Besluit van 22 augustus 1997, houdende regels inzake de deskundigheid van de heilgymnast-masseur (Besluit deskundigheidsgebied heilgymnast-masseur)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 mei 1997, CSZ/BO-976968;

Gelet op artikel 108, derde lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

De Raad van State gehoord (advies van 30 juni 1997, No. W13.97.0281);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 19 augustus 1997, CSZ/BO-9711594;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Begripsbepaling

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder «wet»: de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.

§ 2. Deskundigheid

Artikel 2

  • 1. De tot het gebied van deskundigheid van de heilgymnast-masseur te rekenen handelingen, bedoeld in artikel 108, derde lid, van de wet, omvatten het:

    a. onderzoeken van de patiënt op de aanwezigheid van een belemmering of bedreiging van diens bewegend functioneren en de mate waarin daarvan sprake is, en op basis van de verkregen gegevens opstellen van een behandelplan;

    b. behandelen van de patiënt door het toepassen van bewegingstherapie en massagetherapie, strekkende tot het opheffen, verminderen of compenseren van stoornissen of beperkingen van het steun- en bewegingsapparaat en van de daarbij betrokken organen en regelsystemen, alsmede het normaliseren van het houdings- en bewegingsvermogen;

    c. geven van heilgymnastisch advies aan de betrokken patiënt.

  • 2. De bewegingstherapie, bedoeld in het eerste lid, onder b, omvat het door de heilgymnast-masseur uitvoeren van bewegingen aan de patiënt of doen uitvoeren van bewegingen door de patiënt, al dan niet met daartoe strekkende hulpmiddelen of apparatuur.

  • 3. De massagetherapie, bedoeld in het eerste lid, onder b, omvat het methodisch toepassen van specifieke handgrepen aan het lichaam van de patiënt.

Artikel 3

De verwijzing geschiedt schriftelijk, is gedateerd en ondertekend door de betrokken arts en bevat ten minste de door deze, voor het door de heilgymnast-masseur onderzoeken en behandelen van de patiënt, relevant geachte diagnostische gegevens.

§ 3. Slotbepalingen

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit deskundigheidsgebied heilgymnast-masseur.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 22 augustus 1997

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de vierde november 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemene toelichting

Het onderhavige besluit strekt tot uitvoering van artikel 108, derde lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, hierna te noemen de Wet BIG. Krachtens dit artikellid worden in dit besluit de handelingen omschreven op het gebied van deskundigheid van hen die gerechtigd zijn de titel van heilgymnast-masseur te voeren. Zijn gebied van deskundigheid deelt de heilgymnast-masseur met de fysiotherapeut, wiens deskundigheid zich echter daarenboven uitstrekt tot het toepassen van fysische therapie in engere zin.

Voorts is het niet uitgesloten dat iemand die niet de oude opleiding heilgymnastiek-massage of de opleiding tot fysiotherapeut heeft voltooid, ook deskundigheid op het terrein van de heilgymnastiek en massage bezit; deze persoon mag dan wel op dat terrein werkzaam zijn, maar is niet gerechtigd de titel van heilgymnast-masseur (of fysiotherapeut) te voeren. Personen die niet ter zake kundig zijn, mogen eveneens op het terrein van de heilgymnastiek en massage actief zijn, mits zij zich maar niet van de beschermde titel bedienen. Het wordt aan de eigen verantwoordelijkheid van het publiek overgelaten of men zich wendt tot een deskundige, die een door de overheid geregelde opleiding heeft voltooid – te herkennen aan zijn titel – dan wel tot iemand die zich uitgeeft voor een deskundige, doch de titel ontbeert.

Artikel 108, derde lid, van de Wet BIG is zo opgezet dat de inhoud van het gebied van deskundigheid van de heilgymnast-masseur nader wordt ingevuld door de handelingen op het gebied van de bewegingstherapie en de massagetherapie te omschrijven in een algemene maatregel van bestuur, in casu in het onderhavige besluit. Voorts wordt er in genoemd artikel, op dezelfde wijze als in artikel 29 van de Wet BIG, onderscheid gemaakt tussen handelingen (onderzoeken en behandelen van patiënten – op verwijzing van een arts –) op het gebied van de geneeskunst (derde lid) en handelingen, rechtstreeks betrekking hebbende op een persoon en ertoe strekkende diens gezondheidstoestand te bevorderen of te bewaken, maar niet liggende op het gebied van de geneeskunst (vierde lid).

Het tweede aspect wordt in de wandeling ook wel aangeduid met «preventieve werkzaamheden». Deze werkzaamheden behoren eveneens tot het takenpakket van de heilgymnast-masseur.

In beginsel kunnen preventieve werkzaamheden op eigen initiatief worden verricht (het betreft hier immers geen geneeskunst). Het gaat hier om preventieve werkzaamheden die zijn gerelateerd aan het verlenen van individuele gezondheidszorg. Zo kunnen bijvoorbeeld het samenstellen van voorlichtingsbrochures en activiteiten in het kader van de sportieve recreatie daaronder dus niet worden begrepen, aangezien dit geen werkzaamheden op het terrein van de individuele gezondheidszorg zijn. Uiteraard staat het de heilgymnast-masseur echter vrij zijn deskundigheid wel aan te wenden op niet tot de individuele gezondheidszorg behorende terreinen.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

Het gebied van deskundigheid is in algemene zin hierboven reeds aan de orde gekomen. Opgemerkt zij nog dat de heilgymnast-masseur, alvorens tot behandeling van de patiënt over te gaan, deze op grond van zijn specifieke deskundigheid onderzoekt, daarbij lettend op de gegevens uit de verwijzing. Hierbij richt de heilgymnast-masseur zich op de functionele gevolgen van pathologie, in plaats van op de pathologie zelf. Zijn onderzoek is daarmee in zekere zin te beschouwen als complementair aan het onderzoek door de arts. De bevindingen ten aanzien van de functionele gevolgen van pathologie zijn richtinggevend voor de keuze voor een bepaalde behandelvorm.

Met het toepassen van bewegingstherapie aan de patiënt beoogt de heilgymnast-masseur een of meer houdingen, bewegingen, functies of vaardigheden mogelijk te doen zijn, te bewerkstelligen, te herwinnen, te behouden, te beleven of te trainen.

Het doel van massagetherapie (derde lid) is voorwaarden te scheppen voor het herstel van de natuurlijke energie- en vochtstroming, weefselspanning en lichaamsbeleving van de patiënt.

Artikel 3

Met dit artikel wordt uitvoering gegeven aan artikel 108, derde lid, van de Wet BIG.

Evenals in het Besluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied fysiotherapeut is in het onderhavige besluit ervoor gekozen bepalingen inzake de vorm van de verwijzing op te nemen, hoewel deze vormvoorschriften eigenlijk bestemd zijn voor de verwijzende arts. Op deze manier wordt echter voor de heilgymnast-masseur een rechtsbescherming gecreëerd, van belang in verband met de in artikel 96 van de Wet BIG opgenomen strafbepaling.

Enerzijds rust bij de arts de verantwoordelijkheid om in de diagnose die wetenschap omtrent de klacht van de patiënt te geven die de heilgymnastmasseur voor zijn behandeling nodig heeft en niet zelf kan achterhalen, omdat daarvoor zijn deskundigheid niet toereikend is. Van belang zijn dus de diagnostische gegevens. Anderzijds is het vanzelfsprekend de verantwoordelijkheid van de beroepsbeoefenaar, indien nodig, aanvullende gegevens aan de verwijzer te vragen. De door de verwijzer verstrekte informatie geeft derhalve een zekere richting aan de behandeling, aangezien de heilgymnast-masseur uit de diagnose bepaalde conclusies trekt en andere uitsluit. Voor het opstellen van het behandelplan gebruikt hij naast de door de verwijzer verstrekte informatie uiteraard eveneens de gegevens welke hij verkrijgt uit het door hem zelf uitgevoerde onderzoek.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 9 december 1997, nr. 237.

Naar boven