Besluit van 16 december 1997, houdende aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur aan de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 september 1997, DWJZ 971277, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Justitie;

Gelet op de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, de Noodwet geneeskundigen, de Vleeskeuringswet, de Warenwet, de Welzijnswet 1994, de Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken, de Wet collectieve preventie volksgezondheid, de Wet financiering volksverzekeringen, de Wet op de geneesmiddelenvoorziening, de Wet op de jeugdhulpverlening, de Wet op de medische hulpmiddelen, de Wet tarieven gezondheidszorg, de Wet ziekenhuisvoorzieningen, de Ziekenfondswet;

De Raad van State gehoord (advies van 18 november 1997, No. W13.97.0584);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 02 december 1997, DWJZ-U-971769, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE WET BIJZONDERE ZIEKTEKOSTEN

ARTIKEL I

Het Besluit controle-taak uitvoeringsorganen Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten1 wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

De Ziekenfondsraad stelt nadere regelen met betrekking tot het bepaalde in dit besluit. Deze regelen behoeven de goedkeuring van Onze Minister.

HOOFDSTUK 2 NOODWET GENEESKUNDIGEN

ARTIKEL I

Het Besluit Raad voor de buitengewone geneeskundige en farmaceutische voorziening2 wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

  • 1. De Raad kan nadere regelen stellen betreffende zijn werkwijze en de werkwijze van de door de Raad in te stellen commissies. Deze regelen behoeven de toestemming van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

  • 2. De Raad kan een instructie vaststellen voor de secretaris. Deze instructie behoeft de toestemming van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

HOOFDSTUK 3 VLEESKEURINGSWET

ARTIKEL I

Het Besluit invoer vleesprodukten en bepaalde andere produkten uit derde landen3 wordt gewijzigd als volgt:

In artikel 1, eerste lid, onder c, wordt «Staatstoezicht op de Volksgezondheid vervangen door: Staatstoezicht op de volksgezondheid.

ARTIKEL II

Het Besluit inzake vlees uit andere lid-staten4 wordt gewijzigd als volgt:

In artikel 1, eerste lid, onder c, wordt «Staatstoezicht op de Volksgezondheid vervangen door: Staatstoezicht op de volksgezondheid.

ARTIKEL III

Het Besluit inzake vleesprodukten, vleesbereidingen en bepaalde andere produkten van dierlijke oorsprong uit andere lid-staten5 wordt gewijzigd als volgt:

In artikel 1, eerste lid, onder c, wordt «Staatstoezicht op de Volksgezondheid vervangen door: Staatstoezicht op de volksgezondheid.

HOOFDSTUK 4 WARENWET

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen6 wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 17, derde lid vervalt.

HOOFDSTUK 5 WELZIJNSWET 1994

ARTIKEL I

Het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid7 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 vervalt het tweede lid alsmede de aanduiding «1» voor het eerste lid.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3
  • 1. Een subsidie of een uitkering als bedoeld in artikel 40 ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Subsidies en uitkeringen als bedoeld in artikel 40 worden slechts verstrekt voorzover Onze Minister van oordeel is dat het verstrekken van subsidies en uitkeringen zijn beleid ondersteunt dat is neergelegd in de welzijnsnota dan wel dat met toepassing van artikel 2 openbaar is gemaakt.

C

In artikel 13 vervalt het tweede lid alsmede de aanduiding «1» voor het eerste lid.

D

In artikel 14 vervalt het vierde lid.

E

Artikel 17 vervalt.

F

Artikel 18 vervalt.

G

Het opschrift van Hoofdstuk IV komt te luiden:

Hoofdstuk IV. Verplichtingen van de subsidie-ontvanger.

H

Artikel 26 vervalt.

I

Artikel 27 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Onze Minister kan bepalen dat de subsidie-ontvanger in de gevallen genoemd in artikel 4:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, aan hem een door hem te bepalen vergoeding voor vermogensvorming is verschuldigd.

2. In het derde lid wordt «het eerste lid, eerste volzin,» vervangen door: het eerste lid.

J

In artikel 32 wordt «voorschriften» vervangen door: verplichtingen.

K

In artikel 37 vervalt het tweede lid alsmede de aanduiding «1» voor het eerste lid.

L

Artikel 38 vervalt.

M

Artikel 39 vervalt.

N

In artikel 44, derde lid, wordt «De artikelen 17 en 18» vervangen door: De artikelen 4:48 en 4:50 van de Algemene wet bestuursrecht.

O

In artikel 51 wordt «Artikel 38, eerste lid, tweede lid, onder a, b, d, e en f, vierde tot en met zesde lid, en artikel 39» vervangen door: De artikelen 4:46, 4:49, 4:52, 4:56 en 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht.

P

Artikel 54, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De artikelen 4:48 en 4:50 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 45 zijn van overeenkomstige toepassing.

Q

Artikel 55b wordt gewijzigd als volgt:

1. Het tweede lid komt te luiden:

De artikelen 4:46, 4:52, 4:56 en 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.

2. In het vierde lid wordt «Artikel 39» vervangen door: Artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht.

R

Artikel 55c, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5. De artikelen 4:49, 4:56 en 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 6 WET BESTRIJDING INFECTIEZIEKTEN EN OPSPORING ZIEKTEOORZAKEN

ARTIKEL I

Het Uitvoeringsbesluit Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken8 wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 21, onder b, komt te luiden:

b. de dienst is verplicht voor andere gemeenten ontsmettingen uit te voeren, die door de burgemeester van zulk een gemeente zijn gelast, tegen door de dienst vast te stellen tarieven. Deze tarieven behoeven de goedkeuring van Onze Minister.

HOOFDSTUK 7 WET COLLECTIEVE PREVENTIE VOLKSGEZONDHEID

ARTIKEL I

Het Besluit bekostiging collectieve preventie volksgezondheid9 wordt gewijzigd als volgt:

A. Artikel 7, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Onze Minister geeft een beschikking binnen acht weken na de ontvangst van de aanvraag.

B. Artikel 9 vervalt.

HOOFDSTUK 8 WET FINANCIERING VOLKSVERZEKERINGEN

ARTIKEL I

Het Besluit financiering uitvoeringsorganisatie Bijzondere Ziektekostenverzekering10 wordt gewijzigd als volgt:

A. Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het tweede en derde lid wordt «richtlijnen» vervangen door: beleidsregels.

2. In het vierde en vijfde lid wordt «richtlijn» telkens vervangen door: beleidsregel.

B. Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het tweede lid wordt «richtlijnen» telkens vervangen door: beleidsregels.

HOOFDSTUK 9 WET OP DE GENEESMIDDELENVOORZIENING

ARTIKEL I

Het Besluit registratie geneesmiddelen11 wordt gewijzigd als volgt:

In de artikelen 17, eerste, tweede, derde, zesde en achtste lid en 18, eerste lid wordt «goedkeuring» telkens vervangen door: toestemming.

HOOFDSTUK 10 WET OP DE JEUGDHULPVERLENING

ARTIKEL I

Het Besluit gegevensverstrekking jeugdhulpverlening12 wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 2, onderdelen c. en d., vervallen onder verlettering van onderdeel e. tot c.

ARTIKEL II

Het Besluit kwaliteitsregels jeugdhulpverlening13 wordt gewijzigd als volgt:

In artikel 1, onder d, wordt «bekostiging» vervangen door: subsidieverstrekking.

ARTIKEL III

Het Besluit tijdelijke regeling bekostiging jeugdhulpverlening14 wordt gewijzigd als volgt:

A

In de artikelen 1, onder g, 4, eerste en tweede lid, 5, eerste lid, 7, 9, eerste lid, 10, eerste en tweede lid, en artikel 20, tweede en derde lid (nieuw) wordt telkens «Het subsidie» onderscheidenlijk «het subsidie» vervangen door «De subsidie» onderscheidenlijk «de subsidie».

B

In artikel 2 wordt «bekostiging» vervangen door: subsidie.

C

In artikel 3 wordt «Subsidie wordt ten behoeve van een minderjarige niet verstrekt » vervangen door: De subsidieverlening ten behoeve van een minderjarige jeugdige wordt geweigerd.

D

Het opschrift van hoofdstuk II komt te luiden:

Hoofdstuk II. Berekening van de subsidie

E

In artikel 4, eerste lid, wordt «het voor het voorgaande jaar ten behoeve van de desbetreffende voorziening of steunfunctie beschikbaar gestelde structurele subsidie» vervangen door: de voor het voorgaande jaar ten behoeve van de desbetreffende voorziening of steunfunctie verstrekte structurele subsidie.

F

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8
  • 1. Bij de verlening van een subsidie kan Onze Minister bepalen dat het subsidiebedrag door hem wordt bijgesteld, rekening houdend met de ontwikkeling van het prijspeil of de ontwikkeling in de kosten van de arbeidsvoorwaarden.

  • 2. Met het oog op de toepassing van het eerste lid kan Onze Minister bij de verlening van de subsidie tevens bepalen welk deel van het subsidiebedrag in aanmerking zal worden genomen voor een bijstelling in verband met de ontwikkeling van het prijspeil, onderscheidenlijk van de kosten van de arbeidsvoorwaarden.

  • 3. Indien een subsidie met toepassing van het eerste lid wordt bijgesteld, kan de bevoorschotting overeenkomstig worden gewijzigd.

G

Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid vervalt de laatste volzin.

2. Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.

3. Het tweede lid (nieuw) komt te luiden:

  • 2. Een subsidie aan een regionale voorziening wordt niet dan na overleg met de provincie waar het experiment wordt uitgevoerd, verstrekt.

H

Artikel 10 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste en tweede lid wordt « Dit subsidie» vervangen door: Deze subsidie.

2. In het derde lid wordt «de toezegging van het bedrag» vervangen door: de berekening van het bedrag.

3. In het vijfde lid wordt «voorwaarden» vervangen door: verplichtingen.

I

Het opschrift van Hoofdstuk III komt te luiden:

Hoofdstuk III. Structurele subsidies

J

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13
  • 1. Onze Minister geeft een beschikking tot verlening van een structurele subsidie op een aanvraag binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. De beschikking tot subsidieverlening bevat een omschrijving van het werkgebied en de aan voorzieningen van residentiële hulpverlening, de instellingen voor therapeutische gezinsverpleging en aan voorzieningen voor pleegzorg toegekende capaciteit.

  • 3. Aan de subsidie-ontvanger kunnen voorschotten worden verleend.

  • 4. Het bedrag van de verleende structurele subsidie wordt verlaagd voorzover het bedrag van de risicoreserve, bedoeld in artikel 14, wordt overschreden.

K

Artikel 14 komt te luiden:

Artikel 14
  • 1. De ontvanger van een structurele subsidie vormt, voorzover de subsidie niet is besteed aan de subsidiabel gestelde activiteiten, een risicoreserve.

  • 2. De risicoreserve bedraagt niet meer dan 5% van de in het desbetreffende jaar verstrekte subsidie en gaat een bedrag van f 500 000 niet te boven.

  • 3. De risicoreserve, met inbegrip van de inkomsten daaruit, wordt slechts aangewend voor kosten die direct verband houden met de exploitatieuitgaven van de voorziening of de steunfunctie, doch die niet bestreden kunnen worden uit de voor het desbetreffende jaar verleende subsidie.

L

Artikel 15, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Binnen dertien weken na afloop van de periode waarvoor subsidie is verleend, dient de uitvoerder of degene die een steunfunctie verzorgt een aanvraag in voor de subsidievaststelling. De aanvraag gaat vergezeld van een jaarrekening en een verslag van de werkzaamheden over het voorgaande jaar, volgens een door Onze Minister vastgesteld model.

M

Het opschrift van Hoofdstuk IV komt te luiden:

Hoofdstuk IV. Experimentensubsidies en subsidies als bedoeld in artikel 10, eerste en tweede lid.

N

Na artikel 17 wordt een artikel 17a ingevoegd, luidende:

Artikel 17a

Onze Minister kan een of meer subsidieplafonds vaststellen voor het verstrekken van subsidies voor de uitvoering van experimenten.

O

Na artikel 17a(nieuw) wordt een artikel 17b ingevoegd,luidende:

Artikel 17b
  • 1. Onze Minister verdeelt het beschikbare bedrag in volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld, met betrekking tot de verdeling als datum van de ontvangst geldt.

  • 2. Indien met het oog op de onderlinge afweging van aanvragen is bepaald dat aanvragen op een of meer bepaalde data in een kalenderjaar worden ingediend, voorziet Onze Minister in een gelijktijdige beslissing met betrekking tot soortgelijke experimenten op basis van vergelijking van hun geschiktheid om bij te dragen aan de doelstellingen van de subsidie.

P

Artikel 18 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt de eerste volzin vervangen door: Een subsidie ten behoeve van de kosten van de uitvoering van een experiment wordt tijdig voor de aanvang van het experiment aangevraagd. Onze Minister kan, met het oog op een onderlinge afweging van aanvragen, bepalen dat aanvragen op een of meer bepaalde data in een kalenderjaar worden ingediend. De indiening van de aanvraag gaat vergezeld van een begroting met toelichting en een beschrijving van het experiment.

2. Het tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Onze Minister geeft een beschikking op een aanvraag binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag, dan wel indien een aanvraagdatum is bepaald, binnen dertien weken na de vastgestelde datum. De artikelen 13, derde lid, 14, eerste lid, 15 en 16 zijn van overeenkomstige toepassing.

3. Na het tweede lid wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

Q

Artikel 19, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Onze Minister geeft een beschikking op een aanvraag binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag. De artikelen 13, derde lid, 14, eerste volzin van het eerste lid, 15 en 16 zijn van overeenkomstige toepassing.

R

Artikel 20 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie geeft Onze Minister een beschikking tot vaststelling van de subsidie.

2. Het tweede en derde lid vervallen onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot tweede en derde lid.

3. In het tweede lid (nieuw) wordt «het toegekende subsidie» vervangen door : de verleende subsidie.

4. Het zesde en zevende lid vervallen.

S

Het opschrift van Hoofdstuk VI komt te luiden:

Hoofdstuk VI. De verplichtingen van de subsidie-ontvanger

T

Artikel 23 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid komt de eerste volzin te luiden:

In de gevallen, genoemd in artikel 4:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, is de subsidie-ontvanger aan Onze Minister een door hem te bepalen vergoeding voor vermogensvorming verschuldigd.

2. In het eerste lid vervalt de tweede volzin.

3. In het tweede lid wordt «onroerend goed» vervangen door: een onroerende zaak.

U

Artikel 28 komt te luiden:

Artikel 28

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tijdelijke regeling subsidiëring jeugdhulpverlening.

HOOFDSTUK 11 WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

ARTIKEL I

Het Besluit gesteriliseerde medische hulpmiddelen in ziekenhuizen15 wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde in dit besluit zijn mede belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne.

  • 2. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

ARTIKEL II

Het Besluit sterilisatiebedrijven medische hulpmiddelen16 wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde in dit besluit zijn mede belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne.

  • 2. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

HOOFDSTUK 12 WET TARIEVEN GEZONDHEIDSZORG

ARTIKEL I

Het Besluit gegevensverstrekking Wet tarieven gezondheidszorg17 wordt gewijzigd als volgt:

In artikel 1, onder b en c, wordt «richtlijnen» vervangen door: beleidsregels.

HOOFDSTUK 13 WET ZIEKENHUISVOORZIENINGEN

ARTIKEL I

Het Besluit financieel beheer College voor ziekenhuisvoorzieningen18 wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

Het aangaan van geldleningen, het geven van borgstellingen, het aangaan van dadingen, de kwijtschelding van rechtens ontstane vorderingen, het voeren van rechtsgedingen en het sluiten van overeenkomsten aangaande koop en verkoop en huur en verhuur van onroerende goederen, alsmede het wijzigen van de bestemming daarvan behoeven voorafgaande toestemming van Onze Ministers.

ARTIKEL II

Het Besluit financiering sanering ziekenhuisvoorzieningen19 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 wordt «artikel 18b, derde lid,» vervangen door «artikel 18b, eerste lid» en wordt «artikel 18b, eerste lid», vervangen door: artikel 18b, derde lid,.

B

Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt «Onder financiële gevolgen van sanering als bedoeld in artikel 18b, eerste lid, onder a, b, c of d van de Wet» vervangen door: Onder financiële gevolgen van sanering in gevallen als bedoeld in artikel 18b, tweede lid, onder a, b, c en d, van de Wet.

2. In het eerste lid, onder c, vervalt in de tweede volzin «zulks vooruitlopend op de uiteindelijke beslissing inzake de uitkering» en vervalt in de laatste volzin: bij wijze van voorschot.

3. In het tweede lid wordt «artikel 18b, eerste lid, onder a-c,» vervangen door «artikel 18b, derde lid, onder a tot en met c», en wordt «vergoeding» vervangen door: subsidieverstrekking.

4. In het derde lid wordt «vergoeding» vervangen door: subsidieverstrekking.

C

Artikel 2a wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt «Onder financiële gevolgen van sanering als bedoeld in artikel 18b, eerste lid, onder e, van de Wet» vervangen door: Onder financiële gevolgen van sanering in gevallen als bedoeld in artikel 18b, tweede lid, onder e, van de Wet.

2. In het tweede lid wordt «een vergoeding» vervangen door; subsidieverstrekking.

D

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, aanhef, en het tweede lid wordt «een uitkering» vervangen door: een subsidie.

2. Het eerste lid, onder b, komt te luiden:

b. indien het bestuur tot sluiting heeft besloten dan wel indien Onze Minister op grond van artikel 18a, eerste lid, tot sluiting heeft besloten, dient het bestuur uiterlijk binnen twee weken na het verkrijgen van de instemming onderscheidenlijk het vernemen van de beslissing van Onze Minister een subsidieaanvraag in bij de Commissie;

E

In artikel 4 vervalt het eerste lid alsmede de aanduiding «2» voor het tweede lid.

F

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7
  • 1. Indien de Commissie de subsidieverlening heeft geweigerd op grond van artikel 4:35, eerste lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht, brengt zij een dergelijk besluit ter kennis van onze Minister.

  • 2. De Commissie kan de subsidie-ontvanger voorschotten verlenen.

HOOFDSTUK 14 ZIEKENFONDSWET

ARTIKEL I

Het Besluit controle-taak ziekenfondsen20 wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

De Ziekenfondsraad stelt nadere regelen met betrekking tot het bepaalde in dit besluit. Deze regelen behoeven de goedkeuring van Onze Minister.

ARTIKEL II

Het Besluit financiering ziekenfondsen Ziekenfondswet21 wordt gewijzigd als volgt:

A. Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste en tweede lid wordt «richtlijnen» vervangen door: beleidsregels.

2. In het derde en vierde lid wordt «richtlijn» telkens vervangen door: beleidsregel.

B. In artikel 4 wordt «richtlijnen» vervangen door: beleidsregels.

C. Artikel 7, derde lid, komt te luiden:

  • 3. De Ziekenfondsraad kan besluiten dat een deel van de voor alle ziekenfondsen tezamen voor een kalenderjaar ten laste van de Algemene Kas besteedbare middelen wordt aangewend ten behoeve van herallocatie van middelen van de onderscheidene ziekenfondsen en van beheerskosten voor bijzondere situaties in latere kalenderjaren. Een dergelijk besluit behoeft de goedkeuring van Onze Minister.

D. In artikel 8, eerste en tweede lid, wordt «richtlijnen» vervangen door: beleidsregels.

E. In artikel 9 wordt «richtlijnen» vervangen door: beleidsregels.

F. In artikel 11, eerste en tweede lid, wordt «richtlijnen» vervangen door: beleidsregels.

HOOFDSTUK 15 SLOTBEPALING

ARTIKEL I

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de Wet van 20 juni 1996 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht (Derde tranche Algemene wet bestuursrecht) in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 16 december 1997

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

De Staatssecretaris van Justitie ,

E. M. A. Schmitz

Uitgegeven de negenentwintigste december 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

1 Stb. 1984, 229, gewijzigd bij besluit van 20 november 1991, Stb. 590.

2 Stb. 1976, 271.

3 Stb. 1991, 557, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 juli 1996, Stb. 453.

4 Stb. 1965, 345, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 juli 1996, Stb. 452.

5 Stb. 1985, 175, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 juli 1996, Stb. 454.

6 Stb. 1992, 678, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 15 januari 1997, Stb. 20.

7 Stb. 1994, 909, gewijzigd bij besluit van 14 december 1995, Stb. 650.

8 Stb. 1929, 448, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 21 december 1990, Stb. 662.

9 Stb. 1992, 569, gewijzigd bij besluit van 21 december 1995, Stb. 35.

10 Stb. 1996, 121, gewijzigd bij besluit van 15 januari 1997, Stb. 20.

11 Stb. 1977, 537, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 15 januari 1997, Stb. 20.

12 Stb. 1993, 328, gewijzigd bij besluit van 14 december 1995, Stb. 631.

13 Stb. 1990, 503, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 december 1995, Stb. 632.

14 Stb. 1990, 564, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 december 1995, Stb. 632.

15 Stb. 1983, 281, gewijzigd bij besluit van 23 oktober 1993, Stb. 541.

16 Stb. 1989, 248, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 19 juli 1997, Stb. 376.

17 Stb. 1982, 167, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 11 november 1997, Stb. 548.

18 Stb. 1975, 56, gewijzigd bij besluit van 20 juni 1995, Stb. 408.

19 Stb. 1981, 386, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 20 juni 1995, Stb. 408.

20 Stb. 1978, 708.

21 Stb. 1984, 429, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 16 december 1997, Stb. 716.

NOTA VAN TOELICHTING

I. ALGEMEEN

Inleiding

Dit besluit strekt tot aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de Derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze aanpassing is noodzakelijk om de met de Awb beoogde eenheid van wetgeving ook daadwerkelijk te bereiken.

Een ontwerp van dit besluit is op grond van artikel 5, derde lid, van de Wet op de jeugdhulpverlening op 23 juni 1997 aan de Eerste en Tweede Kamer toegestuurd en ingevolge voornoemd artikel en artikel 10, derde lid, van de Welzijnswet 1994 op 31 juli 1997 in de Staatscourant geplaatst (nr 144). Naar aanleiding van de plaatsing in de Staatscourant zijn geen reacties ontvangen.

Voor een algemene uiteenzetting omtrent de achtergronden en de aanpak van de aanpassingsoperatie verwijzen wij naar de memorie van toelichting bij de Aanpassingswet Derde tranche Awb I (kamerstukken II 1996/1997, 25 280, nr. 3.).

Hieronder wordt steeds ingegaan op de specifieke aspecten van de aanpassing van de algemene maatregelen van bestuur.

Aanpak en werkwijze

De aanpassingen van de formele wetgeving zijn opgenomen in drie rijksbrede verzamelwetsvoorstellen: de Aanpassingswet Derde tranche Awb I (kamerstukken II 1996/1997, 25 280), de Aanpassingswet Derde tranche Awb II (kamerstukken II 1996/1997, 25 464) en de Aanpassingswet rijkswetten (kamerstukken II 1996/1997, 25 319). Voor algemene maatregelen van bestuur wordt, net als bij de eerste en tweede tranche, gewerkt met verzamelbesluiten per ministerie. Het onderhavige besluit is een verzamelbesluit voor het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het voorziet in de aanpassing van die algemene maatregelen van bestuur waarvan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de enige of eerste ondertekenaar is.

De werkwijze bij de voorbereiding van de aanpassing van de algemene maatregelen van bestuur is dezelfde geweest als bij de voorbereiding van de aanpassing van de formele wetgeving. De aanpassingvoorstellen zijn ontwikkeld in samenspraak tussen de vakministeries enerzijds en de Ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken anderzijds, waarbij een coördinerende rol is vervuld door twee interdepartementale begeleidingscommissies één voor het onderdeel subsidies en één voor de overige onderdelen van de derde tranche – onder auspiciën van de Interdepartementale Commissie voor Harmonisatie van Wetgeving.

Inhoud van de aanpassingen

Bij de inhoudelijke voorbereiding van de aanpassingen is wederom gebruik gemaakt van de door de Ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken opgestelde Leidraad aanpassingswetgeving derde tranche Awb. Het beleid ten aanzien van de inhoud van de aanpassingen is dus – vanzelfsprekend – bij de algemene maatregelen van bestuur niet anders geweest dan bij de formele wetgeving. Wel is het zo dat vrij veel van de in de Leidraad voorziene aanpassingen op het niveau van de algemene maatregelen van bestuur geen rol meer spelen, omdat zij zaken betreffen die slechts op het niveau van de wet in de formele zin kunnen worden geregeld. Zo plegen bij algemene maatregel van bestuur geen of weinig bestuursdwang-, dwangsom-, toezichts-, vernietigings-, of goedkeuringsbevoegdheden te worden toegekend.

Omgekeerd betreffen nogal wat aanpassingen aan de subsidietitel van de derde tranche zaken die juist vaker bij algemene maatregel van bestuur dan bij wet in formele zijn worden geregeld. De aanpassingen aan de subsidietitel beslaan dan ook een groot deel van het onderhavige besluit.

Inrichting van het aanpassingsbesluit

Het verzamelbesluit kent een hoofdstuk voor iedere wet in formele zin waarop één of meer aan te passen algemene maatregelen van bestuur steunen. De wetten en derhalve ook de hoofdstukken zijn gerangschikt in alfabetische volgorde. Binnen elk hoofdstuk is voor elke aan te passen algemene maatregel van bestuur één artikel opgenomen, waarbij de aan te passen algemene maatregelen van bestuur weer in alfabetische volgorde zijn opgenomen.

In het artikelsgewijze deel van de toelichting is waar mogelijk met behulp van de cijfers verwezen naar de – op de genoemde Leidraad gebaseerde genummerde lijst van standaardaanpassingen die is opgenomen in deel 2 van de memorie van toelichting bij de Aanpassingswet Derde tranche Awb I. Deze lijst zelf is niet opnieuw in de toelichting opgenomen. Er is voorts van afgezien om de lijst nog aan te vullen of te wijzigen. Het hele complex van aanpassingsregelgeving blijft het beste toegankelijk als voor de standaardaanpassingen steeds wordt verwezen naar hetzelfde stuk toelichting.

II. ARTIKELEN

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE WET BIJZONDERE ZIEKTEKOSTEN

ARTIKEL I

Het Besluit controle-taak uitvoeringsorganen Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

232 (model 47)

HOOFDSTUK 2 NOODWET GENEESKUNDIGEN

ARTIKEL I

Het Besluit Raad voor de buitengewone geneeskundige en farmaceutische voorziening

234 en model 47

HOOFDSTUK 3 VLEESKEURINGSWET

ARTIKEL I

Het Besluit invoer vleesprodukten en bepaalde andere produkten uit derde landen

Met de wijziging van de Gezondheidswet is de benaming van het Staatstoezicht gewijzigd in Staatstoezicht op de volksgezondheid.

ARTIKEL II

Het Besluit inzake vlees uit andere lid-staten

Met de wijziging van de Gezondheidswet is de benaming van het Staatstoezicht gewijzigd in Staatstoezicht op de volksgezondheid.

ARTIKEL III

Het Besluit inzake vleesprodukten, vleesbereidingen en bepaalde andere produkten van dierlijke oorsprong uit andere lid-staten

Met de wijziging van de Gezondheidswet is de benaming van het Staatstoezicht gewijzigd in Staatstoezicht op de volksgezondheid.

HOOFDSTUK 4 WARENWET

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen

139, 142

HOOFDSTUK 5 WELZIJNSWET 1994

ARTIKEL I

Het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid

A

In artikel 1, tweede lid, werden de regels voor subsidies van toepassing verklaard op een bepaalde categorie van uitkeringen aan gemeenten en provincies. Het ging in casu om uitkeringen voor activiteiten die evenzeer door privaatrechtelijke rechtspersonen worden uitgevoerd. Deze uitkeringen vallen echter zonder meer onder het subsidiebegrip van de Awb zodat het tweede lid geschrapt kan worden.

B

31. In het eerste lid van artikel 3 is de regeling van de begrotingsvoorwaarde, bedoeld in artikel 4:34 van de Awb, opgenomen.

De uitputtingsclausule, voorkomend in artikel 3, onder a,(oud) is komen te vervallen. In artikel 10, vijfde lid, van de Welzijnswet 1994 is voorzien in de mogelijkheid tot het vaststellen van subsidieplafonds. Naar het zich laat aanzien zal van deze mogelijkheid slechts beperkt gebruik gemaakt behoeven te worden. Bij het merendeel van de op basis van de Welzijnswet 1994 te verstrekken subsidies zal geen behoefte aan subsidieplafonds bestaan. De Welzijnswet 1994 is immers een wet die een grote mate van beleidsvrijheid kent bij de subsidieverstrekking en biedt derhalve als zodanig voldoende beleidsruimte voor het overgrote deel van de subsidies om de uitgaven ook zonder plafond te kunnen beheersen. Gesteld kan worden dat de huidige functie als instrument om de begrotingsdiscipline te waarborgen eigenlijk zeer beperkt was.

C

De artikelen 4:30 tot en met 4:32 van de Awb bevatten de eisen waaraan de subsidieverleningsbeschikking dient te voldoen. In verband daarmee is het tweede lid is komen te vervallen.

D

Het vierde lid van artikel 17 is geschrapt in verband met artikel 4:56 van de Awb.

E

51 , 52.

F

54, 55.

H

In artikel 38, tweede lid, onderdeel c, (dat ingevolge onderdeel L is vervallen) was geregeld dat de subsidie lager kon worden vastgesteld voorzover het bedrag van de reservering, bedoeld in artikel 26 werd overschreden. Aanpassing aan de Awb maakte evenwel duidelijk dat artikel 26 in feite moet worden gezien als een regeling die onderdeel uitmaakt van de berekening van het bedrag van de subsidie en niet als een omstandigheid die noopt tot een lagere vaststelling. Ingevolge artikel 4:46 van de Awb zijn de gronden tot lagere vaststelling van de subsidie immers ook beperkt tot in dat artikel opgesomde mogelijkheden. Uit artikel 26 vloeide voort dat de subsidie niet meer bedraagt dan de aan de subsidiabel gestelde activiteiten te besteden kosten, vermeerderd met het bedrag van de reservering. Hiermee is geregeld op welke wijze het bedrag van de subsidieverlening wordt bepaald. Aangezien ingevolge artikel 5 de voorschriften omtrent de berekening van de subsidie alle bij ministeriële regeling zijn geregeld, is het, met oog op de gewenste duidelijkheid en ter vermijding van mogelijke misverstanden, juister de inhoud van artikel 26 onder te brengen in deze ministeriële regeling. Artikel 26 is daarom geschrapt.

I

42a, 43, 43a, 44.

J

12.

K

50. Artikel 4:44, vierde lid, van de Awb regelt de gang van zaken bij en de gevolgen van het uitblijven van de vaststellingsaanvraag. Het tweede lid van artikel 37 is in verband daarmee geschrapt.

L

48, 56, 59.

M

51, 52, 53.

N tot en met R

De wijzigingen in deze artikelen betreffen aanpassing van de verwijzingen.

HOOFDSTUK 6 WET BESTRIJDING INFECTIEZIEKTEN EN OPSPORING ZIEKTEOORZAKEN

ARTIKEL I

Het Uitvoeringsbesluit Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken

232 (model 47)

HOOFDSTUK 7 WET COLLECTIEVE PREVENTIE VOLKSGEZONDHEID

ARTIKEL I

Het Besluit bekostiging collectieve preventie volksgezondheid

A

De wijziging van artikel 7 betreft nog een aanpassing aan de eerste en tweede tranche van de Algemene wet bestuursrecht.

B

139, 142

HOOFDSTUK 8 WET FINANCIERING VOLKSVERZEKERINGEN

ARTIKEL I

Het Besluit financiering uitvoeringsorganisatie Bijzondere Ziektekostenverzekering

A1

84

A2

82, 84 en 248

De aanvullende procedurevoorschriften met betrekking tot de goedkeuring zijn gehandhaafd.

B

84

HOOFDSTUK 9 WET OP DE GENEESMIDDELENVOORZIENING

ARTIKEL I

Het Besluit registratie geneesmiddelen

A en B

234

HOOFDSTUK 10 WET OP DE JEUGDHULPVERLENING

ARTIKEL I

Het Besluit gegevensverstrekking jeugdhulpverlening

De wijziging van dit artikel hangt samen met de wijziging van artikel 54 van de Wet op de jeugdhulpverlening.

ARTIKEL II

Het Besluit kwaliteitsregels jeugdhulpverlening

12

ARTIKEL III

Het Besluit tijdelijke regeling bekostiging jeugdhulpverlening

B

12.

C

12.

E

12

F

In artikel 8 is onderdeel b komen te vervallen aangezien de WAGGS is ingetrokken. Bij de nieuwe redactie van artikel 8 is aangesloten bij artikel 16 van het Bekostigingsbesluit welzijn dat reeds is aangepast aan de gewijzigde situatie. Aldaar is in overleg met het betrokken veld een nieuw systeem uitgewerkt om te komen tot bijstelling van de subsidiebedragen in verband met de ontwikkeling van loonkosten, het zgn. post-WAGGS-systeem. In dat systeem is een grotere verantwoordelijkheid neergelegd bij het overleg tussen werkgevers en werknemers om, met inachtneming van de (na overleg met het veld) door de subsidiërende overheid vastgestelde norm en de gestelde eisen omtrent kwantiteit en kwaliteit van de activiteiten, te komen tot een afweging op welke wijze de loonontwikkeling vorm krijgt.

55.

G

Lid 1:48.

Lid 2: In artikel 17a is de bevoegdheid tot het vaststellen van een subsidieplafond opgenomen. De in het derde lid (oud) vervatte uitputtingsclausule van artikel 9 is daarom komen te vervallen.

H

12.

J

Lid 1: de artikelen 4:30 tot en met 4:32 van de Awb bevatten de eisen waaraan de subsidieverleningsbeschikking dient te voldoen. Het eerste lid van artikel 13 is hieraan aangepast.

Lid 2 (oud): 51.

Lid 3: 12.

Lid 4: In artikel 20, derde lid, (dat ingevolge onderdeel R is vervallen) was geregeld dat de subsidie lager kon worden vastgesteld voorzover het bedrag van de risicoreserve, bedoeld in artikel 14 werd overschreden. Aanpassing aan de Awb maakte evenwel duidelijk dat artikel 14 in feite moet worden gezien als een regeling die deel uitmaakt van de berekening van het bedrag van de subsidie en niet als een omstandigheid die noopt tot een lagere vaststelling. Ingevolge artikel 4:46 van de Awb zijn de gronden tot lagere vaststelling van de subsidie immers ook beperkt tot in dat artikel opgesomde mogelijkheden. Uit artikel 14 vloeit voort dat de subsidie niet meer bedraagt dan de aan de subsidiabel gestelde activiteiten te besteden kosten, vermeerderd met het bedrag van de risicoreserve. Hiermee is geregeld op welke wijze het bedrag van de subsidieverlening wordt bepaald. Met oog op de gewenste duidelijkheid en ter vermijding van mogelijke misverstanden, is aan artikel 13 een vierde lid toegevoegd teneinde dit expliciet tot uitdrukking te brengen.

K

In de eerste volzin van artikel 14 was bepaald dat subsidiegelden slechts worden aangewend ten behoeve van de subsidiabel gestelde activiteiten. Aangezien dit inherent is aan het subsidiebegrip zelf,is deze volzin geschrapt.

Het huidige tweede lid komt materieel overeen met het huidige artikel 20, derde lid (normering van de hoogte van de risicoreserve).

L

45, 47.

N

18, model 9.

O

Lid 1: model 11.

Lid 2: model 12.

P

Lid 1: Experimentensubsidies kunnen, in tegenstelling tot de structurele subsidies, in principe op elk moment van het jaar worden aangevraagd. Zonder nadere regeling zou bij hantering van een subsidieplafond uitsluitend de verdelingsbepaling toegepast kunnen worden volgens het wie eerst komt het eerst maalt-systeem. Om ook in voorkomende gevallen het tender-systeem te kunnen toepassen, is voorzien in de mogelijkheid om een aanvraagdatum vast te stellen.

Lid 2: Aangezien artikel 13, tweede lid, is komen te vervallen in verband met artikel 4:48 van de Awb, is ook de verwijzing hiernaar geschrapt.

Q

Het tweede lid van artikel 19 is op dezelfde wijze aangepast als het tweede lid van artikel 18. Voor een toelichting zij hiernaar verwezen.

R

In het eerste lid is de termijn waarbinnen de subsidie moet zijn vastgesteld gewijzigd. De genoemde termijn komt overeen met de in het Bekostigingsbesluit welzijn gehanteerde termijn. Aldus wordt bereikt dat eenzelfde cyclus wordt gevolgd in het subsidieproces voor de subsidies op basis van de Welzijnswet 1994 en de Wet jeugdhulpverlening.

nr. 48, 51.

Het tweede bevatte een bevoegdheid tot lagere vaststelling die overeenkwam met artikel 4:46 Awb en is daarom komen te vervallen.

Ook het derde lid, de overschrijding van het bedrag van de risicoreserve, is als grond voor een lagere vaststelling geschrapt.

Het zevende lid is geschrapt in verband met artikel 4:57 van de Awb.

T

42a, 43, 43a, 44, model 18.

HOOFDSTUK 11 WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

ARTIKEL I

Besluit gesteriliseerde medische hulpmiddelen in ziekenhuizen

In artikel 11 van de Wet op de medische hulpmiddelen is voorzien in de mogelijkheid om toezichthouders aan te wijzen. In dit artikel worden mede de bij besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangewezen ambtenaren van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (voorheen Rijksinstituut voor Volksgezondheid) als toezichthouders aangewezen. Hiervoor zijn modelbepaling 29 en 37 gebruikt.

ARTIKEL II

Besluit sterilisatiebedrijven medische hulpmiddelen

In artikel 11 van de Wet op de medische hulpmiddelen is voorzien in de mogelijkheid om toezichthouders aan te wijzen. In dit artikel worden mede de bij besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangewezen ambtenaren van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne als toezichthouders aangewezen. Hiervoor zijn modelbepaling 29 en 37 gebruikt.

HOOFDSTUK 12 WET TARIEVEN GEZONDHEIDSZORG

ARTIKEL I

Besluit gegevensverstrekking Wet tarieven gezondheidszorg

84

Op grond van de Wet tarieven gezondheidszorg bestaat er een verplichting voor het COTG om beleidsregels vast te stellen. De term richtlijnen is in dit artikel gewijzigd in beleidsregels.

HOOFDSTUK 13 WET ZIEKENHUISVOORZIENINGEN

ARTIKEL I

Besluit financieel beheer College voor ziekenhuisvoorzieningen

234

ARTIKEL II

Het Besluit financiering sanering ziekenhuisvoorzieningen

A, B en C

De wijzigingen van artikel 1, artikel 2, eerste lid, aanhef, en tweede lid, en artikel 2a, eerste lid, betreffen een aanpassing van de verwijzingen.

B

In het eerste lid, onder a tot en met d, van artikel 2 worden de kosten opgesomd die (o.a.) voor subsidieverstrekking in aanmerking komen. In onderdeel c is sprake van saneringskosten die kennelijk zo spoedig mogelijk en voorafgaande aan andere (deel)beslissingen omtrent subsidiring subsidiabel gesteld moeten worden. De in dit onderdeel voorkomende formulering «vooruitlopend op de uiteindelijke beslissing inzake de uitkering» past evenwel niet in het systeem van de Awb en is daarom geschrapt. De subsidieverstrekking in bedoelde gevallen vindt immers niet vooruitlopend op een beslissing plaats maar door middel van besluit (tot subsidieverlening of subsidievaststelling).

Ook de zinsnede «bij wijze van voorschot» is geschrapt. In artikel 7, tweede lid, (nieuw) is een algemeen gestelde bevoegdheid van de Commissie tot voorschotverlening opgenomen.

C

Lid 2: 12.

D

12

E

Het eerste lid van artikel 4 kan vervallen. De instelling en de taken van de Commissie zijn bij wet geregeld.

F

32, 58.

HOOFDSTUK 14 ZIEKENFONDSWET

ARTIKEL I

Besluit controle-taak ziekenfondsen

232 (model 47)

ARTIKEL II

Besluit financiering ziekenfondsen Ziekenfondswet

A

84 en 248

De aanvullende procedurevoorschriften met betrekking tot de goedkeuring zijn gehandhaafd.

B

84

C

232 (model 47)

D, E, F

84

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

De Staatssecretaris van Justitie,

E. M. A. Schmitz


XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 13 januari 1998, nr. 7.

Naar boven