Besluit van 19 juli 1997, houdende een algemene maatregel van bestuur tot wijziging van een aantal besluiten in verband met de invoering van de Wet op het RIVM

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 april 1997, CDWJZ-U-97806, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op:

de artikelen 3 en 11 van de Wet op de medische hulpmiddelen;

de artikelen 53, in samenhang met artikel 48, derde lid, en 59, eerste lid, van de Wet inzake de luchtverontreiniging;

de artikelen 6, eerste en derde lid, 7, tweede, derde en vierde lid, 8, tweede lid, 10, eerste lid, 11, 14, eerste lid, 16, eerste lid en 45, vierde lid van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

de artikelen 1, vierde lid, 5, eerste lid, onder c, en zesde lid, 13 en 14 van de Warenwet;

de artikelen 6, vierde lid, en 20, van de Wet milieugevaarlijke stoffen;

De Raad van State gehoord (advies van 24 juni 1997, no. W.13.97.0235);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 2 juli 1997, DWJZ-U-971074, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In artikel 9 van het >Besluit sterilisatiebedrijven medische hulpmiddelen1, artikel 1, onderdeel c, van het Besluit uitvoering EG-ozonrichtlijn2, artikel 26 van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering3 en artikel 3, eerste lid, van het Warenwetbesluit deponering informatie preparaten4, wordt telkens de zinsnede «Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne» vervangen door: Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu.

ARTIKEL II

In artikel 7, onderdeel a, van het Besluit melding nieuwe kennis milieugevaarlijke stoffen5 en artikel 14, onderdeel a, van het Kennisgevingsbesluit Wet milieugevaarlijke stoffen6 wordt telkens de zinsnede «Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur» vervangen door: Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Voor de wijziging van artikel 26 van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering en van artikel 14, onderdeel a, van het Kennisgevingsbesluit Wet milieugevaarlijke stoffen, kan bij koninklijk besluit een ander tijdstip worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 19 juli 1997

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de achtentwintigste augustus 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Ten gevolge van de inwerkingtreding van de Wet op het RIVM is het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne voortaan voluit genaamd: Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu. Door middel van dit besluit wordt de naam «Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne» in de daarvoor in aanmerking komende besluiten, aangepast aan de nieuwe naamgeving.

Een aanpassing van artikel 1 van het koninklijk besluit van 3 mei 1996, houdende aanwijzing van de overheidsinstelling, bedoeld in artikel 4.2, eerste lid van de Wet milieubeheer (Stb. 268) is niet nodig omdat daar sprake is van een gedelegeerde bevoegdheid die bij de inwerkingtreding van de Wet op het RIVM tengevolge van artikel 9 van die wet, van rechtswege is komen te vervallen.

Op grond van artikel 61 van de Wet milieugevaarlijke stoffen is het ontwerp met het oog op de wijziging van artikel 14 van het Kennisgevingsbesluit Wet milieugevaarlijke stoffen gezonden aan de beide Kamers der Staten-Generaal en bekend gemaakt in de Staatscourant.

Ingevolge artikel 6, achtste lid, van de AWBZ moeten algemene maatregelen van bestuur met betrekking tot aanspraken op zorg in het kader van de AWBZ aan beide Kamers der Staten-Generaal worden voorgelegd. Deze wijzigingen treden in werking op een tijdstip dat, nadat dertig dagen na de overlegging zijn verstreken, bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens een der Kamers de wens te kennen wordt gegeven, dat het in de algemene maatregel van bestuur geregelde onderwerp bij wet wordt geregeld.

Het is de bedoeling dat het onderhavige besluit zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van de Wet op het RIVM in werking treedt. De termijn van inwerkingtreding van van de wijziging van artikel 14 van het Kennisgevingsbesluit Wet milieugevaarlijke stoffen dient echter met het oog op artikel 61 van de Wet milieugevaarlijke stoffen minimaal vier weken te bedragen. In verband met de in acht te nemen procedurevoorschriften is gekozen voor inwerkingtreding op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Stb. 1989, 248, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 30 maart 1995 (Stb. 243).

XNoot
2

Stb. 1995, 446.

XNoot
3

Stb. 1993, 26, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 11 december 1996 (Stb. 639).

XNoot
4

Stb. 1996, 38.

XNoot
5

Stb. 1990, 82, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 20 februari 1995 (Stb. 106).

XNoot
6

Stb. 1994, 531.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van september 1997, nr. 172.

Naar boven