Besluit van 31 oktober 1997, houdende aanpassing van enkele bepalingen van het Transactiebesluit 1994, alsmede van de bij dit besluit behorende bijlage

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 26 juni 1997, Directie Wetgeving nr. 637636/97/6;

Gelet op artikel 74c van het Wetboek van Strafrecht;

De Raad van State gehoord (advies van 23 september 1997, nr. W03.97.0460.);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 24 oktober 1997, Directie Wetgeving nr. 659850/97/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Transactiebesluit 19941 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, tweede lid, onderdeel c, wordt na «vierde lid» toegevoegd: en vijfde lid.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het huidige vierde lid tot het vijfde lid, wordt een nieuw vierde lid ingevoegd, dat luidt als volgt:

  • 4. Voor de in artikel 3, onder c, aangewezen zaken wordt transactiebevoegdheid toegekend aan:

    1°. de buitengewoon opsporingsambtenaren van de Rijksverkeersinspectie van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, voor zover zij bevoegd zijn tot de opsporing van die zaken;

    2°. de buitengewoon opsporingsambtenaren van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, voor zover zij bevoegd zijn tot de opsporing van die zaken.

2. In het vijfde lid, onderdeel a, wordt «A 914» vervangen door: A 914 a tot en met d.

3. In het vijfde lid, onderdeel a, vervalt de zinsnede «en de verdachte de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt».

4. In het vijfde lid, onderdeel c, wordt de zinsnede «H 001 tot en met H 106, H 325, F 145 en F 195» vervangen door: H 002 tot en met H 106, H 325 a tot en met c, F 145 a en b en F 195.

5. In het vijfde lid, onderdeel d, wordt «H 001» vervangen door «H 002» en vervalt de zinsnede «en aan de buitengewoon opsporingsambtenaar van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij».

6. In het vijfde lid, onderdeel e, wordt de zinsnede «E 120 tot en met E 161, E 320, D 515, D 537, R 412 en R 587» vervangen door: E 120a tot en met E 161c, E 320 a tot en met c, D 515, D 537, R 412 en R 587.

C

In artikel 3, onderdeel c, wordt «zestien jaren» vervangen door: twaalf jaren bereikt.

ARTIKEL II

De bijlage, bedoeld in artikel 3 van het Transactiebesluit 1994, komt als volgt te luiden:

Bijlage als bedoeld in artikel 3 van het Transactiebesluit 1994.

Verklaring van categorie-aanduidingen: categorie-indeling A:

(gedragingen die betrekking hebben op het Voertuigreglement)

2-Personenauto's;
3-Bedrijfsauto's;
4-Motorfietsen;
5-Driewielige motorrijtuigen;
6-Bromfietsen;
7-Motorrijtuigen met beperkte snellheid;
8-Landbouwtrekkers;
9-Fietsen;
10-Invalidenvoertuigen, uitgerust met een verbrandingsmotor of een elektromotor en voorzien van een gesloten carrosserie;
11-Invalidenvoertuigen, uitgerust met een elektromotor en niet voorzien van een gesloten carrosserie;
12-Aanhangwagens met een toegestane maximum massa van meer dan 750 kg achter personenauto's, bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen;
13-Aanhangwagens met een toegestane maximummassa van niet meer dan 750 kg achter personenauto's, bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen;
14-Aanhangwagens achter landbouwtrekkers en achter motorrijtuigen met beperkte snelheid;
15-Aanhangwagens achter motorfietsen (151e) of bromfietsen (152e);
16-Aanhangwagens achter fietsen op twee wielen;
17-Wagens.

categorie-indeling B: (overige gedragingen)

1-Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en bestuurders van brommobielen voorzover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;
2-Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;
3-Bromfietsers en bestuurders van invalidenvoertuigen met motor;
4-Fietsers en bestuurders van invalidenvoertuigen zonder motor;
5-Voetgangers;
6-Overige weggebruikers;
7-Schippers;
8-Een ieder.
 FeitOvertreden artikelCategorie
 AFDELING A. VERKEER TE LAND   
    
 Nummers K 005 – K 160:  
 Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994)  
K 005als bestuurder van een motorrijtuig rijden terwijl krachtens de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften de inlevering van het rijbewijs is gevorderd dan wel het rijbewijs is ingenomen9 lid 7 WVW 19941/2
    
 als bestuurder van een motorrijtuig rijden, terwijl het kentekenbewijs is ingevorderd36 lid 3 sub c WVW 1994  
K 020a– na deugdelijk herstel 1/2
 als bestuurder beneden de 16 jaar een motorrijtuig besturen, zijnde110 lid 1 WVW 1994 jo artikel 5  
    
K 070a– een bromfietssub b RR3
K 070b– een invalidenvoertuig 3
K 070c– een landbouwtrekker 1
K 070d– een motorrijtuig met beperkte snelheid (niet zijnde een stoom- of motorwals) 1
K 145bals bestuurder handelen in strijd met een of meer aan een ontheffing verbonden voorschriften, betreffende de lengte / breedte / hoogte en/of massa150 lid 2 WVW 19941
K 160als bestuurder, die in overtreding wordt bevonden van een bij of krachtens de WVW 1994 vastgesteld voorschrift, de gegeven bevelen niet opvolgen160 lid 6 WVW 19941/2/3/4/6
    
 Nummers N 150b – P 351e:  
 Voertuigreglement (VR)  
    
 als bestuurder van een voertuig rijden terwijl:  
    
 4 – KRACHTOVERBRENGING  
N 150bdan wel als eigenaar of houder doen of laten rijden terwijl het na 31-12-1987 in gebruik genomen voertuig, met een toegestane maximum massa van meer dan 12 000 kg niet is voorzien van een snelheidsbegrenzer5.3.15 VR3
N 150cdan wel als eigenaar of houder doen of laten rijden terwijl de na 31-12-1987 in gebruik genomen bus met een toegestane maximum massa van meer dan 10 000 kg niet is voorzien van een snelheidsbegrenzer5.3.15 VR3
N 150ddan wel als eigenaar of houder doen of laten rijden terwijl de snelheidsbegrenzer niet aan de eisen voldoet5.3.15 VR3
    
 8 – REMINRICHTING  
 niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (categorie 12 particulier gebruik) de vermindering bedraagt5.*.38 VR  
N 381e– meer dan 2,0 m/s2 2/4/5/12
 niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik) de vermindering bedraagt5.*.38 VR  
N 381g– 0,51 t/m 1,0 m/s2 3/12
N 381h– 1,01 t/m 1,5 m/s2 3/12
N 381i– 1,51 t/m 2,0 m/s2 3/12
N 381j– meer dan 2,0 m/s2 3/12
 1 – AFMETINGEN EN MASSA'S  
    
 Lengte samenstel (onbeladen)  
 de maximum lengte van het samenstel van voertuigen wordt overschreden, met een overschrijding5.18.11 VR 
P 111cvan meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m 2/3/5/7/8
P 111dvan meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m 2/3/5/7/8
    
 de lading van een beladen samenstel van bedrijfsauto en aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, dat wordt gebruikt voor het vervoer van voertuigen, langer dan 20 meter:5.18.13 VR  
P 130kvan meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m 3/12
P 130lvan meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m 3/12
    
 Lengte; uitstekende lading achterzijde  
 de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt en/of de vereiste stootbalk meer dan 0,60 meter van de uiterste achterzijde is aangebracht (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding5.18.12 VR 5.18.21 VR  
P 121cvan meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m 3/12
P 121dvan meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m 3/12
    
 Lengte; ondeelbare lading  
 de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding5.18.13 VR 5.18.21 VR  
P 131cvan meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m 3/12
P 131dvan meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m 3/12
    
 de som van de aslasten van de aangekoppelde middenasaanhangwagen met een toegestane maximum massa van meer dan 12 000 kg meer bedraagt dan de som van aslasten van het trekkend motorrijtuig5.18.31 VR  
P 310c– meer dan 50% 12
P 310d– meer dan 75% 12
    
 3 – REMINRICHTING  
 niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel, de vermindering bedraagt5.18.35 lid 1 VR  
P 350e– meer dan 2,0 m/s2 2/4/5
    
 niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel de, vermindering bedraagt5.18.35 lid 1 VR  
P 350g– 0,51 t/m 1,0 m/s2 3
P 350h– 1,01 t/m 1,5 m/s2 3
P 350i– 1,51 t/m 2,0 m/s2 3
P 350j– meer dan 2,0 m/s2 3
    
 de remvertraging van het samenstel niet voldoet aan die van het trekkend voertuig, de vermindering bedraagt5.18.35 lid 2 VR  
P 351e– meer dan 2,0 m/s2 7/8
    
 Nummers R 412 – R 627b: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)   
 HOOFDSTUK 2. Verkeersregels  
    
 XI. Het plaatsen van fietsen en bromfietsen  
    
R 412een (brom)fiets plaatsen anders dan op het trottoir, voetpad, in de berm of door het bevoegde gezag aangewezen plaatsen27 RVV 19903/4
    
 Hoofdstuk 3. Verkeerstekens  
    
 II. Verkeersborden  
    
R 587een (brom)fiets plaatsen in strijd met bord E3 (verbod (brom)fietsen te plaatsen)62 jo. bord E3 RVV 19903/4
    
 Hoofdstuk 4. Aanwijzingen  
    
 als weggebruiker niet   
R 627a– opvolgen van de in de Bijlage II vastgestelde aanwijzing om te stoppen, gegeven door daartoe bevoegde en als zodanig kenbare verkeersbrigadiers82 lid 1 jo. 82 lid 3 ivm Bijlage II RVV 19901/2/3/4/6
R 627b– stoppen voor een stopteken dat bestaat uit een bord F10 van Bijlage I van het RVV 1990, dan wel een rode lamp, dan wel een rode vlag, gegeven door een begeleider van een railvoertuig82 lid 4 RVV 19901/2/3/4/5/6
    
 Nummers K 800 – K 825: Wet Rijonderricht motorrijtuigen 1993 (WRM 1993)  
K 800rijonderricht geven zonder in het bezit te zijn van het vereiste certificaat (particulier)7 lid 1 WRM 19938
 rijonderricht geven terwijl het certificaat:   
K 810a– niet geldig is voor het rijonderricht dat wordt gegeven7 lid 2 onder a WRM 19938
K 810b– niet voldoet aan de vastgestelde eisen inzake inrichting en uitvoering7 lid 2 onder b WRM 19938
K 810c– niet behoorlijk leesbaar is7 lid 2 onder c WRM 19938
 als houder niet (tijdig) inleveren van een ongeldig verklaard certificaat voor  
K 815a– rijonderricht15 lid 4 WRM 19938
K 815b– vakbekwaamheid22 lid 5 WRM 19938
K 820het certificaat niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgeven24 WRM 19938
K 825het instructeursbewijs, dan wel het bewijs van ontheffing niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgegeven28 WRM 19938
    
 Nummers A 914a – A 918: Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM)  
 als bezitter, als houder of als degene aan wie het kenteken is opgegeven, zonder dat voor dat motorrijtuig, niet zijnde een bromfiets, de vereiste verzekering is gesloten en in stand is gehouden, daarmee30 lid 1 WAM  
A 914a– op een weg doen rijden of toelaten dat op een weg wordt gereden 8
A 914b– op een weg laten staan of toelaten dat op een weg wordt gestaan, 8
A 914c– buiten een weg deelnemen aan het verkeer op een terrein 8
A 914d– buiten een weg toelaten dat wordt deelgenomen aan het verkeer op een terrein 8
A 915als bezitter, als houder of als degene aan wie het kenteken is opgegeven, voor een motorrijtuig waarvoor een kenteken is afgegeven niet de vereiste verzekering sluiten en in stand houden30 lid 2 WAM8
    
 als bestuurder van een motorrijtuig, niet zijnde een bromfiets, zonder dat daar voor de vereiste verzekering is gesloten en in stand is gehouden, daarmee30 lid 4 WAM  
A 917a– rijden 1/2
A 917b– staan op een weg 1/2
A 917c– buiten een weg deelnemen aan het verkeer op een terrein 1/2
A 918als degene aan wie het kenteken voor een motorrijtuig is opgegeven, niet voldoen aan de vordering tot het ter inzage verstrekken van een verzekeringsbewijs34 lid 3 WAM8
    
 AFDELING B. VERKEER TE WATER   
    
 Nummers W 010 – W 166: Binnenvaartpolitiereglement (BPR)  
    
 Snelle motorboten  
W 010als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen zonder dat de motorboot is geregistreerd8.01 lid 1 BPR7
W 011als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat deze is geregistreerd8.05 jo. 8.01 lid 1 BPR8
W 012als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen, terwijl deze wel is geregistreerd, doch niet ten name van de eigenaar8.01 lid 1 BPR7
W 013als eigenaar of houder van een snelle motorboot die wel is geregistreerd, doch niet ten name van de eigenaar, geen zorg hebben gedragen dat deze ten name van de eigenaar is geregistreerd8.05 jo. 8.01 lid 1 BPR8
W 014als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen zonder dat het voorgeschreven registratieteken is aangebracht8.02 lid 1 BPR7
W 015als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat daarop het voorgeschreven registratieteken is aangebracht8.05 jo. 8.02 lid 1 BPR8
W 016als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen terwijl het voorgeschreven registratieteken niet op de voorgeschreven wijze is aangebracht8.02 lid 1 BPR7
W 017als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat het voorgeschreven registratieteken op de voorgeschreven wijze is aangebracht8.05 jo. 8.02 lid 1 BPR8
W 018als schipper van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, aan de scheepvaart deelnemen zonder dat het voorgeschreven registratieteken is aangebracht8.02 lid 2 BPR7
W 019als eigenaar of houder van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, geen zorg hebben gedragen dat daarop het voorgeschreven registratieteken is aangebracht8.05 jo. 8.02 lid 2 BPR8
W 020als schipper van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, aan de scheepvaart deelnemen terwijl het voorgeschreven registratieteken niet op de voorgeschreven wijze is aangebracht8.02 lid 2 BPR7
W 021als eigenaar of houder van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, geen zorg hebben gedragen dat daarop het voorgeschreven registratieteken op de voorgeschreven wijze is aangebracht8.05 jo. 8.02 lid 2 BPR8
W 022als schipper van een snelle motorboot het registratiebewijs niet aan boord hebben8.01 lid 2 BPR7
W 023als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat het registratiebewijs aan boord is8.05 jo. 8.01 lid 2 BPR8
W 024als schipper van een snelle motorboot het registratiebewijs niet op eerste vordering ter inzage afgeven8.01 lid 4 BPR7
W 025als eigenaar of houder van een snelle motorboot het registratiebewijs niet op eerste vordering ter inzage afgeven8.05 jo. 8.01 lid 4 BPR8
W 032als bestuurder van een snelle motorboot, die qua constructie niet veilig staande kan worden bestuurd, tijdens het varen niet zitten op de bestuurderszitplaats8.04 lid 1a BPR7
W 034als bestuurder van een snelle motorboot, deze staande besturen zonder een reddingsvest te dragen8.04 lid 5 BPR7
W 036als bestuurder van een snelle motorboot varen zonder gebruik te maken van de «dodemans-knop»8.04 lid 1b BPR7
W 038als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een deugdelijke geluiddempende inrichting voor de afvoer van uitlaatgassen8.03 sub b BPR7
W 039als eigenaar of houder van een snelle motorboot, die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een deugdelijke geluiddempende inrichting voor de afvoer van uitlaatgassen8.05 jo. 8.03 sub b BPR8
W 040als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een technische voorziening waardoor bij het onderbreken van de besturing de voortstuwingsmiddelen onmiddellijk tot stilstand of nagenoeg tot stilstand komen («dodemans-knop»)8.03 sub d BPR7
W 041als eigenaar of houder van een snelle motorboot, die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een technische voorziening waardoor bij het onderbreken van de besturing de voortstuwingsmiddelen onmiddellijk tot stilstand of nagenoeg tot stilstand komen («dodemans-knop»)8.05 jo. 8.03 sub d BPR8
W 042als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een deugdelijk brandblusapparaat8.03 sub f BPR7
W 043als eigenaar of houder van een snelle motorboot, die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een deugdelijk brandblusapparaat8.05 jo. 8.03 sub f BPR8
    
 als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een voor alle opvarenden voldoende aantal reddingsvesten en/of drijfkussens:8.03 sub e BPR 
W 044a– bij ontbreken van één 7
W 044b– bij ontbreken van twee 7
W 044c– bij ontbreken van drie 7
W 044d– bij ontbreken van vier 7
W 044e– bij ontbreken van vijf of meer 7
    
 als eigenaar of houder van een snelle motorboot, die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een voor alle opvarenden voldoende aantal reddingsvesten en/of drijfkussens:8.05 jo. 8.03 sub e BPR 
W 045a– bij ontbreken van één 8
W 045b– bij ontbreken van twee 8
W 045c– bij ontbreken van drie 8
W 045d– bij ontbreken van vier 8
W 045e– bij ontbreken van vijf of meer 8
W 050als schipper van een snelle motorboot doen waterskiën of op soortgelijke wijze van de vaarweg gebruik doen maken waar c.q. wanneer waterskiën verboden is8.06 lid 1 c.q. teken A14 BPR7
W 051als waterskiër waterskiën of op soortgelijke wijze van de vaarweg gebruik maken waar c.q. wanneer waterskiën verboden is8.06 lid 1 c.q. teken A14 BPR8
W 052als bestuurder van een snelle motorboot één of meer waterskiërs voortbewegen zonder dat deze bestuurder zich doet bijstaan door een mede-opvarende van tenminste 15 jaar oud als uitkijk (geen uitkijk)8.06 lid 2 BPR7
W 054als bestuurder van een snelle motorboot één of meer waterskiërs voortbewegen zonder dat deze bestuurder zich doet bijstaan door een mede-opvarende van tenminste 15 jaar oud als uitkijk (aanwezige uitkijk jonger dan 12 jaar)8.06 lid 2 BPR7
W 056als bestuurder van een snelle motorboot één of meer waterskiërs voortbewegen zonder dat deze bestuurder zich doet bijstaan door een mede-opvarende van tenminste 15 jaar oud als uitkijk (aanwezige uitkijk tussen 12 – 15 jaar)8.06 lid 2 BPR7
    
 Snelheidsovertredingen  
 als schipper van een snelle motorboot sneller varen dan 20 km/uur, waar dat verboden is en wel een overschrijding van6.02 lid 3 BPR 
W 065tot 6 km/uur 7
W 0666 tot 15 km/uur 7
W 06715 tot 25 km/uur 7
W 06825 tot 35 km/uur 7
W 06935 km/uur of meer 7
 als schipper van een klein schip sneller varen dan toegestaan, en wel een overschrijding van5.01 BPR i.v.m. verkeersteken B6  
W 075tot 6 km/uur 7
W 0766 tot 15 km/uur 7
W 07715 tot 25 km/uur 7
W 07825 tot 35 km/uur 7
W 07935 km/uur of meer 7
 als schipper van een snelle motorboot sneller varen dan 9 km/uur, waar dat verboden is, en wel een overschrijding van5.01 BPR i.v.m. de Regeling Rijkswater 
W 085tot 6 km/uur 7
W 0866 tot 15 km/uur 7
W 08715 tot 25 km/uur 7
W 08825 tot 35 km/uur 7
W 08935 km/uur of meer 7
 als schipper van een snelle motorboot sneller varen dan toegestaan en wel een overschrijding vanPlaatselijke regeling  
W 095tot 6 km/uur 7
W 0966 tot 15 km/uur 7
W 09715 tot 25 km/uur 7
W 09825 tot 35 km/uur 7
W 09935 km/uur of meer 7
    
 Overige  
W 150als schipper van een schip varen terwijl het sturen niet wordt verricht door een persoon die de voorgeschreven leeftijd heeft bereikt1.09 lid 1 BPR7
W 152als schipper van een snelle motorboot varen terwijl het sturen niet wordt verricht door een persoon van tenminste 18 jaar1.09 lid 4 BPR7
W 154als schipper van een schip varen terwijl niet de vereiste bescheiden worden getoond1.10 BPR7
W 156als schipper van een schip varen terwijl niet aan boord is een bijgewerkt exemplaar van het Binnenvaartpolitiereglement1.11 BPR7
 als schipper van een schip bij het meren of verhalen gebruik maken van   
W 158a– verkeerstekens1.13 lid 1 BPR7
W 158b– andere voorwerpen dan die daarvoor bestemd zijn7.04 lid 3 BPR7
W 160als schipper van een zeilplank, daarmee varen in een voor de doorgaande vaart bestemd gedeelte van de vaarweg9.05 BPR7
W 162als schipper van een zeilplank, daarmee varen in een gedeelte van de vaarweg waar dit verboden isPlaatselijke regeling7
 als schipper deelnemen aan de scheepvaart terwijl de voorgeschreven kentekens niet zijn aangebracht  
W 164a– schip2.01 BPR7
W 164b– klein schip2.02 BPR7
 als schipper deelnemen aan de scheepvaart terwijl de voorgeschreven kentekens niet op de voorgeschreven wijze zijn aangebracht   
W 166a– schip2.01 BPR7
W 166b– klein schip2.02 BPR7
    
 Nummers W 300 – W 305: Binnenschepenwet (BIW)  
 als schipper van een schip op binnenwateren varen zonder dat hij is voorzien van een geldig16 BIW 
W 300b– klein vaarbewijs (als bedoeld in artikel 18 BIW) 7
W 305als schipper niet op eerste vordering een geldig vaarbewijs of een het vaarbewijs vervangend document behoorlijk ter inzage afgeven52a BIW7
    
 Nummers W 400 – W 485: Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart (WVBB), het Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart (BVBB), Besluit Rijnvaartpolitiereglement 1995 (BRPR 1995) en Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995 (ROSR)  
W 400als gezagvoerend schipper, als bemanningslid of als werkgever niet voldoen aan de vordering de vereiste medewerking te verlenen (inlichtingen/inzage/ afschriften)13 WVBB/1.10, 1.20 BRPR 19957/8
W 405als gezagvoerend schipper of als werkgever niet voldoen aan de vordering de vereiste medewerking te verlenen (stilhouden/overbrengen schip)14 lid 2 WVBB/1.20 BRPR 19957/8
 wisseling van de exploitatiewijze  
 als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid bij een wisseling van de exploitatiewijze de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid)7 BVBB/23.07 ROSR  
W 420a– 1 uur 7/8
W 420b– 2 uren 7/8
W 420c– 3 uren 7/8
W 420d– 4 uren 7/8
    
 dagvaart  
 als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid)5 BVBB/23.06 ROSR 
W 425a– 1 uur 7/8
W 425b– 2 uren 7/8
W 425c– 3 uren 7/8
W 425d– 4 uren 7/8
 als gezagvoerend schipper de vaartijd van 14 uur overschrijden of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat deze vaartijd niet wordt overschreden, met9 BVBB 
W 430a– 1 uur 7/8
W 430b– 2 uren 7/8
W 430c– 3 uren 7/8
W 430d– 4 uren 7/8
 als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de vaart tussen 22.00 uur en 06.00 uur wordt onderbroken, met (geen overschrijding van de vaar-/rusttijd)10 lid 1 BVBB/23.05 ROSR 
W 435a– 1 uur 7/8
W 435b– 2 uren 7/8
W 435c– 3 uren 7/8
W 435d– 4 uren 7/8
    
 semi-continuvaart  
 als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid)6 BVBB/23.06 ROSR  
W 440a– 1 uur 7/8
W 440b– 2 uren 7/8
W 440c– 3 uren 7/8
W 440d– 4 uren 7/8
 als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de vaart tussen 23.00 uur en 05.00 uur wordt onderbroken, met (geen overschrijding van de vaar-/rusttijd)10 lid 2 BVBB/23.05 ROSR  
W 445a– 1 uur 7/8
W 445b– 2 uren 7/8
W 445c– 3 uren 7/8
W 445d– 4 uren 7/8
    
 continuvaart  
 als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid)8 BVBB/23.06 ROSR  
W 450a– 1 uur 7/8
W 450b– 2 uren 7/8
W 450c– 3 uren 7/8
W 450d– 4 uren 7/8
 minimumbemanning  
 als gezagvoerend schipper varen terwijl of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat, tijdens de vaart de minimumbemanning zich voortdurend aan boord bevindt, bij het ontbreken van15 lid 1 BVBB/23.01 ROSR 
W 455a– 1 bemanningslid 7/8
W 455b– 2 bemanningsleden 7/8
    
 bescheiden  
 als gezagvoerend schipper dan wel als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de schipper in het bezit is van een Rijnschipperspatent, een vaarbewijs, dan wel een bewijs van bekwaamheid voor de binnenvaart  
W 460a– binnenvaart18 onderdeel a BVBB/23.04 lid 5.1 ROSR7/8
W 460b– zeescheepvaart op binnenwateren29 onderdeel b BVBB/20.03 ivm 23.04 lid 5.1 ROSR7/8
W 465als gezagvoerend schipper/bemanningslid varen terwijl of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat het betrokken bemanningslid niet in het bezit is van een dienstboekje24 lid 1 BVBB/23.04 lid 1 ROSR7/8
    
W 470als gezagvoerend schipper dan wel als werkgever geen zorg hebben gedragen dat een vaartijdenboek aan boord van het schip aanwezig is25 BVBB/23.08 ROSR7/8
    
 als gezagvoerend schipper het vaartijdenboek niet dan wel niet op de juiste wijze bijhouden of als werkgever hier voor geen zorg hebben gedragen, over een periode van:27 lid 1, 2 en 3 BVBB/23.08 ROSR 
W 475a– 1 dag 7/8
W 475b– 2 dagen 7/8
W 475c– 3 dagen 7/8
 als gezagvoerend schipper dan wel als werkgever geen zorg hebben gedragen dat het vorige ongeldige vaartijdenboek aan boord wordt bewaard, gedurende een periode27 lid 4 BVBB/23.08 lid 3 ROSR 
W 480a– van 1 week voorafgaande aan de ingebruikname van het nieuwe vaartijdenboek 7/8
    
 als gezagvoerend schipper dan wel als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de registraties van de tachograaf in chronologische volgorde aan boord worden bewaard, gedurende een periode11 BVBB/23.08 lid 5 ROSR 
W 485a– van 1 week na de laatste aantekening 7/8
    
 AFDELING C. MILIEU   
    
 Nummers H 002 – H 106: Wet milieubeheer (Wm), de Model-Algemene plaatselijke verordening (model-APV) en de Model Afvalstoffenverordening (MAV)  
    
 Huishoudelijke afvalstoffen  
H 002huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aanbieden, terwijl men geen gebruiker van het perceel is4.2.3.2 model APV8
H 003de voorgeschreven categorieën huishoudelijke afvalstoffen niet afzonderlijk ter inzameling aanbieden4.2.3.3 model APV8
H 004huishoudelijke afvalstoffen anders aanbieden dan via het aangewezen inzamelmiddel4.2.3.4 lid 1 – 4.2.3.5 lid 1 model APV8
H 005het inzamelmiddel voor andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen gebruiken, dan waarvoor het bestemd is4.2.3.4 lid 2 – 4.2.3.5 lid 2 model APV8
H 006huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven plaatsen en wijzen aanbieden4.2.3.4 lid 4 – 4.2.3.5 lid 4 model APV8
H 007afvalstoffen via het voor dat perceel toegewezen inzamelmiddel aanbieden, terwijl men niet de gebruiker van dat perceel is4.2.3.4 lid 8 – 4.2.3.5 lid 5 model APV8
H 008via een inzamelvoorziening op wijkniveau andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden, dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening bestemd is4.2.3.6 lid 2 model APV8
H 009huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via een inzamelvoorziening op wijkniveau aanbieden4.2.3.6 lid 4 model APV8
H 010via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden, dan de categorie waarvoor het brengdepot bestemd is4.2.3.7 lid 2 model APV8
H 011huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via brengdepot op lokaal of regionaal niveau aanbieden4.2.3.7 lid 4 model APV8
H 012categorieën huishoudelijke afvalstoffen, die zonder inzamelmiddel moeten worden aangeboden, niet op de voorgeschreven wijzen ter inzameling aanbieden4.2.3.8 lid 3 model APV8
H 013huishoudelijke afvalstoffen op andere dan de vastgestelde dagen en tijden ter inzameling aanbieden4.2.3.9 lid 2 model APV8
H 014andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst aanbieden4.2.4.3 lid 1 model APV8
H 015niet op de voorgeschreven wijze ter inzameling aanbieden, de door B en W aangewezen categorieën van afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen4.2.4.3 lid 4 model APV8
H 016afvalstoffen die ter inzameling gereed staan doorzoeken en verspreiden4.4.7 model APV8
H 017andere afvalstoffen dan straatafval achterlaten in daartoe van gemeentewege geplaatste of voorgeschreven bakken4.4.1 lid 1b model APV8
H 018afvalstoffen op of in de bodem te brengen of te houden, te verbranden, te bewaren, over te laden of anderszins te bewerken, te verwerken of te vernietigen28.1 MAV8
H 019afvalstoffen op een zodanige plaats opslaan of opgeslagen houden dat deze vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar zijn29.1 MAV8
H 020afvalstoffen zodanig te vervoeren dat de weg kan worden verontreinigd of het milieu kan worden beïnvloed30 MAV8
    
 Autowrakken  
H 106een autowrak aanwezig hebben op een voor het publiek zichtbare plaats. (verdachte is verplicht het voertuig bij een legale verwerker af te leveren)10.17 lid 1 Wm8
    
 Nummers H 161 – H 176: Wet milieugevaarlijke stoffen (Wms) en het Vuurwerkbesluit (Vb)  
 vuurwerk voorhanden hebben dat niet voldoet aan de gestelde eisen (uitgezonderd handel)3 Vb  
H 161a– strijkers 1 t/m 100 stuks 8
H 161b– strijkers 101 t/m 300 stuks 8
H 166vuurwerk is niet voorzien van de aanduiding: bestemd voor particulier gebruik (uitgezonderd handel)4 Vb8
H 171vuurwerk afsteken buiten de toegestane tijden (31–12 10.00 uur tot 01–01 02.00 uur)12 lid 1 Vb8
H 176vuurwerk voorhanden hebben op een publiek toegankelijke plaats (uitgezonderd handel)13 lid 1 Vb8
    
 Nummers H 200 – H 205: Geluidshinder  
H 200rumoer of burengerucht verwekken waardoor de nachtrust kan worden verstoord431 WvSr8
H 205als particulier met toestellen of geluidsapparaten dan wel op andere wijze handelingen verrichten, waardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidshinder wordt veroorzaakt, of toelaten dat deze handelingen worden verricht4.1.7 lid 1 model-APV8
    
 Nummers H 300 – H 330: Plaatselijke verordeningen (Pl.V.)  
H 300zonder daartoe bevoegd te zijn zich bevinden buiten wegen of paden, die liggen in/op voor publiek toegankelijke parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken dan wel in/tussen aanplantingen, bloemperken, heester- of struikgewassen, die op of aan de weg liggenPl.V.8
H 305zonder daartoe bevoegd te zijn schade toebrengen aan bomen, heesters, bloemen of grasperken in een park, een bos of op andere dergelijke plaatsen4.6.1 Model-APV8
H 310met een voertuig rijden door een park/plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrookPl.V.1/2/3/4/6
H 311met een voertuig rijden (crossen) door een park/ plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrookPl.V.1/2/3/4/6
H 315roken in bos, duin dan wel andere dergelijke gebieden op tijd en plaats waarop dit niet is toegestaanPl.V.8
    
 het is verboden in de openlucht vuur aan te leggen, te stoken of te hebben5.5.1 model-APV  
H 320a– het afbranden van slootkanten 8
H 320b– overige situaties 8
 als eigenaar of houder van een hond er niet voor zorgen dat deze zich niet van uitwerpselen ontdoet2.4.18 model-APV  
H 325a– op een weggedeelte (mede) bestemd voor voetgangers 8
H 325b– op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide 8
H 325c– op een andere dan door burgemeester en wethouders aangewezen plaats 8
H 330met een pleziervaartuig varen in/door rietkragen, biezen of ander opstaand gewas dan wel een pleziervaartuig daar afmerenPl.V.8
    
 Nummers H 400 – H 445: Jachtwet (JW)  
H 425niet verhinderen dat de hond die onder zijn toezicht staat wild zoekt, bemachtigt dan wel doodt op grond waar hij niet bevoegd is te jagen25 JW8
    
 Nummer H 710:  
 Wet op de openluchtrecreatie (WodO)  
H 710voor recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden, buiten kampeerterreinen waarvoor een vergunning, vrijstelling of ontheffing is verleend15 lid 1 WodO8
    
 AFDELING D. WETBOEK VAN STRAFRECHT   
    
 Nummers D 515 – D 537: Boek 3 Wetboek van Strafrecht (WvSr)  
D 515door het bevoegd gezag naar zijn identiteitsgegevens gevraagd, een valse naam, voornaam, geboortedatum, geboorteplaats, adres waarop hij in de basisadministratie persoonsgegevens als ingezetene staat ingeschreven, of woon- of verblijfplaats opgeven435, onder 4 WvSr8
D 530zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg bevinden453 lid 1 WvSr8
    
 zonder daartoe gerechtigd te zijn zich bevinden:460 WvSr  
D 535i– op grond die bezaaid, bepoot of beplant is, of ter bezaaiing, bepoting of beplanting is gereedgemaakt 1/2/3/4/5/6/8
D 535j– gedurende de maanden mei tot en met oktober op enig wei- of hooiland 1/2/3/4/5/6/8
D 537zonder daartoe gerechtigd te zijn zich te bevinden op eens anders grond, waarvan de toegang hem op voor hem blijkbare wijze verboden is461 WvSr1/2/3/4/5/6/8
    
 AFDELING E. BIJZONDERE WETTEN   
    
 Nummers E 105a- E 146: Wet personenvervoer (WPV), Besluit personenvervoer (BPV), Spoorwegwet (SW) en Algemeen Reglement Vervoer (ARV)  
 een bus of een auto gebruiken:162 lid 1 BPV  
E 105a– voor personenvervoer, terwijl daarin niet aanwezig is het geldig keuringsbewijs 8
E 105b– voor ander vervoer dan waartoe de bus of de auto blijkens het keuringsbewijs mag worden gebruikt 8
E 110aeen bus besturen zonder in het bezit te zijn van een niet ouder dan vijf jaar zijnde geneeskundige verklaring157 lid 1 BPV8
E 110been taxi besturen zonder in het bezit te zijn van een niet ouder dan vijf jaar zijnde geneeskundige verklaring157 lid 1 BPV8
    
 als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door het verhinderen of belemmeren van32 WPV jo. 61a BPV 
E 120a– de bediening en het gebruik van voorzieningen 8
E 120b– de bediening en het gebruik van een vervoermiddel 8
E 120c– de taakuitoefening van het personeel van de vervoerder 8
 als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door voorzieningen te gebruiken32 WPV jo. 61b BPV 
E 121a– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar zijn 8
E 121b– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
 als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door een vervoermiddel te gebruiken32 WPV jo. 61b BPV 
E 122a– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar is 8
E 122b– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
E 123als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door stoffen of voorwerpen uit een vervoermiddel te werpen32 WPV jo. 61c BPV8
 als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich32 WPV jo. 61d BPV  
E 124a– in kennelijke staat van dronkenschap te bevinden 8
E 124b– onder kennelijke invloed van verdovende middelen te bevinden 8
E 125aals reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door te roken in, een gedeelte van, een vervoermiddel, waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat dit niet is toegestaan.32 WPV jo. 61i BPV8
E 125bals reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door te roken in, een gedeelte van, een station, waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat dit niet is toegestaan.32 WPV jo. 61i BPV8
E 126als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich te bevinden op een, gedeelte van een, station of halte op een tijdstip dat deze gesloten dan wel niet toegankelijk is32 WPV jo. 61j BPV8
E 127als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich op een station of halte te begeven langs een andere dan de daarvoor bestemde weg32 WPV jo. 61k BPV8
E 128als reiziger niet opvolgen van de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang, die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt33 WPV8
    
 de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door het verhinderen of belemmeren van5 lid 1 jo. 5 lid 2a ARV 
E 130a– de bediening en het gebruik van voorzieningen 8
E 130b– de bediening en het gebruik van een trein 8
E 130c– de taakuitoefening van het personeel van de vervoerder 8
 de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door voorzieningen te gebruiken5 lid 1 jo. 5 lid 2b ARV 
E 131a– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar zijn 8
E 131b– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
 de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door een trein te gebruiken5 lid 1 jo. 5 lid 2b ARV 
E 132a– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar is 8
E 132b– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
 de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich5 lid 1 jo. 5 lid 2d ARV 
E 134a– in kennelijke staat van dronkenschap te bevinden 8
E 134b– onder kennelijke invloed van verdovende middelen te bevinden 8
E 135de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door te roken in, een gedeelte van, een station, waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat dit niet is toegestaan.5 lid 1 jo. 5 lid 2i ARV8
E 136de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich te bevinden op een, gedeelte van een, station op een tijdstip dat deze gesloten dan wel niet toegankelijk is5 lid 1 jo. 5 lid 2j ARV8
E 137de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich op een station te begeven langs een andere dan de daarvoor bestemde weg5 lid 1 jo. 5 lid 2k ARV8
E 138het niet opvolgen van de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang, die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt7 ARV1/2/3/4/5/6/8
E 145op of langs de spoorweg rijden of lopen43 SW1/2/3/4/5/6
E 146paarden, vee of andere dieren op of langs de spoorweg te drijven of te laten lopen44 SW8
    
 Nummer E 161:  
 Reglement op de Raccordementen (R.Rac)  
 bij een overweg, die niet in een voor het verkeer openstaande weg is gelegen,   
E 161a– deze opgaan, terwijl men niet direct kan doorgaan en de overweg niet geheel vrij kan maken12 lid 2 R.Rac1/2/3/4/5/6
E 161b– een railvoertuig niet voor laten gaan en daarbij de overweg niet geheel vrij laten12 lid 3 R.Rac1/2/3/4/5/6
E 161c– deze opgaan, indien een verkeerslicht rood licht of rood knipperlicht toont, dan wel een stopteken dat bestaat uit een bord F10 van Bijlage I van het RVV 1990, een rode lamp of een rode vlag, wordt getoond12 lid 4 R.Rac1/2/3/4/5/6
    
 Nummer E 320:  
 Wet administratiefrechtelijkehandhaving verkeersvoorschriften (WAHV)  
E 320aniet voldoen aan de vordering zijn naam, voornamen, geboortedatum, geboortejaar, geboorteplaats en adres op te geven34 lid 1, onderdeel a WAHV8
E 320bonjuiste gegevens opgeven, na de vordering zijn naam, voornamen, geboortedatum, geboortejaar, geboorteplaats en adres op te geven34 lid 1, onderdeel b WAHV8
E 320cniet voldoen aan de vordering van de officier van justitie het rijbewijs op een bepaalde tijd en aangewezen plaats in te leveren34 lid 1, onderdeel c WAHV8
    
 Nummers E 630 – E 670: Visserijwet 1963 (ViW), Besluit verbod gebruik van levende aasvis (BVLA), Reglement voor de Binnenvisserij 1985 (RB), Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985 (RMGT), Reglement zee- en kustvisserij 1977 (RZK) en Beschikking visserij visserijzone zeegebied en kustwateren (BVVZK)  
    
 Kustvisserij  
    
 documenten  
 de kustvisserij uitoefenen zonder schriftelijke vergunning van de rechthebbende op het visrecht van dat water, met7 lid 1 ViW  
E 630a– meer dan twee hengels of indien het rijk de rechthebbende is met meer dan één peur of meer dan één spieringtuig 8
 de kustvisserij uitoefenen of plegen uit te oefenen en niet op eerste vordering van een opsporingsambtenaar ter inzage afgeven:55 lid 1 sub b ViW 
E 632a– de vergunning (bij meer dan twee hengels of indien het rijk de rechthebbende is met bij meer dan één peur of meer dan één spieringtuig) 8
E 632b– de vergunning (bij overige toegestane vistuigen) 8
    
 Binnenvisserij  
    
 documenten  
 de binnenvisserij uitoefenen zonder een geldige sportvisakte te kunnen tonen, met:10 lid 1 jo 10 lid 2 sub a ViW 
E 640a– één of twee hengel(s) 8
E 640b– één peur 8
 de binnenvisserij uitoefenen zonder een geldige grote visakte te kunnen tonen, met:10 lid 1 jo 10 lid 2 sub b ViW 
E 642a– meer dan twee hengels 8
E 642b– andere toegestane vistuigen 8
 de binnenvisserij uitoefenen zonder schriftelijke vergunning van de rechthebbende op het visrecht van dat water, met:21 lid 1 ViW 
E 644a– één of twee hengel(s) 8
E 644b– één peur 8
E 644c– meer dan twee hengels 8
E 644d– andere toegestane vistuigen 8
 de binnenvisserij uitoefenen of plegen uit te oefenen en niet op eerste vordering van een opsporingsambtenaar ter inzage afgeven:55 lid 1 sub b ViW  
E 646a– de sportvisakte en/of de vergunning (bij één of twee hengel(s)) 8
E 646b– de sportvisakte, de grote visakte en/of de vergunning (bij één peur of bij meer dan twee hengels) 8
E 646c– de grote visakte en/of de vergunning (bij andere toegestane vistuigen) 8
    
 vistuigen  
 vissen met een toegestaan vistuig dat niet aan de vereiste voorwaarden voldoet, bij4 RB  
E 650a– 1 of 2 toegestane vistuigen 8
    
 gesloten tijden (visserij)  
 vissen in de periode van 1 april tot en met 31 mei met:   
E 652a– een hengel geaasd met in die periode verboden aas6 lid 1 a RB8
E 652b– een staand net6 lid 1 e RB8
E 654vissen tijdens de door de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij vastgestelde periode, in een door hem aangewezen water6 lid 3 RB8
E 656vissen tussen twee uur na zonsondergang en één uur voor zonsopgang7 RB8
    
 IJsselmeer  
E 658ade in het IJsselmeer gevangen baars en snoekbaars, niet onmiddellijk in het water terugzetten, met dien verstande dat elke visser de hoeveelheid van 30 stuks baars en 5 stuks snoekbaars mag behouden8 lid 2 RB8
    
 stuw/vispassage  
E 660vissen in de Neder-Rijn, de Maas, de Lek of de Overijsselsche Vecht binnen een afstand van 75 m stroomafwaarts van een stuw, in een bij een stuw aangebrachte vispassage of binnen een straal van 25 m voor de bovenmond van deze vispassage9 RB8
    
 voorhanden hebben  
E 662aeen vistuig voorhanden hebben op of in de nabijheid van enig binnenwater terwijl het gebruik van dat vistuig in het betrokken water of op dat moment verboden is10 lid 1 RB8
    
 het voorhanden hebben op of in de nabijheid van enig binnenwater, terwijl men niet bevoegd (akte) of gerechtigd (vergunning) is in dat water te vissen, van10 lid 1 RB  
E 662b– één of twee hengel(s) 8
E 662c– één peur of meer dan twee hengels 8
E 662d– een ander toegestaan vistuig 8
 levende aasvis  
E 664bij het vissen in kust- of binnenwater levende vis als aas gebruiken2c lid 2 ViW jo 2 BVLA8
    
 minimummaten en gesloten tijden (vis)  
E 666ondermaatse vis niet onmiddellijk nadat deze is opgehaald weer in het zelfde water terugzetten1 RMGT8
E 668vis niet onmiddellijk nadat deze is opgehaald tijdens de voor die vissoort geldende de gesloten tijd, weer in het zelfde water terugzetten2 RMGT8
E 670gerookte aal kleiner dan 25 cm in voorraad hebben, vervoeren, te koop aanbieden, vervreemden, afleveren, bewerken of verwerken4 RMGT8
    
 Nummers E 801 – E 836: Vreemdelingenwet (VrW) en Vreemdelingenbesluit (VB)  
E 801als vreemdeling die Nederland in- of uitreist zich niet begeven langs een doorlaatpost, binnen de tijd dat deze is opengesteld, en zich niet aldaar vervoegen bij een ambtenaar, belast met de grensbewaking22 lid 1 VB8
    
 als gezagvoerder van een Nederland binnengevaren zeeschip gedurende de tijd dat zijn schip zich in Nederland bevindt niet voldoen aan de verplichting:  
E 807a– het exemplaar van de bemanningslijst hetwelk hem na controle door de ambtenaar, belast met de grensbewaking wederom ter hand is gesteld, onder zijn berusting te houden en desgevraagd onverwijld ter inzage te doen verstrekken aan een ambtenaar, belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen29 sub a VB8
E 807b– onverwijld aan een ambtenaar, belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen, kennis te geven van elke aanmonstering van een vreemdeling of van elke uit een oogpunt van grensbewaking of vreemdelingentoezicht van belang zijnde afwezigheid van een vreemdeling die tot zijn bemanning behoort29 sub b VB8
E 807c– tijdig van het voornemen tot afmonstering van een vreemdeling die lid is van de bemanning van zijn schip kennis te geven aan een met de grensbewaking of met het vreemdelingentoezicht belaste ambtenaar29 sub c VB8
    
 als vreemdeling niet op vordering van de korpschef van de gemeente waar hij woon- of verblijfplaats heeft, binnen de in de vordering aangegeven tijd   
E 817a– de gevraagde gegevens te verstrekken58 lid 1 VB8
E 817b– de gevraagde gegevens in persoon te verstrekken58 lid 2 VB8
E 820als vreemdeling wiens verblijf in Nederland niet of niet langer is toegestaan ingevolge het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet, niet onverwijld van zijn aanwezigheid melding doen aan de korpschef van de gemeente waar hij verblijft59 VB jo. 44 VrW8
    
 als vreemdeling desgevraagd aan een ambtenaar belast met het toezicht op vreemdelingen, niet alle gegevens verstrekken en niet alle in zijn bezit zijnde bescheiden vertonen welke kunnen dienen ter vaststelling van:   
E 823a– zijn identiteit, nationaliteit, burgerlijke staat, beroep alsmede zijn tegenwoordige en vroegere woon- en verblijfplaats met adres64 sub a VB8
E 823b– de datum, de plaats en de wijze van zijn binnenkomst in Nederland of in het Beneluxgebied64 sub b VB8
E 823c– het doel en de duur van zijn voorgenomen verblijf in Nederland64 sub c VB8
E 823d– de middelen waarover hij met het oog op zijn verblijf in Nederland kan beschikken of de beschikking kan krijgen64 sub d VB8
E 825als vreemdeling aan wie het krachtens artikel 8 van de Vreemdelingenwet is toegestaan in Nederland te verblijven en die naar Nederland is gekomen voor een verblijf langer dan drie maanden, zich niet binnen drie dagen na zijn binnenkomst in Nederland in persoon meldt bij de korpschef van de gemeente waar hij verblijft66 VB8
E 830als vreemdeling aan wie het krachtens artikel 8 van de Vreemdelingenwet is toegestaan in Nederland te verblijven en die naar Nederland is gekomen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden, zich niet, voor zover zulks is voorgeschreven door de Minister van Justitie, binnen drie dagen na binnenkomst in Nederland in persoon meldt bij de korpschef van de gemeente waar hij verblijft67 VB8
E 832als vreemdeling die houder is van een visum of een document voor grensoverschrijding waarin door de daartoe bevoegde autoriteit een aantekening is gesteld omtrent aanmelding bij een vreemdelingendienst in Nederland, zich niet binnen twee dagen na binnenkomst in Nederland in persoon aanmeldt bij de korpschef van de in deze aantekening vermelde gemeente68 VB8
E 834als vreemdeling die naar Nederland is gekomen om als zeeman werk te zoeken aan boord van een zeeschip, zich niet binnen twee dagen na binnenkomst in Nederland in persoon aanmeldt bij de korpschef van de gemeente waar hij werk zoekt69 VB8
    
 niet voldoen aan de verplichting tot wekelijkse aanmelding bij de korpschef van de gemeente van verblijf, behoudens door deze verleende ontheffing   
E 836a– als vreemdeling wier uitzetting is gelast, in afwachting van de feitelijke mogelijkheid tot verwijdering70 lid 1a VB8
E 836b– als vreemdeling aan wie het krachtens één der bepalingen van de artikelen 8–10 van de Wet niet is toegestaan in Nederland te verblijven, hangende de beslissing op een door hem ingediend verzoek om het verlenen, of het verlengen van de geldigheidsduur, van een vergunning tot verblijf, om het verlenen van een vergunning tot vestiging of om toelating als vluchteling70 lid 1b VB8
    
 AFDELING F. OVERIGE OVERTREDINGEN   
    
 Nummers F 105 – F 245: Algemene Plaatselijke Verordening (model-APV)  
F 105als houder van een horecabedrijf, dit voor bezoekers geopend te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven, buiten de vastgestelde openingstijden2.3.1.4 lid 1 model-APV8
    
 op of aan de weg2.4.7 model-APV 
F 120a– te klimmen of zich te bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hekheining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair 8
F 120b– zodanig op te houden waardoor voor weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodige overlast of hinder wordt veroorzaakt 8
F 121aop de weg (binnen een door de burgemeester en wethouders aangewezen gebied) alcoholhoudende drank nuttigen2.4.8 model-APV8
F 121bop de weg (binnen een door de burgemeester en wethouders aangewezen gebied) aangebroken flessen, blikjes e.d. met alcoholhoudende drank bij zich hebben2.4.8 model-APV8
 zonder redelijk doel  
F 125a– zich in een portiek of poort op te houden of in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw te zitten of te liggen2.4.9 lid 1 model-APV8
F 125b– zich anders dan als bewoner of gebruiker van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen of van publiek toegankelijke gebouwen zich daar te bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte2.4.9 lid 2 model-APV8
    
 (in of op) een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke ruimte2.4.10 model-APV  
F 130a– zich zonder redelijk doel en op een voor andere hinderlijke wijze op te houden 8
F 130b– te verontreinigen 8
F 130c– voor een ander doel te bezigen dan waarvoor de ruimte bestemd is 8
F 135met een fiets of bromfiets bevinden op een terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden, welke publiek trekt2.4.12 model-APV3/4/8
F 140azich in de nabijheid van een persoon, gebouw, woonwagen of woonschip op te houden met de kennelijke bedoeling deze persoon of een daarin bevindende persoon te bespieden2.4.13 lid 1 model-APV8
F 140been persoon in een gebouw, woonwagen of woonschip door middel van een verrekijker bespieden2.4.13 lid 2 model-APV8
 als eigenaar of houder van een hond, deze laten verblijven of laten lopen2.4.17 model-APV  
F 145a– op een weg gelegen binnen de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd 8
F 145b– op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak, speelweide of andere door burgemeester en wethouders aangewezen plaats 8
F 155als rechthebbende er niet voor zorgen dat zodanige maatregelen worden getroffen dat het vee/pluimvee in een aan een weg liggend weiland of terrein, die weg niet kan bereiken2.4.22 model-APV8
F 160ontplofbare stoffen of voorwerpen van klasse 1, in hoeveelheden als bedoeld in artikel 1 van bijlage 2, Hoofdstuk 2 van het Reglement vervoer over land van gevaarlijke stoffen, alsmede gevaarlijke stoffen als bedoeld in dat artikel met een transporteenheid vervoeren over andere wegen of weggedeelten dan die, welke door burgemeester en wethouders zijn aangewezen en zijn aangeduid met borden model K 14 van Bijlage I van het RVV 19902.6.1 lid 1 model-APV8
    
 de weg niet (doen) reinigen na een verontreiniging ontstaan bij het laden, lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen of bij andere werkzaamheden4.4.2 model-APV  
F 180a– terstond, bij gevaar voor de verkeersveiligheid of bij gevaar voor beschadiging van het wegdek 8
F 180b– in overige gevallen, (iedere dag) na het beëindigen van de werkzaamheden 8
F 185binnen de bebouwde kom buiten een daarvoor bestemde inrichting/plaats op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte te doen4.4.6 model-APV8
F 190een geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, waar dit niet is toegestaan, te koop aanbieden of verhandelen5.1.2a model-APV8
F 195een defect voertuig op een weg parkeren, langer dan de vastgestelde termijn5.1.3 model-APV1/2/6/8
F 205een kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, keetwagen, aanhangwagen of ander dergelijk voertuig op een aangewezen weg waar dit niet is toegestaan, langer dan de vastgestelde termijn te doen of laten staan5.1.5 model-APV1/2/6/8
F 210een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op een weg parkeren met als doel handelsreclame te maken5.1.6 model-APV1/2/6/8
F 235met of voor een vaartuig een ligplaats innemen, hebben of beschikbaar stellen op een gedeelte van een openbaar water waar dit niet is toegestaan5.3.2 model-APV7/8
F 240als bader of zwemmer in openbaar water zich zodanig gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden5.3.7 model-APV8
F 245zonder redelijk doel aan, op, of in een vaartuig in openbaar water vasthouden, klimmen, te begeven of te bevinden5.3.8 model-APV8
    
 AFDELING G. MISDRIJVEN   
    
 Nummer G 100: Wetboek van Strafrecht (WvSr)  
 Goederen uit een winkel/vanaf een benzinestation wegnemen/toeëigenen waarde van het ontvreemde goed:310/321 WvSr 
G 100a– t/m f 100,- 8
G 100b– meer dan f 100,- t/m f 250,- 8
    
 Nummers G 300 – G 305:  
 Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994)  
 als bestuurder van een motorvoertuig rijden, terwijl het alcoholgehalte van de adem, dan wel het bloed te hoog is:   
G 300– 235 t/m 350 μg/l (adem)8 lid 2 sub a WVW 19941/2
G 301– 0,54 t/m 0,80 o/oo (bloed)8 lid 2 sub b WVW 19941/2
    
 als bestuurder van een bromfiets rijden, terwijl het alcoholgehalte van de adem, dan wel het bloed te hoog is:   
G 302– 235 t/m 435 μg/l (adem)8 lid 2 sub a WVW 19943
G 303– 0,54 t/m 1,00 o/oo (bloed)8 lid 2 sub b WVW 19943
    
 als bestuurder van een fiets rijden, terwijl het alcoholgehalte van de adem, dan wel het bloed te hoog is:   
G 304– 235 μg/l en hoger (adem)8 lid 2 sub a WVW 19944
G 305– 0,54 o/oo en hoger (bloed) 8 lid 2 sub b WVW 19944

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1998.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 31 oktober 1997

Beatrix

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Uitgegeven de twintigste november 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit strekt tot wijziging van het Transactiebesluit 1994 en de daarbij behorende bijlage. Het Transactiebesluit 1994 regelt de transactiebevoegdheid voor de politie, Koninklijke marechaussee en enkele buitengewoon opsporingsambtenaren. Het besluit is gebaseerd op artikel 74c van het Wetboek van Strafrecht, dat de mogelijkheid biedt bij algemene maatregel van bestuur opsporingsambtenaren aan te wijzen die de transactiebevoegdheid tot wederopzeggens kunnen uitoefenen. In het Transactiebesluit 1994 worden eveneens de zaken aangewezen die voor de uitoefening van de transactiebevoegdheid in aanmerking komen. Dit besluit beoogt het Transactiebesluit 1994 op een aantal onderdelen te wijzigen. De wijzigingen hebben betrekking op de artikelen 1 tot en met 3 en op de bijlage van het besluit. Hieronder wordt nader op de inhoud van de wijzigingen ingegaan.

Artikel I

A en B (artikelen 1 en 2)

De wijzigingen van de artikelen 1 en 2, voor zover het betreft de invoeging van een nieuw vijfde lid, houden verband met een partiële aanpassing van de regeling betreffende de toekenning van transactiebevoegdheid. Ten aanzien van de buitengewoon opsporingsambtenaren van de Rijksverkeersinspectie en van de Algemene Inspectiedienst wordt voorgesteld bij de omschrijving van de transactiebevoegdheid niet langer meer de feitcodes uit de bijlage te betrekken. Daarmee wordt bereikt dat een eventuele wijziging van de bijlage, waarvan regelmatig sprake is, niet meer tevens noopt tot aanpassing van de omschrijving van transactiebevoegdheid. Deze vereenvoudigde omschrijving van de transactiebevoegdheid is voor wat betreft de buitengewoon opsporingsambtenaren van de Rijksverkeersinspectie en de Algemene Inspectiedienst mogelijk, omdat het ten aanzien van deze ambtenaren wenselijk wordt geacht onder de voorwaarden van artikel 3, onder c, transactiebevoegdheid toe te kennen voor exact dezelfde feiten als waartoe de hen toegekende opsporingsbevoegheid zich uitstrekt. Bij de overige buitengewoon opsporingsambtenaren, genoemd in artikel 2, is van een dergelijke gelijkschakeling geen sprake. De omschrijving van hen betreffende transactiebevoegdheid blijft dan ook de vermelding van de feitcodes omvatten. Anders dan aan de buitengewoon opsporingsambtenaren van de Algemene Inspectiedienst was tot nog toe geen transactiebevoegdheid aan opsporingsambtenaren van de Rijksverkeersinspectie toegekend. Hieraan bleek wel behoefte te bestaan, met name met het oog op de uitvoering van controle-acties op de snelwegen, waarbij in samenwerking met de verkeerspolitie van het Korps landelijke politiediensten wordt opgetreden.

Artikel 2 wordt eveneens gewijzigd in verband met het herziene strafrecht voor jeugdigen. Herziening van deze wetgeving heeft onder meer geleid tot aanpassing van artikel 74c, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, alwaar een leeftijdsgrens is opgenomen voor het aanbieden van een politietransactie. Deze leeftijdsgrens is in het kader van de herziening van het strafrecht voor jeugdigen verlaagd van zestien jaren naar twaalf jaren. Nu in artikel 74c van het Wetboek van Strafrecht de leeftijdsgrens is verlaagd, ligt het in de rede deze wijziging eveneens door te voeren in de regels die ter uitvoering van dit artikel zijn vastgesteld. In artikel 2 heeft dit tot gevolg dat in onderdeel a van het nieuwe vijfde lid de verwijzing naar de leeftijdsgrens komt te vervallen. Dit is mogelijk, omdat in dit artikellid wordt verwezen naar de in artikel 3, onderdeel c, aangewezen zaken, ten aanzien waarvan – zo wordt in dit besluit voorgesteld – slechts transactiebevoegdheid kan worden uitgeoefend, voor zover de verdachte de leeftijd van twaalf jaren bereikt heeft.

Artikel 2 ondergaat tot slot nog enkele aanpassingen als gevolg van de wijzigingen in de bijlage bij dit besluit. In de toelichting op Artikel II wordt nader ingegaan op de voorstellen tot wijziging van deze bijlage.

C (artikel 3)

Krachtens onderdeel C wordt de leeftijdsgrens van zestien jaren, opgenomen in artikel 3, onderdeel c, verlaagd naar twaalf jaren. De aanleiding hiervoor is reeds aan de orde gekomen in de toelichting op de onderdelen A en B. Hier kan nog worden opgemerkt dat als gevolg van deze wijziging de leeftijdsgrens in het Transactiebesluit 1994 zal overeenkomen met de leeftijdsgrens, zoals voorkomende in de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. Laatstgenoemde wet bepaalt daarnaast nog dat de geldsom voor personen die ten tijde van de gedraging nog geen zestien jaar oud waren, gehalveerd dient te worden. Het Wetboek van Strafrecht kent een dergelijke bepaling niet. Dit vormt evenwel geen beletsel om ook ten aanzien van voor transactie vatbare feiten deze halveringsregel in acht te nemen. De toepassing daarvan wordt voorgeschreven in de richtlijn van het openbaar ministerie inzake misdrijven, overtredingen en gedragingen als bedoeld in de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.

Artikel II (Bijlage)

Artikel II strekt ertoe in de bijlage van het Transactiebesluit 1994 een aantal technische en inhoudelijke wijzigingen aan te brengen.

Zo worden onder meer voorstellen gedaan tot herziening van de bepalingen betreffende het Voertuigreglement, de Afvalstoffenwetgeving en de Visserijwetgeving. Ook wordt de opneming voorgesteld van enkele feiten die betrekking hebben op de regeling van de vaartijden en bemanningssterkte van de binnenvaart. Bij deze nota van toelichting is in een bijlage gevoegd, waarin een opsomming van alle wijzigingen is opgenomen, vergezeld van een beknopte toelichting.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Bijlage bij de nota van toelichting

Feitcode(s):Toelichting:
AlgemeenIn het huidige feitenbestand is een groot aantal feitomschrijvingen middels gedachtenstreepjes in verschillende onderdelen verdeeld. In het kader van de standaardisatie van gegevens zijn aan deze feitcodes letters toegevoegd. Daarnaast zijn ook feitcodes gesplitst, omdat in de onderverdeling al wel in de bestanden van de geautomatiseerde systemen was aangebracht.
  
K 005De tekst «het rijbewijs» is verwijderd. De tekst «is ingevorderd dan wel is ingenomen» is vervangen door: de inlevering van het rijbewijs is gevorderd dan wel het rijbewijs is ingenomen.
  
K 070Dit feit is onder de werking van het Transactiebesluit 1994 gebracht naar aanleiding van de aanpassing van de minimum leeftijd in artikel 74c van het Wetboek van Strafrecht. Bij de artikelvermelding is «jo artikel 6 sub b RR» gewijzigd in: «jo artikel 5 sub b RR»
  
K 145bHet nieuwe feit K 145 b heeft betrekking op het in strijd handelen met aan een ontheffing verbonden voorschriften betreffende de lengte/ breedte/hoogte en/of massa.
  
N 381 e en N 381 g t/m jDe opzet van deze nieuwe feitomschrijvingen, betreffende de remvertraging, is gewijzigd, namelijk trapsgewijs (wat betreft de mate van overtreding) en gegroepeerd (wat betreft ingebruikname van de verschillende voertuigen).
  
P 111 c en dDeze nieuwe feiten hebben betrekking op de maximum lengte van een samenstel van voertuigen en waren voorheen opgenomen in de bijlage bij de Wet Mulder.
  
P 121 c en d P 131 c en dBij deze nieuwe feiten, die gedeeltelijk onder de werking van de Wet Mulder en het Transactiebesluit 1994 vallen, is o.a. een splitsing gemaakt naar deelbare en ondeelbare lading.
  
P 130 k en lVoor voertuigen ontbraken feitomschrijvingen die betrekking hebben op een overschrijding van 20 meter. De nieuwe feiten 130 k en l voorzien daarin.
  
P 310 c en dDeze feiten, die voorheen in de bijlage bij de Wet Mulder waren opgenomen, zijn in verband met een tariefsverhoging onder de werking van het Transactiebesluit 1994 gebracht.
  
P 350 e P 350 g t/m j P 351 eDeze nieuwe feiten, die voorheen waren opgenomen in de bijlage bij de Wet Mulder, zijn wat betreft de mate van overtreding nu trapsgewijs opgezet.
  
E 817, E 820, E 825, E 830, E 832, E 834 en E 836De tekst «het hoofd van de plaatselijke politie» is vervangen door: de korpschef.
  
Categorie- indeling BBij de categorie-indeling B; categorie 1: Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, is toegevoegd: en bestuurders van brommobielen voorzover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft.
  
W 400 – W 485Toegevoegd zijn enkele feiten die betrekking hebben op de bepalingen inzake de vaartijden en bemanningssterkte in de binnenvaart.
  
H 001 t/m H 101 H 002 – H 020Naar aanleiding van een wijziging van de Model Algemene Plaatselijke Verordening van de VNG, zijn de bepalingen betreffende de afvalstoffenwetgeving geactualiseerd en vernummerd.
  
H 305Bij de artikelvermelding is «Pl.v.» vervangen door: 4.6.1 model-APV.
  
H 320Dit feit is opgesplitst in een a en b bepaling. Het afbranden van slootkanten is in een afzonderlijk gedeelte opgenomen.
  
H 325 cDe tekst «op een andere door» is vervangen door: op een andere dan door.
  
E 601 t/m E 627De feiten E 601 t/m E 627, betreffende de bepalingen op grond van de Visserijwetgeving, zijn geactualiseerd en vervangen door de nieuwe feiten E 630 – E 670.
  
E 820Dit feit is onder de werking gebracht van het Transactiebesluit 1994.
  
G 100Aan de tekst van de feitomschrijving is na «winkel» toegevoegd: / vanaf een benzinestation. De huidige feitomschrijving leverde in de praktijk problemen op bij het tanken zonder te betalen.

XNoot
1

Stb. 1994, 390, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 18 juni 1996, Stb. 327.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Justitie.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 9 december 1997, nr. 237.

Naar boven