Besluit van 2 september 1997, houdende wijziging van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (aanwijzing van het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars als afnemer)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, J. Kohnstamm, van 30 mei 1997, nr. GBA97/U114;

Gelet op artikel 1 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

Gezien het advies van de Registratiekamer van 8 april 1997, nr. 97.A.238;

De Raad van State gehoord (advies van 24 juni 1997, nr. W04.97.0320);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, J. Kohnstamm, van 26 augustus 1997, nr. GBA97/149;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Aan bijlage 1 behorende bij het >Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens1 wordt na onderdeel 14 een nieuw onderdeel 15 toegevoegd, dat luidt:

15. Het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars, bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 2 september 1997

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm

Uitgegeven de drieëntwintigste september 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

1. Inleiding

In artikel 1 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens wordt het begrip afnemer gedefinieerd. Het betreft onder meer een orgaan van een krachtens dit artikel bij algemene maatregel van bestuur aangewezen instelling die met de uitvoering van publiekrechtelijke taken is belast.

Het betreft instellingen belast met de uitvoering van publiekrechtelijke taken, die over een zodanige mate van zelfstandigheid beschikken dat zij niet als instellingen ressorterende onder een orgaan van het Rijk, een provincie, een gemeente of een ander openbaar lichaam, kunnen worden beschouwd.

Met de aanwijzing van instellingen is beoogd zoveel mogelijk duidelijkheid te brengen in de kring van afnemers. Het onderhavige besluit voegt op grond van artikel 1 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens aan de reeds aangewezen afnemers het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars toe.

2. Het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars

Richtlijn nr. 72/166/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 april 1972 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid (PbEG L103) heeft onder meer tot doel de bevordering van het vrije verkeer van goederen en personen.

De EG-richtlijn verplicht enerzijds tot het sluiten van een aansprakelijkheidsverzekering voor het gehele gebied van de lid-staten van de Europese Unie, maar sluit anderzijds de structurele controle op de nakoming van deze verplichting uit ten aanzien van motorrijtuigen uit een andere lid-staat. Voor schade op het gebied van een lid-Staat, veroorzaakt door een motorrijtuig uit een andere lid-staat, is in het algemeen aansprakelijk het bureau van verzekeraars gevestigd in eerstgenoemde lid-staat. De werking van de EG-richtlijn is uitgebreid tot verschillende derde-landen.

Het systeem van de EG-richtlijn is neergelegd in de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. Deze bepaalt dat de verzekering voor een motorrijtuig moet worden gesloten bij een verzekeraar die door de Minister van Financiën is toegelaten.

Het is gezien het doel van de EG-richtlijn ongewenst dat de verplichting ook voor alle buitenlandse motorrijtuigen geldt.

De wetgever heeft daarom bepaald dat ten aanzien van gewoonlijk in het buitenland gestalde motorrijtuigen de aansprakelijkheidsverzekering niet bij een toegelaten verzekeraar hoeft te zijn afgesloten, mits een door de Minister van Financiën toegelaten bureau de verplichting tot schadevergoeding op zich heeft genomen (artikel 2, zesde lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen). Als zodanig is bij beschikking van de Minister van Financiën van 30 december 1964, nr. A4/16352, de vereniging «Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars» erkend.

Het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars is een rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging waarvan alle leden verzekeraars ingevolge de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen zijn.

Lidmaatschap van het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars is een van de voorwaarden voor toelating van verzekeraars ingevolge de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen door de Minister van Financiën.

De functies van het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars zijn:

– garantstelling tegenover buitenlandse bureaus voor de schade die Nederlandse motorrijtuigen veroorzaken in het land van een buitenlands bureau.

– het regelen van schadegevallen door buitenlandse motorrijtuigen veroorzaakt in Nederland.

Indien het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars op grond van bovengenoemde garantstelling schade aan een buitenlands bureau heeft vergoed, heeft het op grond van artikel 3, derde lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen een verhaalsrecht op degene die de schade veroorzaakt heeft en die niet conform artikel 3, derde lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen is verzekerd. Om dit verhaalsrecht te kunnen uitoefenen zijn regelmatig gegevens uit de gemeentelijke basisadministraties nodig.

Voorwaarde voor aanwijzing van een instelling als afnemer is dat deze belast is met de uitvoering van publiekrechtelijke taken (artikel 1 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens).

Het publiekrechtelijke aspect aan bovengenoemde taken is de bevordering van het vrije verkeer van goederen en personen.

Dit blijkt onder meer uit bovenvermelde EG-richtlijn en de artikelen 2, zesde lid, en 3, derde lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.

De Registratiekamer is ten aanzien van deze regeling gehoord.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm


XNoot
1

Stb. 1995, 30, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 juli 1996, Stb. 466.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven