Besluit van 8 december 1997, houdende aanwijzing van gevaarlijke afvalstoffen alsmede aanwijzing van afgewerkte olie als afval (Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 4 november 1997, nr.MJZ97566828, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel 1.1, eerste en tiende lid, van de Wet milieubeheer;

De Raad van State gehoord (advies van 26 november 1997, nr. W08.97.0710;

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 4 december 1997, nr. MJZ97580604, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

    afgewerkte olie: smeer- en systeemolie die hetzij door vermenging met andere stoffen, hetzij op andere wijze onbruikbaar is geworden voor het doel waarvoor zij oorspronkelijk was bestemd, tenzij:

    a. zich in die olie een gehalte aan polychloorbifenylen van meer dan 0,5 mg/kg per congeneer 28, 52, 101, 118, 138, 153 of 180, bevindt, of

    b. zich in die olie een gehalte aan organische halogeenverbindingen, berekend als chloor, bevindt van meer dan 1000 mg/kg, of

    c. het vlampunt van die olie lager is dan 55°C, of

    d. die olie na het gebruik waarvoor zij oorspronkelijk was bestemd, vermengd is met andere stoffen dan uitsluitend – al dan niet met water of sediment verontreinigde – lichte of zware stookolie, gasolie of dieselolie; bijlage I, II en III: de bij dit besluit behorende bijlage I, II onderscheidenlijk III.

  • 2. Onder afgewerkte olie wordt niet verstaan: afgewerkte boor-, snij-, slijp- en walsolie of emulsies daarvan.

Artikel 2

Als afvalstof wordt aangewezen: afgewerkte olie.

Artikel 3

Als gevaarlijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer worden aangewezen:

a. afvalstoffen die ontstaan bij de in bijlage I, kolom P, vermelde processen en die geheel of gedeeltelijk bestaan uit de afvalstoffen, vermeld in bijlage I, kolom A, tenzij in die bijlage anders is aangegeven;

b. afvalstoffen die geheel of gedeeltelijk bestaan uit stoffen, vermeld in bijlage II, tenzij de concentratie van de stoffen in die afvalstoffen kleiner is dan de in bijlage II daarvoor aangegeven concentratiegrenswaarde.

Artikel 4

  • 1. Het bepaalde in artikel 3 is niet van toepassing met betrekking tot huishoudelijke afvalstoffen die niet zijn afgegeven of ingezameld.

  • 2. Het bepaalde in artikel 3, onder a, is niet van toepassing met betrekking tot afvalstoffen ten aanzien waarvan de houder van die afvalstoffen heeft aangetoond dat de stoffen, vermeld in bijlage II, zich daarin uitsluitend bevinden in een concentratie die kleiner is dan de in bijlage II daarvoor aangegeven concentratiegrenswaarde, behoudens voor zover het betreft afvalstoffen die ontstaan bij de in bijlage I, kolom P, onder 46, vermelde processen en die geheel of gedeeltelijk bestaan uit de afvalstoffen, vermeld in bijlage I, kolom A, onder 46.1 tot en met 46.8.

  • 3. Afvalstoffen die ingevolge artikel 3, onder b, van dit besluit worden aangewezen als gevaarlijke afvalstoffen, worden niet als zodanig aangewezen, voor zover dit in bijlage III is bepaald.

Artikel 5

Na inwerkingtreding van dit besluit worden de met toepassing van het Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen (Stb. 1993, 617) vastgestelde regels en andere besluiten aangemerkt als regels onderscheidenlijk besluiten, vastgesteld met toepassing van dit besluit.

Artikel 6

Het Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen (Stb. 1993, 617) wordt ingetrokken.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop vier weken zijn verstreken sedert de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst met uitzondering van bijlage I, onder 42, bijlage III, U.1, onder b.6 en bijlage III, U.2, onder i, voor zover het betreft het onderdeel asbesthoudende bestanddelen, welke onderdelen in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende onderdelen verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 8 december 1997

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer a.i.,

A. Jorritsma-Lebbink

Uitgegeven de achttiende december 1997

De Minister van Justitie ,

W. Sorgdrager

BIJLAGE I VAN HET BESLUIT AANWIJZING GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN

Lijst van processen waaruit gevaarlijke afvalstoffen vrijkomen

P(processen)A(afvalstoffen)
1. Petrochemische processen en pyrolytische behandelingen1.1 ovenpuin 1.2 olie-water-slibmengsel
 1.3 oliehoudende bleekaarde
 1.4 zuurteer
 1.5 zwavelhoudend restant van de ontzwaveling
 1.6 oliewatermengsel
 1.7 oliehoudend slib
 1.8 olieëmulsie
 1.9 oliehoudend zuur
 1.10 teerrestant op basis van steenkoolteer
 1.11 slib van de afvalwaterzuivering
 1.12 restant vloeibare en pasteuze organische stoffen op basis van aromatische, alifatische en naftenische koolwaterstoffen
 1.13 restant van het met behulp van loog wassen van brandstoffen
  
2. Aardgasproduktie2.1 kwikhoudend slib
 2.2 kwikhoudendfiltermateriaal
 2.3 zwavelhoudende restanten
  
3. Produktie of toepassing van zink; produktie van zinkoxyde3.1 zinkassen 3.2 zinkslakken
 3.3 jarosiet
  
4. Produktie of toepassing van lood4.1 loodassen
 4.2 loodslakken
 4.3 loodhoudend filterstof
  
5. Produktie of toepassing van cadmium5.1 cadmiumhoudend filterstof
  
6. Produktie of toepassing van arseen6.1 arseenhoudend filterstof
  
7. Produktie van gietijzer7.1 koepelovenstof
  
8. Produktie van ruw ijzer en staal met oxystaalconverters of elektro-ovens8.1 hoogovengasstof 8.2 filterstof
 8.3 vliegas
 8.4 overig afzuigingsstof
  
9. Produktie van aluminium (primaire of secundaire produktie)9.1 filterstof 9.2 kathoderestanten
 9.3 ovenpuin
  
10. Non-ferro-metallurgische processen10.1 zware-metalenhoudend ovenpuin
 10.2 arseenkalk
  
11. Harden van staal11.1 cyanide-, nitraat- of nitriethoudend slib
 11.2 hardingszout
  
12. Produktie of toepassing van asbest of asbesthoudende materialen12.1 asbesthoudende restanten
  
13. Produktie van chloor door middel van het diafragmaelectrolyseproces13.1 asbesthoudend restant
  
14. Fenolproduktie14.1 fenolmengsel
 14.2 fenolwatermengsel
  
15. Metaalbewerking15.1 seleenhoudend metaalafval
 15.2 berylliumhoudend metaalafval
 15.3 boor-, snij- slijp- en walsolie of emulsies daarvan
 15.4 olie-water-slibmengsel
  
16. Metaaloppervlaktebehandeling, zoals het etsen, beitsen, glanzen, galvaniseren, reinigen, ontvetten en thermisch verzinken16.1 zuur, zuurrestant of zuurmengsel 16.2 loog, loogrestant of loogmengsel 16.3 galvanisch bad en (half) concentraat op basis van sulfide, chroom(VI), cyanide, koper, zink, cadmium, nikkel of tin
 16.4 koperetsvloeistof
 16.5 halogeenvrij slib uit een bad op basis van organische oplosmiddelen
 16.6 halogeenhoudend slib uit een bad op basis van organische oplosmiddelen
 16.7 fosfateerslib
 16.8 halogeenhoudend organisch ontvettingsbad
 16.9 slib uit beitsbad
  
17. Behandeling van galvanische en vergelijkbare baden en de waterzuivering in de metaaloppervlaktebehandeling17.1 metaalhydroxydeslib met chroom, cadmium, koper, zink, nikkel of zilver 17.2 zware-metalenhoudend eluaat van ionenwisselaars
 17.3 zware-metalenhoudend halfconcentraat van membraansystemen
  
18. Produktie van zuren of ammoniak18.1 zuurhoudende restanten
 18.2 ammoniakhoudende restanten
  
19. Produktie of toepassing van oplosmiddelen19.1 verontreinigde halogeenvrije aromatische, alifatische of naftenische oplosmiddelen
 19.2 verontreinigde halogeenvrije oplosmiddelen op basis van fenolen, ketonen, ethers, acetaten, alkoholen of glykolen
 19.3 verontreinigde halogeenhoudende aromatische, alifatische of naftenische oplosmiddelen
 19.4 verontreinigde halogeenhoudende oplosmiddelen op basis van fenolen
 19.5 verontreinigde oplosmiddelen of mengsels van oplosmiddelen, op basis van organische stikstofhoudende aromaten, naftenen of alifaten
 19.6 verontreinigde oplosmiddelen of mengsels van oplosmiddelen, op basis van organische zwavelverbindingen
 19.7 destillatieresidu
  
20. Het verwijderen van coatings van schepen, bruggen en sluizen, hoogspanningsmasten en wegmarkeringen door middel van stralen20.1 met coatings verontreinigd straalmiddel
  
21. Produktie of toepassing van coatings, zoals verven, lakken, vernissen en kunststof en van inkten21.1 restanten van coatings of inkten, voor zover niet volledig uitgehard 21.2 slib van de afvalwaterzuivering bij de produktie
  
22. Produktie of toepassing van lijmen, kitten, kleefmiddelen en harsen22.1 restant lijm, kit of kleefmiddel (anders dan op plantaardige of dierlijke basis) voor zover niet volledig uitgehard
 22.2 restant harsolie
  
23. Produktie of toepassing van latex23.1 restant latex of latex-emulsie, voor zover niet volledig uitgepolymeriseerd of uitgecoaguleerd
  
24. Produktie of toepassing van verfafbijtmiddelen24.1 restant afbijtmiddel
  
25. Drukken en kopiëren met vloeibate toner25.1 restant drukinkt 25.2 restant zeefdrukinkt
 25.3 restant lakken
 25.4 restant vloeibare toner
 25.5 restant schoonmaakmiddelen op basis van organische vloeistoffen
 25.6 restant etsvloeistoffen
 25.7 restant dispergeeroliën
 25.8 restant oxydatiemiddelen
  
26. Produktie of toepassing van fotochemicaliën26.1 restant ontwikkelaar 26.2 restant fixeer
 26.3 restant bleekfixeer
  
27. Produktie of toepassing van organische peroxyden27.1 restant organische peroxyden
  
28. Produktie of toepassing van halogeenhoudende koolwaterstoffen aromatische, alifatische of naftenische koolwaterstoffen28.1 restant vloeibare of pasteuze organische stoffen op basis van halogeenhoudende koolwaterstoffen 28.2 restant vloeibare of pasteuze organische stoffen op basis van aromatische, alifatische of naftenische koolwaterstoffen
  
29. Produktie of toepassing van organische stikstofverbindingen of organische zuurstofverbindingen29.1 restant vloeibare of pasteuze organische stoffen op basis van stikstof- of zuurstofverbindingen (anders dan plantaardige of dierlijke koolhydraten, eiwitten, vetten en vetzuren)
  
30. Produktie of toepassing van stoffen (met uitzondering van kitten) op basis van siliconen30.1 restant siliconenolie 30.2 siliconenhoudend restant
  
31. Produktie van doek en textiel31.1 restant textielchemicaliën
  
32. Produktie of toepassing van kunststoffen of grondstoffen32.1 halogeenvrij restant additieven voor kunststoffen (zoals kleurstoffen, stabilisatoren of vlamvertragers)
 32.2 halogeenhoudend restant additieven voor kunststoffen
 32.3 halogeenvrij restant weekmakers voor kunststoffen
 32.4 halogeenhoudend restant weekmakers voor kunststoffen
 32.5 restant van de bereiding van vinylchloridemonomeer
 32.6 restant van de bereiding van acrylonitrilmonomeer
 32.7 restant vloeibare of pasteuze rubberemulsie of rubberoplossing, voor zover niet uitgepolymeriseerd
 32.8 slib van de afvalwaterzuivering van de rubberproduktie, voor zover niet uitgepolymeriseerd
 32.9 PVC-houdende restanten, voor zover niet uitgepolymeriseerd
  
33. Produktie van cosmetica33.1 restant chemische grond- en hulpstoffen (anders dan plantaardige of dierlijke koolhydraten, eiwitten, vetten en vetzuren)
  
34. Produktie van farmaceutica34.1 restant van de produktie van geneesmiddelen (anders dan plantaardige of dierlijke koolhydraten, eiwitten, vetten en vetzuren)
  
35. Produktie, formulering of toepassing van bestrijdingsmiddelen35.1 produktie- of formuleringsrestant 35.2 slib van de afvalwaterzuivering
 35.3 hexa en hexahoudend restant op basis van hexachloorcyclohexaan of hexachloorbenzeen
 35.4 restant van de toepassing van bestrijdingsmiddelen
  
36. Produktie, formulering of toepassing van houtverduurzamingsmiddelen36.1 produktie- of formuleringsrestant 36.2 slib van de afvalwaterzuivering
 36.3 restant van de toepassing van houtverduurzamingsmiddelen
 36.4 houtloogbad
  
37. Reiniging, lediging en onderhoud van tanks en afscheiders van vaartuigen en voertuigen en van mobiele en stationaire opslagtanks37.1 oliehoudend ladingrestant, waswater en slib 37.2 chemicaliënhoudend lading restant, waswater en slib 37.3 olie-water-slibmengsel en oliehoudende luchtfilters uit olie-, vet-, slib- of benzine-afscheiding
  
38. Reiniging van vaten, waarin zich chemische stoffen hebben bevonden38.1 chemicaliënhoudend restant van de reiniging van vaten
 38.2 slib van de afvalwaterzuivering
  
39. Zuiveringsprocessen voor lucht en water39.1 slib van de afvalwaterbehandeling van de kunstmest produktie
 39.2 slib van de behandeling van fluorwaterstofzuurhoudend afvalwater
 39.3 zware-metalenhoudend restant van gebruikt ionenwisselaarmateriaal in de waterzuivering
 39.4 rookgasreinigingsresidu
  
40. Zuiveringsprocessen voor organische vloeistof40.1 filters en filtermateriaal waaraan zich organische vloeistoffen bevinden, zoals minerale olie, synthetische olie en organochloorverbindingen
  
41. Afvalverwerkingsprocessen, zoals verbranding, destillatie en scheidings- en concentratie technieken41.1 slakken van de verbranding van uitsluitend gevaarlijke afvalstoffen 41.2 vliegas van de verbranding van afvalstoffen, met uitzondering van uitsluitend communaal zuiveringsslib
 41.3 rookgasreinigingsresidu
 41.4 restant van de verbranding van kabels
 41.5 accuzuur
 41.6 destillatieresidu van de verwerking van verontreinigde halogeenvrije organische oplosmiddelen
 41.7 destillatieresidu van de verwerking van verontreinigde halogeenhoudende organische oplosmiddelen
  
42. Het shredderen van voornamelijk uit metaal, kunststof of rubber bestaande objecten42.1 shredderafval
  
43. Chemische processen in laboratoria voor (controle)onderzoek en onderwijs43.1 laboratoriumafval, met uitzondering van de afvalstoffen die ingevolge bijlage III, onder U.1, aanhef, en U.2 worden uitgezonderd
  
44. Toepassing van amalgaam in de tandheelkunde44.1 amalgaamhoudende restanten
  
45. Het verrichten van onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan voertuigen en machines45.1 olie-watermengsels, oliehoudend slib en olie-emulsie 45.2 filters en filtermateriaal waaraan zich organische vloeistoffen bevinden, zoals minerale olie, synthetische olie en organo-chloorverbindingen
  
46. Medische handelingen in intra- en extramurale instellingen voor de gezondheidszorg46.1 menselijk anatomische resten en orgaandelen die vrijkomen bij operatieve en obstetrische ingrepen, bij obductie en bij wetenschappelijk onderzoek/onderwijs
 46.2 proefdieren en delen van proefdieren voor zover niet voor destructie aangeboden
 46.3 beddingafval afkomstig van proefdieren voor zover deze zijn besmet met ziektekiemen, genoemd in groep A en B van de Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken, of zijn behandeld met geneesmiddelen
 46.4 afval van afdelingen/kamers, waar patiënten vanwege hun besmettingsrisico voor ziekenhuismedewerkers geïsoleerd worden verpleegd
 46.5 afval van microbiologische laboratoria dat bacterieel, viraal of met schimmels besmet is
 46.6 scherpe voorwerpen, zoals injectienaalden, afgeknipte capillairen, scalpels, kapotte instrumenten en bloedbuizen
 46.7 grote hoeveelheden bloed, plasma en andere pateuze en vloeibare afvalstoffen
 46.8 cytostatica
  
47. Iedere handeling met betrekking tot en ieder gebruik van smeersysteemolie47.1 afgewerkte olie 47.2 andere afgewerkte smeer- en systeemolie

Reikwijdte van bijlage I

Huishoudelijke afvalstoffen die niet zijn afgegeven of ingezameld worden ingevolge artikel 4, eerste lid, van dit besluit niet als gevaarlijke afvalstoffen aangemerkt.

BIJLAGE II VAN HET BESLUIT AANWIJZING GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN

Lijst van stoffen

1. Algemeen

De stoffen zijn ingedeeld in vijf klassen. Voor de klassen A, B, C en D geldt een – voor ieder van deze klassen verschillende – concentratiegrenswaarde.

2. Toepassing van de concentratiegrenzen

2.1. Betekenis van de concentratiegrenswaarde

De afvalstoffen die geheel of gedeeltelijk bestaan uit stoffen, vermeld in de klassen A, B, C en D, worden als gevaarlijke afvalstof aangemerkt, tenzij de concentratie van de stoffen in die afvalstoffen kleiner is dan de toepasselijke concentratiegrenswaarde.

2.2. Anti-mengclausule

Bij de bepaling van de concentratie worden de gevolgen van verdamping, verdunning, vermenging of uitloging van de afvalstoffen niet in aanmerking genomen. Deze clausule is niet van toepassing op het met een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer of een ontheffing als bedoeld in artikel 10.47 juncto artikel 10.43 van de Wet milieubeheer bewerken of verwerken van afvalstoffen waarvan het verdampen, verdunnen, vermengen, of uitlogen van de afvalstoffen een onderdeel is.

2.3. Concentratie waarop de grenswaarde wordt betrokken

Indien een stof in de lijst van stoffen is opgenomen door middel van de aanwijzing van het element als zodanig (bijvoorbeeld «zwavel») of in combinatie met de toevoeging «verbindingen» (bijvoorbeeld «arseen en arseenverbindingen») worden de concentratiegrenswaarden betrokken op de in het afval aanwezige concentratie van dat element.

Indien een stof in de lijst van stoffen is opgenomen door middel van een aanwijzing als verbinding van een bepaald metaal (bijvoorbeeld «zilververbindingen») worden de concentratiegrenswaarden betrokken op de in het afval aanwezige concentratie van dat metaal.

Indien het om asbest gaat, wordt de concentratiegrenswaarde betrokken op de in het afval aanwezige concentratie van deze stof.

Indien een stof in de lijst van stoffen is opgenomen door middel van een aanwijzing als groep van zouten (bijvoorbeeld «sulfiden») worden de concentratiegrenswaarden betrokken op de betreffende zuurrest.

Indien een stof in de lijst van stoffen op andere wijze is opgenomen, dus:

– uitsluitend als verbinding (bijvoorbeeld «benzeen» of «aluminiumchloride») of groep van verbindingen (bijvoorbeeld «gechloreerde aromatische verbindingen»), of

– in samenhang met de aanduiding «organische verbindingen» (bijvoorbeeld «organische fosforverbindingen»), of

– als functionele groep (bijvoorbeeld «aminen»), worden de concentratiegrenswaarden betrokken op de in het afval totaal aanwezige concentratie van de betreffende verbindingen.

In geval het afval meerdere stoffen bevat die onder eenzelfde nummeraanduiding in de stoffenlijst zijn begrepen, worden de concentraties van de betreffende stoffen bij elkaar opgeteld.

Voor zover het waterhoudende afvalstoffen betreft worden de concentratiegrenzen betrokken op het droge stofgehalte ervan, voor zover dit gehalte 0,1 gewichtsprocent of meer bedraagt. Indien het gehalte aan droge stof kleiner is dan 0,1 gewichtsprocent, worden de concentratiegrenzen, verkleind met een factor duizend, betrokken op de gehele partij, dus inclusief water.

2.4. Toepasselijkheid van meer dan een grenswaarde

De opzet van de stoffenlijst in deze bijlage brengt met zich mee dat sommige stoffen onder verscheidene klassen in de lijst kunnen worden teruggevonden. Indien in zodanig geval sprake is van verschillende concentratiegrenzen geldt steeds de klasse met de laagste concentratiegrenswaarde.

3. Organische verbindingen

Onder «organische verbindingen» worden slechts die verbindingen begrepen welke op industriële wijze zijn gewonnen of vervaardigd. Onder «op industriële wijze gewonnen organische verbindingen», als bedoeld in de eerste zin, worden niet begrepen organische verbindingen welke deel uitmaken van het celmateriaal van organismen of de afbraakprodukten van dit celmateriaal.

Onder «organische verbindingen» en «koolwaterstoffen» worden niet begrepen volledig uitgepolymeriseerde verbindingen.

4. Klassen

Klasse A

Concentratiegrenswaarde: 50 mg/kg

A.1 Antimoon en antimoonverbindingen

A.2 Arseen en arseenverbindingen

A.3 Beryllium en berylliumverbindingen

A.4 Cadmium en cadmiumverbindingen

A.5 Chroom (VI) verbindingen

A.6 Kwik en kwikverbindingen

A.7 Seleen en seleenverbindingen

A.8 Telluur en telluurverbindingen

A.9 Thallium en thalliumverbindingen

A.10 Anorganische cyaanverbindingen (cyaniden)

A.11 Metaalcarbonylen

A.12 Naftaleen

A.13 Anthraceen

A.14 Fenantreen

A.15 Chryseen, benzo(a)antrhraceen, fluorantheen, benzo(a)pyreen, benzo(k)fluorantheen, indenol(1, 2, 3-cd)pyreen en benzo(ghi)peryleen

A.16 Gehalogeneerde koppels van aromatische ringen, zoals polychloorbifenylen, polychloorterfenylen en derivaten daarvan

A.17 Gehalogeneerde aromatische verbindingen

A.18 Benzeen

A.19 Dieldrin, aldrin en endrin

A.20 Organotinverbindingen

Klasse B

Concentratiegrenswaarde: 5000mg/kg

B.1 Chroom (III) verbindingen

B.2 Cobaltverbindingen

B.3 Koperverbindingen

B.4 Lood en loodverbindingen

B.5 Molybdeenverbindingen

B.6 Nikkelverbindingen

B.7 Tinverbindingen

B.8 Vanadiumverbindingen

B.9 Wolfraamverbindingen

B.10 Zilververbindingen

B.11 Organische halogeenverbindingen

B.12 Organische fosforverbindingen

B.13 Organische peroxyden

B.14 Organishe nitro- en nitrosoverbindingen

B.15 Organische azo- en azoxyverbindingen

B.16 Nitrillen

B.17 Aminen

B.18 (Iso- en thio-)cyanaten

B.19 Feno en fenolische verbindingen

B.20 Mercaptanen

B.21 Asbest

B.22 Halogeensilanen

B.23 Hydrazine(n)

B.24 Fluor

B.25 Chloor

B.26 Broom

B.27 Witte en rode fosfor

B.28 Ferrosilicium en -legeringen

B.29 Mangaansilicium

B.30 Halogeenbevattende stoffen die bij aanraking met vochtige lucht of met water zure dampen afgeven, zoals siliciumtetrachloride, aluminiumchloride, titaantetrachloride

Klasse C

Concentratiegrenswaarde: 20 000 mg/kg

C.1 Ammoniak en ammoniumverbindingen

C.2 Anorganische peroxyden

C.3 Bariumverbindingen, met uitzondering van bariumsulfaat

C.4 Fluorverbindingen

C.5 Fosforverbindingen, met uitzondering van de fosfaten van aluminium, calcium en ijzer

C.6 Bromaten, (hypo-)bromieten

C.7 Chloraten, (hypo-)chlorieten

C.8 Aromatische verbindingen

C.9 Organische sliliciumverbindingen

C.10 Organische zwavelverbindingen

C.11 Jodaten

C.12 Nitraten, nitrieten

C.13 Sulfiden

C.14 Zinkverbindingen

C.15 Zouten van perzuren

C.16 Zuurhalogeniden, zuuramiden

C.17 Zuuranhydriden

Klasse D

Concentratiegrenswaarde: 50 000mg/kg

D.1 Zwavel

D.2 Anorganische zuren

D.3 Metaalwaterstofsulfaten

D.4 Oxyden en hydroxyden, met uitzondering van die van: waterstof, koolstof, silicium,ijzer, aluminium, titaan, mangaan, magnesium, calcium

D.5 Alifatische en naftenische koolwaterstoffen

D.6 Organische zuurstofverbindingen

D.7 Organische stikstofverbindingen

D.8 Nitriden

D.9 Hydriden

Klasse E

Geen concentratiegrenswaarde

E.1 Licht ontvlambaren stoffen

E.2 Stoffen die bij aanraking met water of vochtige lucht, licht ontvlambare gassen ontwikkelen in een gevaarlijke hoeveelheid.

BIJLAGE III VAN HET BESLUIT AANWIJZING GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN

Lijst van uitzonderingen

U.1. Voorwerpenregeling:

Afvalstoffen worden niet als gevaarlijke afvalstof aangemerkt indien zij bestaan uit voorwerpen die in het afvalstadium zijn geraakt, tenzij:

a. dit is geschied voordat zij de gebruiker hebben bereikt;

b. dit is geschied nadat zij de gebruiker hebben bereikt en bestaan uit:

1. transformatoren, warmte-overdrachtsystemen of hydraulische systemen of onderdelen daarvan, waarin zich vloeistof bevindt met een concentratie aan gehalogeneerde koppels van aromatische ringen (zoals PCB, PCT) groter dan 50 mg/kg;

2. a. transformatoren waaruit de vloeistof is verwijderd en waarin in de daarin nog achtergebleven vloeistof de concentratie aan gehalogeneerde koppels van aromatische ringen (zoals PCB, PCT) groter is dan 100 mg/kg;

b. warmte-overdrachtsystemen of hydraulische systemen of onderdelen daarvan, waaruit de vloeistof is verwijderd en waarin in de daarin nog achtergebleven vloeistof de concentratie aan gehalogeneerde koppels van aromatische ringen (zoals PCB, PCT) groter is dan 500 mg/kg;

3. condensatoren, weerstanden en smoorspoelen, waarvan het gewicht meer dan 1 kilogram bedraagt en waarin zich gehalogeneerde koppels van aromatische ringen (zoals PCB, PCT) bevinden in een concentratie van meer dan 50 mg/kg;

4. voorwerpen waar de onder de nummers 1, 2 en 3 genoemde voorwerpen onderdeel van uitmaken;

5. ontplofbare voorwerpen en met ontplofbare stoffen geladen voorwerpen als bedoeld in de Wet Gevaarlijke Stoffen;

6. asbesthoudende remblokken en koppelingsplaten uit voertuigen;

7. accu's;

8. batterijen;

9. gasontladingslampen;

10. kwikhoudende thermometers.

U.2. Specifieke uitzonderingen:

Afvalstoffen worden niet als gevaarlijke afvalstoffen aangemerkt voor zover zij uitsluitend bestaan uit:

a. plantaardige en dierlijke koolhydraten, eiwitten, vetten en vetzuren;

b. keramische produkten zoals aardewerk, porselein, baksteen;

c. geëmailleerde produkten;

d. glasprodukten;

e. kunststoffen of elastomeren (rubbers);

f. vormzand van metaalgieterijen;

g. restanten van wegverharding en asbestvrije vloer of dakbedekking;

h. bitumenrestant;

i. bouw- en sloopafval, waarin zich, op het moment van afgifte, na selectief verwijderen geen lood, asbesthoudende bestanddelen, teermastiek en verontreinigd verpakkingsmateriaal van verf, van houtverduurzamingsmiddelen, van zuren, van lijmen of van kitten bevinden;

j. dierlijke meststoffen;

k. metaalsilicaten;

l. bodemas vrijkomend bij de verbranding van uitsluitend huishoudelijke dan wel daarmee tezamen te verbranden andere afvalstoffen;

m. slakken en vliegas, vrijkomend bij met poederkool gestookte vuurhaarden en bij kolenvergassingsinstallaties;

n. formatiewater, inclusief de daarvan niet af te scheiden hulpstoffen, dat in het kader van de uitoefening van het mijnbouwbedrijf, na scheiding van de delfstof, in een daartoe geëigende gas- of olievoerende formatie wordt gebracht;

o. afvalstoffen, afkomstig van installaties voor het shredderen van andere dan gevaarlijke afvalstoffen;

p. niet corroderende legeringen met een gehalte aan metalen, genoemd in bijlage II onder A.1 tot en met A.4, A.6 tot en met A.9 en B.4, dat kleiner is dan 20% op gewichtsbasis.

Huishoudelijke afvalstoffen

Huishoudelijke afvalstoffen die niet zijn afgegeven of ingezameld worden ingevolge artikel 4, eerste lid, van dit besluit niet als gevaarlijke afvalstoffen aangemerkt.

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit strekt ter vervanging van het Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen. Het ontwerp van dat besluit was niet genotificeerd overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van richtlijn 83/189/ EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 109) (notificatierichtlijn). Voor het geval dat dit besluit moet worden beschouwd als een technisch voorschrift in de zin van die richtlijn, is dit besluit in de vorm van een ontwerp aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen genotificeerd (zie ook kamerstukken 1996/97, nr. 25 389) ondanks dat het besluit al eerder aan de Commissie was toegezonden op grond van de richtlijnen nr. 75/442/EEG en nr. 91/689/EEG (notificatienummer 97/0519/NL).

Indicatief kunnen als mogelijke technische voorschriften in de zin van bovengenoemde richtlijn worden aangewezen de artikelen 1 tot en met 4. Voorzover het besluit kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking in de zin van artikel 30 van het EG-Verdrag bevat, worden deze maatregelen naar het oordeel van de regering gerechtvaardigd met het oog op de bescherming van het milieu. Het besluit geeft aan welke afvalstoffen als gevaarlijke afvalstoffen moeten worden aangemerkt. De Wet milieubeheer reguleert de doelmatige verwijdering van deze categorie afvalstoffen. De belemmeringen die producenten van dit besluit zullen ondervinden zijn zeer gering. In het licht van eerdergenoemde doelstelling is die belemmering proportioneel te noemen, met name ook omdat het doel niet met minder ingrijpende maatregelen kan worden bereikt. Aangezien hierbij geen enkel onderscheid wordt gemaakt tussen producten van Nederlandse makelij en geïmporteerde producten, moet geconcludeerd worden dat het besluit geen discriminatoire werking heeft.

Voor de toelichting op de achtergronden van dit besluit zij verwezen naar de toelichting bij het oorspronkelijke Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen (Stb. 1993, 617). Uit deze toelichting blijkt ook waarom onderdelen van het besluit op een later tijdstip inwerking treden.

De tekst van het besluit is identiek aan de tekst van het oorspronkelijke besluit. Om verwarring te voorkomen is ook de citeertitel en de artikelnummering intact gelaten. Nieuw zijn wel de artikelen 5 tot en met 7, die verband houden met de intrekking van het oorspronkelijke besluit en de inwerkingtreding van het onderhavige besluit. Artikel 5 is zo geformuleerd dat het niet alleen ziet op regels en besluiten die krachtens het oorspronkelijke besluit is genomen maar ook op besluiten die met toepassing van het oorspronkelijke besluit zijn genomen zoals vergunningen op grond van de Wet milieubeheer.

Het ontwerp-besluit is gepubliceerd in de Staatscourant van 13 augustus 1997 (nr. 153). Naar aanleiding van deze publicatie zijn reacties ontvangen van de Vereniging van Afvalverwerkers, de Vereniging FME-CWM, de Nederlandse Vereniging Verwerkers Gevaarlijk Afval en de heer A.M.L. van Rooij. De voorstellen om afvalstoffen toe te voegen aan of te schrappen van de lijst van afvalstoffen die worden aangemerkt als gevaarlijke afvalstoffen zijn niet gehonoreerd omdat de reacties niet hebben geleid tot andere inzichten en daarmee wijziging van het besluit. Een reactie om aan te sluiten bij de gangbare terminologie en in bijlage III, onder U.2, onderdeel l, «slakken» te vervangen door de ook in het Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming gebruikte term «bodemas» is overgenomen.

Het ontwerp-besluit is op 12 augustus 1997 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen, ter voldoening aan artikel 8 van de eerdergenoemde richtlijn nr. 83/189/EEG. Het is tevens op 16 september 1997 gemeld (Stcrt. 1997, nr. 206) aan het Secretariaat van de Wereld Handelsorganisatie, ter voldoening aan artikel 2, negende lid, van het op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen verdrag inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235). In het kader van deze notificatieprocedures zijn geen opmerkingen binnengekomen.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Margaretha de Boer


XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 13 januari 1998, nr. 7.

Naar boven