Wet van 4 december 1997 tot wijziging van de Wet op de accijns

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is met ingang van 1 juli 1997 teruggaaf van accijns te verlenen ter grootte van het bedrag waarmee de accijns op dieselolie met ingang van 1 juli 1997 wordt verhoogd voor de dieselolie die in Nederland wordt getankt door zware vrachtauto's, aangezien voor deze vrachtauto's geen compensatie door middel van een verlaging van de motorrijtuigenbelasting kan worden gegeven voor die accijnsverhoging, en het tevens wenselijk is in de Wet op de accijns een voorziening op te nemen op grond waarvan in 1999 dieselolie bestemd voor zware vrachtauto's aan een afzonderlijk tarief wordt onderworpen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In de Wet op de accijns1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A. Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het derde tot en met zevende lid in vierde tot en met achtste lid, wordt na het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking in zoverre van het eerste lid, onderdeel b, bedraagt de accijns voor halfzware olie en gasolie die zijn bestemd voor het aandrijven op de weg van vrachtauto's met een eigen massa van 4800 kg en meer, en die daartoe zijn voorzien van bij ministeriële regeling, onder daarbij te stellen voorwaarden, voorgeschreven herkenningsmiddelen, per 1000 L bij een temperatuur van 15°C f 658,30.

2. In het tot zesde lid vernummerde vijfde lid wordt, onderdeel c geletterd d, en wordt na onderdeel b een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

c. vrachtauto: een ander motorrijtuig als bedoeld in artikel 2, onderdeel e, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994, niet zijnde een autobus als bedoeld in artikel 2, onderdeel f, van die wet;.

3. In het tot zevende lid vernummerde zesde lid wordt «herkenningsmiddelen als bedoeld in het tweede en derde lid» vervangen door: herkenningsmiddelen als bedoeld in het tweede tot en met vierde lid.

4. In het tot achtste lid vernummerde zevende lid wordt «en het derde lid» vervangen door: het derde en het vierde lid.

B. In artikel 27a wordt «artikel 27, eerste lid, onderdelen a en b,» vervangen door: artikel 27, eerste lid, onderdelen a en b, en derde lid.

C. Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «artikel 27, eerste dan wel derde lid» telkens vervangen door: artikel 27, eerste, derde dan wel vierde lid.

2. In het tweede lid wordt «artikel 27, eerste dan wel derde lid» vervangen door: artikel 27, eerste, derde dan wel vierde lid.

3. In het derde lid wordt «artikel 27, eerste dan wel derde lid» vervangen door: artikel 27, eerste, derde dan wel vierde lid.

D. Artikel 70 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel d, wordt «artikel 27, eerste lid, onderdeel b,» vervangen door: artikel 27, eerste lid, onderdeel b, of derde lid,.

2. In het vierde lid, wordt «het verschil tussen het bedrag, vermeld in artikel 27, eerste lid, onderdeel b, en het bedrag, vermeld in artikel 27, derde lid» vervangen door: het verschil tussen het bedrag, vermeld in artikel 27, eerste lid, onderdeel b, onderscheidenlijk derde lid, en het bedrag, vermeld in artikel 27, vierde lid.

E. Na artikel 71 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 71a.

  • 1. Op verzoek wordt teruggaaf van accijns verleend voor halfzware olie en gasolie die is belast naar het tarief als bedoeld in artikel 27, eerste lid, onderdeel b, indien die olie is afgeleverd in de brandstoftanks van en is gebruikt voor het aandrijven op de weg van een vrachtauto met een eigen massa van 4800 kg en meer. Onder vrachtauto wordt in dit artikel en de daarop gegronde bepalingen verstaan een ander motorrijtuig als bedoeld in artikel 2, onderdeel e, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994, niet zijnde een autobus als bedoeld in artikel 2, onderdeel f, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994.

  • 2. De teruggaaf bedraagt f 50 per 1000 L. Artikel 27a is van overeenkomstige toepassing op dit bedrag.

  • 3. De teruggaaf wordt verleend over maximaal 50 000 L per kalenderjaar per vrachtauto. Geen teruggaaf wordt verleend voor hoeveelheden van minder dan 100 L per aflevering.

  • 4. De teruggaaf wordt verleend aan degene op wiens naam het voor de vrachtauto opgegeven kenteken is gesteld in het kentekenregister, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Wegenverkeerswet 1994 op het tijdstip waarop de halfzware olie of gasolie is afgeleverd in de brandstoftank van de vrachtauto. Ingeval teruggaaf wordt verzocht voor een in het buitenland geregistreerde vrachtauto wordt deze verleend aan de eigenaar van deze vrachtauto dan wel aan degene die daartoe door deze is gemachtigd.

  • 5. Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorwaarden en beperkingen worden gesteld ter uitvoering van de teruggaaf en kan in bij die regeling aangewezen gevallen een ander dan de in het vierde lid bedoelde houder worden aangewezen als degene aan wie de teruggaaf wordt verleend.

  • 6. De artikelen 2, onderdeel i, en 22, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 zijn van toepassing.

F. In Afdeling 2 van HOOFDSTUK VI wordt voor artikel 80 een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 79a.

Bij ministeriële regeling kunnen, ter verzekering van de heffing van de accijns, regels worden gesteld met betrekking tot:

a. afleveringspompen waarmee halfzware olie en gasolie die zijn belast naar het tarief bedoeld in artikel 27, derde lid, worden afgeleverd in de brandstoftanks van motorrijtuigen; en

b. de wijze waarop bedrijven met eigen afleveringspompen de afleveringen administreren van halfzware olie en gasolie die zijn belast naar het tarief bedoeld in artikel 27, derde lid, in de brandstoftanks van motorrijtuigen.

G. Artikel 84a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «artikel 27, eerste, derde, of vierde lid» telkens vervangen door: artikel 27, eerste, derde, vierde of vijfde lid.

2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt «artikel 27, eerste, derde, of vierde lid» vervangen door: artikel 27, eerste, derde, vierde of vijfde lid.

H. In artikel 84b, eerste lid, wordt «artikel 27, eerste, derde, of vierde lid» telkens vervangen door: artikel 27, eerste, derde, vierde of vijfde lid.

I. Na artikel 90a wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 90b.

  • 1. Het is niet toegestaan halfzware olie en gasolie die zijn voorzien van herkenningsmiddelen als bedoeld in artikel 27, derde lid, buiten een accijnsgoederenplaats voorhanden te hebben tezamen met middelen die de afscheiding, opheffing of verandering van de werking van die herkenningsmiddelen kunnen bewerkstelligen of bevorderen.

  • 2. Het is niet toegestaan halfzware olie en gasolie die zijn voorzien van herkenningsmiddelen als bedoeld in artikel 27, derde lid, dan wel bestanddelen bevatten van die herkenningsmiddelen, voorhanden te hebben in:

    a. de brandstoftank van een ander motorrijtuig dan een vrachtauto als bedoeld in artikel 27, derde lid, of van een pleziervaartuig;

    b. tanks behorende bij afleveringspompen waar minerale oliën in de brandstoftanks van schepen worden afgeleverd.

  • 3. Bij ministeriële regeling kan in bijzondere gevallen ontheffing worden verleend ten aanzien van het in het tweede lid, onderdeel b, bedoelde verbod.

J. Artikel 91 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «artikel 27, derde lid» vervangen door: artikel 27, vierde lid.

2. In het tweede lid wordt «artikel 27, derde lid» vervangen door: artikel 27, vierde lid.

K. In artikel 92, eerste lid, wordt «artikel 27, derde lid» vervangen door: artikel 27, vierde lid.

L. In artikel 100, eerste lid, wordt «de artikelen 90a, 91, eerste en tweede lid, of 92» vervangen door: de artikelen 90a, 90b, 91, eerste en tweede lid, of 92.

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijke boodschap van 9 december 1996 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 en van enkele andere wetten in verband met herziening van de tariefstructuur voor vrachtauto's (kamerstukken II 1996/97, 25 158, nr. 2)2 tot wet wordt verheven en in werking treedt, worden in artikel I van deze wet de volgende wijzigingen aangebracht:

A. Onder A.1. wordt in het derde lid van artikel 27 «vrachtauto's met een eigen massa van 4800 kg en meer» vervangen door: vrachtauto's met een toegestane maximum massa van 12 000 kg en meer.

B. Onder A.2. komt onderdeel c van artikel 27, zesde lid, te luiden:

c. vrachtauto: een motorrijtuig als bedoeld in artikel 2, onderdeel f, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994;.

C. Na onder A.4. wordt ingevoegd :

A.5. Na het achtste lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:

9. Voor de toepassing van het derde lid zijn de artikelen 2, onderdelen j, n en o, en 22, eerste lid, onderdeel b.2°, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 van toepassing.

ARTIKEL III

1. Indien het bij koninklijke boodschap van 9 december 1996 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 en van enkele andere wetten in verband met herziening van de tariefstructuur voor vrachtauto's (kamerstukken II 1996/97, 25 158, nr. 2)2 tot wet wordt verheven en in werking treedt voordat artikel I, onderdeel E, van deze wet in werking is getreden, komt in artikel I, onderdeel E, van deze wet het eerste lid van artikel 71a te luiden:

  • 1. Op verzoek wordt teruggaaf van accijns verleend voor halfzware olie en gasolie die is belast naar het tarief als bedoeld in artikel 27, eerste lid, onderdeel b, indien die olie is afgeleverd in de brandstoftanks van en is gebruikt voor het aandrijven op de weg van een vrachtauto met een toegestane maximum massa van 12 000 kg en meer. Onder een vrachtauto wordt in dit artikel en de daarop gegronde bepalingen verstaan een vrachtauto als bedoeld in artikel 2, onderdeel f, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994.

Voorts komt het zesde lid van artikel 71a te luiden:

  • 6. De artikelen 2, onderdelen j, n en o, en 22, eerste lid, onderdeel b.2°, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 zijn van toepassing.

2. Indien het in het eerste lid bedoelde voorstel van wet tot wet wordt verheven en in werking treedt nadat artikel I, onderdeel E, van deze wet in werking is getreden, komt artikel 71a, eerste lid, van de Wet op de accijns te luiden:

  • 1. Op verzoek wordt teruggaaf van accijns verleend voor halfzware olie en gasolie die is belast naar het tarief als bedoeld in artikel 27, eerste lid, onderdeel b, indien die olie is afgeleverd in de brandstoftanks van en is gebruikt voor het aandrijven op de weg van een vrachtauto met een toegestane maximum massa van 12 000 kg en meer. Onder een vrachtauto wordt in dit artikel en de daarop gegronde bepalingen verstaan een vrachtauto als bedoeld in artikel 2, onderdeel f, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994.

Voorts komt het zesde lid te luiden:

  • 6. De artikelen 2, onderdelen j, n en o, en 22, eerste lid, onderdeel b.2°, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 zijn van toepassing.

ARTIKEL IV

Artikel I, onderdeel E (artikel 71a van de Wet op de accijns) vervalt met ingang van het tijdstip waarop artikel I, onderdelen A tot en met D, en F tot en met L in werking treden.

ARTIKEL V

Bij het in artikel VI bedoelde koninklijk besluit waarbij de inwerkingtreding van artikel I, onderdelen A tot en met D, en F tot en met L wordt vastgesteld, wordt het in artikel I, onderdeel A.1., vermelde bedrag vervangen door het bedrag dat overeenkomt met het verschil tussen het bedrag, vermeld in artikel 27, eerste lid, onderdeel b, en het bedrag, vermeld in artikel 71a, tweede lid, zoals die bedragen luiden op het hiervoor bedoelde tijdstip.

ARTIKEL VI

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Indien het Staatsblad waarin het koninklijk besluit wordt geplaatst met betrekking tot het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen I, onderdeel E, II en III, wordt uitgegeven na 30 juni 1997 werken de daarin opgenomen bepalingen terug tot en met 1 juli 1997.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 4 december 1997

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Uitgegeven de negende december 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Stb. 1991, 561, laatstelijk gewijzigd bij wet van 20 december 1996, Stb. 654.

XNoot
2

Stb. 1997, 245.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1996/97, 25 349.

Handelingen II 1997/98, blz. 362 t/m 374, 390.

Kamerstukken I 1997/98, 25 349 (36, 36a, 36b).

Handelingen I 1997/98, vergadering d.d. 2 december 1997.

Naar boven