Besluit van 16 september 1997 tot wijziging Warenwetbesluit veilige verpakking huishoudchemicaliën

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 24 juni 1997, GZB/C&O/973363, gedaan in overeensteming met Onze Minister van Economische Zaken;

Gelet op artikel 2 van richtlijn 96/65/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 oktober 1996 (PbEG L 265) tot vierde aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van richtlijn 88/379/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten en tot wijziging van richtlijn 91/442/EEG betreffende gevaarlijke preparaten waarvan de verpakking van een kinderveilige sluiting moet zijn voorzien;

Gelet op de artikelen 1, vierde lid, 6, onder d, 11, en 13 van de Warenwet;

De Raad van State gehoord 12 augustus 1997, nr. W13.97.0361;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 4 september 1997, GZB/C&O/974873;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

Artikel 1, onderdeel a, 1° en 2°, van het > Warenwetbesluit veilige verpakking huishoudchemicaliën1 komt als volgt te luiden:

1° stoffen en preparaten waarvan de verpakking krachtens het Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten moet zijn geëtiketteerd als zeer vergiftig, vergiftig of bijtend;

2° preparaten waarvan de verpakking krachtens het Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten moet zijn geëtiketteerd als «schadelijk: kan longschade veroorzaken na verslikken»;

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 31 mei 1998.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 16 september 1997

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. G. Terpstra

Uitgegeven de tweede oktober 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

TOELICHTING

Het onderhavige besluit strekt tot wijziging van het Warenwetbesluit veilige verpakking huishoudchemicaliën. Met deze wijziging wordt uitvoering gegeven aan artikel 2 van richtlijn nr. 96/65/EG van de Commissie van 11 oktober 1996 tot vierde aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van richtlijn nr. 88/379/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten en tot wijziging van richtlijn nr. 91/442/EEG betreffende gevaarlijke preparaten waarvan de verpakking van een kinderveilige sluiting moet zijn voorzien (PbEG L 265), hierna te noemen de richtlijn. In artikel 2 van de richtlijn wordt de definitie van preparaten die een gevaar kunnen opleveren vanwege hun lage viscositeit aangepast aan de bij richtlijn nr. 96/54/EG van de Commissie van 30 juli 1996 tot tweeëntwintigste aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van richtlijn nr. 67/548/EEG van de Raad betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen, hierna te noemen de tweeëntwintigste aanpassing, gewijzigde criteria op grond waarvan stoffen en preparaten moeten worden ingedeeld en gekenmerkt als «schadelijk: kan longschade veroorzaken na verslikken». De tweeëntwintigste aanpassing is door middel van een dynamische verwijzing geïmplementeerd in het Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten. In de onderhavige wijziging wordt aldus voorzien in een verwijzing naar de thans geldende etikettering voor eerdergenoemde preparaten op grond van het Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten.

De datum van inwerkingtreding komt overeen met de datum genoemd in de richtlijn waarvoor de Lid-Staten de bepalingen vastgesteld dienen te hebben om aan de richtlijn te kunnen voldoen. Op deze wijze is voorzien in een redelijke overgangstermijn.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. G. Terpstra


XNoot
1

Stb. 1994, 106.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).

Naar boven