Besluit van 17 december 1997, houdende aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur op het terrein van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat aan de Wet van 20 juni 1996 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht (Derde tranche Algemene wet bestuursrecht)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 10 oktober 1997, nr. DJZ 97–920, Directie Juridische Zaken;

Gelet op de Binnenschepenwet, de Locaalspoor- en Tramwegwet, de Luchtvaartwet, de Scheepvaartverkeerswet, de Spoorwegwet, de Wegenverkeerswet 1994, de Wet Luchtverkeer, de Wet op de telecommunicatievoorzieningen, de Wet personenvervoer, de Overeenkomst van 15 februari 1966 nopens de meting van binnenvaartuigen, met Bijlage en Protocol van Ondertekening (Trb. 1967, 43), alsmede de wet van 10 maart 1979, houdende de berekening van de kosten voor de meting van binnenvaartuigen (Stb. 171) en de wet van 1 november 1924, houdende wettelijke maatregelen tegen aantasting van metalen voorwerpen in den bodem door zwerfstroomen, afkomstig van spoorstaven van electrische spoor- en tramwegen (Stb. 498);

De Raad van State gehoord (advies van 24 november 1997, nr. W09.97.0660);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 10 december 1997, nr. DJZ 97/1189, Directie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1. BINNENSCHEPENWET

ARTIKEL I

In artikel 18 van het Binnenschepenbesluit1 vervallen de woorden «of vanwege».

HOOFDSTUK 2. LOCAALSPOOR- EN TRAMWEGWET

ARTIKEL II

Het Reglement op de Raccordementen 19662 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 8, eerste lid, worden de woorden «onder goedkeuring» vervangen door «met toestemming» en wordt het woord «goedkeuring» vervangen door «toestemming».

B

In de artikelen 9 en 11, eerste lid, wordt het woord «goedkeuring» telkens vervangen door: instemming.

C

In de artikelen 10, derde en vierde lid, 12, eerste lid, en 13b, eerste lid, vervallen telkens de woorden «of vanwege».

ARTIKEL III

Het Tramwegreglement3 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 3, vierde lid, worden de woorden «onder goedkeuring» vervangen door: met toestemming.

B

In artikel 7, eerste lid, worden de woorden «onder goedkeuring» vervangen door «met toestemming» en wordt het woord «goedkeuring» vervangen door «toestemming».

C

In de artikelen 8, eerste en vierde lid, 9, tweede lid, 16, eerste lid, 27, eerste lid, 36, eerste lid, 39, derde en vierde lid, 40, eerste, tweede en derde lid, 43, 52, eerste lid en 55, vijfde lid, wordt het woord «goedkeuring» telkens vervangen door: instemming.

D

In artikel 10, eerste lid, worden de woorden «onder goedkeuring» vervangen door: na instemming.

E

Artikel 14, vierde lid, komt te luiden: De Minister is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van het eerste en tweede lid.

F

Artikel 17 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt het woord «vanwege» vervangen door «door» en wordt het woord «goedgekeurd» vervangen door «geaccordeerd».

2. In het tweede lid wordt het woord «goedkeuring» vervangen door: akkoordverklaring.

G

Artikel 22 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt het woord «goedkeuring» vervangen door: akkoordverklaring.

2. In het tweede lid wordt het woord «vanwege» vervangen door «door» en wordt het woord «goedgekeurd» vervangen door «geaccordeerd».

H

In artikel 23, eerste lid, wordt het woord «vanwege» vervangen door «door» en wordt het woord «goedgekeurd» vervangen door «geaccordeerd».

I

In de artikelen 24, eerste en tweede lid, 28, 33, eerste lid, 37, 46, opschrift en artikel, en 79, tweede lid, wordt het woord «vanwege» telkens vervangen door: door.

J

In artikel 32, eerste lid, wordt het woord «vanwege» vervangen door «door» en wordt het woord «goedgekeurd» vervangen door «geaccordeerd».

K

In artikel 38, eerste lid, onderdeel a, wordt het woord «bezwaar» vervangen door: gevaar.

L

Artikel 42 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt het woord «vanwege» vervangen door «door» en wordt het woord «goedgekeurd» vervangen door «geaccordeerd».

2. In het tweede lid wordt het woord «goedkeuring» vervangen door: akkoordverklaring.

M

In de artikelen 78, derde lid, en 81, eerste lid, vervallen telkens de woorden «of vanwege».

HOOFDSTUK 3. LUCHTVAARTWET

ARTIKEL IV

Het Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen4 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1, eerste lid, onderdeel a, komt te vervallen.

B

In de artikelen 5, tweede en vierde lid, 7, eerste en tweede lid, 8, derde lid, onderdeel c, en vierde lid, 10, twaalfde lid, 13, zestiende en zeventiende lid, 16, eerste en tweede lid, onderdeel k, 17, tweede en derde lid, 20a, eerste lid, 20b, eerste en derde lid, 20d, tweede lid, onderdeel e en f, 20f, tweede en derde lid en 20g, eerste lid, wordt de zinsnede «de Directeur-Generaal» telkens vervangen door: Onze Minister.

C

In de artikelen 20a, tweede en derde lid, 20g, tweede en derde lid, en 20h wordt de zinsnede «De Directeur-Generaal» telkens vervangen door: Onze Minister.

ARTIKEL V

In de artikelen 5 en 12 van het Heffingenbesluit Geluidhinder Burgerluchtvaartuigen5 vervallen de woorden «of vanwege».

ARTIKEL VI

De Regeling Toezicht Luchtvaart6 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, tweede lid, vervalt onderdeel e.

B

In de artikelen 3, vierde lid, 153, en 167 vervallen de woorden «of vanwege».

C

Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste en derde lid wordt de zinsnede «de directeur-generaal» telkens vervangen door: Onze Minister.

2. In het eerste lid, onderdeel c, vervallen de woorden «of vanwege».

D

In de artikelen 1, tweede lid, onderdeel b, 7, 8a, eerste lid, 10, eerste lid, 16, aanhef, onderdeel f en onderdeel g, 17, derde lid, 22, tweede lid, 24, 26, eerste en tweede lid, 27, eerste lid, 29, eerste lid, 30a, eerste lid, 32, derde lid, 34, eerste lid, 38, 39, eerste en derde lid, 41, derde lid, 48, 50, 51, eerste lid, 54, eerste lid, 56, 73, 74, eerste lid, 77, eerste lid, onderdeel a, onderdeel b, onderdeel d en onderdeel f, 79, eerste lid, 83, eerste lid, 87, tweede lid, 88, tweede lid, vierde lid, aanhef en onderdeel c, vijfde en zesde lid, 91, tweede lid, 92, eerste lid, tweede lid, onderdeel a, derde en zevende lid, 93, eerste lid, aanhef, en tweede lid, 96, zesde lid, 102b, 104, tweede lid, 109, 119, 120, eerste en derde lid, 128, eerste lid, onderdeel b, 130, derde lid, 131, 133, derde lid, 133a, 140, tweede lid, 141, eerste en derde lid, 144, 151, 152, eerste lid, en 160, derde lid wordt de zinsnede «de directeur-generaal» telkens vervangen door: Onze Minister.

E

Artikel 21 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «waarvan het model door Onze Minister is goedgekeurd» vervangen door: met het model waarvan Onze Minister heeft ingestemd.

2. Het vierde lid vervalt.

F

In artikel 52, eerste en tweede lid, vervalt telkens de zinsnede «op voordracht van de directeur-generaal».

G

Artikel 76 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid en het tweede lid, onderdeel e, wordt de zinsnede «de directeur-generaal« telkens vervangen door: Onze Minister.

2. Het tweede lid, onderdeel c, komt te luiden:

c. niet is ingestemd met de uitvoering van een wijziging van het luchtvaartuig als bedoeld in artikel 89;.

H

Artikel 80 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, aanhef, en derde lid wordt de zinsnede «de directeur-generaal» telkens vervangen door: Onze Minister.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Een beslissing op een bezwaarschrift tegen een besluit als bedoeld in het eerste lid, wordt niet genomen, dan nadat een door Onze Minister benoemde deskundige terzake advies heeft uitgebracht.

I

Artikel 81 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt de zinsnede «de directeur-generaal» vervangen door: Onze Minister.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Een beslissing op een bezwaarschrift tegen een besluit als bedoeld in het eerste lid, wordt niet genomen, dan nadat een door Onze Minister benoemde deskundige terzake advies heeft uitgebracht.

J

Artikel 85 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid vervallen de woorden «of vanwege».

2. In het derde lid wordt de zinsnede «de directeur-generaal» vervangen door: Onze Minister.

K

Artikel 89 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid komt de eerste volzin te luiden: Wijzigingen van luchtvaartuigen behoeven instemming van Onze Minister.

2. In het derde lid wordt de zinsnede «de directeur-generaal» vervangen door: Onze Minister.

L

Artikel 98 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt de zinsnede «de directeur-generaal» vervangen door: Onze Minister.

2. In het tweede lid komt de tweede volzin te luiden:

Ten aanzien van een Nederlands luchtvaartuig geschiedt dit tijdens of dadelijk na afloop van elke vlucht in daartoe bestemde boeken of op daartoe bestemde formulieren, met de modellen waarvan Onze Minister heeft ingestemd, en met inachtneming van de door Onze Minister te stellen regelen.

M

In artikel 101, tweede en derde lid, wordt de zinsnede «de directeur-generaal van de Rijksluchtvaartdienst» telkens vervangen door: Onze Minister.

N

Artikel 102 komt te luiden:

Artikel 102
  • 1. Met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens dit hoofdstuk gestelde voorschriften zijn tijdens de vluchtvoorbereiding, de vlucht en de vluchtafhandeling belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen personen.

  • 2. Bij ministeriële regeling worden nadere voorschriften gegeven voor het aan boord van het luchtvaartuig toelaten van toezichthouders.

O

Artikel 103 wordt gewijzigd als volgt:

1. De aanduiding «1.» voor het eerste lid vervalt.

2. Het tweede lid vervalt.

P

Artikel 122 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De inrichting en de regels voor het gebruik van platforms behoeven de instemming van Onze Minister.

2. In het derde lid, dat wordt vernummerd tot vierde lid, wordt de zinsnede «door de directeur-generaal een afwijkende wijze van seinen is goedgekeurd» vervangen door: Onze Minister heeft ingestemd met een afwijkende wijze van seinen.

3. Een nieuw derde lid wordt ingevoegd, luidende:

  • 3. Onze Minister onthoudt de instemming, bedoeld in het tweede lid, indien de regels voor het gebruik van het platform de orde en veiligheid op het platform naar zijn oordeel onvoldoende waarborgen.

Q

Artikel 132 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het tweede lid wordt het woord «goedkeuring» vervangen door: instemming.

2. Een nieuw derde lid wordt ingevoegd, luidende:

  • 3. Onze Minister onthoudt de instemming, bedoeld in het tweede lid, indien de nadere maatregelen naar zijn oordeel de orde en veiligheid op het luchtvaartterrein onvoldoende waarborgen.

R

Artikel 134 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het tweede lid wordt het woord «goedkeuring» vervangen door: instemming.

2. Aan het tweede lid wordt een volzin toegevoegd, luidende:

Onze Minister onthoudt de instemming, indien de te benoemen persoon naar zijn oordeel ongeschikt is voor de functie van havenmeester.

S

Artikel 142 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het vijfde lid komt de tweede volzin te luiden:

Op verzoek dient de havenmeester het register voor instemming aan te bieden aan Onze Minister.

2. In het zesde, achtste en negende lid wordt de zinsnede «de directeur-generaal» telkens vervangen door: Onze Minister.

T

Artikel 158a wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste, zesde en zevende lid wordt de zinsnede «de directeur-generaal» telkens vervangen door: Onze Minister.

2. In het tweede lid, onderdeel 8, vervallen de woorden «of vanwege».

HOOFDSTUK 4. SCHEEPVAARTVERKEERSWET

ARTIKEL VII

Artikel 5 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer7 komt te luiden:

Artikel 5

De motivering van een verkeersbesluit vermeldt in ieder geval welke doelstelling of doelstellingen met het besluit worden beoogd. Daarbij wordt aangegeven welke van de in artikel 3 van de wet genoemde belangen aan het besluit ten grondslag liggen.

ARTIKEL VIII

Artikel 9, eerste lid, van het Besluit verklaringhouders Scheepvaartverkeerswet8 komt te luiden:

  • 1. De bevoegde autoriteit is belast met het toezicht op de naleving van de verplichting van degene, die aan boord van een zeeschip als verkeersdeelnemer optreedt, om in het bezit van een verklaring te zijn.

ARTIKEL IX

Het zesde lid van artikel 3 van het Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen9 vervalt, onder vernummering van het zevende en achtste lid tot zesde en zevende lid.

ARTIKEL X

In artikel 50, eerste en tweede lid, van het Scheepvaartreglement Westerschelde 199010 vervallen telkens de woorden «of vanwege».

ARTIKEL XI

Het Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement11 en het daarbij behorende Binnenvaartpolitiereglement worden gewijzigd als volgt:

A

In artikel 5, tweede lid, van het Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement vervallen «1.10, tweede lid,» en «1.20,».

B

In artikel 1.10 van het Binnenvaartpolitiereglement vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.

C

Artikel 1.20 van het Binnenvaartpolitiereglement vervalt.

D

Artikel 8.01, vierde lid, van het Binnenvaartpolitiereglement vervalt.

HOOFDSTUK 5. SPOORWEGWET

ARTIKEL XII

Het Metroreglement12 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 2, onderdeel c, wordt de tekst na de dubbele punt vervangen door: de ambtenaren, bedoeld in artikel 10 van de Spoorwegwet.

B

In de artikelen 35 en 39, eerste lid, wordt het woord «goedgekeurd» telkens vervangen door: geaccordeerd.

C

Artikel 36 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt het woord «vanwege» vervangen door «door» en wordt het woord «goedgekeurd» vervangen door «geaccordeerd».

2. In het tweede lid wordt het woord «goedkeuring» telkens vervangen door «akkoordverklaring».

D

In de artikelen 38, 41, eerste lid, en 70, eerste lid, onderdeel c, wordt het woord «goedkeuring» telkens vervangen door: instemming.

E

In artikel 40, eerste lid, onderdeel c, wordt het woord «goedkeuring» vervangen door: akkoordverklaring.

F

In artikel 43, tweede lid, onderdeel d, wordt het woord «goedgekeurde» vervangen door: geaccordeerde.

G

In artikel 45, vierde lid, wordt de zinsnede «goed te keuren» vervangen door: te accorderen.

H

In de artikelen 66, tweede en vierde lid, en 79, eerste lid, vervallen telkens de woorden «of vanwege».

ARTIKEL XIII

Het Reglement dienst hoofd- en lokaalspoorwegen13 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 2, onderdeel c, wordt de tekst na de dubbele punt vervangen door: de ambtenaren, bedoeld in artikel 10 van de Spoorwegwet.

B

In artikel 17, zesde lid, wordt het woord «goedgekeurde» vervangen door: geaccordeerde.

C

In artikel 20, vierde lid, wordt het woord «goedkeuring» vervangen door: instemming.

D

In artikel 43 wordt de zinsnede «wordt het type door de Directie goedgekeurd» vervangen door: wordt met het type door de Directie ingestemd.

E

Artikel 44 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt het woord «goedgekeurd» vervangen door: geaccordeerd.

2. In het tweede lid wordt het woord «goedkeuring» gewijzigd in: akkoordverklaring.

F

In de artikelen 45 en 46 wordt het woord «goedgekeurd» vervangen door: geaccordeerd.

G

In artikel 53, eerste lid, wordt de zinsnede «goed te keuren» gewijzigd in: te accorderen.

H

In artikel 68, eerste en tweede lid, vervallen telkens de woorden «of vanwege».

I

In de artikelen 72, eerste lid, 79, tweede lid, en 81 wordt het woord «goedkeuring» telkens vervangen door: instemming.

J

In artikel 94 komt de tweede volzin te luiden als volgt: Met de uitvoering van de voorzieningen wordt geacht te zijn ingestemd krachtens artikel 20, vierde lid, van dit besluit.

HOOFDSTUK 6. WEGENVERKEERSWET 1994

ARTIKEL XIV

Het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer14 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 21 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid komt te vervallen.

2. In het tweede lid worden de woorden «In ieder geval wordt aangegeven,» vervangen door: De motivering van het verkeersbesluit vermeldt in ieder geval.

3. De aanduiding «2.» voor het tweede lid vervalt.

B

In artikel 34 vervallen de woorden «of vanwege» en de woorden «of namens».

C

In artikel 50 vervallen de woorden «of vanwege».

HOOFDSTUK 7. WET LUCHTVERKEER

ARTIKEL XV

Het Besluit kwalificaties luchtverkeersdienstverlening15 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 2, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Het bewijs van bevoegdheid wordt verleend door Onze Minister.

B

Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

a. een medische keuring als bedoeld in artikel 13, dan wel een herkeuring als bedoeld in artikel 14, met goed gevolg heeft ondergaan.

2. De volzin na onderdeel b, komt te luiden:

2. Het bewijs van bevoegdheid, bedoeld in artikel 2, tweede lid, is geldig, indien de AFISO op een door Onze Minister goed te keuren wijze heeft aangetoond dat hij zijn kennis, bedrevenheid en ervaring heeft behouden, en, indien vereisten zijn vastgesteld inzake medische geschiktheid, de AFISO een medische keuring met goed gevolg heeft ondergaan.

C

In artikel 14, tweede lid, vervalt de zinsnede «binnen zes weken na de dag waarop de beslissing is bekendgemaakt,».

HOOFDSTUK 8. WET OP DE TELECOMMUNICATIEVOORZIENINGEN

ARTIKEL XVI

Het Besluit radio-elektrische inrichtingen16 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel A.1.1 vervalt onderdeel c.

B

In de artikelen C.9.3, eerste lid, C.9.4, eerste en tweede lid, en C.10.1, eerste en derde lid, worden de woorden «een toezichthoudende ambtenaar» telkens vervangen door: een toezichthouder.

C

In artikel D.1.2, tweede lid, onderdeel o, worden de woorden «de uitvoering» vervangen door: het toezicht op de naleving.

D

In artikel D.2.2, derde lid, vervallen de woorden «of vanwege».

E

In artikel D.3.1, eerste lid, wordt de zinsnede «en 48, tweede lid, onder a en c, van de wet» vervangen door: en 48, tweede lid, onder a en b, van de wet.

F

In artikel F.7.3, eerste en tweede lid, worden de woorden «een toezichthoudende ambtenaar» telkens vervangen door: een toezichthouder.

G

In artikel G.2.1, eerste lid, wordt de zinsnede «en artikel 48, tweede lid, onder c, van de wet» vervangen door: en artikel 48, tweede lid, onder b, van de wet.

H

In artikel J.3, eerste lid, tweede volzin, vervalt «Nederlandse».

ARTIKEL XVII

Het Besluit elektromagnetische compatibiliteit17 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 18, tweede lid, worden de woorden «de toezichthoudende ambtenaar» vervangen door: de toezichthouder.

B

In artikel 21, tweede lid, worden de woorden «het toezicht» vervangen door: het toezicht op de naleving.

ARTIKEL XVIII

Artikel 20, eerste volzin, van het Besluit vergunningen mobiele telecommunicatie18 komt te luiden:

Bij ministeriële regeling wordt bepaald welke informatie de houder van een vergunning aan Onze Minister, onderscheidenlijk aan het college, dient te verschaffen ten dienste van het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de wet bepaalde. Bij deze regeling wordt bepaald op welke tijdstippen deze informatie wordt verschaft.

ARTIKEL XIX

Het Besluit draadomroep- en kabelinrichtingen19 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 vervalt onderdeel c.

B

In de artikelen 15, eerste lid, en 16, eerste en tweede lid, worden de woorden «een toezichthoudende ambtenaar» telkens vervangen door: een toezichthouder.

HOOFDSTUK 9. WET PERSONENVERVOER

ARTIKEL XX

Het Besluit personenvervoer20 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 13 wordt «overgedragen» vervangen door: gedelegeerd.

B

In artikel 18 worden de woorden «of namens» geschrapt.

C

In het opschrift van Hoofdstuk 5 wordt «openbaarmaking» vervangen door: bekendmaking.

D

In de artikelen 45 en 47 wordt «verleend» telkens vervangen door: vastgesteld.

E

In de artikelen 69 en 70 worden de woorden «verlening» vervangen door: vaststelling.

F

In artikel 77, tweede lid, wordt «te verlenen» vervangen door: vast te stellen.

G

Artikel 80 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «normen» vervangen door: beleidsregels.

2. In het zesde lid wordt «richtlijnen» vervangen door: beleidsregels.

H

Artikel 84 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het woord «verlening» wordt telkens vervangen door: verstrekking.

2. Toegevoegd wordt een vierde lid, luidende:

  • 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de voorgenomen beëindiging van de bijdrage verband houdt met de verlening van een bijdrage aan een regionaal openbaar lichaam als bedoeld in artikel 42 van de wet of aan een provincie als bedoeld in artikel 40 van de wet.

I

In artikel 156, eerste lid, wordt «overgedragen» vervangen door: gedelegeerd.

HOOFDSTUK 10. OVEREENKOMST VAN 15 FEBRUARI 1966 NOPENS DE METING VAN BINNENVAARTUIGEN, MET BIJLAGE EN PROTOCOL VAN ONDERTEKENING (TRB. 1967, 43), ALSMEDE DE WET VAN 10 MAART 1979, HOUDENDE DE BEREKENING VAN DE KOSTEN VOOR DE METING VAN BINNENVAARTUIGEN (STB. 171)

ARTIKEL XXI

Artikel 15 van het Metingsbesluit Binnenvaartuigen 197821 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot derde en vierde lid.

2. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. De in het eerste lid bedoelde ambtenaren zijn bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoner. Zij beschikken niet over de bevoegdheid, genoemd in artikel 5:18 van de Algemene wet bestuursrecht.

HOOFDSTUK 11. WET VAN 1 NOVEMBER 1924, HOUDENDE WETTELIJKE MAATREGELEN TEGEN AANTASTING VAN METALEN VOORWERPEN IN DEN BODEM DOOR ZWERFSTROOMEN, AFKOMSTIG VAN SPOORSTAVEN VAN ELECTRISCHE SPOOR- EN TRAMWEGEN

ARTIKEL XXII

Artikel 9 van het Besluit van 5 februari 1925, tot vaststelling van een reglement ter voorkoming van aantasting van metalen voorwerpen in de bodem door zwerfstroomen, afkomstig van de spoorstaven van elektrische spoor- en tramwegen22, komt te luiden:

Artikel 9

Met de opsporing van de overtredingen van dit reglement zijn belast de ambtenaren, bedoeld in artikel 10 van de Spoorwegwet.

HOOFDSTUK 12. SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL XXIII

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de Wet van 20 juni 1996 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht (Derde tranche Algemene wet bestuursrecht) (Stb. 1996, 333) in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 17 december 1997

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Uitgegeven de negenentwintigste december 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

1 Stb. 1987, 466, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 15 januari 1997, Stb. 60.

2 Stb. 1966, 200, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 8 september 1997, Stb. 409.

3 Stb. 1920, 85, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 8 september 1997, Stb. 409.

4 Stb. 1988, 511, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 juni 1997, Stb. 359.

5 Stb. 1982, 584.

6 Stb. 1978, 99, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 12 september 1997, Stb. 408.

7 Stb. 1993, 677, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 februari 1996, Stb. 170.

8 Stb. 1995, 584.

9 Stb. 1992, 3, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 februari 1996, Stb. 170.

10 Stb. 1992, 53, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 februari 1996, Stb. 170.

11 Stb. 1996, 250.

12 Stb. 1981, 700, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 22 september 1997, Stb. 422.

13 Stb. 1977, 152, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 22 september 1997, Stb. 422.

14 Stb. 1990, 460, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 31 oktober 1996, Stb. 557.

15 Stb. 1993, 728, gewijzigd bij besluit van 20 december 1994, Stb. 939.

16 Stb. 1997, 694.

17 Stb. 1995, 387, gewijzigd bij besluit van 11 november 1997, Stb. 541.

18 Stb. 1994, 629, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 25 november 1997, Stb. 568.

19 Stb. 1988, 598, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 19 juli 1997, Stb. 345.

20 Stb. 1987, 506, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 2 december 1997, Stb. 631.

21 Stb. 1979, 358, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 12 november 1993, Stb. 627.

22 Stb. 1925, 29, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 17 oktober 1991, Stb. 528.

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen

Inleiding

Dit besluit strekt tot aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur op het terrein van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat aan de Derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze aanpassing is noodzakelijk om de met de Awb beoogde eenheid van wetgeving ook daadwerkelijk te bereiken.

Voor een algemene uiteenzetting omtrent de achtergronden en de aanpak van de aanpassingsoperatie verwijzen wij naar de memorie van toelichting bij de Aanpassingswet Derde Tranche Awb I (kamerstukken II 1996/1997, 25 280, nr. 3). Hieronder wordt steeds ingegaan op de specifieke aspecten van de aanpassing van de algemene maatregelen van bestuur.

Aanpak en werkwijze

De aanpassingen van de formele wetgeving zijn opgenomen in drie rijksbrede verzamelwetsvoorstellen: de Aanpassingswet Derde Tranche Awb I (kamerstukken II 1996/1997, 25 280, nrs. 1–2), de Aanpassingswet Derde Tranche Awb II (kamerstukken II 1996/1997, 25 464, nrs. 1–2) en de Aanpassingswet rijkswetten (kamerstukken II 1996/1997, 25 319, nrs. 1–2). Voor algemene maatregelen van bestuur wordt, net als bij de eerste en tweede tranche, gewerkt met verzamelbesluiten per ministerie. Het onderhavige besluit is een verzamelbesluit voor het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het voorziet in de aanpassing van die algemene maatregelen van bestuur waarvan de Minister van Verkeer en Waterstaat de enige of eerste ondertekenaar is.

De werkwijze bij de voorbereiding van de aanpassing van de algemene maatregelen is dezelfde geweest als bij de voorbereiding van de aanpassing van de formele wetgeving. De aanpassingsvoorstellen zijn ontwikkeld in samenspraak tussen de vakministeries enerzijds en de Ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken anderzijds, waarbij een coördinerende rol is vervuld door twee interdepartementale begeleidingscommissies één voor het onderdeel subsidies en één voor de overige onderdelen van de derde tranche – onder auspiciën van de Interdepartementale Commissie voor Harmonisatie van Wetgeving.

Inhoud van de aanpassingen

Bij de inhoudelijke voorbereiding van de aanpassingen is wederom gebruik gemaakt van de door de Ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken opgestelde Leidraad aanpassingswetgeving derde tranche Awb. Het beleid ten aanzien van de inhoud van de aanpassingen is dus – vanzelfsprekend – bij de algemene maatregelen van bestuur niet anders geweest dan bij de formele wetgeving. Wel is het zo dat vrij veel van de in de Leidraad voorziene aanpassingen op het niveau van de algemene maatregelen van bestuur geen rol meer spelen, omdat zij zaken betreffen die slechts op het niveau van de wet in formele zin kunnen worden geregeld. Zo plegen bij algemene maatregel van bestuur geen of weinig bestuursdwang-, dwangsom-, toezichts-, vernietigings-, of goedkeuringsbevoegdheden te worden toegekend.

In algemene zin dient nog te worden opgemerkt dat nog een begripsmatige aanpassing geschiedt in de algemene maatregelen van bestuur die bij het onderhavige besluit worden aangepast. De zinsnede «door of vanwege» duidt in veel gevallen op de mogelijkheid dat een bestuursorgaan mandaat in de zin van de Algemene wet bestuursrecht kan verlenen. Om een eenduidige terminologie te bewerkstelligen is ervoor gekozen om ook in die gevallen waar geen sprake is van de mogelijkheid tot mandaatverlening in de zin van de Awb, de zinsnede «door of vanwege» te vervangen door het woord «door».

Inrichting van het aanpassingsbesluit

Het verzamelbesluit kent een hoofdstuk voor iedere wet in formele zin waarop één of meer aan te passen algemene maatregelen van bestuur steunen. De wetten en derhalve ook de hoofdstukken zijn gerangschikt in alfabetische volgorde. Binnen elk hoofdstuk is voor elke aan te passen algemene maatregel van bestuur één artikel opgenomen, waarbij de aan te passen algemene maatregelen van bestuur weer in alfabetische volgorde zijn geplaatst.

In het artikelsgewijze deel van de toelichting is waar mogelijk met behulp van cijfers verwezen naar de – op de genoemde Leidraad gebaseerde – genummerde lijst van standaardaanpassingen die is opgenomen in deel II van de memorie van toelichting bij de Aanpassingswet Derde tranche Awb I. Deze lijst zelf is niet opnieuw in de toelichting opgenomen. Er is voorts van afgezien om de lijst nog aan te vullen of te wijzigen. Het hele complex van aanpassingswetgeving blijft het beste toegankelijk als voor de standaardaanpassingen steeds wordt verwezen naar hetzelfde stuk toelichting.

II. Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1. Binnenschepenwet

Artikel I (Binnenschepenbesluit)

210

Hoofdstuk 2. Locaalspoor- en Tramwegwet

Artikel II (Reglement op de Raccordementen 1966)

A en B

234

C

210

Artikel III (Tramwegreglement)

A t/m D

234

E

157, 167, 167a en 179

F t/m H, J, L

210, 234

I en M

210

K

De term «bezwaar» wordt hier niet in de betekenis van de Algemene wet bestuursrecht gebruikt. Om onduidelijkheid over de toepasselijkheid van hoofdstuk 6 en 7 Awb te voorkomen, is de term «bezwaar» vervangen door het woord «gevaar».

Hoofdstuk 3. Luchtvaartwet

Artikel IV (Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen)

A, B en C

229

Artikel V (Heffingenbesluit Geluidhinder Burgerluchtvaartuigen)

210

Artikel VI (Regeling Toezicht Luchtvaart)

A

229

B

210

C

229 en 210

D

229

In de Regeling Toezicht Luchtvaart wordt de bevoegdheidstoedeling aan de directeur-generaal van de Rijksluchtvaartdienst geschrapt. Zo wordt bereikt dat de minister over de volle linie steeds het bevoegd orgaan is.

E

142 en 234

F, H, I, K en M

229

J

229 en 210

G, L en S

229 en 234

N

86, 229

O

Het tweede lid van artikel 103 kan vervallen aangezien het woord «goedkeuring» nergens in afdeling II gebruikt wordt.

P

229 en 234

Q en R

234

T

229 en 210

Hoofdstuk 4. Scheepvaartverkeerswet

Artikel VII (Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer)

3,5 (model 2)

Artikel VIII (Besluit verklaringhouders Scheepvaartverkeerswet)

model 29

Artikel IX (Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen)

139

Artikel X (Scheepvaartreglement Westerschelde 1990)

210

Er is van afgezien om de woorden «of namens» in de artikelen 2, tweede lid, onder n, en 54, eerste lid, te laten vervallen. Die woorden zijn in deze artikelen ingevoegd bij het Scheepvaartreglement territoriale zee (zie Stb. 1996, 170, artikel 22, onder A en E). Dit is geschied naar aanleiding van internationale besprekingen over de vraag of de bevoegdheid om een verkeersaanwijzing te geven zich leende voor mandatering. De conclusie van bedoeld overleg was, dat dit inderdaad het geval diende te zijn en daarbij is tevens toegezegd dat de tekst van het Scheepvaartreglement Westerschelde 1990 zodanig zou worden aangepast dat deze mogelijkheid daarin uitdrukkelijk tot uiting zou komen. Het nu weer laten vervallen van deze woorden zou in internationaal verband misverstand wekken.

Artikel XI (Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement en het daarbij behorende Binnenvaartpolitiereglement)

A t/m D

139

Het Vaststellingsbesluit BPR en het BPR zelf hebben afzonderlijke citeertitels, zie de artt. 1 en 11 van het Vaststellingsbesluit (Stb. 1996, 250).

Hoofdstuk 5. Spoorwegwet

Artikel XII (Metroreglement)

A

De term toezicht heeft in dit reglement een bredere betekenis dan het toezicht op de naleving in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (zie bijvoorbeeld artikel 66 van het Metroreglement). Om die reden wordt de tekst voor de dubbele punt niet aangepast aan de omschrijving zoals die in de Algemene wet bestuursrecht wordt gehanteerd: toezicht op de naleving.

B en D t/m G

234

C

210, 234

H

210

Artikel XIII (Reglement dienst hoofd- en lokaalspoorwegen)

A

Deze wijziging houdt verband met aanpassing aan afdeling 5:2 van de Algemene wet bestuursrecht (toezicht op de naleving). De ambtenaren, bedoeld in artikel 2 onderdeel c van het onderhavige reglement zijn belast met het toezicht in bredere betekenis, dan het toezicht op de naleving in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.

B t/m G, I en J

234

H

210

Hoofdstuk 6. Wegenverkeerswet 1994

Artikel XIV (Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer)

A

3, 5 (model 2)

B en C

210

Hoofdstuk 7. Wet Luchtverkeer

Artikel XV (Besluit kwalificaties luchtverkeersdienstverlening)

A

Dat het verlenen van het bewijs van bevoegdheid een beschikking is, blijkt reeds uit het tweede lid van artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht.

B

234

C

De termijn van zes weken waarbinnen administratief beroep open staat, wordt reeds gegeven in afdeling 6.2 van de Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 8. Wet op de telecommunicatievoorzieningen

Artikel XVI (Besluit radio-elektrische inrichtingen)

A, B en F

In artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een algemeen geldende omschrijving van het begrip «toezichthouder» opgenomen. In verband daarmee dient de omschrijving van het begrip toezichthoudende ambtenaar in artikel 1, onder c, van het Besluit radio-elektrische inrichtingen (Bri) te vervallen en in alle andere gevallen te worden vervangen door het nieuwe begrip.

C

In het stelsel van de Awb dient een scherp onderscheid te worden gemaakt tussen toezicht op de naleving enerzijds en daarmee mogelijk te verwarren termen als uitvoering of toezicht op de uitvoering.

De term uitvoering komt in het Bri verschillende malen voor. In de meeste gevallen wordt uitvoering gebruikt in de zin van verlening van vergunningen en dergelijke. In artikel D.1.2 komt de term uitvoering twee maal voor. In het derde lid heeft het de betekenis van type of model. In het eerste lid, onder o, heeft het de betekenis van toezicht op de naleving. Om die reden dient de term uitvoering te worden aangepast overeenkomstig de systematiek van de Awb.

D

210

E en G

In verband met de wijziging van artikel 48 van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen (Wtv) bij de aanpassing van de wetgeving aan de derde tranche van de Awb, dienen de verwijzingen naar artikel 48 van de Wtv dienovereenkomstig te worden aangepast.

H

Deze wijziging strekt er toe artikel J.3 van het Bri alsnog in overeenstemming te brengen met de Bekendmakingswet.

Artikel XVII (Besluit elektromagnetische compatibiliteit)

A

In artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een algemeen geldende omschrijving van het begrip «toezichthouder» opgenomen. In verband daarmee dient het begrip toezichthoudende ambtenaar te vervallen en te worden vervangen door het nieuwe begrip.

B

Deze wijziging strekt ertoe de in artikel 21 gehanteerde terminologie volledig in overeenstemming te brengen met het in de Awb geharmoniseerde begrip «toezicht op de naleving».

Artikel XVIII (Besluit vergunningen mobiele telecommunicatie)

Deze wijziging strekt ertoe de in artikel 20 gehanteerde terminologie volledig in overeenstemming te brengen met het in de Awb geharmoniseerde begrip «toezicht op de naleving». Nu het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de wet bepaalde het «toezicht op de naleving van de vergunning en de daaraan verbonden voorschriften» mede omvat, is dit laatstbedoelde zinsdeel niet meer expliciet in de nieuwe tekst van artikel 20, eerste volzin opgenomen.

Artikel XIX (Besluit draadomroep- en kabelinrichtingen)

A en B

In artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een algemeen geldende omschrijving van het begrip «toezichthouder» opgenomen. In verband daarmee dient het begrip toezichthoudende ambtenaar te vervallen en te worden vervangen door het nieuwe begrip.

Hoofdstuk 9. Wet personenvervoer

Artikel XX (Besluit personenvervoer)

Algemeen

Zowel in de Wet als het Besluit personenvervoer wordt de term «goedkeuring» gebezigd met betrekking tot voorstellen van tarieven door vervoerders en gemeenten die aan de minister worden voorgelegd. Dergelijke tariefvoorstellen zijn geen besluiten in de zin van de Awb. Gelet hierop is overwogen of de term «goedkeuring» niet beter vervangen kon worden door toestemming of instemming.

Uiteindelijk is er voor gekozen de term goedkeuring te handhaven, niet zozeer omdat geen verwarring te duchten zou zijn, maar vooral omdat de Wet personenvervoer binnen afzienbare tijd integraal zal worden gewijzigd (geplande inwerkingtreding 1-1-1999). De aanzet voor die wijziging is gegeven door de Implementatienota Marktwerking in het openbaar vervoer, aangeboden aan de Tweede Kamer bij brief van 5 november 1996 (zie Kamerstukken II 1996/97, 25 0 88). In de nieuwe wet verdwijnt de figuur van goedkeuring van tarieven.

A en I

Deze aanpassingen houden verband met afdeling 10.1.2 van de Awb (delegatie).

A en T: nr 225

B

Deze aanpassing houdt verband met afdeling 10.1.1 van de Awb (mandaat).

B: nr 210

C

Deze aanpassing houdt verband met afdeling 3.6 van de Awb (Bekendmaking en mededeling).

D, E, F

Deze aanpassingen houden verband met titel 4.2 van de Awb (subsidies).

nr 12, 27 en 28

G

Deze aanpassingen houden verband met titel 4.3 van de Awb (beleidsregels).

nr 82

H

Deze aanpassingen houden verband met titel 4.2 van de Awb (subsidies) en betreffen tevens het herstel van een omissie bij de voorgaande aanpassing van het Besluit personenvervoer in verband met decentralisatie van bevoegdheden inzake het openbaar vervoer (Stb. 1997, 631)

Hoofdstuk 10. Overeenkomst van 15 februari 1966 nopens de meting van binnenvaartuigen, met Bijlage en Protocol van Ondertekening (Stb. 1967, 43), alsmede de wet van 10 maart 1979, houdende de berekening van de kosten voor de meting van binnenvaartuigen (Stb. 171)

Artikel XXI (Metingsbesluit Binnenvaartuigen 1978)

103

Hoofdstuk 11. Wet van 1 november 1924, houdende wettelijke maatregelen tegen aantasting van metalen voorwerpen in den bodem door zwerfstroomen, afkomstig van spoorstaven van electrische spoor- en tramwegen

Artikel XXII (Besluit van 5 februari 1925, tot vaststelling van een reglement ter voorkoming van aantasting van metalen voorwerpen in de bodem door zwerfstroomen, afkomstig van de spoorstaven van elektrische spoor- en tramwegen)

Deze aanpassing houdt verband met afdeling 5:2 van de Algemene wet bestuursrecht en met de aanpassing van artikel 10 van de Spoorwegwet.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink


XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 13 januari 1998, nr. 7.

Naar boven