Besluit van 11 december 1997, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 30 mei 1997, Stb. 226, houdende wijziging van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing en van de Woningwet (gevolgen niet naleven financiële bepalingen, opheffen Rijkscommissie voor de Volkshuisvesting en Coördinatiecommissie stadsvernieuwing)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 8 december 1997, nr. MJZ 97582113, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel IV van de wet van 30 mei 1997, Stb. 226, houdende wijziging van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing en van de Woningwet (gevolgen niet naleven financiële bepalingen, opheffen Rijkscommissie voor de Volkshuisvesting en Coördinatiecommissie stadsvernieuwing);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet van 30 mei 1997, Stb. 226, houdende wijziging van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing en van de Woningwet (gevolgen niet naleven financiële bepalingen, opheffen Rijkscommissie voor de Volkshuisvesting en Coördinatiecommissie stadsvernieuwing) treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 11 december 1997

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

D. K. J. Tommel

Uitgegeven de drieëntwintigste december 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven