Besluit van 17 december 1997 tot wijziging van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens in verband met de invoering van het geregistreerd partnerschap

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, J. Kohnstamm, van 11 juni 1997, nummer GBA97/U131;

Gelet op de artikelen 99 en 109 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

De Raad van State gehoord (advies van 7 juli 1997, nummer W04.97.0343);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, J. Kohnstamm, van 9 december 1997, nummer GBA97/U160;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens¹ wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 61, eerste lid, wordt de zinsnede «gegevens over een huwelijk of een erkenning» vervangen door: gegevens over een huwelijk, een geregistreerd partnerschap of een erkenning.

B

In bijlage 3 wordt onderdeel 6 als volgt gewijzigd:

1. In subonderdeel a wordt de zin «aanduiding van de persoonslijst waaraan het administratienummer van de ouders, de echtgenoot, de eerdere echtgenoten of de kinderen zijn ontleend» vervangen door: aanduiding van de persoonslijst waaraan het administratienummer van de ouders, de echtgenoot dan wel de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoten, de eerdere geregistreerde partners of de kinderen is ontleend.

2. In subonderdelen c en d wordt de zinsnede «de ouders, de echtgenoot, de eerdere echtgenoten of de kinderen» steeds vervangen door: de ouders, de echtgenoot dan wel de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoten, de eerdere geregistreerde partners of de kinderen.

C

Bijlage 5 komt te luiden:

Bijlage bij artikel 68, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (bijlage 5)

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de wet tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de opneming daarin van bepalingen voor het geregistreerd partnerschap in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

^histnoot

's-Gravenhage, 17 december 1997

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm

Uitgegeven de negenentwintigste december 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

De wijzigingen in het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens zijn noodzakelijk in verband met de opneming van bepalingen voor het geregistreerd partnerschap in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Stb. 1997, 324), door opneming van de begrippen «geregistreerd partnerschap» en «geregistreerde partner».

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 61, eerste lid

Het betreft hier de aanvulling met het geregistreerd partnerschap naast het reeds genoemde begrip huwelijk.

Bijlage 3

Het betreft hier de aanvulling met geregistreerde partner naast het reeds genoemde begrip echtgenoot.

Bijlage 5

Het betreft hier de aanvulling met het geregistreerd partnerschap naast het reeds genoemde begrip huwelijk op het meldingsformulier voor doodgeborenen. Over de wijziging heeft overleg plaatsgevonden met het Centraal Bureau voor de Statistiek. Tijdens dat overleg is aan de orde gekomen dat de woorden «erkent of» bij de erkenning door de vader geschrapt kunnen worden. Het is juridisch namelijk niet mogelijk dat een vader een doodgeborene erkent. Wel kan de situatie zich voordoen dat een vader de ongeboren vrucht reeds heeft erkend, waarna het kind levenloos wordt geboren. In dat geval is de erkenning rechtsgeldig. De situatie dat de vader alsnog erkent kan zich derhalve juridisch gezien niet voordoen en is om die reden verwijderd van het formulier.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm

---

1 Stb. 1995, 30, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 18 december 1997, Stb. 722.

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.