Wet van 24 december 1997 tot wijziging van de Wet op de medische keuringen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op de medische keuringen te wijzigen en aan te vullen om die wet tevens van toepassing te doen zijn op aanstellingen in openbare dienst en om de vragengrens voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen te bepalen door middel van een bedrag;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de medische keuringen1 wordt als volgt gewijzigd:

A

1. In artikel 1, onder a, worden de onderdelen 2° tot en met 5° vernummerd tot 3° tot en met 6°, onder invoeging van een nieuw onderdeel 2°, dat luidt:

2°. een aanstelling in openbare dienst;

2. In artikel 1, onder e, vervalt «zijn».

B

1. In artikel 4, eerste, tweede en vierde lid, wordt na «aangemerkt,» telkens ingevoegd: of in verband met een aanstelling in openbare dienst.

2. In artikel 4, eerste lid, wordt na «waarop de arbeidsverhouding» ingevoegd: of aanstelling in openbare dienst.

3. In artikel 4, tweede lid, wordt in de eerste en tweede volzin na «aspirant-werknemer» ingevoegd of aspirant-ambtenaar

4. In artikel 4, tweede lid, wordt in de tweede volzin na «behoort» ingevoegd: dan wel een veiligheidsonderzoek als bedoeld in de Wet veiligheidsonderzoeken moet worden ingesteld.

5. In artikel 4, tweede lid, wordt na de tweede volzin ingevoegd:

De keuring in verband met het aangaan van een aanstelling als militair ambtenaar of politie-ambtenaar kan steeds worden verricht voorafgaande aan een met betrekking tot hem in te stellen antecedentenonderzoek of veiligheidsonderzoek.

6. In artikel 4, vijfde lid, wordt na «aangemerkt» ingevoegd: of van een aanstelling in openbare dienst.

C

Artikel 5, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, voor zover niet vallende onder artikel 4, vierde lid, bedraagt de vragengrens zestigduizend gulden voor het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid en veertigduizend gulden voor het tweede jaar en de daaropvolgende jaren van arbeidsongeschiktheid. Voor levensverzekeringen bedraagt de vragengrens driehonderdduizend gulden. Bedoelde bedragen worden elke drie jaar bij ministeriële regeling aangepast aan het consumentenprijsindexcijfer.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te Het Oude Loo, 24 december 1997

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

De Staatssecretaris van Defensie,

J. C. Gmelich Meijling

Uitgegeven de dertigste december 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Stb. 1997, 365.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1997/98, 25 648.

Handelingen II 1997/98, blz. 2049–2050.

Kamerstukken I 1997/98, 25 648 (175).

Handelingen I 1997/98, zie vergadering d.d. 22 en 23 december 1997.

Naar boven