Besluit van 7 november 1997, houdende aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur aan de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Ministerie van Binnenlandse Zaken)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 29 september 1997, nr. CWI97/U1320, gedaan mede namens de Staatssecretarissen van Binnenlandse Zaken, J. Kohnstamm en A. G. M. van de Vondervoort;

Gelet op de Financiële-verhoudingswet, de Politiewet 1993, de LSOP-wet en de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

De Raad van State gehoord (advies van 16 oktober 1997, nr. W04970641);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 31 oktober 1997, nr. CWI 97/1457, uitgebracht mede namens de Staatssecretarissen van Binnenlandse Zaken, J. Kohnstamm en A. G. M. van de Vondervoort;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE-VERHOUDINGSWET

ARTIKEL I

Artikel 3.3.1 van het Besluit verfijningen algemene uitkering 19841 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «toekenning» vervangen door: verlening.

2. In het derde lid vervalt de zinsnede: bij wijze van eindafrekening.

HOOFDSTUK 2 POLITIEWET 1993

ARTIKEL II

Het Besluit algemene rechtspositie politie2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 77, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Onverminderd het vierde lid, worden de straffen, bedoeld in het eerste lid, opgelegd door het bevoegd gezag, met dien verstande dat van de bevoegdheid tot het opleggen van de straffen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met g, mandaat kan worden verleend aan de korpschef dan wel aan de directie van het LSOP.

B

Artikel 93 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduiding «1.» voor het eerste lid vervalt.

2. Het tweede en derde lid vervallen.

ARTIKEL III

In artikel 5, tweede lid, van het Besluit comptabele regelgeving regionale politiekorpsen3 wordt «overgedragen» vervangen door: gedelegeerd.

ARTIKEL IV

Artikel 9 van het Besluit financiën regionale politiekorpsen4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid worden de volgende wijzigingen aangebracht:

a. In de aanhef vervalt de zinsnede «en 260 tot en met 264».

b. In onderdeel g wordt «commissaris der Koningin» vervangen door: commissaris van de Koning.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Onze Minister beslist bij de toepassing van de artikelen 203, eerste en tweede lid, en 207, tweede lid, van de Gemeentewet in overeenstemming met onze Minister van Justitie.

ARTIKEL V

In artikel 3 van het Besluit rangen politie5 wordt «het verzoek» telkens vervangen door: de aanvraag.

HOOFDSTUK 3 WET GEMEENTELIJKE BASISADMINISTRATIE PERSOONSGEGEVENS

ARTIKEL VI

Artikel 44 van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens6 komt te luiden:

Artikel 44

Van de bevoegdheid tot het wijzigen van de systeembeschrijving, met uitzondering van wijzigingen waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel 13 of 22 van de wet, kan mandaat worden verleend aan een functionaris van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALING

ARTIKEL VII

Indien het bij koninklijke boodschap van 26 maart 1997 ingediende voorstel van wet houdende aanpassing van bijzondere wetten aan de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet derde tranche Awb I) (kamerstukken II 1996/97, 25 280) tot wet wordt verheven en in werking treedt, treedt dit besluit op hetzelfde tijdstip in werking.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 7 november 1997

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

A. G. M. van de Vondervoort

Uitgegeven de vijfentwintigste november 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

1. Inleiding

Dit besluit strekt tot aanpassing van enige algemene maatregelen van bestuur op het terrein van het Ministerie van Binnenlandse Zaken aan de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze aanpassing is noodzakelijk om de met de Awb beoogde eenheid van wetgeving ook daadwerkelijk te bereiken.

Voor een algemene uiteenzetting omtrent de achtergronden en de aanpak van de aanpassingsoperatie wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij de Aanpassingswet derde tranche Awb I (Kamerstukken II 1996/97, 25 280, nr. 3). Hieronder wordt slechts ingegaan op de specifieke aspecten van de aanpassing van de algemene maatregelen van bestuur.

2. Aanpak en werkwijze

De aanpassingen van de formele wetgeving zijn opgenomen in drie rijksbrede verzamelwetsvoorstellen: De Aanpassingswet derde tranche Awb I (kamerstukken II 1996/97, 25 280), de Aanpassingswet derde tranche Awb II (kamerstukken II 1996/97, 25 464) en de Aanpassingswet rijkswetten derde tranche Awb (kamerstukken II 1996/97, 25 319 (R1592)). Voor de algemene maatregelen van bestuur wordt, net als bij de eerste en tweede tranche, gewerkt met verzamelbesluiten per departement. Het onderhavige besluit is het verzamelbesluit voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Het voorziet in de aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur waarvan de Minister van Binnenlandse Zaken de enige of eerste ondertekenaar is.

De werkwijze bij de voorbereiding van de aanpassing van algemene maatregelen van bestuur is dezelfde geweest als bij de aanpassing van formele wetgeving. De aanpassingsvoorstellen zijn ontwikkeld in samenspraak tussen de vakdepartementen enerzijds en de Ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken anderzijds, waarbij een coördinerende rol is vervuld door twee interdepartementale begeleidingscommissies – één voor het onderdeel subsidies en één voor de overige onderdelen van de derde tranche – onder auspiciën van de Interdepartementale Commissie voor Harmonisatie van Wetgeving.

3. Inhoud van de aanpassingen

Bij de inhoudelijke voorbereiding van de aanpassingen is wederom gebruik gemaakt van de door de Ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken opgestelde Leidraad aanpassingswetgeving derde tranche Awb. Het beleid ten aanzien van de inhoud van de aanpassingen is dus – vanzelfsprekend – bij de algemene maatregelen van bestuur niet anders geweest dan bij de formele wetgeving. Wel is het zo, dat vrij veel van de in de Leidraad voorziene aanpassingen op het niveau van de algemene maatregel van bestuur geen rol meer spelen, omdat zij zaken betreffen die slechts op het niveau van de wet in formele zin kunnen worden geregeld. Zo plegen bij algemene maatregel van bestuur geen of weinig bestuursdwang-, dwangsom-, toezichts-, vernietigings- of goedkeuringsbevoegdheden te worden toegekend.

4. Inrichting van de aanpassingsbesluiten

Alle departementale verzamelbesluiten worden op dezelfde wijze geordend.

Het verzamelbesluit kent een hoofdstuk voor iedere wet in formele zin waarop één of meer aan te passen algemene maatregelen van bestuur steunen.

De wetten en derhalve ook de hoofdstukken zijn gerangschikt in alfabetische volgorde. Binnen elk hoofdstuk is voor elke aan te passen algemene maatregel van bestuur één artikel opgenomen, waarbij de aan te passen algemene maatregelen van bestuur weer in alfabetische volgorde zijn opgenomen.

De nota's van toelichting kennen dezelfde opzet als de memories van toelichting bij de aanpassingswetten. In het artikelsgewijze deel is waar mogelijk met behulp van cijfers verwezen naar de – op genoemde Leidraad gebaseerde – genummerde lijst van standaardaanpassingen, die is opgenomen in deel II van de memorie van toelichting bij de Aanpassingswet derde tranche Awb I. Deze lijst zelf is niet opnieuw in de toelichting opgenomen.

Er is voorts van afgezien om de lijst nog aan te vullen of te wijzigen. Het hele complex van aanpassingsregelgeving blijft het beste toegankelijk als voor de standaardaanpassingen steeds wordt verwezen naar hetzelfde stuk.

5. Aanpassing van enkele arbeidsvoorwaarden-a.m.v.b.'s

In het onderhavige besluit is een aantal algemene maatregelen van bestuur betreffende arbeidsvoorwaardelijke regelingen op het terrein van het Ministerie van Binnenlandse Zaken niet opgenomen. De reden hiervoor is gelegen in het feit dat synchroon aan de voorbereiding van het voorliggende besluit de implementatie plaatsvond van de CAO-afspraken 1997–1999 voor de sector Rijk. De tekst van enkele van deze algemene maatregelen van bestuur stond daardoor niet tijdig vast. De aanpassing van deze regelingen geschiedt nu door middel van een afzonderlijke algemene maatregel van bestuur, waarin tevens een aantal andere (redactionele) wijzigingen van arbeidsvoorwaarden-a.m.v.b.'s is opgenomen. De beoogde datum van inwerkingtreding van dat besluit ligt in de eerste maanden van 1998.

6. Artikelsgewijs

HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE-VERHOUDINGSWET

ARTIKEL I Besluit verfijningen algemene uitkering

12

HOOFDSTUK 2 POLITIEWET 1993

ARTIKEL II Besluit algemene rechtspositie politie

A

216

B

Het eerste en het tweede lid van artikel 93, inzake de motiveringsplicht en de kennisgeving bij een ontslagverlening als bedoeld in het eerste lid, zijn abusievelijk niet komen te vervallen bij de invoering van de eerste tranche van de Awb. Deze omissie wordt nu hersteld.

ARTIKEL III Besluit comptabele regelgeving regionale politiekorpsen

225

ARTIKEL IV Besluit financiën regionale politiekorpsen

De verwijzing in artikel 9, eerste lid, naar de artikelen 260 tot en met 264 van de Gemeentewet komt te vervallen in verband met de intrekking van deze bepalingen door middel van de Aanpassingswet derde tranche Awb I, artikel 4, onderdeel GG en de dienovereenkomstige aanpassing van artikel 45, vierde lid, van de Politiewet 1993.

De wijziging van artikel 9, eerste lid, onderdeel g, betreft een correctie.

ARTIKEL V Besluit rangen politie

De wijziging betreft een terminologische aanpassing, die ten onrechte achterwege was gebleven bij de aanpassing aan de eerste en de tweede tranche van de Awb.

HOOFDSTUK 3 WET GEMEENTELIJKE BASISADMINISTRATIE PERSOONSGEGEVENS

Artikel VI Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

210, 211. In de systeembeschrijving zijn de specificaties vastgelegd met betrekking tot de technische en administratieve inrichting en werking van de basisadministraties en het vestigingsregister. De vaststelling van de systeembeschrijving geschiedt krachtens artikel 11 van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens door de Minister van Binnenlandse Zaken. De aard van de systeembeschrijving, een gedetailleerde beschrijving van technische en administratieve eisen op uitvoeringsniveau, brengt met zich mee dat deze regelmatig dient te worden gewijzigd. Teneinde wijzigingen die een niet-beleidsgevoelig karakter hebben zo nodig op een snelle en eenvoudige wijze te kunnen aanbrengen, is in artikel 44 van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens de mogelijkheid opgenomen, dat de minister de bevoegdheid tot het vaststellen van de systeembeschrijving mandateert aan een functionaris van zijn ministerie.

Daarbij is de beperking gehandhaafd, dat deze bevoegdheid zich niet uitstrekt tot wijzigingen die zo ingrijpend zijn, dat het gemeentebestuur of de afnemer een nieuwe toestemming als bedoeld in artikel 13, respectievelijk 22 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens nodig heeft om de gewijzigde regels te mogen toepassen.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

A. G. M. van de Vondervoort


XNoot
1

Stb. 1984, 179, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 12 december 1996, Stb. 620.

XNoot
2

Stb. 1994, 214, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 2 september 1997, Stb. 497.

XNoot
3

Stb. 1994, 264, gewijzigd bij besluit van 7 april 1994, Stb. 265.

XNoot
4

Stb. 1994, 263, gewijzigd bij besluit van 7 april 1994, Stb. 265.

XNoot
5

Stb. 1994, 792.

XNoot
6

Stb. 1995, 30, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 2 september 1997, Stb. 397.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven