede of derde lid, werd uitbetaald:
a. op grond van artikel 46a van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of artikel 36a, tweede of derde lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet zoals die artikelen luidden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen;
b. met toepassing van op grond van artikel 65c, eerste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering gestelde regels;
c. op grond van artikel 59 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen; of
d. op grond van artikel 51 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
In artikel 9, tiende lid, wordt de zinsnede «categorieën van werknemers» vervangen door: categorieën van werkloze personen.
De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 1 worden de onderdelen b, c en d, vervangen door:
b. College van toezicht sociale verzekeringen: het College van toezicht sociale verzekeringen, genoemd in hoofdstuk 2 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997;
c. Landelijk instituut sociale verzekeringen: het Landelijk instituut sociale verzekeringen, genoemd in hoofdstuk 4 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997;
d. uitvoeringsinstelling: een uitvoeringsinstelling als bedoeld in artikel 41, derde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997;.
2. Aan artikel 1 wordt na het zevende lid een nieuw lid toegevoegd, luidende:
8. Onder dienstbetrekking wordt mede verstaan de in artikel 6, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, bedoelde arbeidsverhouding van de persoon, aan wie door het Rijk terzake van zijn arbeidsverhouding invaliditeitspensioen is verzekerd. Dit lid vervalt indien het bij koninklijke boodschap van 27 maart 1997 ingediende voorstel van wet houdende het onder de werkingssfeer van de wettelijke werknemersverzekeringen brengen van het overheidspersoneel (Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen; 25 282) tot wet wordt verheven en in werking treedt en fase 1 van die wet als bedoeld in artikel 50 van die wet een aanvang neemt.
In artikel 2, zevende lid, wordt «nadere regels» vervangen door: nadere en zonodig afwijkende regels.
Artikel 3, tweede lid, onderdeel g, vervalt, onder vervanging van de puntkomma aan het eind van onderdeel f door een punt.
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid worden twee zinnen toegevoegd, luidende: Als eerste dag van de arbeidsongeschiktheid geldt de eerste werkdag waarop wegens ziekte niet is gewerkt of het werken tijdens de werktijd is gestaakt. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan regels stellen inzake welke dag als eerste werkdag wordt aangemerkt.
2. Onder vernummering van het zesde lid tot zevende lid, wordt een nieuw zesde lid ingevoegd, luidende:
6. Voor het bepalen van het tijdvak van 52 weken, bedoeld in het tweede lid, worden steeds in aanmerking genomen tijdvakken, gedurende welke de verzekerde recht zou hebben gehad op ziekengeld op grond van de Ziektewet, indien hij op grond van die wet zou zijn verzekerd.
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, onderdeel a en b, wordt na «voorafgaande aan het intreden van zijn arbeidsongeschiktheid» ingevoegd: als beroepsbeoefenaar.
2. In het zesde lid wordt de zinsnede «wordt bij of krachtens algemene maatregel van bestuur een grondslag vastgesteld» vervangen door: kan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, zonodig in afwijking van het tweede tot en met vierde lid, een grondslag worden vastgesteld.
3. Het twaalfde lid vervalt.
4. Na het tiende lid worden, onder vernummering van het elfde lid tot achttiende lid, zeven nieuwe leden ingevoegd, luidende:
11. Indien de verzekerde die recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering met ingang van dezelfde dag recht heeft op toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt het bedrag van de overeenkomstig het tweede tot en met zesde lid vastgestelde grondslag, doch ten hoogste het op grond van artikel 72, tweede lid, aangewezen bedrag, verminderd met een bedrag dat gelijk is aan het dagloon dat aan de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering ten grondslag ligt.
12. Indien de verzekerde die recht heeft op arbeidsongeschiktheidsuitkering bij het intreden van de arbeidsongeschiktheid tevens verzekerde was op grond van artikel 3, 4 of 5 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, wordt het bedrag van de overeenkomstig het tweede tot en met zesde lid vastgestelde grondslag, doch ten hoogste het op grond van artikel 72, tweede lid, aangewezen bedrag, verminderd met een bedrag dat gelijk is aan het loon dat hij als werknemer genoot, voor zover dat loon als dagloon aan de toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering ten grondslag zou liggen als hij arbeidsongeschikt zou zijn geworden in de zin van die wet.
13. Indien de verzekerde die recht heeft op arbeidsongeschiktheidsuitkering op de dag van het intreden van de arbeidsongeschiktheid recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, ziekengeld op grond van de Ziektewet of een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, wordt het bedrag van de overeenkomstig het tweede tot en met zesde lid vastgestelde grondslag, doch ten hoogste het op grond van artikel 72, tweede lid, aangewezen bedrag, verminderd met het bedrag van genoemde uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Ziektewet of de Werkloosheidswet waarop hij recht heeft op de dag voorafgaande aan het intreden van de arbeidsongeschiktheid.
14. Indien het in het elfde lid bedoelde dagloon, het in het twaalfde lid bedoelde loon of het in het dertiende lid bedoelde bedrag van de uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Ziektewet of de Werkloosheidswet, alsmede het in die leden genoemde bedrag van de overeenkomstig het tweede tot en met zesde lid vastgestelde grondslag lager is dan het minimumloon, bedoeld in het achtste lid, bedraagt de grondslag voor de arbeidsongeschiktheidsuitkering het minimumloon, verminderd met dat dagloon, loon of bedrag, tenzij de grondslag, berekend op grond van het tweede tot en met zesde lid tot een lager bedrag leidt, in welk geval laatstgenoemd bedrag als grondslag geldt.
15. De toepassing van het elfde, twaalfde en dertiende lid geldt onverminderd het zevende lid.
16. Voor de toepassing van het elfde tot en met het veertiende lid wordt onder loon, arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, ziekengeld op grond van de Ziektewet of uitkering op grond van de Werkloosheidswet tevens verstaan de vakantie-uitkering waarop uit hoofde van dat loon of die uitkering recht bestaat, voor zover die vakantie-uitkering over dezelfde periode is berekend.
17. Het elfde tot en met veertiende lid is niet van toepassing op de persoon die een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt op grond van de vrijwillige verzekering, bedoeld in hoofdstuk VI van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, hoofdstuk IV van de Ziektewet of hoofdstuk III van de Werkloosheidswet.
5. In het achttiende lid wordt de zinsnede «Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere en zo nodig afwijkende regels worden gesteld.
6. Aan het artikel worden vier nieuwe leden toegevoegd, luidende:
19. voor de toepassing van het elfde tot en met het veertiende lid en het zestiende lid, wordt:
a. met een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering gelijkgesteld een WAO-conforme uitkering op grond van artikel 32, eerste lid, van de Wet privatisering ABP danwel een pensioen terzake van arbeidsongeschiktheid op grond van artikel E 6 van de Algemene militaire pensioenwet;
b. onder dagloon mede verstaan: het dagloon, bedoeld in artikel 32, vierde lid, van de Wet privatisering ABP danwel de pensioengrondslag, bedoeld in artikel F 6 van de Algemene militaire pensioenwet;
c. onder loon verstaan: loon uit dienstbetrekking;
d. met een uitkering op grond van de Werkloosheidswet gelijkgesteld een uitkering terzake van ontslag of werkloosheid onder welke benaming dan ook, met uitzondering van een uitkering in verband met functioneel leeftijdsontslag of vrijwillig vervroegd uittreden, uit hoofde van een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 1, achtste lid.
20. In het negentiende lid vervallen de onderdelen a tot en met c indien het bij koninklijke boodschap van 27 maart 1997 ingediende voorstel van wet houdende het onder de werkingssfeer van de wettelijke werknemersverzekeringen brengen van het overheidspersoneel (Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen; 25 282) tot wet wordt verheven en in werking treedt en fase 1 van die wet als bedoeld in artikel 50 van die wet een aanvang neemt.
21. Het negentiende lid, onderdeel d, en dit lid vervallen indien het bij koninklijke boodschap van 27 maart 1997 ingediende voorstel van wet houdende het onder de werkingssfeer van de wettelijke werknemersverzekeringen brengen van het overheidspersoneel (Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen; 25 282) tot wet wordt verheven en in werking treedt en fase 3 van die wet als bedoeld in artikel 54 van die wet een aanvang neemt.
22. Het twaalfde lid is mede van toepassing op de persoon, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, aan wie door het Rijk terzake van zijn arbeidsverhouding invaliditeitspensioen is verzekerd. Dit lid vervalt indien het bij koninklijke boodschap van 27 maart 1997 ingediende voorstel van wet houdende het onder de werkingssfeer van de wettelijke werknemersverzekeringen brengen van het overheidspersoneel (Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen; 25 282) tot wet wordt verheven en in werking treedt en fase 1 van die wet, als bedoeld in artikel 50 van die wet, een aanvang neemt.
In de artikelen 11, derde lid, 12, tweede lid, 18, eerste en tweede lid, 19, eerste lid, onderdeel b, 24, vierde lid, 33, eerste lid, 34, eerste lid, 35, derde en zesde lid, 38, derde lid, 39, eerste lid, 40, eerste, tweede en derde lid, 41, derde lid, 45, eerste lid, onderdelen a, b en c, 46, onderdelen a, b en d, 47, tweede lid, 48, eerste, derde en vierde lid, 49, eerste, tweede, derde, vierde en vijfde lid, 50, tweede lid, 52, eerste lid, 55, eerste en derde lid, 57, tweede lid, 58, vierde lid, 61, zevende lid, 63, eerste, tweede en vijfde lid, 69, tweede lid, 79, onderdeel d, 80, onderdeel e, 89, tweede lid, 95, 96, eerste en tweede lid, 100, wordt «de bedrijfsvereniging» telkens vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
In de artikelen 11, eerste lid, 34, tweede lid, 35, tweede lid, 36, tweede lid, 39, derde lid, 41, eerste en tweede lid, 43, 45, eerste en tweede lid, 46, 55, tweede lid, 56, 60, eerste lid, 69, eerste en tweede lid, 89, derde lid, wordt «De bedrijfsvereniging» vervangen door: Het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
In de artikelen 12, derde lid, 35, zevende lid, 65, 73, tweede en derde lid, 78, eerste en derde lid, wordt «Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming» telkens vervangen door: Landelijk instituut sociale verzekeringen.
Het opschrift van § 4 van hoofdstuk 3, afdeling 1, wordt vervangen door:
§ 4. Garantie voor oudere arbeidsongeschikten
Artikel 40 wordt vervangen door:
Het opschrift van artikel 41 wordt vervangen door:
Oproep en onderzoek door of namens het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
In artikel 42 wordt «Onze Minister» vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel e, wordt vervangen door:
e. de verzekerde ten aanzien van wie of ten behoeve van wie een voorziening tot behoud, herstel of ter bevordering van de arbeidsgeschiktheid, een aan die voorziening verbonden andere voorziening, toelage of vergoeding, dan wel inkomenssuppletie op grond van een wettelijke regeling is toegekend of waarvan toekenning wordt overwogen.
2. In het eerste lid, wordt «zij» vervangen door «het» en wordt «haar» vervangen door: hem.
3. In het tweede lid wordt «haar» vervangen door: hem.
Artikel 44 wordt vervangen door:
In artikel 45, eerste lid, vervalt de zinsnede «, de inkomenssuppletie of de toelage» en wordt «haar» telkens vervangen door: hem.
Artikel 46 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de onderdelen a en b wordt «haar» vervangen door: hem.
2. In onderdeel d wordt «artikel 91, vierde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen» vervangen door: artikel 89, vierde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997.
Artikel 47, vierde lid, wordt vervangen door:
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot het eerste lid.
Artikel 48, zesde lid, wordt vervangen door:
6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot het eerste en het tweede lid.
Artikel 50, derde lid, wordt vervangen door:
3. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen stelt nadere regels met betrekking tot het eerste lid.
In artikel 51, derde lid, wordt «de betrokken bedrijfsvereniging» vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
Artikel 54 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «zevende lid » vervangen door: zesde lid.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede «een uitkering, voorziening, toelage of vergoeding ontvangt op grond van deze wet» vervangen door: een uitkering ontvangt op grond van deze wet.
3. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde tot en met tiende lid tot het derde tot en met negende lid.
4. In het derde lid wordt «op haar verzoek aan de bedrijfsvereniging die de boete heeft opgelegd» vervangen door: op zijn verzoek aan het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
5. Het vierde lid wordt vervangen door:
4. Indien de persoon aan wie een boete is opgelegd geen uitkering of toeslag als bedoeld in het tweede of derde lid ontvangt, of meer ontvangt, dan wel ten aanzien van zodanige uitkering of toeslag toepassing van het tweede of derde lid niet mogelijk is, wordt het besluit waarbij de boete is opgelegd bij gebreke van tijdige betaling met toepassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op zijn kosten betekend en tenuitvoergelegd.
6. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:
1°. De zinsnede «, derde of vierde lid» wordt vervangen door: of derde lid.
2°. «vijfde lid» wordt vervangen door: vierde lid.
3°. De zinsnede «tweede, derde of vierde lid in combinatie met het vijfde lid» wordt vervangen door: tweede of derde lid in combinatie met het vierde lid.
7. In het zevende lid wordt «de bedrijfsvereniging» telkens vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
8. In het negende lid wordt «Het negende lid» vervangen door: Het achtste lid.
Artikel 55 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «over een door haar te bepalen tijdvak» vervangen door: over een door hem te bepalen tijdvak.
2. In het derde lid wordt «zij» telkens vervangen door: het.
Artikel 57, eerste lid, wordt vervangen door:
1. Indien de verzekerde, aan wie een arbeidsongeschiktheidsuitkering of een uitkering in verband met bevalling is toegekend, op grond van artikel 6, derde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, een bijdrage verschuldigd is in de kosten van een verstrekking als bedoeld in de artikelen 6 en 11 van die wet of een vergoeding als bedoeld in de artikelen 11 en 12 van die wet, dan wel een bijdrage verschuldigd is op grond van artikel 15 van de Overgangswet verzorgingshuizen, kan het Landelijk instituut sociale verzekeringen de uitkering tot het bedrag van die bijdrage in plaats van aan de verzekerde zonder diens machtiging betalen aan de Ziekenfondsraad.
Artikel 59 wordt vervangen door:
1. Indien ter zake van arbeidsongeschiktheid zowel recht bestaat op herziening van de arbeidsongeschiktheidsuitkering in verband met de artikelen 12 tot en met 17 als op toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering uit hoofde van een na ingang van de arbeidsongeschiktheidsuitkering aangevangen dienstbetrekking, wordt de arbeidsongeschiktheidsuitkering uitbetaald voor zover deze de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering overtreft, doch in ieder geval uitbetaald tot de hoogte van het bedrag onmiddellijk voorafgaande aan de herziening.
2. Indien ter zake van arbeidsongeschiktheid zowel recht bestaat op herziening van de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering in verband met de artikelen 36 tot en met 40 van die wet als op toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering uit hoofde van na ingang van eerstbedoelde arbeidsongeschiktheidsuitkering aangevangen werkzaamheden als verzekerde, wordt de arbeidsongeschiktheidsuitkering uitbetaald voor zover deze de herziene arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering overtreft.
3. Indien zowel recht bestaat op een uitkering in verband met bevalling als bedoeld in artikel 22 als op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, wordt de uitkering in verband met bevalling uitbetaald voor zover deze de arbeidsongeschiktheidsuitkering overtreft.
4. Indien zowel recht bestaat op een uitkering in verband met bevalling als bedoeld in artikel 22 als op ziekengeld in verband met bevalling als bedoeld in artikel 29a van de Ziektewet, wordt de uitkering in verband met bevalling uitbetaald voorzover deze ziekengeld in verband met bevalling overtreft.
5. Voor de toepassing van het eerste tot en met het vierde lid wordt onder arbeidsongeschiktheidsuitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en uitkering in verband met bevalling tevens verstaan de vakantie-uitkering waarop uit hoofde van die arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en die uitkering recht bestaat, voor zover die vakantie-uitkering over dezelfde periode is berekend.
6. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op de persoon die een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt op grond van de vrijwillige verzekering, bedoeld in hoofdstuk VI van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Het vierde lid is niet van toepassing op de vrouw die ziekengeld in verband met haar bevalling ontvangt op grond van de vrijwillige verzekering, bedoeld in hoofdstuk IV van de Ziektewet.
7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere en zo nodig afwijkende regels worden gesteld:
a. met betrekking tot het eerste tot en met vijfde lid;
b. ter voorkoming of beperking van samenloop van arbeidsongeschiktheidsuitkering of uitkering in verband met bevalling met de in het eerste tot en met vijfde lid bedoelde uitkeringen in situaties waarin deze leden niet of onvoldoende voorzien;
c. ter voorkoming of beperking van samenloop van arbeidsongeschiktheidsuitkering of uitkering in verband met bevalling op grond van deze wet met uitkering op grond van andere wetten.
8. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter voorkoming of beperking van samenloop van arbeidsongeschiktheidsuitkering met uitkering op grond van de sociale wetgeving van de Nederlandse Antillen, Aruba of van een andere Mogendheid.
9. Voor de toepassing van het eerste, tweede en vijfde lid wordt met een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering gelijkgesteld een WAO-conforme uitkering op grond van artikel 32, eerste lid, van artikel E 6 van de Wet privatisering ABP danwel een pensioen terzake van arbeidsongeschiktheid op grond van de Algemene militaire pensioenwet. Dit lid vervalt indien het bij koninklijke boodschap van 27 maart 1997 ingediende voorstel van wet houdende het onder de werkingssfeer van de wettelijke werknemersverzekeringen brengen van het overheidspersoneel (Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen; 25 282) tot wet wordt verheven en in werking treedt en fase 1 van die wet als bedoeld in artikel 50 van die wet een aanvang neemt.
In artikel 63, eerste lid, wordt de zinsnede «De uitkering of voorziening die als gevolg van een besluit als bedoeld in artikel 18 of 31 onverschuldigd is verstrekt» vervangen door: De uitkering die als gevolg van een besluit als bedoeld in artikel 18 onverschuldigd is verstrekt.
In artikel 66, eerste lid, wordt de zinsnede «, de vakantie-uitkering, de voorziening, de inkomenssuppletie, alsmede de toelage en de vergoeding, bedoeld in artikel 32,» vervangen door: en de vakantie-uitkering.
Artikel 67 wordt vervangen door:
Artikel 70 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt de zinsnede «de bedrijfsvereniging, die bevoegd is tot toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering, op haar verzoek» vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen, op zijn verzoek.
2. In het tweede lid, wordt de zinsnede «alsmede de verzekerde ten aanzien van wie voorzieningen als bedoeld in artikel 30 worden getroffen of overwogen of aan wie een inkomenssuppletie als bedoeld in artikel 28, dan wel een toelage of vergoeding als bedoeld in artikel 32 wordt verleend of overwogen,» vervangen door: alsmede de verzekerde ten aanzien van wie een voorziening, een toelage of vergoeding, dan wel een inkomenssuppletie als bedoeld in artikel 41, eerste lid, onderdeel e, wordt verleend of overwogen.
In artikel 71, eerste lid, wordt «De verzekerde, bedoeld in artikel 3, eerste en derde lid» vervangen door: De verzekerde, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en b, en derde lid.
Na artikel 72 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
1. Op aanvraag wordt aan de verzekerde die gedurende een tijdvak van drie aaneengesloten gehele kalenderjaren, hierna te noemen het middelingstijdvak, premieplichtig is geweest op grond van deze wet een teruggaaf van premie, hierna te noemen een middelingsteruggaaf, verleend. Het kalenderjaar waarin de verzekerde de leeftijd van 65 jaar bereikt wordt niet in een middelingstijdvak betrokken. Een kalenderjaar behorende tot een tijdvak waarover een middelingsteruggaaf is verleend, wordt niet in een ander middelingstijdvak betrokken.
2. De teruggaaf van betaalde premie bedraagt het verschil van de premie die over het middelingstijdvak is geheven en de premie die verschuldigd zou zijn indien het premie-inkomen in elk van die jaren een derde gedeelte zou bedragen van het totaal van de premie-inkomens in die jaren, voor zover dit verschil groter is dan f 1200. Voor de toepassing van de eerste zin wordt een premie-inkomen in een kalenderjaar ten minste op nihil gesteld.
3. De aanvraag wordt gedaan bij de inspecteur van de rijksbelastingdienst binnen twaalf maanden nadat de op de jaren van het middelingstijdvak betrekking hebbende aanslagen inzake premie onherroepelijk zijn geworden. Ingeval over een jaar van het middelingstijdvak wordt nagevorderd of bij beschikking een aanslag wordt verminderd, terwijl op het tijdstip van het onherroepelijk worden van de navorderingsaanslag of de beschikking de in de eerste zin bedoelde termijn van twaalf maanden voor meer dan tien maanden is verstreken, kan een aanvraag van teruggaaf tevens worden gedaan binnen twee maanden na dat tijdstip.
4. De inspecteur van de rijksbelastingdienst beslist op de aanvraag bij voor bezwaar vatbare beschikking.
In artikel 75, vierde lid, wordt de tweede zin vervangen door: De eerste zin is niet van toepassing ingeval aan loonbelasting onderworpen inkomsten uit tegenwoordige arbeid worden genoten, andere dan uit dienstbetrekking.
Artikel 80 wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen b, c en d vervallen en de onderdelen e tot en met h worden geletterd b tot en met e.
2. In onderdeel d wordt «artikel 88» vervangen door: artikel 87.
De artikelen 81 tot en met 88 worden vervangen door:
1. De verzekerde, bedoeld in artikel 3, is verzekerd bij het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
2. In de uitvoering van de in deze wet geregelde verzekering wordt, behoudens de uitvoering die op grond van enig artikel van deze wet aan een ander is opgedragen, voorzien door het Landelijk instituut sociale verzekeringen en door de uitvoeringsinstelling die de werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 verricht.
1. Ten aanzien van de verzekerde, bedoeld in artikel 4, worden de werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, verricht door de uitvoeringsinstelling die deze werkzaamheden verricht voor de sector waarbij hij bij of krachtens de artikelen 52 en 53 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 is aangesloten of zou zijn aangesloten, indien hij personeel in zijn dienst had.
2. Ten aanzien van de verzekerde, bedoeld in artikel 5, worden de werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, verricht door de uitvoeringsinstelling die deze werkzaamheden verricht voor de sector waarbij hij bij of krachtens de artikelen 52 en 53 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 is aangesloten of zou zijn aangesloten, indien hij zijn werkzaamheden in dienstbetrekking zou hebben verricht.
3. Ten aanzien van de verzekerde, bedoeld in artikel 6, worden de werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, verricht door de uitvoeringsinstelling die de werkzaamheden ten aanzien van zijn echtgenoot op grond van het tweede lid verricht. Indien de echtgenoot niet verzekerd is, worden de werkzaamheden ten aanzien van de verzekerde, bedoeld in artikel 6, verricht door de uitvoeringsinstelling die deze werkzaamheden verricht voor de sector waarbij de echtgenoot zou zijn aangesloten, indien hij wel verzekerd zou zijn geweest.
4. Ten aanzien van de verzekerde op wie het eerste tot en met derde lid niet van toepassing is, worden de werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, verricht door een door het Landelijk instituut sociale verzekeringen aan te wijzen uitvoeringsinstelling.
5. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan, onder goedkeuring van Onze Minister, regels stellen waarbij voor één of meer categorieën van verzekerden van het eerste tot en met vierde lid kan worden afgeweken.
1. Indien ten aanzien van de in artikel 4 bedoelde verzekerden de werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 op grond van laatstgenoemde wet door meer dan één uitvoeringsinstelling zouden worden uitgevoerd, worden deze werkzaamheden ten aanzien van deze verzekerde verricht door de uitvoeringsinstelling die deze werkzaamheden verricht voor de sector of het sectoronderdeel, waartoe de werkzaamheden behoren waarvoor door hem in de periode waarover de grondslag voor de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt berekend, het grootste bedrag aan winst of inkomsten wordt genoten.
2. Indien de verzekerde in geval van arbeidsongeschiktheid of in verband met bevalling recht heeft op een uitkering en met ingang van dezelfde dag aanspraak heeft op arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, worden de werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, ten aanzien van deze verzekerde verricht door de uitvoeringsinstelling die deze werkzaamheden verricht met betrekking tot de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
3. Indien de verzekerde in verband met bevalling recht heeft op een uitkering op grond van deze wet en met ingang van dezelfde dag aanspraak heeft op een uitkering in verband met bevalling op grond van de Ziektewet, worden de werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, ten aanzien van deze verzekerde verricht door de uitvoeringsinstelling die deze werkzaamheden verricht met betrekking tot de uitkering in verband met bevalling op grond van de Ziektewet.
4. Indien de verzekerde recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten die is toegekend met ingang van een dag, gelegen vóór de dag waarop hij recht heeft op toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering, worden de werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, ten aanzien van deze verzekerde verricht door de uitvoeringsinstelling die deze werkzaamheden verricht met betrekking tot de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
5. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan regels stellen waarbij een uitvoeringsinstelling de werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, ten aanzien van de verzekerde verricht, in geval van samenloop van arbeidsongeschiktheidsuitkering of uitkering in verband met bevalling met uitkeringen op grond van andere wettelijke regelingen in gevallen, anders dan bedoeld in het tweede tot en met vierde lid.
Ongeacht artikel 82 en 83 worden de werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 met betrekking tot de herziening van een arbeidsongeschiktheidsuitkering verricht door de uitvoeringsinstelling die deze werkzaamheden verrichtte ten tijde van de toekenning van die uitkering.
Onverminderd artikel 83, tweede en derde lid, worden de werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, met betrekking tot de toegekende arbeidsongeschiktheidsuitkering als bedoeld in artikel 20, verricht door de uitvoeringsinstelling die deze werkzaamheden met betrekking tot de in artikel 20, eerste lid, onderdeel a, bedoelde ingetrokken uitkering heeft verricht dan wel door de uitvoeringsinstelling die deze werkzaamheden met betrekking tot de in artikel 20, eerste lid, onderdeel b, bedoelde niet-toegekende uitkering heeft verricht.
1. De werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 met betrekking tot de heropende arbeidsongeschiktheidsuitkering worden verricht door de uitvoeringsinstelling die de werkzaamheden met betrekking tot de ingetrokken uitkering heeft verricht.
2. De heropende arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt beschouwd als een voortzetting van de ingetrokken uitkering. Voor de toepassing van de artikelen 14, tweede lid, en 15, eerste lid, onderdeel c, wordt daarbij met herziening van de arbeidsongeschiktheidsuitkering wegens afneming van de arbeidsongeschiktheid gelijkgesteld intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan in het belang van de bij deze wet geregelde verzekering subsidies verlenen aan instellingen of organisaties, die ten doel hebben het nemen of bevorderen van maatregelen, die strekken tot behoud, herstel of bevordering van de arbeidsgeschiktheid.
Artikel 89 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt vervangen door:
2. Een ontheffing wordt verleend door het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
2. In het derde lid wordt «inspecteur der directe belastingen» vervangen door: inspecteur van de rijksbelastingdienst.
Artikel 96 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift wordt vervangen door:
Beslistermijn Landelijk instituut sociale verzekeringen bij bezwaarschrift.
2. In het tweede lid wordt «zij» vervangen door «het» en wordt «haar» vervangen door: zijn.
Na artikel 99 worden drie artikelen ingevoegd, luidende:
Hij die niet voldoet aan de verplichting, bedoeld in artikel 70, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Hij die op grond van bij of krachtens deze wet vastgestelde bepalingen gehouden is inlichtingen of gegevens te verstrekken, een aangifte of mededeling te doen of een verklaring af te leggen en daarbij opzettelijk een valse opgave doet, dan wel opzettelijk in strijd met bedoelde gehoudenheid iets verzwijgt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Hij die op andere wijze dan door het valselijk opmaken of vervalsen van een geschrift, dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, opzettelijk een opgave, in strijd met de waarheid doet, zulks met het oogmerk om aldus een uitkering of een hogere uitkering op grond van deze wet te verkrijgen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Artikel 101 wordt vervangen door:
Indien het bij koninklijke boodschap van 26 juni 1995 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Vreemdelingenwet en enige andere wetten teneinde de aanspraak van vreemdelingen jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen, uitkeringen, ontheffingen en vergunningen te koppelen aan het rechtmatig verblijf van de vreemdeling in Nederland (24 233) tot wet wordt verheven en in werking is getreden wordt de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen als volgt gewijzigd:
Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
m. vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet.
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid wordt een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:
3. Niet verzekerd is de vreemdeling die niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet.
2. In het nieuwe vierde lid wordt de zinsnede «in afwijking van het eerste lid» vervangen door: in afwijking van het eerste en derde lid.
3. Toegevoegd wordt een vijfde lid, luidende:
5. Bij een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het vierde lid, kan worden afgeweken van het derde lid ten aanzien van:
a. vreemdelingen die rechtmatig in Nederland arbeid verrichten, dan wel hebben verricht;
b. vreemdelingen die, na rechtmatig in Nederland verblijf te hebben gehouden als bedoeld in artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf hebben aangevraagd, dan wel bezwaar hebben gemaakt of beroep hebben ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist.
Na artikel 55 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen schort de betaling van een arbeidsongeschiktheidsuitkering of een uitkering in verband met bevalling op indien de persoon aan wie de uitkering is toegekend een vreemdeling is die niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt als bedoeld in artikel 1b, van de Vreemdelingenwet.
2. De betaling van een arbeidsongeschiktheidsuitkering of een uitkering in verband met bevalling wordt hervat indien de betrokkene daartoe een aanvraag indient en het Landelijk instituut sociale verzekeringen is gebleken dat hij feitelijk buiten Nederland woont of verblijf houdt.
De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1 worden de onderdelen b, c en d, vervangen door:
b. College van toezicht sociale verzekeringen: het College van toezicht sociale verzekeringen, genoemd in hoofdstuk 2 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997;
c. Landelijk instituut sociale verzekeringen: het Landelijk instituut sociale verzekeringen, genoemd in hoofdstuk 4 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997;
d. uitvoeringsinstelling: een uitvoeringsinstelling als bedoeld in artikel 41, derde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997;.
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «De persoon, die op de in artikel 5, eerste lid, onderdeel a of b bedoelde dag» vervangen door: De persoon die op de dag dat hij ingezetene wordt.
2. Het derde en vierde lid worden vervangen door:
3. Indien de op de in het tweede lid bedoelde dag aanwezige arbeidsongeschiktheid in de zin van het eerste lid naderhand is afgenomen vindt het tweede lid vervolgens overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor de dag waarop de betrokkene ingezetene wordt in de plaats treedt het tijdstip waarop de arbeidsongeschiktheid in de zin van het eerste lid is afgenomen.
4. Het tweede en derde lid vinden geen toepassing indien de betrokkene op het moment dat hij ingezetene werd jonger was dan 17 jaar en hij gedurende de zes jaren onmiddellijk voorafgaande aan de dag waarop hij 17 jaar wordt ingezetene is geweest.
3. In artikel 2, achtste lid, wordt «nadere regels» vervangen door: nadere en zonodig afwijkende regels.
Aan artikel 3 wordt een derde lid toegevoegd, luidende:
3. Voor de persoon die op grond van het tweede lid als ingezetene wordt aangemerkt, doch buiten Nederland woont, gelden de bepalingen van deze wet, met inachtneming van de specifieke regels die in deze wet ten aanzien van deze persoon zijn gesteld.
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot vijfde en zesde lid, wordt een nieuw vierde lid ingevoegd, luidende:
4. Voor het bepalen van het tijdvak van 52 weken, bedoeld in het eerste lid, worden steeds in aanmerking genomen tijdvakken, gedurende welke de jonggehandicapte recht zou hebben gehad op ziekengeld op grond van de Ziektewet, indien hij op grond van die wet zou zijn verzekerd.
2. In het nieuwe vijfde lid, wordt de zinsnede «het eerste tot en met vierde lid» vervangen door: het eerste tot en met derde lid.
3. Aan het artikel wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
7. Toekenning ten aanzien van de in artikel 3, derde lid, bedoelde persoon, vindt niet eerder plaats dan met ingang van de dag dat hij in Nederland woont.
Artikel 10 wordt vervangen door:
1. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan met betrekking tot uit deze wet voortvloeiende aanspraken geheel of ten dele, tijdelijk of blijvend, buiten aanmerking laten:
a. gehele arbeidsongeschiktheid die bestond op de dag dat een persoon ingezetene werd;
b. arbeidsongeschiktheid, die is ingetreden binnen een half jaar na het tijdstip waarop een persoon ingezetene werd, terwijl de gezondheidstoestand van die persoon op dat tijdstip het intreden van de arbeidsongeschiktheid binnen een half jaar kennelijk moest doen verwachten;
c. arbeidsongeschiktheid die bestond op de eerste dag dat een persoon studerende was als bedoeld in artikel 5, tweede lid;
d. arbeidsongeschiktheid, die is ingetreden binnen een half jaar na het tijdstip waarop een persoon studerende werd, terwijl de gezondheidstoestand van die persoon op dat tijdstip het intreden van de arbeidsongeschiktheid binnen een half jaar kennelijk moest doen verwachten.
2. De in het eerste lid, onderdeel b en d, bedoelde bevoegdheid strekt zich mede uit tot de toeneming van de arbeidsongeschiktheid, voorzover deze toeneming kennelijk is voortgekomen uit dezelfde oorzaak als de arbeidsongeschiktheid die binnen een half jaar na aanvang van het ingezetenschap danwel na aanvang van de studie is ingetreden.
3. Het eerste en tweede lid blijven buiten toepassing ten aanzien van de jonggehandicapte indien hij op de dag dat hij ingezetene werd jonger was dan 17 jaar en hij gedurende de zes jaren onmiddellijk voorafgaande aan de dag waarop hij 17 jaar wordt ingezetene is geweest.
4. Zolang het Landelijk instituut sociale verzekeringen op grond van het eerste of tweede lid arbeidsongeschiktheid buiten aanmerking laat, vindt artikel 2, tweede lid, overeenkomstige toepassing met betrekking tot de door de jonggehandicapte aan deze wet nog te ontlenen aanspraken, met dien verstande, dat voor de in het eerste lid bedoelde dag of tijdstip in de plaats treedt de dag met ingang waarvan het Landelijk instituut sociale verzekeringen arbeidsongeschiktheid buiten aanmerking laat.
In de artikelen 11, tweede lid, 16, eerste en tweede lid, 17, eerste lid, onderdeel b, 27, eerste lid, 28, derde lid en zesde lid, 31, derde lid, 32, eerste, tweede en derde lid, 33, derde lid, 37, eerste lid, onderdelen a, b en c, 38, onderdelen a, b en d, 39, tweede lid, 40, eerste, derde en vierde lid, 41, eerste, tweede, derde, vierde en vijfde lid, 42, tweede lid, 43, derde lid, 44, eerste lid, 47, eerste en derde lid, 49, eerste en tweede lid, 50, vierde lid, 53, achtste lid, 55, eerste, tweede en vierde lid, 61, tweede lid, 64, onderdeel d, 65, eerste lid, onderdeel d, 69, 70, eerste en tweede lid, 74, wordt «de bedrijfsvereniging» telkens vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
In de artikelen 28, tweede lid, 29, tweede lid, 33, eerste en tweede lid, 35, 37, eerste en tweede lid, 38, 47, tweede lid, 48, 52, eerste lid, 61, eerste en tweede lid, wordt «De bedrijfsvereniging» telkens vervangen door: Het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
In de artikelen 11, derde lid, 28, zevende lid, 50, vierde lid, 57, 63, wordt «Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming» telkens vervangen door: Landelijk instituut sociale verzekeringen.
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het derde lid in het vierde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
3. Het tweede lid is niet van toepassing op de persoon die in het jaar onmiddellijk voorafgaande aan de dag van het intreden van de toeneming van de arbeidsongeschiktheid zes of meer maanden studerende was als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel b.
2. Er wordt een vijfde lid toegevoegd, luidende:
5. Perioden van wonen buiten Nederland waarin de arbeidsongeschiktheid is toegenomen worden mede in aanmerking genomen voor het bepalen van het tijdvak van 52 weken, bedoeld in het eerste lid.
Aan artikel 13 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:
4. Perioden van wonen buiten Nederland waarin de arbeidsongeschiktheid is toegenomen worden mede in aanmerking genomen voor het bepalen van het tijdvak van vier weken, bedoeld in het eerste en tweede lid.
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt vervangen door:
2. Indien de arbeidsongeschiktheidsuitkering werd toegekend, onderscheidenlijk wegens toegenomen arbeidsongeschiktheid werd herzien dan wel is herleefd, met toepassing van artikel 29, tweede lid, onderscheidenlijk artikel 31, tweede lid, geldt voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a en b, als dag met ingang waarvan de arbeidsongeschiktheidsuitkering werd toegekend, onderscheidenlijk werd herzien dan wel is herleefd, de dag, met ingang waarvan die uitkering zou zijn toegekend, onderscheidenlijk zou zijn herzien dan wel zou zijn herleefd, indien artikel 29, tweede lid, onderscheidenlijk artikel 31, tweede lid, geen toepassing zou hebben gevonden.
2. Aan het artikel wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:
4. Voor de toepassing van het eerste lid worden perioden van wonen buiten Nederland waarin de arbeidsongeschiktheid is toegenomen mede in aanmerking genomen.
Aan artikel 15 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:
4. Perioden van wonen buiten Nederland, waarin de arbeidsongeschiktheid is toegenomen worden mede in aanmerking genomen voor het bepalen van het tijdvak van vier weken, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel c, wordt vervangen door:
c. met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin de jonggehandicapte buiten Nederland is gaan wonen.
2. Aan het artikel wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
4. Het eerste lid, onderdeel c, is tevens van toepassing op de jonggehandicapte die buiten Nederland is gaan wonen en op wie artikel 3, derde lid, van toepassing is.
Artikel 18 wordt vervangen door:
Indien het recht op uitkering op grond van artikel 17, eerste lid, onderdeel c, is geëindigd en de jonggehandicapte vervolgens weer in Nederland woont, herleeft het recht op uitkering met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin hij weer in Nederland is gaan wonen.
Artikel 30 wordt vervangen door:
1. Herziening, heropening dan wel herleving van de arbeidsongeschiktheidsuitkering vindt op aanvraag of ambtshalve plaats.
2. Herziening van de arbeidsongeschiktheidsuitkering vindt in elk geval ambtshalve plaats in geval van een beslissing op grond van artikel 11, tweede lid.
Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift van het artikel wordt vervangen door:
Ingangsdatum herziening, heropening en herleving uitkering
2. In het tweede lid, wordt de zinsnede «heropening van de uitkering» vervangen door: heropening of herleving van de uitkering.
3. Onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot zesde en zevende lid. wordt een nieuw vijfde lid ingevoegd, luidende:
5. De herleving van de uitkering, bedoeld in artikel 18, gaat in op de eerste dag van de maand volgend op die waarin hij weer in Nederland is gaan wonen.
4. In het nieuwe zevende lid wordt na «Heropening» ingevoegd: of herleving.
Artikel 32 wordt vervangen door:
Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift wordt vervangen door: Oproep en onderzoek door of namens het Landelijk instituut sociale verzekeringen
2. In het eerste lid wordt «zij» vervangen door «het» en wordt «haar» vervangen door: hem.
3. Het eerste lid, onderdelen c en d, worden vervangen door:
c. de jonggehandicapte ten aanzien van wie of ten behoeve van wie een voorziening tot behoud, herstel of ter bevordering van de arbeidsgeschiktheid, een aan die voorziening verbonden andere voorziening, toelage of vergoeding op grond van een wettelijke regeling is toegekend of waarvan toekenning wordt overwogen.
d. de ingezetene die de leeftijd van 17 jaar nog niet heeft bereikt en ten aanzien van wie of ten behoeve van wie een voorziening tot behoud, herstel of ter bevordering van de arbeidsgeschiktheid, een aan die voorziening verbonden andere voorziening, toelage of vergoeding op grond van een wettelijke regeling is toegekend of waarvan toekenning wordt overwogen.
4. In het tweede lid wordt «haar» telkens vervangen door: hem.
In artikel 34 wordt «Onze Minister» vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
In de artikelen 35, 37, eerste lid, onderdelen a en c, 38, onderdelen a en b, 47, tweede lid, wordt «haar» vervangen door: hem.
Artikel 36 wordt vervangen door:
In artikel 38, onderdeel d, wordt «artikel 91, vierde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen» vervangen door: artikel 89, vierde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997.
Artikel 39, vierde lid, wordt vervangen door:
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot het eerste lid.
Artikel 40, zesde lid, wordt vervangen door:
6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot het eerste en het tweede lid.
Artikel 42, derde lid, wordt vervangen door:
3. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen stelt nadere regels met betrekking tot het eerste lid.
Artikel 46 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «zevende lid » vervangen door: zesde lid.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede «een uitkering, voorziening, toelage of vergoeding ontvangt op grond van deze wet» vervangen door: een uitkering ontvangt op grond van deze wet.
3. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde tot en met tiende lid tot het derde tot en met negende lid.
4. In het derde lid wordt «op haar verzoek aan de bedrijfsvereniging die de boete heeft opgelegd» vervangen door: op zijn verzoek aan het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
5. Het vierde lid wordt vervangen door:
4. Indien de persoon aan wie een boete is opgelegd geen uitkering of toeslag als bedoeld in het tweede of derde lid ontvangt, of meer ontvangt, dan wel ten aanzien van zodanige uitkering of toeslag toepassing van het tweede of derde lid niet mogelijk is, wordt het besluit waarbij de boete is opgelegd bij gebreke van tijdige betaling met toepassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op zijn kosten betekend en tenuitvoergelegd.
6. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:
1°. De zinsnede «, derde of vierde lid» wordt vervangen door: of derde lid.
2°. «vijfde lid» wordt vervangen door: vierde lid.
3°. De zinsnede «tweede, derde of vierde lid in combinatie met het vijfde lid» wordt vervangen door: tweede of derde lid in combinatie met het vierde lid.
7. In het zevende lid wordt «de bedrijfsvereniging» telkens vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
8. In het negende lid wordt «Het negende lid» vervangen door: Het achtste lid.
Artikel 49, eerste lid, wordt vervangen door:
1. Indien de jonggehandicapte, aan wie een arbeidsongeschiktheidsuitkering is toegekend, op grond van artikel 6, derde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten een bijdrage verschuldigd is in de kosten van een verstrekking als bedoeld in de artikelen 6 en 11 van die wet of een vergoeding als bedoeld in de artikelen 11 en 12 van die wet, dan wel een bijdrage verschuldigd is op grond van artikel 15 van de Overgangswet verzorgingshuizen, kan het Landelijk instituut sociale verzekeringen de arbeidsongeschiktheidsuitkering tot het bedrag van die bijdrage in plaats van aan de jonggehandicapte zonder diens machtiging betalen aan de Ziekenfondsraad.
Aan artikel 51 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
10. Voor de toepassing van het eerste tot en met het zevende lid wordt met een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering gelijkgesteld een WAO-conforme uitkering op grond van artikel 32, eerste lid, van de Wet privatisering ABP danwel een pensioen terzake van arbeidsongeschiktheid op grond van artikel E 6 van de Algemene militaire pensioenwet. Dit lid vervalt indien het bij koninklijke boodschap van 27 maart 1997 ingediende voorstel van wet houdende het onder de werkingssfeer van de wettelijke werknemersverzekeringen brengen van het overheidspersoneel (Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen; 25 282) tot wet wordt verheven en in werking treedt en fase 1 van die wet als bedoeld in artikel 50 van die wet een aanvang neemt.
In artikel 55, eerste lid, wordt de zinsnede «De uitkering of voorziening die als gevolg van een besluit als bedoeld in artikel 16 of 25 onverschuldigd is verstrekt» vervangen door: De uitkering die als gevolg van een besluit als bedoeld in artikel 16 onverschuldigd is verstrekt.
In artikel 58, eerste lid, wordt de zinsnede «, de vakantie-uitkering, de voorziening, alsmede de toelage en de vergoeding, bedoeld in artikel 26» vervangen door: en de vakantie-uitkering.
Artikel 59 wordt vervangen door:
Artikel 62 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «de bedrijfsvereniging, die bevoegd is tot toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering, op haar verzoek» vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen, op zijn verzoek.
2. In het tweede lid, wordt de zinsnede «alsmede de jonggehandicapte ten aanzien van wie voorzieningen als bedoeld in artikel 24 dan wel een toelage of vergoeding als bedoeld in artikel 26 worden getroffen of overwogen,» vervangen door: alsmede de jonggehandicapte of de ingezetene die de leeftijd van 17 jaar nog niet heeft bereikt, ten aanzien van wie een voorziening, een toelage of vergoeding als bedoeld in artikel 33, eerste lid, onderdeel c of d, wordt verleend of overwogen.
Artikel 65 wordt vervangen door:
1. Ten laste van het Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten komen:
a. de op grond van deze wet te betalen uitkeringen;
b. de op grond van enige wet over de uitkeringen op grond van deze wet door de bedrijfsvereniging verschuldigde premies die niet op deze uitkeringen in mindering kunnen worden gebracht;
c. het op grond van artikel 50, vierde lid, aan 's Rijks kas af te dragen bedrag;
d. de subsidies, bedoeld in artikel 67;
e. de aan de uitvoering van deze wet verbonden kosten.
2. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan nadere regels stellen omtrent het eerste lid.
Artikel 66 wordt vervangen door:
1. In de uitvoering van de in deze wet geregelde voorziening wordt voorzien door het Landelijk instituut sociale verzekeringen en door de uitvoeringsinstelling die de werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, verricht.
2. Indien de jonggehandicapte in geval van arbeidsongeschiktheid met ingang van dezelfde dag tevens aanspraak heeft op arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering onderscheidenlijk op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, worden de werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, verricht door de uitvoeringsinstelling die deze werkzaamheden ten aanzien van de jonggehandicapte verricht met betrekking tot de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering onderscheidenlijk op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
3. Indien de jonggehandicapte recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering onderscheidenlijk op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen die is toegekend met ingang van een dag, gelegen vóór de dag waarop hij recht heeft op toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering, worden de werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, verricht door de uitvoeringsinstelling die deze werkzaamheden ten aanzien van de jonggehandicapte verricht met betrekking tot de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering onderscheidenlijk op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
4. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan regels stellen waarbij een uitvoeringsinstelling wordt aangewezen in geval van samenloop van arbeidsongeschiktheidsuitkering met uitkeringen op grond van andere wettelijke regelingen in gevallen, anders dan bedoeld in het tweede en derde lid.
Na artikel 66 worden drie nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:
Ongeacht artikel 66 worden de werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, met betrekking tot de herziening van een arbeidsongeschiktheidsuitkering verricht door de uitvoeringsinstelling die deze werkzaamheden verrichtte met betrekking tot de toekenning van die uitkering.
1. De werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 met betrekking tot de heropende dan wel herleefde arbeidsongeschiktheidsuitkering worden verricht door de uitvoeringsinstelling die de werkzaamheden met betrekking tot de ingetrokken uitkering heeft verricht.
2. De heropende dan wel herleefde arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt beschouwd als een voortzetting van de ingetrokken uitkering. Voor de toepassing van de artikelen 13, tweede lid, en 14, eerste lid, onderdeel c, wordt daarbij met herziening van de arbeidsongeschiktheidsuitkering wegens afneming van de arbeidsongeschiktheid gelijkgesteld intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Onverminderd artikel 66, tweede en derde lid, worden de werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, met betrekking tot een toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van artikel 19, verricht door de uitvoeringsinstelling die deze werkzaamheden met betrekking tot de in artikel 19, eerste lid, onderdeel a, bedoelde ingetrokken uitkering heeft verricht dan wel door de uitvoeringsinstelling die deze werkzaamheden met betrekking tot de in artikel 19, eerste lid, onderdeel b, bedoelde niet-toegekende uitkering heeft verricht.
Artikel 67 wordt vervangen door:
Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan in het belang van de bij deze wet geregelde voorziening subsidies verlenen aan instellingen of organisaties, die ten doel hebben het nemen of bevorderen van maatregelen, die strekken tot behoud, herstel of bevordering van de arbeidsgeschiktheid.
Artikel 70 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift wordt vervangen door:
Beslistermijn Landelijk instituut sociale verzekeringen bij bezwaarschrift
2. In het tweede lid wordt «zij» vervangen door «het» en wordt «haar» vervangen door: zijn.
Na artikel 73 worden drie artikelen ingevoegd, luidende:
Hij die niet voldoet aan de verplichting, bedoeld in artikel 62, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Hij die op grond van bij of krachtens deze wet vastgestelde bepalingen gehouden is inlichtingen of gegevens te verstrekken, mededeling te doen of een verklaring af te leggen en daarbij opzettelijk een valse opgave doet, dan wel opzettelijk in strijd met bedoelde gehoudenheid iets verzwijgt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Hij die op andere wijze dan door het valselijk opmaken of vervalsen van een geschrift, dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, opzettelijk een opgave, in strijd met de waarheid doet, zulks met het oogmerk om aldus een uitkering of een hogere uitkering op grond van deze wet te verkrijgen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Artikel 75 wordt vervangen door:
Indien het bij koninklijke boodschap van 26 juni 1995 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Vreemdelingenwet en enige andere wetten teneinde de aanspraak van vreemdelingen jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen, uitkeringen, ontheffingen en vergunningen te koppelen aan het rechtmatig verblijf van de vreemdeling in Nederland (24 233) tot wet wordt verheven en in werking is getreden, wordt de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten als volgt gewijzigd:
Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
h. vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet.
Na artikel 6 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
1. Geen recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering heeft de vreemdeling die niet rechtmatig verblijf houdt in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat hier te lande verblijvende vreemdelingen die, na rechtmatig verblijf te hebben gehouden in de zin van artikel 1b, aanhef, en onder 1, van de Vreemdelingenwet, tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf hebben aangevraagd, dan wel bezwaar hebben gemaakt of beroep hebben ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben, onverminderd de overige voorwaarden voor dat recht, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist.
De Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
0. Onderdeel D vervalt.
1. Onderdeel G wordt vervangen door:
In artikel 23, eerste lid, wordt onderdeel c vervangen door:
c. degene ten aanzien van wie of ten behoeve van wie een voorziening tot behoud, herstel of ter bevordering van de arbeidsgeschiktheid, een toelage of vergoeding als bedoeld in artikel 57 of 58 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet dan wel loonsuppletie is toegekend of waarvan toekenning wordt overwogen.
2. In onderdeel H wordt «De bedrijfsvereniging» vervangen door: Het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
3. In onderdeel I wordt «de bedrijfsvereniging» vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
4. In onderdeel L wordt onderdeel 2° als volgt gewijzigd:
1°. De zinsnede «Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid wordt een nieuw vierde lid ingevoegd» wordt vervangen door: Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt een nieuw derde lid ingevoegd.
2°. De aanduiding «4.» wordt vervangen door «3.».
5. In onderdeel M wordt «de bedrijfsvereniging» vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
6. Onderdeel P wordt als volgt gewijzigd:
1°. In het tweede lid wordt de zinsnede «De bedrijfsvereniging kan een uitkering als bedoeld in het eerste lid, over een door haar» vervangen door: Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan een uitkering als bedoeld in het eerste lid, over een door hem.
2°. In het derde lid wordt de zinsnede «schort de bedrijfsvereniging de betaling van de arbeidsongeschiktheidsuitkering op of schorst zij de betaling, indien zij» vervangen door: schort het Landelijk instituut sociale verzekeringen de betaling van de arbeidsongeschiktheidsuitkering op of schorst het de betaling, indien het.
7. Onderdeel W wordt vervangen door:
Na artikel 64 worden twee paragrafen ingevoegd, luidende:
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter voorkoming of beperking van samenloop van arbeidsongeschiktheidsuitkering met arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van andere wetten.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter voorkoming of beperking van samenloop van arbeidsongeschiktheidsuitkering met uitkering op grond van de sociale wetgeving van de Nederlandse Antillen, Aruba of van een andere Mogendheid.
1. De arbeidsongeschiktheidsuitkering en de vakantie-uitkering op grond van deze wet zijn onvervreemdbaar en niet vatbaar voor verpanding of belening.
2. Volmacht tot ontvangst van een uitkering onder welke vorm of benaming ook verleend, is steeds herroepelijk.
3. Elk beding, strijdig met dit artikel, is nietig.
8. Onderdeel X wordt als volgt gewijzigd:
1°. In onderdeel 1° wordt de zinsnede «door de bedrijfsvereniging die de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten heeft toegekend» vervangen door: uitgevoerd door de uitvoeringsinstelling die ten aanzien van betrokkene deze werkzaamheden verrichtte met betrekking tot de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
2°. In onderdeel 2° wordt de zinsnede «geschiedt de toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering door de bedrijfsvereniging tegenover welke hij de aanspraak op arbeidsongeschiktheidsuitkering heeft» vervangen door: worden de werkzaamheden, bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 uitgevoerd door de uitvoeringsinstelling die ten aanzien van betrokkene de werkzaamheden verricht met betrekking tot de arbeidsongeschiktheidsuitkering.
3°. Onderdeel 3° vervalt.
9. Onderdeel IJ wordt vervangen door:
Artikel 70 komt als volgt te luiden:
10. In onderdeel Z wordt artikel 71 als volgt gewijzigd:
1°. In het eerste lid, wordt de zinsnede «de bedrijfsvereniging die bevoegd is tot toekenning van de arbeidsongeschiktheidsuitkering» vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
2°. In het tweede lid, wordt «de bedrijfsvereniging» vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
10a. In onderdeel AA, artikel 74, wordt «toelagen» vervangen door: subsidies.
11. In onderdeel AA wordt «Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming» telkens vervangen door: Landelijk instituut sociale verzekeringen.
12. In onderdeel BB worden de artikelen 75 tot en met 75f als volgt gewijzigd:
1°. «De bedrijfsvereniging» en «Het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming» worden telkens vervangen door: Het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
2°. «de bedrijfsvereniging» wordt telkens vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
3°. Artikel 75, eerste lid, wordt vervangen door:
1. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen verleent aan een werkgever op aanvraag toestemming om het risico van betaling van de arbeidsongeschiktheidsuitkering zelf te dragen, indien de werkgever een schriftelijke garantie overlegt, waaruit blijkt dat een kredietinstelling of een verzekeraar zich jegens het Landelijk instituut sociale verzekeringen verplicht, op het eerste verzoek van het Landelijk instituut sociale verzekeringen waarbij het Landelijk instituut sociale verzekeringen schriftelijk meedeelt dat de verplichtingen die voortvloeien uit het zelf dragen van het risico niet worden nagekomen, die verplichtingen na te komen. De overheidswerkgever, bedoeld in artikel 1, onderdeel k, van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen, voorzover door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Financiën aangewezen, is ontheven van de verplichting tot het overleggen van een schriftelijke garantie, bedoeld in de eerste zin. De toestemming wordt niet verleend gedurende drie jaren nadat het door de werkgever zelf dragen van het in de eerste zin bedoelde risico is beëindigd.
4°. Artikel 75, vierde en vijfde lid, komen te luiden:
4. De schriftelijke garantie, bedoeld in het eerste lid, wordt voor onbepaalde tijd afgegeven, strekt zich uit tot rechtsopvolgers onder algemene titel van de eigen risicodrager en tot het risico dat overgaat op de verkrijgende werkgever, bedoeld in artikel 75b, vierde en zesde lid en bepaalt dat de desbetreffende kredietinstelling of verzekeraar de garantie kan beëindigen door schriftelijke opzegging bij het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
5. De schriftelijke garantie, bedoeld in het eerste lid, strekt zich niet uit tot:
a. arbeidsongeschiktheidsuitkeringen terzake van arbeidsongeschiktheid die is ontstaan door een omstandigheid als bedoeld in artikel 64, tweede lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, of door een kernongeval als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheid kernongevallen;
b. de boete, bedoeld in artikel 75e, vijfde lid.
5°. In artikel 75, zevende lid, wordt de zinsnede «schriftelijke garantie of verzekeringsovereenkomst» vervangen door: schriftelijke garantie, bedoeld in het eerste lid,.
6°. In artikel 75a, derde lid, onderdeel b, wordt de zinsnede «toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering grond van artikel 20» vervangen door: toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van artikel 20.
7°. In artikel 75a, vierde lid, wordt de tweede zin vervangen door: Indien de eigen risicodrager de arbeidsongeschiktheidsuitkering niet betaalt, betaalt het Landelijk instituut sociale verzekeringen de arbeidsongeschiktheidsuitkering en verhaalt het Landelijk instituut sociale verzekeringen deze uitkering, alsmede de op grond van enige wet over deze uitkering verschuldigde premies die niet op deze uitkering in mindering kunnen worden gebracht, op de eigen risicodrager.
8°. In artikel 75b, vijfde lid, wordt de tweede zin vervangen door: Indien de werkgever in staat van faillissement is verklaard of ophoudt werkgever te zijn, betaalt het Landelijk instituut sociale verzekeringen de in de eerste zin bedoelde arbeidsongeschiktheidsuitkering en verhaalt het Landelijk instituut sociale verzekeringen deze uitkering, alsmede de op grond van enige wet over deze uitkering verschuldigde premies die niet op deze uitkering in mindering kunnen worden gebracht, op de kredietinstelling of verzekeraar, bedoeld in artikel 75, eerste lid.
9°. Artikel 75b, zevende lid, wordt vervangen door twee leden, luidende:
7. Indien slechts een deel van een onderneming als bedoeld in het tweede lid overgaat, vindt het tweede lid toepassing naar rato van het deel van de loonsom dat het overgegane deel van de onderneming deel uitmaakte van de gehele onderneming in het kalenderjaar voorafgaande aan dat van overgang, doch blijft de betaling van een arbeidsongeschiktheidsuitkering als bedoeld in het derde lid berusten bij het Landelijk instituut sociale verzekeringen. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen verhaalt op de eigen risicodrager de door hem op grond van de eerste zin verschuldigde arbeidsongeschiktheidsuitkering, alsmede de op grond van enige wet over deze uitkering verschuldigde premies die niet op deze uitkering in mindering kunnen worden gebracht.
8. Indien slechts een deel van een onderneming als bedoeld in het vierde en zesde lid overgaat, blijft het risico van de betaling van de arbeidsongeschiktheidsuitkering, bedoeld in het vierde en zesde lid, berusten bij de werkgever die een deel van de onderneming overdraagt.
10°. Artikel 75c wordt vervangen door:
1. De eigen risicodrager is over het loon van de tot hem in dienstbetrekking staande werknemers, de gedifferentieerde premie, bedoeld in artikel 78, eerste lid, en over de door hem te betalen arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, de vervangende premie, bedoeld in artikel 78, zevende lid, niet verschuldigd.
2. De startende werkgever, bedoeld in artikel 75, zesde lid, is in afwachting van de door het Landelijk instituut sociale verzekeringen te verlenen toestemming, bedoeld in artikel 75, eerste lid, over het loon van de tot hem in dienstbetrekking staande werknemers, de gedifferentieerde premie, bedoeld in artikel 78, eerste lid, niet verschuldigd.
3. De eigen risicodrager die ter dekking van het risico, bedoeld in artikel 75a, eerste lid, een verzekering heeft afgesloten, mag de door hem ter zake van die verzekering verschuldigde premie niet verhalen op de werknemer. Elk beding waarbij van de eerste zin wordt afgeweken is nietig.
11°. Artikel 75d, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
a. De zinsnede «zeven maanden nadat» wordt vervangen door: uiterlijk acht maanden nadat.
b. De zinsnede «waarbij hij is aangesloten» vervalt.
c. De zinsnede «tijdvak van zeven maanden» wordt vervangen door: tijdvak van acht maanden.
12°. In artikel 75e, eerste lid, wordt «Artikel 71a, tweede tot en met vijfde lid» vervangen door: Artikel 71a, tweede tot en met zevende lid.
13°. In artikel 75e, vijfde lid, wordt de zinsnede «de in het vijfde lid bedoelde minimumeisen» vervangen door: de in het vierde lid bedoelde minimumeisen.
14°. Artikel 75f, derde lid, wordt vervangen door:
3. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het eerste lid.
13. Onderdeel CC wordt als volgt gewijzigd:
1°. In de artikelen 76b tot en met 76d en 76f wordt «de bedrijfsvereniging» telkens vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
2°. Artikel 76c wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt na «basispremie» ingevoegd: , bedoeld in artikel 77.
b. In onderdeel g wordt de puntkomma vervangen door een punt.
c. Onderdeel h vervalt.
3°. Artikel 76d wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid vervallen de onderdelen f, g, h, i en j en worden de onderdelen k, l, m en n geletterd f, g, h en i.
b. In het tweede lid wordt «Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming» vervangen door: Landelijk instituut sociale verzekeringen.
4°. Artikel 76e wordt vervangen door:
Ten gunste van de Arbeidsongeschiktheidskas komen:
a. de gelden die het Landelijk instituut sociale verzekeringen ontvangt door het heffen van de gedifferentieerde premie, bedoeld in artikel 78, eerste lid, en de vervangende premie, bedoeld in artikel 78, zevende lid;
b. de gelden die het Landelijk instituut sociale verzekeringen ontvangt met toepassing van artikel 46, in verband met uitkeringen als bedoeld in artikel 76f, eerste lid;
c. de gelden die het Landelijk instituut sociale verzekeringen ontvangt met toepassing van artikel 57, in verband met uitkeringen als bedoeld in artikel 76f, eerste lid;
d. de gelden die het Landelijk instituut sociale verzekeringen ontvangt met toepassing van verhaal als bedoeld in artikel 75a, vierde lid, en artikel 75b, vijfde lid en zevende lid;
e. de gelden die het Landelijk instituut sociale verzekeringen ontvangt door toepassing van artikel 78a;
f. de gelden die door toepassing van artikel 79 worden overgeheveld uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds;
g. de gelden die het Landelijk instituut sociale verzekeringen ontvangt met toepassing van verhaal als bedoeld in artikel 90 in verband met uitkeringen als bedoeld in artikel 76f, eerste lid.
5°. Artikel 76f wordt als volgt gewijzigd:
a. In het vierde lid wordt onderdeel c vervangen door twee onderdelen, luidende:
c. indien het een arbeidsongeschiktheidsuitkering betreft die op grond van artikel 71, eerste lid, door het Landelijk instituut sociale verzekeringen wordt betaald en op grond van artikel 71, derde lid, niet op een eigen risicodrager wordt verhaald;
d. indien het een arbeidsongeschiktheidsuitkering betreft die op grond van artikel 75a, vierde lid, door het Landelijk instituut sociale verzekeringen wordt betaald en niet kan worden verhaald op een kredietinstelling of verzekeraar als bedoeld in artikel 75.
b. In het vijfde lid wordt «Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming» vervangen door: Landelijk instituut sociale verzekeringen.
6°. In artikel 76g wordt de zinsnede «per bedrijfsvereniging door het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming, onder goedkeuring van het College van toezicht sociale verzekeringen,» vervangen door: per sector door het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
7°. Artikel 76h vervalt.
8°. De artikelen 77 en 77b tot en met 77e worden als volgt gewijzigd:
a. «de bedrijfsvereniging» en «het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming» worden telkens vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
b. «De bedrijfsvereniging» en «Het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming» worden telkens vervangen door: Het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
9°. Artikel 77a wordt vervangen door:
1. Indien een herziening van het in artikel 77 bedoelde percentage ingaat op een ander tijdstip dan met ingang van 1 januari, gaat het Landelijk instituut sociale verzekeringen bij de berekening en de inning van de premie uit van een, onder goedkeuring van Onze Minister, voor alle takken van bedrijf en beroep vast te stellen gemiddeld percentage dat zal gelden voor het gehele kalenderjaar.
2. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan, in afwijking van het eerste lid, in bijzondere gevallen, onder goedkeuring van Onze Minister, voor een of meer sectoren uitgaan van de percentages, bedoeld in artikel 77.
10°. Artikel 78 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste, zesde en achtste lid, wordt «de bedrijfsvereniging» telkens vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
b. In het tweede lid wordt «Het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming» vervangen door: Het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
c. Het derde lid wordt vervangen door:
3. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen stelt elk jaar met ingang van 1 januari voor elke werkgever een opslag of korting vast waarmee voor die werkgever het in het tweede lid, onderdeel a, bedoelde percentage wordt verhoogd respectievelijk verlaagd. Indien een werkgever met toepassing van artikel 52 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 is aangesloten bij meer dan een sector, worden de in de eerste zin bedoelde opslag en korting afzonderlijk vastgesteld voor elk bedrijfsonderdeel van de werkgever waar werkzaamheden worden verricht die behoren tot een afzonderlijke sector.
d. In het vierde lid wordt «De bedrijfsvereniging» vervangen door «Het Landelijk instituut sociale verzekeringen» en wordt voorts de zinsnede «en de werkgever die een deel van zijn onderneming overdraagt» vervangen door: en voor de werkgever die een deel van zijn onderneming overdraagt.
e. In het negende lid wordt «het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming» vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
f. Aan het artikel wordt een tiende lid toegevoegd, luidende:
10. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere en zonodig afwijkende regels worden gesteld met betrekking tot het vijfde lid.
11°. Na artikel 78 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld:
a. omtrent de vaststelling van het bedrag dat een werkgever als bedoeld in artikel 78, vijfde lid, aan het Landelijk instituut sociale verzekeringen verschuldigd is indien hij eigen risicodrager wordt voordat hij de in dat artikellid bedoelde minimumpremie weer verschuldigd is;
b. omtrent de vaststelling van het bedrag dat een werkgever aan wie op grond van artikel 78, zesde lid, onderdeel c, het hoogste percentage in rekening wordt gebracht, aan het Landelijk instituut sociale verzekeringen verschuldigd is indien hij eigen risicodrager wordt voordat het in dat artikelonderdeel bedoelde laagste percentage bij hem in rekening wordt gebracht.
14. De onderdelen DD, FF en GG worden als volgt gewijzigd:
1°. «De bedrijfsvereniging» wordt vervangen door: Het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
2°. «de bedrijfsvereniging» wordt telkens vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
3°. Artikel 87d wordt als volgt gewijzigd:
a. «artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht» wordt vervangen door: artikel 7:10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
b. «zij» wordt vervangen door: het.
c. «haar» wordt vervangen door: zijn.
In artikel II worden de onderdelen e en f vervangen door:
e. de voorzieningen, vergoedingen en toelagen die overeenkomstig de artikelen 57, 57a en 58 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet worden toegekend op grond van artikel 32 van de Wet privatisering ABP dan wel op grond van artikel 38 van die wet juncto artikel 32 van die wet;
f. de voorzieningen, vergoedingen en toelagen die overeenkomstig de artikelen 57, 57a en 58 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet door Onze Minister van Defensie worden toegekend op grond van artikel X5 van de Algemene militaire pensioenwet aan personen die op grond van de Algemene militaire pensioenwet recht hebben op een pensioen ter zake van ziekte of gebreken als bedoeld in die wet, alsmede de uitvoeringskosten terzake;
In artikel V wordt «Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming, onder goedkeuring van het College van toezicht sociale verzekeringen,» vervangen door: Landelijk instituut sociale verzekeringen.
In artikel VII, tweede lid, wordt «artikel 78, vierde lid,» vervangen door: artikel 78, vierde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Na artikel VII wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Met ingang van het tijdstip van aanvang van fase 1 van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen wordt aan artikel 78, zevende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering een derde en vierde zin toegevoegd, luidende:
Met een uitkering op grond van de Werkloosheidswet wordt gelijkgesteld een wachtgeld als bedoeld in artikel 1, onderdeel r, van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen. De derde zin en deze zin vervallen met ingang van het tijdstip van aanvang van fase 3 als bedoeld in artikel 54 van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen.
Indien het bij koninklijke boodschap van 26 juni 1995 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Vreemdelingenwet en enige andere wetten teneinde de aanspraak van vreemdelingen jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen, uitkeringen, ontheffingen en vergunningen te koppelen aan het rechtmatig verblijf van de vreemdeling in Nederland (24 233) tot wet wordt verheven en eerder in werking treedt dan de Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen wordt artikel I, onder A, van laatstgenoemde wet vervangen door:
In artikel 1 wordt de punt aan het einde van onderdeel g vervangen door een puntkomma en worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
h. Arbeidsongeschiktheidskas: de Arbeidsongeschiktheidskas, bedoeld in artikel 73;
i. eigen risicodrager: de werkgever aan wie de toestemming is verleend, bedoeld in artikel 75, eerste lid.
In artikel 1, onderdeel h, van de Wet premieregime bij marginale arbeid wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
Artikel 36, eerste en tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 worden vervangen door:
1. Op de bedragen, bedoeld in artikel 31b, verminderd overeenkomstig de artikelen 12 en 20, en vermeerderd met de garantietoeslagen, bedoeld in artikel 31e, wordt een bedrag ingehouden, dat gelijk is aan het bedrag van de premie, dat een werkgever ingevolge de Werkloosheidswet op het overeenkomstige loon van een werknemer, die verzekerd is ingevolge die wet, inhoudt.
2. Indien de gepensioneerde op grond van hetzelfde feit, als waaraan het genot van een buitengewoon pensioen wordt ontleend een uitkering geniet ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, waarover premie ingevolge de Werkloosheidswet wordt ingehouden, wordt het eerste lid zodanig toegepast, dat het totaal van de in te houden bedragen niet meer bedraagt dan het maximaal ingevolge het eerste lid in te houden bedrag.
Artikel 43, eerste en tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet wordt vervangen door:
1. Op de buitengewone pensioenen, verminderd overeenkomstig de artikelen 16 en 23, en vermeerderd met de garantietoeslagen, bedoeld in artikel 35a, wordt een bedrag ingehouden, dat gelijk is aan het bedrag van de premie, dat een werkgever ingevolge de Werkloosheidswet op het overeenkomstige loon van een werknemer, die verzekerd is ingevolge die wet, inhoudt.
2. Indien de gepensioneerde op grond van hetzelfde feit, als waaraan het genot van een buitengewoon pensioen wordt ontleend, een uitkering geniet ingevolge de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering, waarover premie ingevolge de Werkloosheidswet wordt ingehouden, wordt het eerste lid zodanig toegepast, dat het totaal van de in te houden bedragen niet meer bedraagt dan het maximaal ingevolge het eerste lid in te houden bedrag.
Artikel 32, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers wordt vervangen door:
1. Op de bedragen, bedoeld in artikel 28b, verminderd overeenkomstig de artikelen 11 en 20, en vermeerderd met de garantietoeslagen, bedoeld in artikel 28e, wordt een bedrag ingehouden, dat gelijk is aan het bedrag van de premie, dat een werkgever ingevolge de Werkloosheidswet op het overeenkomstige loon van een werknemer, die verzekerd is ingevolge die wet, inhoudt.
Artikel 26, eerste lid, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 wordt vervangen door:
1. Op de periodieke uitkering, waaronder begrepen de met de in artikel 23 genoemde toeslag verhoogde uitkering, wordt, na toepassing van de artikelen 28 en 30, een bedrag ingehouden, dat gelijk is aan het bedrag van de premie dat een werkgever ingevolge de Werkloosheidswet op het overeenkomstige loon van een werknemer, die verzekerd is ingevolge die wet, inhoudt.
Artikel 19a, eerste lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 wordt vervangen door:
1. Op de uitkeringen, waaronder begrepen de met de in artikel 17 genoemde toeslag verhoogde uitkering, wordt, na toepassing van de artikelen 14, vierde lid, en 19, een bedrag ingehouden, dat gelijk is aan het bedrag van de premie dat een werkgever ingevolge de Werkloosheidswet op het overeenkomstige loon van een werknemer, die verzekerd is ingevolge die wet, inhoudt.
Na artikel 65 van de Overgangswet verzorgingshuizen worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:
Zolang de onderdelen K en L van artikel XXII, en de onderdelen Y en Z van artikel XXIV van deze wet niet in werking zijn getreden, wordt in de artikelen 39, vierde lid en 40, zesde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, en in de artikelen 47, vierde lid en 48, zesde lid van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen «Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming» vervangen door: Landelijk instituut sociale verzekeringen.
De teksten van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen en de Ziektewet worden in het Staatsblad geplaatst.
1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor verschillende artikelen of onderdelen verschillend kan worden vastgesteld.
2. Indien het bij koninklijke boodschap van 17 november 1994 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en andere wetten met het oog op de opneming in het Wetboek van Strafrecht van eenvormige strafbepalingen inzake het verstrekken van onware gegevens en het nalaten te voldoen aan wettelijke verplichtingen om tijdig gegevens te verstrekken (Concentratie strafbaarstelling frauduleuze gedragingen) tot wet wordt verheven en in werking treedt, vervallen de artikelen 99a, 99b en 99c van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en de artikelen 73a, 73b, en 73c van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
histnootDe Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
F. H. G. de Grave
Uitgegeven de dertigste december 1997
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 1996/97, 1997/98, 25 415.
Handelingen II 1997/98, blz. 2049–2050.
Kamerstukken I 1997/98, 25 415 (136, 136a).
Handelingen I 1997/98, zie vergadering 22 en 23 december 1997.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-1997-794.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.