Besluit van 27 oktober 1997, houdende aanpassing van de minimumcontributie voor omroepverenigingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, A. Nuis, van 3 oktober 1997, nr. MLB/JZ/1997/24 842;

Gelet op artikel 64, tweede lid, van de Mediawet;

De Raad van State gehoord (advies van 13 oktober 1997, no. W05.97.0633);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, A. Nuis van 21 oktober 1997, nr. MLB/JZ/1997/28.196;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Het in artikel 64, eerste lid, onderdeel a, van de Mediawet bedoelde minimumbedrag van tien gulden per jaar wordt verhoogd tot twaalf gulden en zestig cent per jaar.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Laatstbedoeld besluit wordt niet genomen voordat dertig dagen zijn verstreken nadat het onderhavige besluit is voorgelegd aan beide kamers der Staten-Generaal, en evenmin indien binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het in dit besluit geregelde onderwerp bij wet wordt geregeld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 27 oktober 1997

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

A. Nuis

Uitgegeven de zesde november 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Bij algemene maatregel van bestuur kan het minimumbedrag dat omroepverenigingen per jaar aan contributie van hun leden dienen te heffen worden bijgesteld aan de hand van de ontwikkeling van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde prijsindex voor de gezinsconsumptie. Sinds 1974 is het wettelijk minimum van tien gulden voor de contributie niet meer bijgesteld. Daarmee is de minimumomvang van de ledenbijdrage achterop geraakt bij de ontwikkeling in de kosten van omroepverenigingen. Reeds in algemene zin is er dus reden de ledenbijdrage te verhogen. De ledenbijdrage is een essentieel element in de legitimering van omroepverenigingen als grondslag voor het publieke bestel. In het kader van de behandeling van het voorstel van wet tot wijziging van bepalingen van de Mediawet in verband met een herziening van de organisatiestructuur van de landelijke publieke omroep (kamerstukken II, 1996/97, 25 216) is benadrukt dat verheldering en versterking van die legitimatie gewenst is en dat een verhoging van de ledenbijdrage daarbij een beduidende rol speelt. Voorts draagt een verhoging bij aan het bereiken van een financieel gezondere situatie bij de publieke omroep. Voor de aanvankelijk in het kader van genoemd voorstel van wet voorgestelde verhoging van de minimumcontributie tot 25 gulden bleek onvoldoende parlementaire steun te bestaan. Als alternatief is een beperktere verhoging voorgesteld op basis van indexering van de tien gulden. Dit besluit strekt daartoe.

Om te bepalen met hoeveel de minimumcontributie dient te worden bijgesteld is aansluiting gezocht bij de inwerkingtreding van de Mediawet, waarin de mogelijkheid van indexering van de contributie is opgenomen, te weten 1 januari 1988. Aangezien wordt beoogd om de minimumcontributie met ingang van 1 januari 1998 te verhogen en gegeven de ontwikkeling van het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie vanaf 1988, leidt dit tot een verhoging van het minimumbedrag van de contributie van tien gulden naar twaalf gulden en zestig cent.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

A. Nuis


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven