Besluit van de Minister van Justitie van 8 december
1997, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit uitkeringen
Integraal structuurplan Noorden des lands 1995/99, zoals dit laatstelijk is
gewijzigd bij besluit van 19 november 1997, Stb. 618
De Minister van Justitie,
Gelet op artikel XVI van het besluit van 19 november 1997, Stb.
618, houdende aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur aan
de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Ministerie van Economische
Zaken);
Besluit:
de tekst van het Besluit uitkeringen Integraal structuurplan Noorden des
lands 1995/99, zoals dit laatstelijk is gewijzigd bij besluit van 19 november
1997, Stb. 618 in het Staatsblad te plaatsen als bijlage bij deze beschikking.
's-Gravenhage, 8 december 1997
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
Uitgegeven de zestiende december 1997
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
TEKST VAN HET BESLUIT UITKERINGEN INTEGRAAL STRUCTUURPLAN
NOORDEN DES LANDS 1995/99, ZOALS GEWIJZIGD BIJ KONINKLIJK BESLUIT VAN 19 NOVEMBER
1997, HOUDENDE AANPASSING VAN EEN AANTAL ALGEMENE MAATREGELEN VAN BESTUUR
AAN DE DERDE TRANCHE VAN DE ALGEMENE WET BESTUURSRECHT (MINISTERIE VAN ECONOMISCHE
ZAKEN), STB. 618
Artikel 1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt onder een regioprogramma
verstaan:
a. een door Onze Minister vastgesteld plan van aanpak in het kader van
het Integraal structuurplan noorden des lands V en
b. een door de Raad of de Commissie van de Europese Gemeenschappen vastgesteld
programma dat voorziet in het verstrekken van financiële middelen uit
het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling met het oog op het tot stand
brengen van projecten, onder de voorwaarde dat de betrokken lid-staat zorg
draagt voor de co-financiering van het programma.
Artikel 2
1. Onze Minister verstrekt in de jaren 1995 tot en met 1999 jaarlijks op
aanvraag een subsidie aan de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel
gezamenlijk als bijdrage in de kosten van uitvoering van regioprogramma's.
2. In plaats van aan de in het eerste lid genoemde provincies kan een subsidie
worden verstrekt aan een openbaar lichaam waarin de in het eerste lid genoemde
provincies samenwerken.
3. De subsidie wordt betaald aan de provincie die of het openbaar lichaam
dat als indiener van de aanvraag in de zin van dit besluit is opgetreden.
Artikel 3
Onze Minister stelt ieder begrotingsjaar een subsidieplafond vast voor
het verlenen van subsidie op grond van dit besluit. Het bedrag van de te verlenen
subsidie is gelijk aan het beschikbare bedrag.
Artikel 4
Een aanvraag wordt ingediend door een van de in artikel 2, eerste lid,
genoemde provincies, mede namens de andere provincies, dan wel door een openbaar
lichaam als bedoeld in artikel 2, tweede lid.
Artikel 6
Een beschikking tot subsidieverlening bevat een vermelding van:
a. de regioprogramma's voor de uitvoering waarvan de subsidie bestemd
is,
b. het tijdstip waarop de beschikkingen tot subsidieverlening met het
oog waarop de subsidie wordt verstrekt uiterlijk moeten zijn gegeven,
c. de wijze waarop de hoogte van de te verstrekken voorschotten wordt
bepaald alsmede het tijdstip en de wijze waarop aanvragen om een voorschot
moeten worden ingediend en
d. het tijdstip en de wijze waarop de aanvraag tot subsidievaststelling
moet worden ingediend.
Artikel 8
Op de subsidie-ontvangers rusten de in de artikelen 9, 10 en 11 opgenomen
verplichtingen, met dien verstande dat de in artikel 10 opgenomen verplichting
slechts rust op de subsidie-ontvanger die als indiener van de aanvraag om
subsidie in de zin van dit besluit is opgetreden.
Artikel 9
1. De subsidie-ontvanger gebruikt de subsidie voor het verstrekken van subsidies
aan degenen die in het gebied van de betrokken provincie een project uitvoeren
dat past in een regioprogramma dat is vermeld in de in artikel 6 bedoelde
beschikking tot subsidieverlening.
2. Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verleend vóór
het in artikel 6, onder b, bedoelde tijdstip.
3. Subsidies als bedoeld in het eerste lid, worden slechts verstrekt aan:
a. een gemeente,
b. een openbaar lichaam waarin gemeenten samenwerken of
c. een privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid.
4. De subsidie-ontvanger kan de subsidie ook gebruiken ten behoeve van door
hemzelf uit te voeren projecten als bedoeld in het eerste lid, mits Onze Minister
hiervoor voorafgaand schriftelijk ontheffing heeft gegeven.
Artikel 10
De subsidie-ontvanger dient de aanvraag tot subsidievaststelling in overeenkomstig
hetgeen daaromtrent in de beschikking, bedoeld in artikel 6, is vermeld.
Artikel 11
De subsidie-ontvanger voert een administratie die zodanig is ingericht,
dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze alle door hem
aangegane verplichtingen en verrichte betalingen kunnen worden afgelezen.
Artikel 13
Onze Minister geeft de beschikking tot subsidievaststelling binnen dertien
weken na ontvangst van de aanvraag daartoe dan wel nadat de voor het indienen
ervan geldende termijn is verstreken. Indien de beschikking niet binnen dertien
weken kan worden gegeven, stelt Onze Minister de betrokkene daarvan in kennis
en noemt hij daarbij een termijn waarop de beschikking wel tegemoet kan worden
gezien.
Artikel 17
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1
januari 2010.
Artikel 18
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit uitkeringen Integraal structuurplan
noorden des lands 1995/99.