Besluit van 14 oktober 1997, houdende wijziging van enige bepalingen van het Besluit bereiding en aflevering van farmaceutische produkten en van het koninklijk besluit van 18 oktober 1976, houdende aanwijzing van instellingen, bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Opiumwet (Stb. 512)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 26 juni 1997, GMV 973714;

Gelet op artikel 1, derde lid, van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening en artikel 6, derde lid, van de Opiumwet;

De Raad van State gehoord (advies van 28 augustus 1997, No. W13.97 0375);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 oktober 1997, GMV 975739;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit bereiding en aflevering van farmaceutische produkten1 wordt als volgt gewijzigd:

A. Aan artikel 16, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt achter onderdeel e door een puntkomma, een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

f. aan de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens..

B. In artikel 41, eerste lid, wordt «de in artikel 16, eerste lid, onder a-e, bedoelde categorieën van» vervangen door; de in artikel 16, eerste lid, onder a tot en met f, bedoelde,.

ARTIKEL II

Aan artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 18 oktober 1976, houdende aanwijzing van instellingen, bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Opiumwet (Stb. 512)2, wordt, onder vervanging van de punt achter onderdeel d door een puntkomma, een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

e. de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens..

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij horende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 14 oktober 1997

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de achtentwintigste oktober 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

De Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens (OPCW), gevestigd te Den Haag, is een internationale organisatie die, krachtens het op 13 januari 1993 te Parijs tot stand gekomen Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de produktie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake vernietiging van deze wapens (Tractatenblad 1993, 162), tot doel heeft de vernietiging van chemische wapens te bevorderen alsmede veiligheidsmaatregelen te treffen met betrekking tot gevaarlijke stoffen. De OPCW mag in het kader van deze doelstelling alle farmaceutische producten waaronder opiumwetmiddelen invoeren, in voorraad hebben en uitvoeren. Om dit te bewerkstelligen dient bij algemene maatregel van bestuur de mogelijkheid gecreëerd te worden dat een fabrikant farmaceutische producten aan de OPCW mag afleveren, zonder dat deze behoort tot de in artikel 2, eerste lid, onder d, van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening genoemde categorieën van personen en instellingen. Dit wordt bereikt met de wijziging van artikel 16, eerste lid, en artikel 41, eerste lid, van het Besluit bereiding en aflevering van farmaceutische produkten. Tevens dient bij algemene maatregel van bestuur te worden bewerkstelligd dat de OPCW een ontheffing krijgt van het verbod om zonder verlof opiumwetmiddelen in voorraad te hebben en af te leveren. Dit wordt beoogd met de wijziging van artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 18 oktober 1976, houdende aanwijzing van instellingen, bedoeld in artikel 6, derde lid van de Opiumwet, (Stb. 425).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Stb. 1977, 538, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 15 januari 1997, Stb. 20.

XNoot
2

Stb. 1976, 512, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 24 januari 1994, Stb. 309.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven