Besluit van 15 december 1997, houdende aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur aan de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Ministerie van Defensie)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 24 oktober 1997, nr. CWW 97/188 97003066, directie juridische zaken;

Gelet op de Ambtenarenwet; het Burgerlijk Wetboek; de Inkwartieringswet; de Luchtvaartwet; de Militaire ambtenarenwet 1931; de Spoorwegwet; de Wet bescherming staatsgeheimen; de Wet gewetensbezwaren militaire dienst; de Wet verbetering rechtspositie verzetsmilitairen; de Wet vervoer gevaarlijke stoffen;

De Raad van State gehoord (advies van 3 december 1997, nr. W07.97.0688);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Defensie van 10 december 1997, nr. CWW 97/188 97003637, directie juridische zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1 AMBTENARENWET

ARTIKEL I

Het Besluit aanvulling arbeidsongeschiktheidsuitkering burgerlijke ambtenaren defensie1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt «ingediend verzoek» vervangen door: ingediende aanvraag.

2. In het tweede lid, wordt «voorschriften» vervangen door: regels.

B

Na artikel 11 wordt toegevoegd een nieuw artikel 11a dat komt te luiden:

Artikel 11a

Van de bevoegdheid tot het vaststellen van ministeriële regelingen als bedoeld in de artikelen 10 en 11 kan mandaat worden verleend aan de directeur-generaal personeel van het Ministerie van Defensie.

ARTIKEL II

Het Besluit betaling emolumenten burgerlijke ambtenaren defensie2 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 1, onderdeel a, vervalt de zinsnede: of de werknemer in de zin van het Arbeidsovereenkomstenbesluit.

ARTIKEL III

Het Besluit dienstreizen defensie3 wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 15 wordt toegevoegd een nieuw artikel 15a dat komt te luiden:

Artikel 15a Mandaatverlening

Van de bevoegdheid tot het vaststellen van ministeriële regelingen als bedoeld in hoofdstuk 2 kan mandaat worden verleend aan de directeur-generaal personeel van het Ministerie van Defensie.

ARTIKEL IV

Het Besluit maaltijdvergoeding bij overwerk burgerlijke ambtenaren defensie4 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 1, onderdeel b, komt te luiden:

b. bevoegd gezag

de bij koninklijk besluit of bij ministeriële regeling als zodanig aangewezen autoriteit;.

ARTIKEL V

Het Bezoldigingsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie5 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, onderdeel j, komt te luiden:

j. bevoegd gezag

de bij koninklijk besluit of bij ministeriële regeling als zodanig aangewezen autoriteit.

B

Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt: of vanwege.

2. In het derde lid wordt «de door hem daartoe aangewezen autoriteiten» vervangen door: door het bevoegd gezag.

ARTIKEL VI

Het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie6 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. bevoegd gezag: de bij koninklijk besluit of bij ministeriële regeling als zodanig aangewezen autoriteit.

B

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5 Werving en selectie

Onze Minister stelt regels ten aanzien van de werving en selectie van ambtenaren.

C

In de artikelen 9, derde lid, 11, vierde lid, 18, eerste lid, 30, eerste lid, 36, 45, tweede lid, 76, eerste lid, 86, eerste lid, 90, vierde lid, 91, derde lid, en 160 wordt «voorschriften» telkens vervangen door: regels.

D

In de artikelen 18, tweede lid, 78, tweede lid, 82, eerste lid, onder a, en tweede lid, 131, eerste lid, 135, eerste lid, en 159 vervalt telkens: of vanwege.

E

Artikel 16, vierde lid, vervalt.

F

In artikel 30, tiende lid, wordt «algemene voorschriften» vervangen door: regels.

G

Artikel 84, tweede lid, vervalt alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.

H

Artikel 90 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vijfde lid vervalt.

2. Het zesde lid wordt vernummerd tot vijfde lid.

I

In artikel 91, eerste lid, vervalt: of namens.

J

Na artikel 168 wordt toegevoegd een nieuw artikel 168a dat komt te luiden:

Artikel 168a Mandaatverlening

Van de bevoegdheid tot het vaststellen van ministeriële regelingen als bedoeld in de hoofdstukken 4, 5 en 7 kan mandaat worden verleend aan de directeur-generaal personeel van het Ministerie van Defensie.

ARTIKEL VII

Het Telefoonkostenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie7 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a vervalt: of de werknemer in de zin van het Arbeidsovereenkomstenbesluit.

2. Onderdeel e komt te luiden:

e. bevoegd gezag

de bij koninklijk besluit of bij ministeriële regeling als zodanig aangewezen autoriteit.

B

In artikel 5 wordt «voorschriften» vervangen door: regels.

ARTIKEL VIII

De Toelageregeling afschaffing tariefbeloning Defensie8 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel c, komt te luiden:

c. ambtenaar: de ambtenaar in de zin van het besluit;.

B

In artikel 7 vervalt: of vanwege.

C

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8

Onze Minister kan dit besluit buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de ambtenaar, tariefwerker en distantiëringstoelage-genietende, bedoeld in dit besluit, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

ARTIKEL IX

Het Verplaatsingskostenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie9 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. bevoegd gezag: Onze Minister dan wel de bij ministeriële regeling aangewezen autoriteiten;.

B

Artikel 20 komt te luiden:

Artikel 20

Van de bevoegdheid tot het vaststellen van ministeriële regelingen als bedoeld in artikel 14 kan mandaat worden verleend aan de directeur-generaal personeel van het Ministerie van Defensie.

ARTIKEL X

Het Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel10 wordt als volgt gewijzigd:

Aan artikel 21 wordt een volzin toegevoegd die komt te luiden:

Van de bevoegdheid tot het vaststellen van ministeriële regelingen als bedoeld in de eerste volzin kan mandaat worden verleend aan de directeur-generaal personeel van het Ministerie van Defensie.

HOOFDSTUK 2 BURGERLIJK WETBOEK

Enig artikel

Het Besluit ex artikel 993b, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 1, eerste lid, vervalt: of vanwege.

HOOFDSTUK 3 INKWARTIERINGSWET

Enig artikel

Het Inkwartieringsbesluit11 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 74, tweede lid, wordt de zinsnede «het motorrijtuig met behulp van de sterke arm in bezit nemen» vervangen door: bestuursdwang toepassen.

B

In artikel 82x wordt de zinsnede «de gevorderde goederen in bezit nemen of doen nemen, indien niet, niet volledig of niet op de juiste wijze aan de vordering is voldaan» vervangen door: met betrekking tot de gevorderde goederen bestuursdwang toepassen.

C

Artikel 82z, zesde lid, komt te luiden:

  • 6. De commandant van het onderdeel of de dienst waarvoor de gevorderde goederen bestemd zijn, dan wel de burgemeester kan, namens Onze Minister, met betrekking tot de gevorderde goederen bestuursdwang toepassen.

HOOFDSTUK 4 LUCHTVAARTWET

Enig artikel

Het Besluit tot regeling valschermspringen uit zich in de lucht bevindende militaire luchtvaartuigen12 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 1, eerste lid, vervalt: of vanwege.

HOOFDSTUK 5 MILITAIRE AMBTENARENWET 1931

ARTIKEL I

Het Inkomstenbesluit militairen13 wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 25 wordt toegevoegd een nieuw artikel 25a dat komt te luiden:

Artikel 25a Mandaatverlening

Van de bevoegdheid tot het vaststellen van ministeriële regelingen als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdelen c en d, kan mandaat worden verleend aan de directeur-generaal personeel van het Ministerie van Defensie.

ARTIKEL II

De Premieregeling en aanvullende voorzieningen beroepsmilitairen van de krijgsmacht14 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 2, tweede lid, onderdeel b, 5, zevende lid, 6, eerste en tweede lid, en 7, wordt «verzoek» telkens vervangen door: aanvraag.

B

Voor artikel 10 wordt een nieuw artikel 9 ingevoegd, luidende:

Artikel 9 Mandaatverlening

Van de bevoegdheid tot het vaststellen van ministeriële regelingen als bedoeld in de artikelen 2, 2a en 3 kan mandaat worden verleend aan de directeur-generaal personeel van het Ministerie van Defensie.

ARTIKEL III

Het Verplaatsingskostenbesluit militairen15 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 25 komt te luiden:

Artikel 25

  • 1. De tegemoetkomingen, bedoeld in de artikelen 19 tot en met 23, worden vastgesteld volgens nader door de minister te stellen regels.

  • 2. Van de bevoegdheid tot het vaststellen van ministeriële regelingen als bedoeld in het eerste lid kan mandaat worden verleend aan de directeur-generaal personeel van het Ministerie van Defensie.

ARTIKEL IV

Het Werkloosheidsbesluit beroepsmilitairen bepaalde tijd16 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 6 wordt de tekst genummerd als eerste lid, waarna een tweede lid wordt toegevoegd dat komt te luiden:

  • 2. Van de bevoegdheid tot het vaststellen van ministeriële regelingen als bedoeld in het eerste lid kan mandaat worden verleend aan de directeur-generaal personeel van het Ministerie van Defensie.

HOOFDSTUK 6 SPOORWEGWET

Enig artikel

Het bij het Besluit Reglement omtrent aanwending spoorwegen en spoorwegmaterieel in geval van oorlog17 behorend Reglement omtrent aanwending spoorwegen en spoorwegmaterieel in de gevallen, bedoeld in art. 24 en de 2de alinea van art. 50 der wet van den 9den April 1875 wordt als volgt gewijzigd:

In de artikelen 2, eerste lid, 9, 13, 14 en 15 vervalt telkens: of namens.

HOOFDSTUK 7 WET BESCHERMING STAATSGEHEIMEN

Enig artikel

Het Besluit aanwijzing enige gebouwen te 's-Gravenhage en Wassenaar als verboden plaatsen18 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 2, tweede lid, vervalt: of namens.

HOOFDSTUK 8 WET GEWETENSBEZWAREN MILITAIRE DIENST

Enig artikel

Het Besluit gewetensbezwaren militaire dienst19 wordt als volgt gewijzigd:

In de artikelen 25 en 41 vervalt telkens: of vanwege.

HOOFDSTUK 9 WET VERBETERING RECHTSPOSITIE VERZETSMILITAIREN

Enig artikel

Het Besluit procedure geneeskundig onderzoek verzetsmilitairen en ondergedoken militairen20 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, tweede lid, wordt «Op verzoek» vervangen door: Op aanvraag.

B

In artikel 7 wordt de tekst genummerd als eerste lid, waarna een tweede lid wordt toegevoegd dat komt te luiden:

  • 2. Van de bevoegdheid tot het vaststellen van ministeriële regelingen als bedoeld in het eerste lid kan mandaat worden verleend aan de directeur-generaal personeel van het Ministerie van Defensie.

HOOFDSTUK 10 WET VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN

Enig artikel

Het Besluit vervoer ontplofbare stoffen krijgsmacht21 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 3 wordt «voorschriften» vervangen door: regels.

HOOFDSTUK 11 SLOTBEPALING

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Aanpassingswet derde tranche Awb I in werking treedt. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven nadat de Aanpassingswet derde tranche Awb I in werking is getreden, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt het terug tot en met het tijdstip waarop de Aanpassingswet derde tranche Awb I in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 15 december 1997

Beatrix

De Minister van Defensie,

J. J. C. Voorhoeve

Uitgegeven de drieëntwintigste december 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

1 Stb. 1993, 354, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 20 juni 1997, Stb. 350.

2 Stb. 1993, 344, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 25 maart 1996, Stb. 192.

3 Stb. 1996, 192, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 3 december 1997, Stb. 669.

4 Stb. 1993, 343.

5 Stb. 1993, 345, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 3 december 1997, Stb. 669.

6 Stb. 1993, 350, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 3 december 1997, Stb. 669.

7 Stb. 1993, 342, gewijzigd bij besluit van 14 april 1995, Stb. 292.

8 Stb. 1983, 48, gewijzigd bij besluit van 14 april 1995, Stb. 292.

9 Stb. 1993, 347, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 8 maart 1996, Stb. 169.

10 Stb. 1996, 337, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 3 december 1997, Stb. 669.

11 Stb. 1953, 342, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 25 juni 1997, Stb. 339.

12 Stb. 1965, 390, gewijzigd bij besluit van 17 oktober 1991, Stb. 528.

13 Stb. 1996, 27, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 3 december 1997, Stb. 669.

14 Stb. 1982, 648, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 3 december 1997, Stb. 669.

15 Stb. 1991, 412, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 3 december 1997, Stb. 669.

16 Stb. 1995, 34.

17 Stb. 1912, 295, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 maart 1929, Stb. 76.

18 Stb. 1986, 198.

19 Stb. 1980, 5, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 juli 1996, Stb. 418.

20 Stb. 1979, 517, gewijzigd bij besluit van 14 april 1995, Stb. 292.

21 Stb. 1996, 205.


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven