Besluit van 2 augustus 1997, tot intrekking van twee sanctiebesluiten Irak en tot inwerkingstelling van een nieuw sanctieregime Irak (Sanctiebesluit Irak 1997)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken, gedaan mede namens Onze Ministers van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van Verkeer en Waterstaat en de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op Resolutie 986 (1995) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 14 april 1995 (UN Doc. S/RES/986 (1995)) waarin het Irak, onder bepaalde voorwaarden, wordt toegestaan olie te verkopen voor de aanschaf van humanitaire goederen;

Gelet op Resolutie 1111 (1997) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 4 juni 1997 (UN Doc. S/RES/1111 (1997)), waarmee Resolutie 986 (1995) werd verlengd;

Gelet op verordening (EG) nr. 2465/96 van de Raad van de Europese Unie van 17 december 1996 betreffende de onderbreking van de economische en financiële betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en Irak (PbEG L 337);

Gelet op de artikelen 2, 3 en 9 van de Sanctiewet 1977;

De Raad van State gehoord (advies van 14 juli 1997, nr. W02.97.0341);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Buitenlandse Zaken van 21 juli 1997, nr. DJZ/IR-119894, uitgebracht mede namens Onze Ministers van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van Verkeer en Waterstaat en de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. verordening: verordening (EG) nr. 2465/96 van de Raad van de Europese Unie van 17 december 1996 betreffende de onderbreking van de economische en financiële betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en Irak (PbEG L 337);

b. sanctiecomité: sanctiecomité, ingesteld bij Resolutie 661 (1990) (UN Doc. S/RES/661 (1990)) onder paragraaf 6;

c. landbouwgoederen: de goederen, aangewezen in de bijlage bij het In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1980;

d. minister:

i. de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij voor zover het landbouwgoederen betreft;

ii. de Minister van Economische Zaken voor zover het andere goederen betreft.

Artikel 2

Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 1 tot en met 5 van de verordening.

Artikel 3

De voorafgaande goedkeuring door het sanctiecomité van de uitvoer door Irak, zoals bedoeld in artikel 2, eerste onderdeel, onder b, van de verordening wordt verkregen door tussenkomst van de minister.

Artikel 4

De in artikel 2, derde onderdeel, onder a, van de verordening bedoelde autoriteit is de minister.

Artikel 5

De voorafgaande kennisgeving aan het sanctiecomité, zoals bedoeld in artikel 2, derde onderdeel, onder b, van de verordening geschiedt door tussenkomst van de minister.

Artikel 6

De voorafgaande goedkeuring door het sanctiecomité van de uitvoer naar Irak, zoals bedoeld in artikel 2, derde onderdeel, onder c, d en e, van de verordening wordt verkregen door tussenkomst van de minister.

Artikel 7

Het Sanctiebesluit Dienstenverkeer Irak 1991 en het Sanctiebesluit handels- en dienstenverkeer luchtvaart, scheepvaart en wegvervoer Irak 1990 worden ingetrokken.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Sanctiebesluit Irak 1997.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 2 augustus 1997

Beatrix

De Minister van Buitenlandse Zaken a.i.,

W. Kok

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

A. van Dok-van Weele

Uitgegeven de achtentwintigste augustus 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Inleiding

Op 14 april 1995 aanvaardde de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 986 (1995) krachtens welke het Irak wordt toegestaan olie te verkopen voor de aanschaf van humanitaire goederen (UN Doc. S/RES/986 (1995)). Deze resolutie behelst niet de opheffing of verzachting van het bestaande sanctieregime maar moet vooral worden beschouwd als een tijdelijke maatregel, ter generering van financiële middelen voor de aanschaf van humanitaire goederen. De bestaande sanctiemaatregelen, ingesteld bij met name de Resoluties 661(1990) (UN Doc. S/RES/661 (1990)) en 687 (1991) (UN Doc. S/RES/687 (1991)) gericht op een handelsembargo en Resolutie 670 (1990) ter verzekering van een luchtvaartembargo, blijven onverminderd van kracht. De teksten van Resolutie 986 (1995) van de Veiligheidsraad en van de voorafgaande resoluties van de Veiligheidsraad over Irak die in deze toelichting zijn genoemd, zijn te vinden op de Internet-site van de Verenigde Naties, onder http. www.un.org.

Ter uitvoering van Resolutie 986 (1995) diende overeenstemming te worden bereikt tussen Irak en de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties over een aantal uitvoeringsaspecten. Resolutie 986(1995) zou in werking treden op de dag nadat de Voorzitter van de VN-Veiligheidsraad de leden van de Veiligheidsraad zou meedelen dat hij van de Secretaris-Generaal van de VN het bericht had ontvangen waarin kennis werd gegeven van de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de resolutie. Dit geschiedde op 9 december 1996 waardoor de Resolutie 986 (1995) op 10 december 1996 in werking trad.

Ingevolge de operatieve paragraaf 3 van Resolutie 986(1995) blijft deze resolutie na de inwerkingtreding van kracht voor een periode van 180 dagen. In de operatieve paragraaf 4 wordt evenwel de expliciete intentie uitgesproken om bij bevredigende implementatie de werkingsduur te verlengen. Dit is gebeurd bij Resolutie 1111 (1997) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 4 juni 1997 (UN Doc. S/RES/1111 (1997)); met deze Resolutie is Resolutie 986 (1995) verlengd.

Aanpassing communautaire regelgeving

De Raad van de Europese Unie heeft hierop op 17 december 1996 verordening (EG) nr. 2465/96 aangenomen betreffende de onderbreking van de economische en financiële betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en Irak (PbEG L 337), waarmee uitvoering is gegeven aan Veiligheidsraadresolutie 986 (1995). Met deze verordening (EG) nr. 2465/96 wordt de bestaande communautaire regelgeving niet alleen aangepast in het licht van Resolutie 986 van de VN-Veiligheidsraad, maar ook geïntegreerd om daarmee uitvoering te blijven geven aan de maatregelen waartoe de VN-Veiligheidsraad eerder heeft besloten met haar Resoluties 660, 661, 666, 670 (1990) en 687 (1991) betreffende de onderbreking van economische en financiële betrekkingen met Irak. Met de aanneming van deze verordening zijn de voorafgaande verordeningen (EEG) nr. 2340/90 en (EEG) nr. 3155/90 van de Raad van de Europese Unie, die dezelfde gebieden regelden, ingetrokken. Daarnaast is Besluit 90/414/EGKS ingetrokken. De verordening (EEG) nr. 3541/92 van 7 december 1992, inhoudende een verbod om bepaalde Irakese eisen in verband met contracten en transacties te honoreren, blijft daarentegen van kracht.

Verordening (EG) nr. 2465/96 vereist op grond van artikel 7, eerste lid, nationale maatregelen voor de tenuitvoerlegging van deze verordening. Dit besluit voorziet daarin.

Aangezien met de intrekking van de verordeningen (EEG) nr. 2340/90 en (EEG) nr. 3155/90 en Besluit 90/414/EGKS de juridische basis voor een tweetal Nederlandse sanctiebesluiten is komen te vervallen, regelt artikel 7 van dit besluit het intrekken van het Sanctiebesluit handels- en dienstenverkeer luchtvaart, scheepvaart en wegvervoer Irak 1990 en van het Sanctiebesluit dienstenverkeer Irak 1991.

Daarnaast zal met een afzonderlijk besluit het In- en Uitvoerbesluit Irak 1991 worden ingetrokken. De huidige praktijk om sanctiemaatregelen uitsluitend op de Sanctiewet 1977 te baseren vloeit voort uit het feit dat het karakter van de sanctiemaatregelen de laatste paar jaar sterk is veranderd, waardoor de In- en uitvoerwet als basis voor die maatregelen niet toereikend wordt geacht.

Hierdoor is thans alle Nederlandse regelgeving ter uitvoering van de economische en financiële sancties van de VN jegens Irak gebaseerd op de Sanctiewet 1977. De sanctionering van dit besluit is gewaarborgd via de Wet op de economische delicten (zie artikel 1, onder 2, van deze wet).

Het Sanctiebesluit financiële-diensten en betalingsverkeer Irak blijft onverminderd van kracht. Betalingen op de «VN escrow account» voor de olie-aankopen die door het sanctiecomité zijn goedgekeurd, vallen echter niet onder de reikwijdte van dit sanctiebesluit.

Procedure voor kennisgeving aan of verkrijging van goedkeuring van het VN Sanctiecomité 661

Voor elke exporttransactie die een Nederlandse exporteur in overeenstemming met zijn Irakese afnemer beoogt te financieren uit de speciale «escrow account» van de Verenigde Naties op grond van paragraaf 8, onder a van Resolutie 986 (1995) van de Veiligheidsraad, dient voorafgaande schriftelijke goedkeuring te worden verkregen van het VN Sanctiecomité 661.

Een aanvraag voor goedkeuring van een dergelijke transactie wordt beoordeeld op de voorwaarden zoals gesteld in twee documenten van de VN, namelijk:

1. het Memorandum van Overeenstemming tussen het VN-secretariaat en de regering van Irak d.d. 20 mei 1996 inzake de implementatie van Resolutie 986 (1995);

2. de Procedures d.d. 8 augustus 1996 met kenmerk S/1996/636* die door het sanctiecomité van de Veiligheidsraad zullen worden gehanteerd bij de uitvoering van de paragrafen 1,2,6,8,9 en 10 van Resolutie 986 (1995).

Kennisgevingen aan het sanctiecomité geschieden via de hieronder genoemde instanties, die ook de aanvragen verzorgen voor de verkrijging van goedkeuring van het sanctiecomité:

– voor landbouwgoederen: de produktschappen;

– voor andere goederen:

Centrale Dienst voor In- en Uitvoer

Postbus 30003

9700 RD Groningen

tel. 050-523 91 11

Voorloper besluit

Vooruitlopend op de totstandkoming van dit besluit zijn het Sanctiebesluit Dienstenverkeer 1991 en het Sanctiebesluit handels- en dienstenverkeer luchtvaart, scheepvaart en wegverkeer Irak 1991 buiten werking gesteld en is een nieuw sanctieregime tegen Irak ingesteld (regeling van 30 december 1996, Stcrt. 251). Deze ministeriële regeling trad met ingang van 2 januari 1997 in werking. Met ingang van dezelfde datum werd op basis van artikel 7 van de In- en uitvoerwet het In- en uitvoerbesluit Irak 1991 buiten werking gesteld (zie ook hiervoor, onder «Aanpassing communautaire regelgeving»).

Zoals hiervoor wordt aangegeven worden de sanctiemaatregelen tegen Irak niet ingetrokken, maar gewijzigd en van een andere wettelijke basis voorzien. Per saldo hebben deze wijzigingen dan ook geen financiële gevolgen voor het Rijk of enige lagere overheid. Ook de administratieve lasten voor het bedrijfsleven zullen als gevolg van deze wijzigingen niet veranderen.

De Minister van Buitenlandse Zaken a.i.,

W. Kok


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).

Naar boven