Besluit van 18 december 1997, houdende wijziging
van het koninklijk besluit van 18 januari 1971, Stb. 27 (vaststelling
wettelijke rente)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 21 november 1997,
Directie Wetgeving, nr. 665018/97/6, gedaan mede namens Onze Minister van
Financiën;
Gelet op artikel 120 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek;
De Raad van State gehoord (advies van 8 december 1997, no. W03.97.0746);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 16 december
1997, no. 668739/97/6, uitgebracht mede namens Onze Minister van Financiën;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
In artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 januari 1971, Stb. 271, wordt het woord «vijf» vervangen door: zes.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.
Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van
toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 18 december 1997
Beatrix
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
De Minister van Financiën,
G. Zalm
Uitgegeven de negenentwintigste december 1997
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
NOTA VAN TOELICHTING
Bij algemene maatregel van bestuur van 21 juni 1996, Stb. 331, tot wijziging
van het koninklijk besluit van 18 januari 1971, Stb. 27, werd de wettelijke
rente met ingang van 1 juli 1996 vastgesteld op 5%.
In de nota van toelichting bij het besluit van 18 december 1989, Stb.
570 is het systeem voor de bepaling van de hoogte van de wettelijke rente
uiteengezet. Aanpassing van het percentage van de wettelijke rente geschiedt,
voor zover nodig jaarlijks per 1 januari op basis van de berekeningswijze
promessedisconto vermeerderd met 2½ procentpunten (peildatum ultimo
oktober). Om al te grote veranderingen te vermijden wordt een verlaging of
een verhoging beperkt tot 2 procentpunten. Er vindt afronding plaats van halven
of meer naar boven en overigens naar beneden. Per 1 juli (peildatum ultimo
april) van enig jaar is in beginsel eveneens wijziging van het percentage
van de wettelijke rente mogelijk, doch alleen indien de dan geldende wettelijke
rente meer dan 1 procentpunt verschilt van de rente die op dat moment zou
gelden op basis van de hiervoor aangegeven berekeningswijze.
Per ultimo oktober bedroeg het promessedisconto 3,25%. In overeenstemming
met de geschetste systematiek is het percentage van de wettelijke rente bepaald
op 6.
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
De Minister van Financiën,
G. Zalm
XNoot
1Laatstelijk gewijzigd bij besluit van 21 juni 1996, Stb. 331.
XHistnoot
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond
van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat
het zonder meer instemmend luidt.