Wet van 26 november 1997 tot wijziging van de artikelen 29, 31 en 108 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regeling van de relatie van de fysiotherapeut en van de heilgymnast-masseur tot de arts, in artikel 29 onderscheidenlijk artikel 108 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, en de regeling van de deskundigheid van de verloskundige, in artikel 31 van die wet, te vereenvoudigen en beter te doen aansluiten bij de desbetreffende praktijk;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg1 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 29, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Tot het gebied van deskundigheid van de fysiotherapeut wordt gerekend het verrichten van bij algemene maatregel van bestuur te omschrijven handelingen op het gebied van de fysiotherapie, voor zover zij liggen op het gebied van de geneeskunst en het verrichten ervan geschiedt op grond van een door een arts afgegeven verwijzing die aan bij de maatregel te stellen eisen voldoet.

B

In artikel 31 wordt «gedragsregels en beperkingen» vervangen door: beperkingen.

C

Artikel 108, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Tot het gebied van deskundigheid van de personen, bedoeld in het eerste lid, wordt gerekend het verrichten van bij algemene maatregel van bestuur te omschrijven handelingen op het gebied van de bewegingstherapie en de massagetherapie, voor zover zij liggen op het gebied van de geneeskunst en het verrichten ervan geschiedt op grond van een door een arts afgegeven verwijzing die aan bij de maatregel te stellen eisen voldoet.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 26 november 1997

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de zevenentwintigste november 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Stb. 1993, 655, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november 1997, Stb. 510.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1996/97, 1997/98, 25 340.

Handelingen II 1997/98, zie vergadering d.d. 13 november 1997.

Kamerstukken I 1997/98, 25 340 (125).

Handelingen I 1997/98, zie vergadering d.d. 25 november 1997.

Naar boven