Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatsblad 1997, 520 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatsblad 1997, 520 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 26 juni 1997, Directie Wetgeving nr. 637636/97/6;
Gelet op artikel 74c van het Wetboek van Strafrecht;
De Raad van State gehoord (advies van 23 september 1997, nr. W03.97.0460.);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 24 oktober 1997, Directie Wetgeving nr. 659850/97/6;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Transactiebesluit 19941 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het huidige vierde lid tot het vijfde lid, wordt een nieuw vierde lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
4. Voor de in artikel 3, onder c, aangewezen zaken wordt transactiebevoegdheid toegekend aan:
1°. de buitengewoon opsporingsambtenaren van de Rijksverkeersinspectie van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, voor zover zij bevoegd zijn tot de opsporing van die zaken;
2°. de buitengewoon opsporingsambtenaren van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, voor zover zij bevoegd zijn tot de opsporing van die zaken.
2. In het vijfde lid, onderdeel a, wordt «A 914» vervangen door: A 914 a tot en met d.
3. In het vijfde lid, onderdeel a, vervalt de zinsnede «en de verdachte de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt».
4. In het vijfde lid, onderdeel c, wordt de zinsnede «H 001 tot en met H 106, H 325, F 145 en F 195» vervangen door: H 002 tot en met H 106, H 325 a tot en met c, F 145 a en b en F 195.
5. In het vijfde lid, onderdeel d, wordt «H 001» vervangen door «H 002» en vervalt de zinsnede «en aan de buitengewoon opsporingsambtenaar van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij».
6. In het vijfde lid, onderdeel e, wordt de zinsnede «E 120 tot en met E 161, E 320, D 515, D 537, R 412 en R 587» vervangen door: E 120a tot en met E 161c, E 320 a tot en met c, D 515, D 537, R 412 en R 587.
De bijlage, bedoeld in artikel 3 van het Transactiebesluit 1994, komt als volgt te luiden:
Bijlage als bedoeld in artikel 3 van het Transactiebesluit 1994.
Verklaring van categorie-aanduidingen: categorie-indeling A:
(gedragingen die betrekking hebben op het Voertuigreglement)
2- | Personenauto's; |
3- | Bedrijfsauto's; |
4- | Motorfietsen; |
5- | Driewielige motorrijtuigen; |
6- | Bromfietsen; |
7- | Motorrijtuigen met beperkte snellheid; |
8- | Landbouwtrekkers; |
9- | Fietsen; |
10- | Invalidenvoertuigen, uitgerust met een verbrandingsmotor of een elektromotor en voorzien van een gesloten carrosserie; |
11- | Invalidenvoertuigen, uitgerust met een elektromotor en niet voorzien van een gesloten carrosserie; |
12- | Aanhangwagens met een toegestane maximum massa van meer dan 750 kg achter personenauto's, bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen; |
13- | Aanhangwagens met een toegestane maximummassa van niet meer dan 750 kg achter personenauto's, bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen; |
14- | Aanhangwagens achter landbouwtrekkers en achter motorrijtuigen met beperkte snelheid; |
15- | Aanhangwagens achter motorfietsen (151e) of bromfietsen (152e); |
16- | Aanhangwagens achter fietsen op twee wielen; |
17- | Wagens. |
categorie-indeling B: (overige gedragingen)
1- | Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en bestuurders van brommobielen voorzover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; |
2- | Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; |
3- | Bromfietsers en bestuurders van invalidenvoertuigen met motor; |
4- | Fietsers en bestuurders van invalidenvoertuigen zonder motor; |
5- | Voetgangers; |
6- | Overige weggebruikers; |
7- | Schippers; |
8- | Een ieder. |
Feit | Overtreden artikel | Categorie | |
---|---|---|---|
AFDELING A. VERKEER TE LAND | |||
Nummers K 005 – K 160: | |||
Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) | |||
K 005 | als bestuurder van een motorrijtuig rijden terwijl krachtens de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften de inlevering van het rijbewijs is gevorderd dan wel het rijbewijs is ingenomen | 9 lid 7 WVW 1994 | 1/2 |
als bestuurder van een motorrijtuig rijden, terwijl het kentekenbewijs is ingevorderd | 36 lid 3 sub c WVW 1994 | ||
K 020a | – na deugdelijk herstel | 1/2 | |
als bestuurder beneden de 16 jaar een motorrijtuig besturen, zijnde | 110 lid 1 WVW 1994 jo artikel 5 | ||
K 070a | – een bromfiets | sub b RR | 3 |
K 070b | – een invalidenvoertuig | 3 | |
K 070c | – een landbouwtrekker | 1 | |
K 070d | – een motorrijtuig met beperkte snelheid (niet zijnde een stoom- of motorwals) | 1 | |
K 145b | als bestuurder handelen in strijd met een of meer aan een ontheffing verbonden voorschriften, betreffende de lengte / breedte / hoogte en/of massa | 150 lid 2 WVW 1994 | 1 |
K 160 | als bestuurder, die in overtreding wordt bevonden van een bij of krachtens de WVW 1994 vastgesteld voorschrift, de gegeven bevelen niet opvolgen | 160 lid 6 WVW 1994 | 1/2/3/4/6 |
Nummers N 150b – P 351e: | |||
Voertuigreglement (VR) | |||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl: | |||
4 – KRACHTOVERBRENGING | |||
N 150b | dan wel als eigenaar of houder doen of laten rijden terwijl het na 31-12-1987 in gebruik genomen voertuig, met een toegestane maximum massa van meer dan 12 000 kg niet is voorzien van een snelheidsbegrenzer | 5.3.15 VR | 3 |
N 150c | dan wel als eigenaar of houder doen of laten rijden terwijl de na 31-12-1987 in gebruik genomen bus met een toegestane maximum massa van meer dan 10 000 kg niet is voorzien van een snelheidsbegrenzer | 5.3.15 VR | 3 |
N 150d | dan wel als eigenaar of houder doen of laten rijden terwijl de snelheidsbegrenzer niet aan de eisen voldoet | 5.3.15 VR | 3 |
8 – REMINRICHTING | |||
niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (categorie 12 particulier gebruik) de vermindering bedraagt | 5.*.38 VR | ||
N 381e | – meer dan 2,0 m/s2 | 2/4/5/12 | |
niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik) de vermindering bedraagt | 5.*.38 VR | ||
N 381g | – 0,51 t/m 1,0 m/s2 | 3/12 | |
N 381h | – 1,01 t/m 1,5 m/s2 | 3/12 | |
N 381i | – 1,51 t/m 2,0 m/s2 | 3/12 | |
N 381j | – meer dan 2,0 m/s2 | 3/12 | |
1 – AFMETINGEN EN MASSA'S | |||
Lengte samenstel (onbeladen) | |||
de maximum lengte van het samenstel van voertuigen wordt overschreden, met een overschrijding | 5.18.11 VR | ||
P 111c | van meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m | 2/3/5/7/8 | |
P 111d | van meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m | 2/3/5/7/8 | |
de lading van een beladen samenstel van bedrijfsauto en aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, dat wordt gebruikt voor het vervoer van voertuigen, langer dan 20 meter: | 5.18.13 VR | ||
P 130k | van meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m | 3/12 | |
P 130l | van meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m | 3/12 | |
Lengte; uitstekende lading achterzijde | |||
de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt en/of de vereiste stootbalk meer dan 0,60 meter van de uiterste achterzijde is aangebracht (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding | 5.18.12 VR 5.18.21 VR | ||
P 121c | van meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m | 3/12 | |
P 121d | van meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m | 3/12 | |
Lengte; ondeelbare lading | |||
de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding | 5.18.13 VR 5.18.21 VR | ||
P 131c | van meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m | 3/12 | |
P 131d | van meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m | 3/12 | |
de som van de aslasten van de aangekoppelde middenasaanhangwagen met een toegestane maximum massa van meer dan 12 000 kg meer bedraagt dan de som van aslasten van het trekkend motorrijtuig | 5.18.31 VR | ||
P 310c | – meer dan 50% | 12 | |
P 310d | – meer dan 75% | 12 | |
3 – REMINRICHTING | |||
niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel, de vermindering bedraagt | 5.18.35 lid 1 VR | ||
P 350e | – meer dan 2,0 m/s2 | 2/4/5 | |
niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel de, vermindering bedraagt | 5.18.35 lid 1 VR | ||
P 350g | – 0,51 t/m 1,0 m/s2 | 3 | |
P 350h | – 1,01 t/m 1,5 m/s2 | 3 | |
P 350i | – 1,51 t/m 2,0 m/s2 | 3 | |
P 350j | – meer dan 2,0 m/s2 | 3 | |
de remvertraging van het samenstel niet voldoet aan die van het trekkend voertuig, de vermindering bedraagt | 5.18.35 lid 2 VR | ||
P 351e | – meer dan 2,0 m/s2 | 7/8 | |
Nummers R 412 – R 627b: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) | |||
HOOFDSTUK 2. Verkeersregels | |||
XI. Het plaatsen van fietsen en bromfietsen | |||
R 412 | een (brom)fiets plaatsen anders dan op het trottoir, voetpad, in de berm of door het bevoegde gezag aangewezen plaatsen | 27 RVV 1990 | 3/4 |
Hoofdstuk 3. Verkeerstekens | |||
II. Verkeersborden | |||
R 587 | een (brom)fiets plaatsen in strijd met bord E3 (verbod (brom)fietsen te plaatsen) | 62 jo. bord E3 RVV 1990 | 3/4 |
Hoofdstuk 4. Aanwijzingen | |||
als weggebruiker niet | |||
R 627a | – opvolgen van de in de Bijlage II vastgestelde aanwijzing om te stoppen, gegeven door daartoe bevoegde en als zodanig kenbare verkeersbrigadiers | 82 lid 1 jo. 82 lid 3 ivm Bijlage II RVV 1990 | 1/2/3/4/6 |
R 627b | – stoppen voor een stopteken dat bestaat uit een bord F10 van Bijlage I van het RVV 1990, dan wel een rode lamp, dan wel een rode vlag, gegeven door een begeleider van een railvoertuig | 82 lid 4 RVV 1990 | 1/2/3/4/5/6 |
Nummers K 800 – K 825: Wet Rijonderricht motorrijtuigen 1993 (WRM 1993) | |||
K 800 | rijonderricht geven zonder in het bezit te zijn van het vereiste certificaat (particulier) | 7 lid 1 WRM 1993 | 8 |
rijonderricht geven terwijl het certificaat: | |||
K 810a | – niet geldig is voor het rijonderricht dat wordt gegeven | 7 lid 2 onder a WRM 1993 | 8 |
K 810b | – niet voldoet aan de vastgestelde eisen inzake inrichting en uitvoering | 7 lid 2 onder b WRM 1993 | 8 |
K 810c | – niet behoorlijk leesbaar is | 7 lid 2 onder c WRM 1993 | 8 |
als houder niet (tijdig) inleveren van een ongeldig verklaard certificaat voor | |||
K 815a | – rijonderricht | 15 lid 4 WRM 1993 | 8 |
K 815b | – vakbekwaamheid | 22 lid 5 WRM 1993 | 8 |
K 820 | het certificaat niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgeven | 24 WRM 1993 | 8 |
K 825 | het instructeursbewijs, dan wel het bewijs van ontheffing niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgegeven | 28 WRM 1993 | 8 |
Nummers A 914a – A 918: Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) | |||
als bezitter, als houder of als degene aan wie het kenteken is opgegeven, zonder dat voor dat motorrijtuig, niet zijnde een bromfiets, de vereiste verzekering is gesloten en in stand is gehouden, daarmee | 30 lid 1 WAM | ||
A 914a | – op een weg doen rijden of toelaten dat op een weg wordt gereden | 8 | |
A 914b | – op een weg laten staan of toelaten dat op een weg wordt gestaan, | 8 | |
A 914c | – buiten een weg deelnemen aan het verkeer op een terrein | 8 | |
A 914d | – buiten een weg toelaten dat wordt deelgenomen aan het verkeer op een terrein | 8 | |
A 915 | als bezitter, als houder of als degene aan wie het kenteken is opgegeven, voor een motorrijtuig waarvoor een kenteken is afgegeven niet de vereiste verzekering sluiten en in stand houden | 30 lid 2 WAM | 8 |
als bestuurder van een motorrijtuig, niet zijnde een bromfiets, zonder dat daar voor de vereiste verzekering is gesloten en in stand is gehouden, daarmee | 30 lid 4 WAM | ||
A 917a | – rijden | 1/2 | |
A 917b | – staan op een weg | 1/2 | |
A 917c | – buiten een weg deelnemen aan het verkeer op een terrein | 1/2 | |
A 918 | als degene aan wie het kenteken voor een motorrijtuig is opgegeven, niet voldoen aan de vordering tot het ter inzage verstrekken van een verzekeringsbewijs | 34 lid 3 WAM | 8 |
AFDELING B. VERKEER TE WATER | |||
Nummers W 010 – W 166: Binnenvaartpolitiereglement (BPR) | |||
Snelle motorboten | |||
W 010 | als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen zonder dat de motorboot is geregistreerd | 8.01 lid 1 BPR | 7 |
W 011 | als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat deze is geregistreerd | 8.05 jo. 8.01 lid 1 BPR | 8 |
W 012 | als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen, terwijl deze wel is geregistreerd, doch niet ten name van de eigenaar | 8.01 lid 1 BPR | 7 |
W 013 | als eigenaar of houder van een snelle motorboot die wel is geregistreerd, doch niet ten name van de eigenaar, geen zorg hebben gedragen dat deze ten name van de eigenaar is geregistreerd | 8.05 jo. 8.01 lid 1 BPR | 8 |
W 014 | als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen zonder dat het voorgeschreven registratieteken is aangebracht | 8.02 lid 1 BPR | 7 |
W 015 | als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat daarop het voorgeschreven registratieteken is aangebracht | 8.05 jo. 8.02 lid 1 BPR | 8 |
W 016 | als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen terwijl het voorgeschreven registratieteken niet op de voorgeschreven wijze is aangebracht | 8.02 lid 1 BPR | 7 |
W 017 | als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat het voorgeschreven registratieteken op de voorgeschreven wijze is aangebracht | 8.05 jo. 8.02 lid 1 BPR | 8 |
W 018 | als schipper van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, aan de scheepvaart deelnemen zonder dat het voorgeschreven registratieteken is aangebracht | 8.02 lid 2 BPR | 7 |
W 019 | als eigenaar of houder van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, geen zorg hebben gedragen dat daarop het voorgeschreven registratieteken is aangebracht | 8.05 jo. 8.02 lid 2 BPR | 8 |
W 020 | als schipper van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, aan de scheepvaart deelnemen terwijl het voorgeschreven registratieteken niet op de voorgeschreven wijze is aangebracht | 8.02 lid 2 BPR | 7 |
W 021 | als eigenaar of houder van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, geen zorg hebben gedragen dat daarop het voorgeschreven registratieteken op de voorgeschreven wijze is aangebracht | 8.05 jo. 8.02 lid 2 BPR | 8 |
W 022 | als schipper van een snelle motorboot het registratiebewijs niet aan boord hebben | 8.01 lid 2 BPR | 7 |
W 023 | als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat het registratiebewijs aan boord is | 8.05 jo. 8.01 lid 2 BPR | 8 |
W 024 | als schipper van een snelle motorboot het registratiebewijs niet op eerste vordering ter inzage afgeven | 8.01 lid 4 BPR | 7 |
W 025 | als eigenaar of houder van een snelle motorboot het registratiebewijs niet op eerste vordering ter inzage afgeven | 8.05 jo. 8.01 lid 4 BPR | 8 |
W 032 | als bestuurder van een snelle motorboot, die qua constructie niet veilig staande kan worden bestuurd, tijdens het varen niet zitten op de bestuurderszitplaats | 8.04 lid 1a BPR | 7 |
W 034 | als bestuurder van een snelle motorboot, deze staande besturen zonder een reddingsvest te dragen | 8.04 lid 5 BPR | 7 |
W 036 | als bestuurder van een snelle motorboot varen zonder gebruik te maken van de «dodemans-knop» | 8.04 lid 1b BPR | 7 |
W 038 | als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een deugdelijke geluiddempende inrichting voor de afvoer van uitlaatgassen | 8.03 sub b BPR | 7 |
W 039 | als eigenaar of houder van een snelle motorboot, die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een deugdelijke geluiddempende inrichting voor de afvoer van uitlaatgassen | 8.05 jo. 8.03 sub b BPR | 8 |
W 040 | als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een technische voorziening waardoor bij het onderbreken van de besturing de voortstuwingsmiddelen onmiddellijk tot stilstand of nagenoeg tot stilstand komen («dodemans-knop») | 8.03 sub d BPR | 7 |
W 041 | als eigenaar of houder van een snelle motorboot, die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een technische voorziening waardoor bij het onderbreken van de besturing de voortstuwingsmiddelen onmiddellijk tot stilstand of nagenoeg tot stilstand komen («dodemans-knop») | 8.05 jo. 8.03 sub d BPR | 8 |
W 042 | als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een deugdelijk brandblusapparaat | 8.03 sub f BPR | 7 |
W 043 | als eigenaar of houder van een snelle motorboot, die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een deugdelijk brandblusapparaat | 8.05 jo. 8.03 sub f BPR | 8 |
als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een voor alle opvarenden voldoende aantal reddingsvesten en/of drijfkussens: | 8.03 sub e BPR | ||
W 044a | – bij ontbreken van één | 7 | |
W 044b | – bij ontbreken van twee | 7 | |
W 044c | – bij ontbreken van drie | 7 | |
W 044d | – bij ontbreken van vier | 7 | |
W 044e | – bij ontbreken van vijf of meer | 7 | |
als eigenaar of houder van een snelle motorboot, die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een voor alle opvarenden voldoende aantal reddingsvesten en/of drijfkussens: | 8.05 jo. 8.03 sub e BPR | ||
W 045a | – bij ontbreken van één | 8 | |
W 045b | – bij ontbreken van twee | 8 | |
W 045c | – bij ontbreken van drie | 8 | |
W 045d | – bij ontbreken van vier | 8 | |
W 045e | – bij ontbreken van vijf of meer | 8 | |
W 050 | als schipper van een snelle motorboot doen waterskiën of op soortgelijke wijze van de vaarweg gebruik doen maken waar c.q. wanneer waterskiën verboden is | 8.06 lid 1 c.q. teken A14 BPR | 7 |
W 051 | als waterskiër waterskiën of op soortgelijke wijze van de vaarweg gebruik maken waar c.q. wanneer waterskiën verboden is | 8.06 lid 1 c.q. teken A14 BPR | 8 |
W 052 | als bestuurder van een snelle motorboot één of meer waterskiërs voortbewegen zonder dat deze bestuurder zich doet bijstaan door een mede-opvarende van tenminste 15 jaar oud als uitkijk (geen uitkijk) | 8.06 lid 2 BPR | 7 |
W 054 | als bestuurder van een snelle motorboot één of meer waterskiërs voortbewegen zonder dat deze bestuurder zich doet bijstaan door een mede-opvarende van tenminste 15 jaar oud als uitkijk (aanwezige uitkijk jonger dan 12 jaar) | 8.06 lid 2 BPR | 7 |
W 056 | als bestuurder van een snelle motorboot één of meer waterskiërs voortbewegen zonder dat deze bestuurder zich doet bijstaan door een mede-opvarende van tenminste 15 jaar oud als uitkijk (aanwezige uitkijk tussen 12 – 15 jaar) | 8.06 lid 2 BPR | 7 |
Snelheidsovertredingen | |||
als schipper van een snelle motorboot sneller varen dan 20 km/uur, waar dat verboden is en wel een overschrijding van | 6.02 lid 3 BPR | ||
W 065 | tot 6 km/uur | 7 | |
W 066 | 6 tot 15 km/uur | 7 | |
W 067 | 15 tot 25 km/uur | 7 | |
W 068 | 25 tot 35 km/uur | 7 | |
W 069 | 35 km/uur of meer | 7 | |
als schipper van een klein schip sneller varen dan toegestaan, en wel een overschrijding van | 5.01 BPR i.v.m. verkeersteken B6 | ||
W 075 | tot 6 km/uur | 7 | |
W 076 | 6 tot 15 km/uur | 7 | |
W 077 | 15 tot 25 km/uur | 7 | |
W 078 | 25 tot 35 km/uur | 7 | |
W 079 | 35 km/uur of meer | 7 | |
als schipper van een snelle motorboot sneller varen dan 9 km/uur, waar dat verboden is, en wel een overschrijding van | 5.01 BPR i.v.m. de Regeling Rijkswater | ||
W 085 | tot 6 km/uur | 7 | |
W 086 | 6 tot 15 km/uur | 7 | |
W 087 | 15 tot 25 km/uur | 7 | |
W 088 | 25 tot 35 km/uur | 7 | |
W 089 | 35 km/uur of meer | 7 | |
als schipper van een snelle motorboot sneller varen dan toegestaan en wel een overschrijding van | Plaatselijke regeling | ||
W 095 | tot 6 km/uur | 7 | |
W 096 | 6 tot 15 km/uur | 7 | |
W 097 | 15 tot 25 km/uur | 7 | |
W 098 | 25 tot 35 km/uur | 7 | |
W 099 | 35 km/uur of meer | 7 | |
Overige | |||
W 150 | als schipper van een schip varen terwijl het sturen niet wordt verricht door een persoon die de voorgeschreven leeftijd heeft bereikt | 1.09 lid 1 BPR | 7 |
W 152 | als schipper van een snelle motorboot varen terwijl het sturen niet wordt verricht door een persoon van tenminste 18 jaar | 1.09 lid 4 BPR | 7 |
W 154 | als schipper van een schip varen terwijl niet de vereiste bescheiden worden getoond | 1.10 BPR | 7 |
W 156 | als schipper van een schip varen terwijl niet aan boord is een bijgewerkt exemplaar van het Binnenvaartpolitiereglement | 1.11 BPR | 7 |
als schipper van een schip bij het meren of verhalen gebruik maken van | |||
W 158a | – verkeerstekens | 1.13 lid 1 BPR | 7 |
W 158b | – andere voorwerpen dan die daarvoor bestemd zijn | 7.04 lid 3 BPR | 7 |
W 160 | als schipper van een zeilplank, daarmee varen in een voor de doorgaande vaart bestemd gedeelte van de vaarweg | 9.05 BPR | 7 |
W 162 | als schipper van een zeilplank, daarmee varen in een gedeelte van de vaarweg waar dit verboden is | Plaatselijke regeling | 7 |
als schipper deelnemen aan de scheepvaart terwijl de voorgeschreven kentekens niet zijn aangebracht | |||
W 164a | – schip | 2.01 BPR | 7 |
W 164b | – klein schip | 2.02 BPR | 7 |
als schipper deelnemen aan de scheepvaart terwijl de voorgeschreven kentekens niet op de voorgeschreven wijze zijn aangebracht | |||
W 166a | – schip | 2.01 BPR | 7 |
W 166b | – klein schip | 2.02 BPR | 7 |
Nummers W 300 – W 305: Binnenschepenwet (BIW) | |||
als schipper van een schip op binnenwateren varen zonder dat hij is voorzien van een geldig | 16 BIW | ||
W 300b | – klein vaarbewijs (als bedoeld in artikel 18 BIW) | 7 | |
W 305 | als schipper niet op eerste vordering een geldig vaarbewijs of een het vaarbewijs vervangend document behoorlijk ter inzage afgeven | 52a BIW | 7 |
Nummers W 400 – W 485: Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart (WVBB), het Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart (BVBB), Besluit Rijnvaartpolitiereglement 1995 (BRPR 1995) en Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995 (ROSR) | |||
W 400 | als gezagvoerend schipper, als bemanningslid of als werkgever niet voldoen aan de vordering de vereiste medewerking te verlenen (inlichtingen/inzage/ afschriften) | 13 WVBB/1.10, 1.20 BRPR 1995 | 7/8 |
W 405 | als gezagvoerend schipper of als werkgever niet voldoen aan de vordering de vereiste medewerking te verlenen (stilhouden/overbrengen schip) | 14 lid 2 WVBB/1.20 BRPR 1995 | 7/8 |
wisseling van de exploitatiewijze | |||
als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid bij een wisseling van de exploitatiewijze de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid) | 7 BVBB/23.07 ROSR | ||
W 420a | – 1 uur | 7/8 | |
W 420b | – 2 uren | 7/8 | |
W 420c | – 3 uren | 7/8 | |
W 420d | – 4 uren | 7/8 | |
dagvaart | |||
als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid) | 5 BVBB/23.06 ROSR | ||
W 425a | – 1 uur | 7/8 | |
W 425b | – 2 uren | 7/8 | |
W 425c | – 3 uren | 7/8 | |
W 425d | – 4 uren | 7/8 | |
als gezagvoerend schipper de vaartijd van 14 uur overschrijden of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat deze vaartijd niet wordt overschreden, met | 9 BVBB | ||
W 430a | – 1 uur | 7/8 | |
W 430b | – 2 uren | 7/8 | |
W 430c | – 3 uren | 7/8 | |
W 430d | – 4 uren | 7/8 | |
als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de vaart tussen 22.00 uur en 06.00 uur wordt onderbroken, met (geen overschrijding van de vaar-/rusttijd) | 10 lid 1 BVBB/23.05 ROSR | ||
W 435a | – 1 uur | 7/8 | |
W 435b | – 2 uren | 7/8 | |
W 435c | – 3 uren | 7/8 | |
W 435d | – 4 uren | 7/8 | |
semi-continuvaart | |||
als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid) | 6 BVBB/23.06 ROSR | ||
W 440a | – 1 uur | 7/8 | |
W 440b | – 2 uren | 7/8 | |
W 440c | – 3 uren | 7/8 | |
W 440d | – 4 uren | 7/8 | |
als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de vaart tussen 23.00 uur en 05.00 uur wordt onderbroken, met (geen overschrijding van de vaar-/rusttijd) | 10 lid 2 BVBB/23.05 ROSR | ||
W 445a | – 1 uur | 7/8 | |
W 445b | – 2 uren | 7/8 | |
W 445c | – 3 uren | 7/8 | |
W 445d | – 4 uren | 7/8 | |
continuvaart | |||
als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid) | 8 BVBB/23.06 ROSR | ||
W 450a | – 1 uur | 7/8 | |
W 450b | – 2 uren | 7/8 | |
W 450c | – 3 uren | 7/8 | |
W 450d | – 4 uren | 7/8 | |
minimumbemanning | |||
als gezagvoerend schipper varen terwijl of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat, tijdens de vaart de minimumbemanning zich voortdurend aan boord bevindt, bij het ontbreken van | 15 lid 1 BVBB/23.01 ROSR | ||
W 455a | – 1 bemanningslid | 7/8 | |
W 455b | – 2 bemanningsleden | 7/8 | |
bescheiden | |||
als gezagvoerend schipper dan wel als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de schipper in het bezit is van een Rijnschipperspatent, een vaarbewijs, dan wel een bewijs van bekwaamheid voor de binnenvaart | |||
W 460a | – binnenvaart | 18 onderdeel a BVBB/23.04 lid 5.1 ROSR | 7/8 |
W 460b | – zeescheepvaart op binnenwateren | 29 onderdeel b BVBB/20.03 ivm 23.04 lid 5.1 ROSR | 7/8 |
W 465 | als gezagvoerend schipper/bemanningslid varen terwijl of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat het betrokken bemanningslid niet in het bezit is van een dienstboekje | 24 lid 1 BVBB/23.04 lid 1 ROSR | 7/8 |
W 470 | als gezagvoerend schipper dan wel als werkgever geen zorg hebben gedragen dat een vaartijdenboek aan boord van het schip aanwezig is | 25 BVBB/23.08 ROSR | 7/8 |
als gezagvoerend schipper het vaartijdenboek niet dan wel niet op de juiste wijze bijhouden of als werkgever hier voor geen zorg hebben gedragen, over een periode van: | 27 lid 1, 2 en 3 BVBB/23.08 ROSR | ||
W 475a | – 1 dag | 7/8 | |
W 475b | – 2 dagen | 7/8 | |
W 475c | – 3 dagen | 7/8 | |
als gezagvoerend schipper dan wel als werkgever geen zorg hebben gedragen dat het vorige ongeldige vaartijdenboek aan boord wordt bewaard, gedurende een periode | 27 lid 4 BVBB/23.08 lid 3 ROSR | ||
W 480a | – van 1 week voorafgaande aan de ingebruikname van het nieuwe vaartijdenboek | 7/8 | |
als gezagvoerend schipper dan wel als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de registraties van de tachograaf in chronologische volgorde aan boord worden bewaard, gedurende een periode | 11 BVBB/23.08 lid 5 ROSR | ||
W 485a | – van 1 week na de laatste aantekening | 7/8 | |
AFDELING C. MILIEU | |||
Nummers H 002 – H 106: Wet milieubeheer (Wm), de Model-Algemene plaatselijke verordening (model-APV) en de Model Afvalstoffenverordening (MAV) | |||
Huishoudelijke afvalstoffen | |||
H 002 | huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aanbieden, terwijl men geen gebruiker van het perceel is | 4.2.3.2 model APV | 8 |
H 003 | de voorgeschreven categorieën huishoudelijke afvalstoffen niet afzonderlijk ter inzameling aanbieden | 4.2.3.3 model APV | 8 |
H 004 | huishoudelijke afvalstoffen anders aanbieden dan via het aangewezen inzamelmiddel | 4.2.3.4 lid 1 – 4.2.3.5 lid 1 model APV | 8 |
H 005 | het inzamelmiddel voor andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen gebruiken, dan waarvoor het bestemd is | 4.2.3.4 lid 2 – 4.2.3.5 lid 2 model APV | 8 |
H 006 | huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven plaatsen en wijzen aanbieden | 4.2.3.4 lid 4 – 4.2.3.5 lid 4 model APV | 8 |
H 007 | afvalstoffen via het voor dat perceel toegewezen inzamelmiddel aanbieden, terwijl men niet de gebruiker van dat perceel is | 4.2.3.4 lid 8 – 4.2.3.5 lid 5 model APV | 8 |
H 008 | via een inzamelvoorziening op wijkniveau andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden, dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening bestemd is | 4.2.3.6 lid 2 model APV | 8 |
H 009 | huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via een inzamelvoorziening op wijkniveau aanbieden | 4.2.3.6 lid 4 model APV | 8 |
H 010 | via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden, dan de categorie waarvoor het brengdepot bestemd is | 4.2.3.7 lid 2 model APV | 8 |
H 011 | huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via brengdepot op lokaal of regionaal niveau aanbieden | 4.2.3.7 lid 4 model APV | 8 |
H 012 | categorieën huishoudelijke afvalstoffen, die zonder inzamelmiddel moeten worden aangeboden, niet op de voorgeschreven wijzen ter inzameling aanbieden | 4.2.3.8 lid 3 model APV | 8 |
H 013 | huishoudelijke afvalstoffen op andere dan de vastgestelde dagen en tijden ter inzameling aanbieden | 4.2.3.9 lid 2 model APV | 8 |
H 014 | andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst aanbieden | 4.2.4.3 lid 1 model APV | 8 |
H 015 | niet op de voorgeschreven wijze ter inzameling aanbieden, de door B en W aangewezen categorieën van afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen | 4.2.4.3 lid 4 model APV | 8 |
H 016 | afvalstoffen die ter inzameling gereed staan doorzoeken en verspreiden | 4.4.7 model APV | 8 |
H 017 | andere afvalstoffen dan straatafval achterlaten in daartoe van gemeentewege geplaatste of voorgeschreven bakken | 4.4.1 lid 1b model APV | 8 |
H 018 | afvalstoffen op of in de bodem te brengen of te houden, te verbranden, te bewaren, over te laden of anderszins te bewerken, te verwerken of te vernietigen | 28.1 MAV | 8 |
H 019 | afvalstoffen op een zodanige plaats opslaan of opgeslagen houden dat deze vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar zijn | 29.1 MAV | 8 |
H 020 | afvalstoffen zodanig te vervoeren dat de weg kan worden verontreinigd of het milieu kan worden beïnvloed | 30 MAV | 8 |
Autowrakken | |||
H 106 | een autowrak aanwezig hebben op een voor het publiek zichtbare plaats. (verdachte is verplicht het voertuig bij een legale verwerker af te leveren) | 10.17 lid 1 Wm | 8 |
Nummers H 161 – H 176: Wet milieugevaarlijke stoffen (Wms) en het Vuurwerkbesluit (Vb) | |||
vuurwerk voorhanden hebben dat niet voldoet aan de gestelde eisen (uitgezonderd handel) | 3 Vb | ||
H 161a | – strijkers 1 t/m 100 stuks | 8 | |
H 161b | – strijkers 101 t/m 300 stuks | 8 | |
H 166 | vuurwerk is niet voorzien van de aanduiding: bestemd voor particulier gebruik (uitgezonderd handel) | 4 Vb | 8 |
H 171 | vuurwerk afsteken buiten de toegestane tijden (31–12 10.00 uur tot 01–01 02.00 uur) | 12 lid 1 Vb | 8 |
H 176 | vuurwerk voorhanden hebben op een publiek toegankelijke plaats (uitgezonderd handel) | 13 lid 1 Vb | 8 |
Nummers H 200 – H 205: Geluidshinder | |||
H 200 | rumoer of burengerucht verwekken waardoor de nachtrust kan worden verstoord | 431 WvSr | 8 |
H 205 | als particulier met toestellen of geluidsapparaten dan wel op andere wijze handelingen verrichten, waardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidshinder wordt veroorzaakt, of toelaten dat deze handelingen worden verricht | 4.1.7 lid 1 model-APV | 8 |
Nummers H 300 – H 330: Plaatselijke verordeningen (Pl.V.) | |||
H 300 | zonder daartoe bevoegd te zijn zich bevinden buiten wegen of paden, die liggen in/op voor publiek toegankelijke parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken dan wel in/tussen aanplantingen, bloemperken, heester- of struikgewassen, die op of aan de weg liggen | Pl.V. | 8 |
H 305 | zonder daartoe bevoegd te zijn schade toebrengen aan bomen, heesters, bloemen of grasperken in een park, een bos of op andere dergelijke plaatsen | 4.6.1 Model-APV | 8 |
H 310 | met een voertuig rijden door een park/plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook | Pl.V. | 1/2/3/4/6 |
H 311 | met een voertuig rijden (crossen) door een park/ plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook | Pl.V. | 1/2/3/4/6 |
H 315 | roken in bos, duin dan wel andere dergelijke gebieden op tijd en plaats waarop dit niet is toegestaan | Pl.V. | 8 |
het is verboden in de openlucht vuur aan te leggen, te stoken of te hebben | 5.5.1 model-APV | ||
H 320a | – het afbranden van slootkanten | 8 | |
H 320b | – overige situaties | 8 | |
als eigenaar of houder van een hond er niet voor zorgen dat deze zich niet van uitwerpselen ontdoet | 2.4.18 model-APV | ||
H 325a | – op een weggedeelte (mede) bestemd voor voetgangers | 8 | |
H 325b | – op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide | 8 | |
H 325c | – op een andere dan door burgemeester en wethouders aangewezen plaats | 8 | |
H 330 | met een pleziervaartuig varen in/door rietkragen, biezen of ander opstaand gewas dan wel een pleziervaartuig daar afmeren | Pl.V. | 8 |
Nummers H 400 – H 445: Jachtwet (JW) | |||
H 425 | niet verhinderen dat de hond die onder zijn toezicht staat wild zoekt, bemachtigt dan wel doodt op grond waar hij niet bevoegd is te jagen | 25 JW | 8 |
Nummer H 710: | |||
Wet op de openluchtrecreatie (WodO) | |||
H 710 | voor recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden, buiten kampeerterreinen waarvoor een vergunning, vrijstelling of ontheffing is verleend | 15 lid 1 WodO | 8 |
AFDELING D. WETBOEK VAN STRAFRECHT | |||
Nummers D 515 – D 537: Boek 3 Wetboek van Strafrecht (WvSr) | |||
D 515 | door het bevoegd gezag naar zijn identiteitsgegevens gevraagd, een valse naam, voornaam, geboortedatum, geboorteplaats, adres waarop hij in de basisadministratie persoonsgegevens als ingezetene staat ingeschreven, of woon- of verblijfplaats opgeven | 435, onder 4 WvSr | 8 |
D 530 | zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg bevinden | 453 lid 1 WvSr | 8 |
zonder daartoe gerechtigd te zijn zich bevinden: | 460 WvSr | ||
D 535i | – op grond die bezaaid, bepoot of beplant is, of ter bezaaiing, bepoting of beplanting is gereedgemaakt | 1/2/3/4/5/6/8 | |
D 535j | – gedurende de maanden mei tot en met oktober op enig wei- of hooiland | 1/2/3/4/5/6/8 | |
D 537 | zonder daartoe gerechtigd te zijn zich te bevinden op eens anders grond, waarvan de toegang hem op voor hem blijkbare wijze verboden is | 461 WvSr | 1/2/3/4/5/6/8 |
AFDELING E. BIJZONDERE WETTEN | |||
Nummers E 105a- E 146: Wet personenvervoer (WPV), Besluit personenvervoer (BPV), Spoorwegwet (SW) en Algemeen Reglement Vervoer (ARV) | |||
een bus of een auto gebruiken: | 162 lid 1 BPV | ||
E 105a | – voor personenvervoer, terwijl daarin niet aanwezig is het geldig keuringsbewijs | 8 | |
E 105b | – voor ander vervoer dan waartoe de bus of de auto blijkens het keuringsbewijs mag worden gebruikt | 8 | |
E 110a | een bus besturen zonder in het bezit te zijn van een niet ouder dan vijf jaar zijnde geneeskundige verklaring | 157 lid 1 BPV | 8 |
E 110b | een taxi besturen zonder in het bezit te zijn van een niet ouder dan vijf jaar zijnde geneeskundige verklaring | 157 lid 1 BPV | 8 |
als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door het verhinderen of belemmeren van | 32 WPV jo. 61a BPV | ||
E 120a | – de bediening en het gebruik van voorzieningen | 8 | |
E 120b | – de bediening en het gebruik van een vervoermiddel | 8 | |
E 120c | – de taakuitoefening van het personeel van de vervoerder | 8 | |
als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door voorzieningen te gebruiken | 32 WPV jo. 61b BPV | ||
E 121a | – op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar zijn | 8 | |
E 121b | – op een andere dan de daarvoor bestemde wijze | 8 | |
als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door een vervoermiddel te gebruiken | 32 WPV jo. 61b BPV | ||
E 122a | – op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar is | 8 | |
E 122b | – op een andere dan de daarvoor bestemde wijze | 8 | |
E 123 | als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door stoffen of voorwerpen uit een vervoermiddel te werpen | 32 WPV jo. 61c BPV | 8 |
als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich | 32 WPV jo. 61d BPV | ||
E 124a | – in kennelijke staat van dronkenschap te bevinden | 8 | |
E 124b | – onder kennelijke invloed van verdovende middelen te bevinden | 8 | |
E 125a | als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door te roken in, een gedeelte van, een vervoermiddel, waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat dit niet is toegestaan. | 32 WPV jo. 61i BPV | 8 |
E 125b | als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door te roken in, een gedeelte van, een station, waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat dit niet is toegestaan. | 32 WPV jo. 61i BPV | 8 |
E 126 | als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich te bevinden op een, gedeelte van een, station of halte op een tijdstip dat deze gesloten dan wel niet toegankelijk is | 32 WPV jo. 61j BPV | 8 |
E 127 | als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich op een station of halte te begeven langs een andere dan de daarvoor bestemde weg | 32 WPV jo. 61k BPV | 8 |
E 128 | als reiziger niet opvolgen van de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang, die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt | 33 WPV | 8 |
de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door het verhinderen of belemmeren van | 5 lid 1 jo. 5 lid 2a ARV | ||
E 130a | – de bediening en het gebruik van voorzieningen | 8 | |
E 130b | – de bediening en het gebruik van een trein | 8 | |
E 130c | – de taakuitoefening van het personeel van de vervoerder | 8 | |
de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door voorzieningen te gebruiken | 5 lid 1 jo. 5 lid 2b ARV | ||
E 131a | – op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar zijn | 8 | |
E 131b | – op een andere dan de daarvoor bestemde wijze | 8 | |
de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door een trein te gebruiken | 5 lid 1 jo. 5 lid 2b ARV | ||
E 132a | – op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar is | 8 | |
E 132b | – op een andere dan de daarvoor bestemde wijze | 8 | |
de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich | 5 lid 1 jo. 5 lid 2d ARV | ||
E 134a | – in kennelijke staat van dronkenschap te bevinden | 8 | |
E 134b | – onder kennelijke invloed van verdovende middelen te bevinden | 8 | |
E 135 | de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door te roken in, een gedeelte van, een station, waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat dit niet is toegestaan. | 5 lid 1 jo. 5 lid 2i ARV | 8 |
E 136 | de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich te bevinden op een, gedeelte van een, station op een tijdstip dat deze gesloten dan wel niet toegankelijk is | 5 lid 1 jo. 5 lid 2j ARV | 8 |
E 137 | de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich op een station te begeven langs een andere dan de daarvoor bestemde weg | 5 lid 1 jo. 5 lid 2k ARV | 8 |
E 138 | het niet opvolgen van de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang, die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt | 7 ARV | 1/2/3/4/5/6/8 |
E 145 | op of langs de spoorweg rijden of lopen | 43 SW | 1/2/3/4/5/6 |
E 146 | paarden, vee of andere dieren op of langs de spoorweg te drijven of te laten lopen | 44 SW | 8 |
Nummer E 161: | |||
Reglement op de Raccordementen (R.Rac) | |||
bij een overweg, die niet in een voor het verkeer openstaande weg is gelegen, | |||
E 161a | – deze opgaan, terwijl men niet direct kan doorgaan en de overweg niet geheel vrij kan maken | 12 lid 2 R.Rac | 1/2/3/4/5/6 |
E 161b | – een railvoertuig niet voor laten gaan en daarbij de overweg niet geheel vrij laten | 12 lid 3 R.Rac | 1/2/3/4/5/6 |
E 161c | – deze opgaan, indien een verkeerslicht rood licht of rood knipperlicht toont, dan wel een stopteken dat bestaat uit een bord F10 van Bijlage I van het RVV 1990, een rode lamp of een rode vlag, wordt getoond | 12 lid 4 R.Rac | 1/2/3/4/5/6 |
Nummer E 320: | |||
Wet administratiefrechtelijkehandhaving verkeersvoorschriften (WAHV) | |||
E 320a | niet voldoen aan de vordering zijn naam, voornamen, geboortedatum, geboortejaar, geboorteplaats en adres op te geven | 34 lid 1, onderdeel a WAHV | 8 |
E 320b | onjuiste gegevens opgeven, na de vordering zijn naam, voornamen, geboortedatum, geboortejaar, geboorteplaats en adres op te geven | 34 lid 1, onderdeel b WAHV | 8 |
E 320c | niet voldoen aan de vordering van de officier van justitie het rijbewijs op een bepaalde tijd en aangewezen plaats in te leveren | 34 lid 1, onderdeel c WAHV | 8 |
Nummers E 630 – E 670: Visserijwet 1963 (ViW), Besluit verbod gebruik van levende aasvis (BVLA), Reglement voor de Binnenvisserij 1985 (RB), Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985 (RMGT), Reglement zee- en kustvisserij 1977 (RZK) en Beschikking visserij visserijzone zeegebied en kustwateren (BVVZK) | |||
Kustvisserij | |||
documenten | |||
de kustvisserij uitoefenen zonder schriftelijke vergunning van de rechthebbende op het visrecht van dat water, met | 7 lid 1 ViW | ||
E 630a | – meer dan twee hengels of indien het rijk de rechthebbende is met meer dan één peur of meer dan één spieringtuig | 8 | |
de kustvisserij uitoefenen of plegen uit te oefenen en niet op eerste vordering van een opsporingsambtenaar ter inzage afgeven: | 55 lid 1 sub b ViW | ||
E 632a | – de vergunning (bij meer dan twee hengels of indien het rijk de rechthebbende is met bij meer dan één peur of meer dan één spieringtuig) | 8 | |
E 632b | – de vergunning (bij overige toegestane vistuigen) | 8 | |
Binnenvisserij | |||
documenten | |||
de binnenvisserij uitoefenen zonder een geldige sportvisakte te kunnen tonen, met: | 10 lid 1 jo 10 lid 2 sub a ViW | ||
E 640a | – één of twee hengel(s) | 8 | |
E 640b | – één peur | 8 | |
de binnenvisserij uitoefenen zonder een geldige grote visakte te kunnen tonen, met: | 10 lid 1 jo 10 lid 2 sub b ViW | ||
E 642a | – meer dan twee hengels | 8 | |
E 642b | – andere toegestane vistuigen | 8 | |
de binnenvisserij uitoefenen zonder schriftelijke vergunning van de rechthebbende op het visrecht van dat water, met: | 21 lid 1 ViW | ||
E 644a | – één of twee hengel(s) | 8 | |
E 644b | – één peur | 8 | |
E 644c | – meer dan twee hengels | 8 | |
E 644d | – andere toegestane vistuigen | 8 | |
de binnenvisserij uitoefenen of plegen uit te oefenen en niet op eerste vordering van een opsporingsambtenaar ter inzage afgeven: | 55 lid 1 sub b ViW | ||
E 646a | – de sportvisakte en/of de vergunning (bij één of twee hengel(s)) | 8 | |
E 646b | – de sportvisakte, de grote visakte en/of de vergunning (bij één peur of bij meer dan twee hengels) | 8 | |
E 646c | – de grote visakte en/of de vergunning (bij andere toegestane vistuigen) | 8 | |
vistuigen | |||
vissen met een toegestaan vistuig dat niet aan de vereiste voorwaarden voldoet, bij | 4 RB | ||
E 650a | – 1 of 2 toegestane vistuigen | 8 | |
gesloten tijden (visserij) | |||
vissen in de periode van 1 april tot en met 31 mei met: | |||
E 652a | – een hengel geaasd met in die periode verboden aas | 6 lid 1 a RB | 8 |
E 652b | – een staand net | 6 lid 1 e RB | 8 |
E 654 | vissen tijdens de door de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij vastgestelde periode, in een door hem aangewezen water | 6 lid 3 RB | 8 |
E 656 | vissen tussen twee uur na zonsondergang en één uur voor zonsopgang | 7 RB | 8 |
IJsselmeer | |||
E 658a | de in het IJsselmeer gevangen baars en snoekbaars, niet onmiddellijk in het water terugzetten, met dien verstande dat elke visser de hoeveelheid van 30 stuks baars en 5 stuks snoekbaars mag behouden | 8 lid 2 RB | 8 |
stuw/vispassage | |||
E 660 | vissen in de Neder-Rijn, de Maas, de Lek of de Overijsselsche Vecht binnen een afstand van 75 m stroomafwaarts van een stuw, in een bij een stuw aangebrachte vispassage of binnen een straal van 25 m voor de bovenmond van deze vispassage | 9 RB | 8 |
voorhanden hebben | |||
E 662a | een vistuig voorhanden hebben op of in de nabijheid van enig binnenwater terwijl het gebruik van dat vistuig in het betrokken water of op dat moment verboden is | 10 lid 1 RB | 8 |
het voorhanden hebben op of in de nabijheid van enig binnenwater, terwijl men niet bevoegd (akte) of gerechtigd (vergunning) is in dat water te vissen, van | 10 lid 1 RB | ||
E 662b | – één of twee hengel(s) | 8 | |
E 662c | – één peur of meer dan twee hengels | 8 | |
E 662d | – een ander toegestaan vistuig | 8 | |
levende aasvis | |||
E 664 | bij het vissen in kust- of binnenwater levende vis als aas gebruiken | 2c lid 2 ViW jo 2 BVLA | 8 |
minimummaten en gesloten tijden (vis) | |||
E 666 | ondermaatse vis niet onmiddellijk nadat deze is opgehaald weer in het zelfde water terugzetten | 1 RMGT | 8 |
E 668 | vis niet onmiddellijk nadat deze is opgehaald tijdens de voor die vissoort geldende de gesloten tijd, weer in het zelfde water terugzetten | 2 RMGT | 8 |
E 670 | gerookte aal kleiner dan 25 cm in voorraad hebben, vervoeren, te koop aanbieden, vervreemden, afleveren, bewerken of verwerken | 4 RMGT | 8 |
Nummers E 801 – E 836: Vreemdelingenwet (VrW) en Vreemdelingenbesluit (VB) | |||
E 801 | als vreemdeling die Nederland in- of uitreist zich niet begeven langs een doorlaatpost, binnen de tijd dat deze is opengesteld, en zich niet aldaar vervoegen bij een ambtenaar, belast met de grensbewaking | 22 lid 1 VB | 8 |
als gezagvoerder van een Nederland binnengevaren zeeschip gedurende de tijd dat zijn schip zich in Nederland bevindt niet voldoen aan de verplichting: | |||
E 807a | – het exemplaar van de bemanningslijst hetwelk hem na controle door de ambtenaar, belast met de grensbewaking wederom ter hand is gesteld, onder zijn berusting te houden en desgevraagd onverwijld ter inzage te doen verstrekken aan een ambtenaar, belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen | 29 sub a VB | 8 |
E 807b | – onverwijld aan een ambtenaar, belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen, kennis te geven van elke aanmonstering van een vreemdeling of van elke uit een oogpunt van grensbewaking of vreemdelingentoezicht van belang zijnde afwezigheid van een vreemdeling die tot zijn bemanning behoort | 29 sub b VB | 8 |
E 807c | – tijdig van het voornemen tot afmonstering van een vreemdeling die lid is van de bemanning van zijn schip kennis te geven aan een met de grensbewaking of met het vreemdelingentoezicht belaste ambtenaar | 29 sub c VB | 8 |
als vreemdeling niet op vordering van de korpschef van de gemeente waar hij woon- of verblijfplaats heeft, binnen de in de vordering aangegeven tijd | |||
E 817a | – de gevraagde gegevens te verstrekken | 58 lid 1 VB | 8 |
E 817b | – de gevraagde gegevens in persoon te verstrekken | 58 lid 2 VB | 8 |
E 820 | als vreemdeling wiens verblijf in Nederland niet of niet langer is toegestaan ingevolge het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet, niet onverwijld van zijn aanwezigheid melding doen aan de korpschef van de gemeente waar hij verblijft | 59 VB jo. 44 VrW | 8 |
als vreemdeling desgevraagd aan een ambtenaar belast met het toezicht op vreemdelingen, niet alle gegevens verstrekken en niet alle in zijn bezit zijnde bescheiden vertonen welke kunnen dienen ter vaststelling van: | |||
E 823a | – zijn identiteit, nationaliteit, burgerlijke staat, beroep alsmede zijn tegenwoordige en vroegere woon- en verblijfplaats met adres | 64 sub a VB | 8 |
E 823b | – de datum, de plaats en de wijze van zijn binnenkomst in Nederland of in het Beneluxgebied | 64 sub b VB | 8 |
E 823c | – het doel en de duur van zijn voorgenomen verblijf in Nederland | 64 sub c VB | 8 |
E 823d | – de middelen waarover hij met het oog op zijn verblijf in Nederland kan beschikken of de beschikking kan krijgen | 64 sub d VB | 8 |
E 825 | als vreemdeling aan wie het krachtens artikel 8 van de Vreemdelingenwet is toegestaan in Nederland te verblijven en die naar Nederland is gekomen voor een verblijf langer dan drie maanden, zich niet binnen drie dagen na zijn binnenkomst in Nederland in persoon meldt bij de korpschef van de gemeente waar hij verblijft | 66 VB | 8 |
E 830 | als vreemdeling aan wie het krachtens artikel 8 van de Vreemdelingenwet is toegestaan in Nederland te verblijven en die naar Nederland is gekomen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden, zich niet, voor zover zulks is voorgeschreven door de Minister van Justitie, binnen drie dagen na binnenkomst in Nederland in persoon meldt bij de korpschef van de gemeente waar hij verblijft | 67 VB | 8 |
E 832 | als vreemdeling die houder is van een visum of een document voor grensoverschrijding waarin door de daartoe bevoegde autoriteit een aantekening is gesteld omtrent aanmelding bij een vreemdelingendienst in Nederland, zich niet binnen twee dagen na binnenkomst in Nederland in persoon aanmeldt bij de korpschef van de in deze aantekening vermelde gemeente | 68 VB | 8 |
E 834 | als vreemdeling die naar Nederland is gekomen om als zeeman werk te zoeken aan boord van een zeeschip, zich niet binnen twee dagen na binnenkomst in Nederland in persoon aanmeldt bij de korpschef van de gemeente waar hij werk zoekt | 69 VB | 8 |
niet voldoen aan de verplichting tot wekelijkse aanmelding bij de korpschef van de gemeente van verblijf, behoudens door deze verleende ontheffing | |||
E 836a | – als vreemdeling wier uitzetting is gelast, in afwachting van de feitelijke mogelijkheid tot verwijdering | 70 lid 1a VB | 8 |
E 836b | – als vreemdeling aan wie het krachtens één der bepalingen van de artikelen 8–10 van de Wet niet is toegestaan in Nederland te verblijven, hangende de beslissing op een door hem ingediend verzoek om het verlenen, of het verlengen van de geldigheidsduur, van een vergunning tot verblijf, om het verlenen van een vergunning tot vestiging of om toelating als vluchteling | 70 lid 1b VB | 8 |
AFDELING F. OVERIGE OVERTREDINGEN | |||
Nummers F 105 – F 245: Algemene Plaatselijke Verordening (model-APV) | |||
F 105 | als houder van een horecabedrijf, dit voor bezoekers geopend te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven, buiten de vastgestelde openingstijden | 2.3.1.4 lid 1 model-APV | 8 |
op of aan de weg | 2.4.7 model-APV | ||
F 120a | – te klimmen of zich te bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hekheining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair | 8 | |
F 120b | – zodanig op te houden waardoor voor weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodige overlast of hinder wordt veroorzaakt | 8 | |
F 121a | op de weg (binnen een door de burgemeester en wethouders aangewezen gebied) alcoholhoudende drank nuttigen | 2.4.8 model-APV | 8 |
F 121b | op de weg (binnen een door de burgemeester en wethouders aangewezen gebied) aangebroken flessen, blikjes e.d. met alcoholhoudende drank bij zich hebben | 2.4.8 model-APV | 8 |
zonder redelijk doel | |||
F 125a | – zich in een portiek of poort op te houden of in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw te zitten of te liggen | 2.4.9 lid 1 model-APV | 8 |
F 125b | – zich anders dan als bewoner of gebruiker van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen of van publiek toegankelijke gebouwen zich daar te bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte | 2.4.9 lid 2 model-APV | 8 |
(in of op) een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke ruimte | 2.4.10 model-APV | ||
F 130a | – zich zonder redelijk doel en op een voor andere hinderlijke wijze op te houden | 8 | |
F 130b | – te verontreinigen | 8 | |
F 130c | – voor een ander doel te bezigen dan waarvoor de ruimte bestemd is | 8 | |
F 135 | met een fiets of bromfiets bevinden op een terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden, welke publiek trekt | 2.4.12 model-APV | 3/4/8 |
F 140a | zich in de nabijheid van een persoon, gebouw, woonwagen of woonschip op te houden met de kennelijke bedoeling deze persoon of een daarin bevindende persoon te bespieden | 2.4.13 lid 1 model-APV | 8 |
F 140b | een persoon in een gebouw, woonwagen of woonschip door middel van een verrekijker bespieden | 2.4.13 lid 2 model-APV | 8 |
als eigenaar of houder van een hond, deze laten verblijven of laten lopen | 2.4.17 model-APV | ||
F 145a | – op een weg gelegen binnen de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd | 8 | |
F 145b | – op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak, speelweide of andere door burgemeester en wethouders aangewezen plaats | 8 | |
F 155 | als rechthebbende er niet voor zorgen dat zodanige maatregelen worden getroffen dat het vee/pluimvee in een aan een weg liggend weiland of terrein, die weg niet kan bereiken | 2.4.22 model-APV | 8 |
F 160 | ontplofbare stoffen of voorwerpen van klasse 1, in hoeveelheden als bedoeld in artikel 1 van bijlage 2, Hoofdstuk 2 van het Reglement vervoer over land van gevaarlijke stoffen, alsmede gevaarlijke stoffen als bedoeld in dat artikel met een transporteenheid vervoeren over andere wegen of weggedeelten dan die, welke door burgemeester en wethouders zijn aangewezen en zijn aangeduid met borden model K 14 van Bijlage I van het RVV 1990 | 2.6.1 lid 1 model-APV | 8 |
de weg niet (doen) reinigen na een verontreiniging ontstaan bij het laden, lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen of bij andere werkzaamheden | 4.4.2 model-APV | ||
F 180a | – terstond, bij gevaar voor de verkeersveiligheid of bij gevaar voor beschadiging van het wegdek | 8 | |
F 180b | – in overige gevallen, (iedere dag) na het beëindigen van de werkzaamheden | 8 | |
F 185 | binnen de bebouwde kom buiten een daarvoor bestemde inrichting/plaats op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte te doen | 4.4.6 model-APV | 8 |
F 190 | een geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, waar dit niet is toegestaan, te koop aanbieden of verhandelen | 5.1.2a model-APV | 8 |
F 195 | een defect voertuig op een weg parkeren, langer dan de vastgestelde termijn | 5.1.3 model-APV | 1/2/6/8 |
F 205 | een kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, keetwagen, aanhangwagen of ander dergelijk voertuig op een aangewezen weg waar dit niet is toegestaan, langer dan de vastgestelde termijn te doen of laten staan | 5.1.5 model-APV | 1/2/6/8 |
F 210 | een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op een weg parkeren met als doel handelsreclame te maken | 5.1.6 model-APV | 1/2/6/8 |
F 235 | met of voor een vaartuig een ligplaats innemen, hebben of beschikbaar stellen op een gedeelte van een openbaar water waar dit niet is toegestaan | 5.3.2 model-APV | 7/8 |
F 240 | als bader of zwemmer in openbaar water zich zodanig gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden | 5.3.7 model-APV | 8 |
F 245 | zonder redelijk doel aan, op, of in een vaartuig in openbaar water vasthouden, klimmen, te begeven of te bevinden | 5.3.8 model-APV | 8 |
AFDELING G. MISDRIJVEN | |||
Nummer G 100: Wetboek van Strafrecht (WvSr) | |||
Goederen uit een winkel/vanaf een benzinestation wegnemen/toeëigenen waarde van het ontvreemde goed: | 310/321 WvSr | ||
G 100a | – t/m f 100,- | 8 | |
G 100b | – meer dan f 100,- t/m f 250,- | 8 | |
Nummers G 300 – G 305: | |||
Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) | |||
als bestuurder van een motorvoertuig rijden, terwijl het alcoholgehalte van de adem, dan wel het bloed te hoog is: | |||
G 300 | – 235 t/m 350 μg/l (adem) | 8 lid 2 sub a WVW 1994 | 1/2 |
G 301 | – 0,54 t/m 0,80 o/oo (bloed) | 8 lid 2 sub b WVW 1994 | 1/2 |
als bestuurder van een bromfiets rijden, terwijl het alcoholgehalte van de adem, dan wel het bloed te hoog is: | |||
G 302 | – 235 t/m 435 μg/l (adem) | 8 lid 2 sub a WVW 1994 | 3 |
G 303 | – 0,54 t/m 1,00 o/oo (bloed) | 8 lid 2 sub b WVW 1994 | 3 |
als bestuurder van een fiets rijden, terwijl het alcoholgehalte van de adem, dan wel het bloed te hoog is: | |||
G 304 | – 235 μg/l en hoger (adem) | 8 lid 2 sub a WVW 1994 | 4 |
G 305 | – 0,54 o/oo en hoger (bloed) | 8 lid 2 sub b WVW 1994 | 4 |
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
Uitgegeven de twintigste november 1997
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
Dit besluit strekt tot wijziging van het Transactiebesluit 1994 en de daarbij behorende bijlage. Het Transactiebesluit 1994 regelt de transactiebevoegdheid voor de politie, Koninklijke marechaussee en enkele buitengewoon opsporingsambtenaren. Het besluit is gebaseerd op artikel 74c van het Wetboek van Strafrecht, dat de mogelijkheid biedt bij algemene maatregel van bestuur opsporingsambtenaren aan te wijzen die de transactiebevoegdheid tot wederopzeggens kunnen uitoefenen. In het Transactiebesluit 1994 worden eveneens de zaken aangewezen die voor de uitoefening van de transactiebevoegdheid in aanmerking komen. Dit besluit beoogt het Transactiebesluit 1994 op een aantal onderdelen te wijzigen. De wijzigingen hebben betrekking op de artikelen 1 tot en met 3 en op de bijlage van het besluit. Hieronder wordt nader op de inhoud van de wijzigingen ingegaan.
De wijzigingen van de artikelen 1 en 2, voor zover het betreft de invoeging van een nieuw vijfde lid, houden verband met een partiële aanpassing van de regeling betreffende de toekenning van transactiebevoegdheid. Ten aanzien van de buitengewoon opsporingsambtenaren van de Rijksverkeersinspectie en van de Algemene Inspectiedienst wordt voorgesteld bij de omschrijving van de transactiebevoegdheid niet langer meer de feitcodes uit de bijlage te betrekken. Daarmee wordt bereikt dat een eventuele wijziging van de bijlage, waarvan regelmatig sprake is, niet meer tevens noopt tot aanpassing van de omschrijving van transactiebevoegdheid. Deze vereenvoudigde omschrijving van de transactiebevoegdheid is voor wat betreft de buitengewoon opsporingsambtenaren van de Rijksverkeersinspectie en de Algemene Inspectiedienst mogelijk, omdat het ten aanzien van deze ambtenaren wenselijk wordt geacht onder de voorwaarden van artikel 3, onder c, transactiebevoegdheid toe te kennen voor exact dezelfde feiten als waartoe de hen toegekende opsporingsbevoegheid zich uitstrekt. Bij de overige buitengewoon opsporingsambtenaren, genoemd in artikel 2, is van een dergelijke gelijkschakeling geen sprake. De omschrijving van hen betreffende transactiebevoegdheid blijft dan ook de vermelding van de feitcodes omvatten. Anders dan aan de buitengewoon opsporingsambtenaren van de Algemene Inspectiedienst was tot nog toe geen transactiebevoegdheid aan opsporingsambtenaren van de Rijksverkeersinspectie toegekend. Hieraan bleek wel behoefte te bestaan, met name met het oog op de uitvoering van controle-acties op de snelwegen, waarbij in samenwerking met de verkeerspolitie van het Korps landelijke politiediensten wordt opgetreden.
Artikel 2 wordt eveneens gewijzigd in verband met het herziene strafrecht voor jeugdigen. Herziening van deze wetgeving heeft onder meer geleid tot aanpassing van artikel 74c, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, alwaar een leeftijdsgrens is opgenomen voor het aanbieden van een politietransactie. Deze leeftijdsgrens is in het kader van de herziening van het strafrecht voor jeugdigen verlaagd van zestien jaren naar twaalf jaren. Nu in artikel 74c van het Wetboek van Strafrecht de leeftijdsgrens is verlaagd, ligt het in de rede deze wijziging eveneens door te voeren in de regels die ter uitvoering van dit artikel zijn vastgesteld. In artikel 2 heeft dit tot gevolg dat in onderdeel a van het nieuwe vijfde lid de verwijzing naar de leeftijdsgrens komt te vervallen. Dit is mogelijk, omdat in dit artikellid wordt verwezen naar de in artikel 3, onderdeel c, aangewezen zaken, ten aanzien waarvan – zo wordt in dit besluit voorgesteld – slechts transactiebevoegdheid kan worden uitgeoefend, voor zover de verdachte de leeftijd van twaalf jaren bereikt heeft.
Artikel 2 ondergaat tot slot nog enkele aanpassingen als gevolg van de wijzigingen in de bijlage bij dit besluit. In de toelichting op Artikel II wordt nader ingegaan op de voorstellen tot wijziging van deze bijlage.
Krachtens onderdeel C wordt de leeftijdsgrens van zestien jaren, opgenomen in artikel 3, onderdeel c, verlaagd naar twaalf jaren. De aanleiding hiervoor is reeds aan de orde gekomen in de toelichting op de onderdelen A en B. Hier kan nog worden opgemerkt dat als gevolg van deze wijziging de leeftijdsgrens in het Transactiebesluit 1994 zal overeenkomen met de leeftijdsgrens, zoals voorkomende in de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. Laatstgenoemde wet bepaalt daarnaast nog dat de geldsom voor personen die ten tijde van de gedraging nog geen zestien jaar oud waren, gehalveerd dient te worden. Het Wetboek van Strafrecht kent een dergelijke bepaling niet. Dit vormt evenwel geen beletsel om ook ten aanzien van voor transactie vatbare feiten deze halveringsregel in acht te nemen. De toepassing daarvan wordt voorgeschreven in de richtlijn van het openbaar ministerie inzake misdrijven, overtredingen en gedragingen als bedoeld in de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.
Artikel II strekt ertoe in de bijlage van het Transactiebesluit 1994 een aantal technische en inhoudelijke wijzigingen aan te brengen.
Zo worden onder meer voorstellen gedaan tot herziening van de bepalingen betreffende het Voertuigreglement, de Afvalstoffenwetgeving en de Visserijwetgeving. Ook wordt de opneming voorgesteld van enkele feiten die betrekking hebben op de regeling van de vaartijden en bemanningssterkte van de binnenvaart. Bij deze nota van toelichting is in een bijlage gevoegd, waarin een opsomming van alle wijzigingen is opgenomen, vergezeld van een beknopte toelichting.
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
Feitcode(s): | Toelichting: |
---|---|
Algemeen | In het huidige feitenbestand is een groot aantal feitomschrijvingen middels gedachtenstreepjes in verschillende onderdelen verdeeld. In het kader van de standaardisatie van gegevens zijn aan deze feitcodes letters toegevoegd. Daarnaast zijn ook feitcodes gesplitst, omdat in de onderverdeling al wel in de bestanden van de geautomatiseerde systemen was aangebracht. |
K 005 | De tekst «het rijbewijs» is verwijderd. De tekst «is ingevorderd dan wel is ingenomen» is vervangen door: de inlevering van het rijbewijs is gevorderd dan wel het rijbewijs is ingenomen. |
K 070 | Dit feit is onder de werking van het Transactiebesluit 1994 gebracht naar aanleiding van de aanpassing van de minimum leeftijd in artikel 74c van het Wetboek van Strafrecht. Bij de artikelvermelding is «jo artikel 6 sub b RR» gewijzigd in: «jo artikel 5 sub b RR» |
K 145b | Het nieuwe feit K 145 b heeft betrekking op het in strijd handelen met aan een ontheffing verbonden voorschriften betreffende de lengte/ breedte/hoogte en/of massa. |
N 381 e en N 381 g t/m j | De opzet van deze nieuwe feitomschrijvingen, betreffende de remvertraging, is gewijzigd, namelijk trapsgewijs (wat betreft de mate van overtreding) en gegroepeerd (wat betreft ingebruikname van de verschillende voertuigen). |
P 111 c en d | Deze nieuwe feiten hebben betrekking op de maximum lengte van een samenstel van voertuigen en waren voorheen opgenomen in de bijlage bij de Wet Mulder. |
P 121 c en d P 131 c en d | Bij deze nieuwe feiten, die gedeeltelijk onder de werking van de Wet Mulder en het Transactiebesluit 1994 vallen, is o.a. een splitsing gemaakt naar deelbare en ondeelbare lading. |
P 130 k en l | Voor voertuigen ontbraken feitomschrijvingen die betrekking hebben op een overschrijding van 20 meter. De nieuwe feiten 130 k en l voorzien daarin. |
P 310 c en d | Deze feiten, die voorheen in de bijlage bij de Wet Mulder waren opgenomen, zijn in verband met een tariefsverhoging onder de werking van het Transactiebesluit 1994 gebracht. |
P 350 e P 350 g t/m j P 351 e | Deze nieuwe feiten, die voorheen waren opgenomen in de bijlage bij de Wet Mulder, zijn wat betreft de mate van overtreding nu trapsgewijs opgezet. |
E 817, E 820, E 825, E 830, E 832, E 834 en E 836 | De tekst «het hoofd van de plaatselijke politie» is vervangen door: de korpschef. |
Categorie- indeling B | Bij de categorie-indeling B; categorie 1: Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, is toegevoegd: en bestuurders van brommobielen voorzover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft. |
W 400 – W 485 | Toegevoegd zijn enkele feiten die betrekking hebben op de bepalingen inzake de vaartijden en bemanningssterkte in de binnenvaart. |
H 001 t/m H 101 H 002 – H 020 | Naar aanleiding van een wijziging van de Model Algemene Plaatselijke Verordening van de VNG, zijn de bepalingen betreffende de afvalstoffenwetgeving geactualiseerd en vernummerd. |
H 305 | Bij de artikelvermelding is «Pl.v.» vervangen door: 4.6.1 model-APV. |
H 320 | Dit feit is opgesplitst in een a en b bepaling. Het afbranden van slootkanten is in een afzonderlijk gedeelte opgenomen. |
H 325 c | De tekst «op een andere door» is vervangen door: op een andere dan door. |
E 601 t/m E 627 | De feiten E 601 t/m E 627, betreffende de bepalingen op grond van de Visserijwetgeving, zijn geactualiseerd en vervangen door de nieuwe feiten E 630 – E 670. |
E 820 | Dit feit is onder de werking gebracht van het Transactiebesluit 1994. |
G 100 | Aan de tekst van de feitomschrijving is na «winkel» toegevoegd: / vanaf een benzinestation. De huidige feitomschrijving leverde in de praktijk problemen op bij het tanken zonder te betalen. |
Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Justitie.
Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 9 december 1997, nr. 237.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-1997-520.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.