Besluit van 18 augustus 1997, houdende wijziging
van het Besluit rijksexamen brandweeropleidingen en het Besluit Nederlands
instituut voor brandweer en rampenbestrijding
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, directoraat-generaal
voor Openbare Orde en Veiligheid, directie Brandweer en Rampenbestrijding,
van 11 juni 1997, nr. EB97/1120;
Gelet op de artikelen 15 en 18d, derde lid, van de Brandweerwet
1985;
De Raad van State gehoord (advies van 26 juni 1997, nr. W04.97.0344);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, directoraat-generaal
voor Openbare Orde en Veiligheid, directie Brandweer en Rampenbestrijding,
van 11 augustus 1997, nr. EB97/1262;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Artikel 1, onder b, van het >Besluit rijksexamen
brandweeropleidingen1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen 2 tot en met 6 vervallen.
2. Onderdeel 7 wordt vernummerd tot onderdeel 2.
3. In onderdeel 2 wordt de punt vervangen door een puntkomma.
4. Een nieuw onderdeel 3 wordt toegevoegd dat als volgt luidt:
ARTIKEL II
In artikel 15, tweede lid, van het Besluit
Nederlands instituut voor brandweer en rampenbestrijding2 wordt «is niet van toepassing» vervangen door: is
van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL III
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt, voor zover het:
a. artikel I, onder 4, betreft, terug tot en met 1 augustus 1997, en
b. artikel II betreft, terug tot en met 1 januari 1996.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 18 augustus 1997
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken,
H. F. Dijkstal
Uitgegeven de achtentwintigste augustus 1997
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
NOTA VAN TOELICHTING
Dit besluit heeft op de eerste plaats tot doel het Besluit rijksexamen
brandweeropleidingen te wijzigen. Hiervoor gelden de volgende twee redenen.
In artikel 1, onder b, van het Besluit rijksexamen brandweeropleidingen zijn
zeven aanvullende opleidingen aangewezen waarvan het ten tijde van de totstandkoming
van dit besluit in 1988 noodzakelijk werd geacht dat deze opleidingen met
een rijksexamen zouden worden afgesloten. Van de in de onderdelen 2 tot en
met 6 van dit artikellid genoemde opleidingen acht ik die noodzaak echter,
gelet op de kwaliteit van de rampenbestrijdingsorganisatie, niet langer aanwezig.
Bovendien heeft het veld niet langer behoefte aan deze opleidingen. De onderdelen
2 tot en met 6 kunnen derhalve vervallen. Artikel I, onder 1, voorziet hierin.
Daarnaast acht ik het wenselijk dat met ingang van 1 augustus 1997 de
opleiding brandweerchauffeur met een rijksexamen kan worden afgesloten en
als aanvullende opleiding wordt aangewezen. Het nieuwe onderdeel 3 van artikel
1, onder b, voorziet daarin (zie artikel I, onder 4, juncto artikel III, onder
a).
Op de tweede plaats strekt dit besluit ertoe om artikel 15, tweede lid,
van het Besluit Nederlands instituut voor brandweer en rampenbestrijding te
wijzigen. Abusievelijk is hierin bepaald dat het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke
Rijksambtenaren 1984 met uitzondering van de artikelen 1, 4 tot en met 20,
22a tot en met 26 en bijlage A, niet van toepassing is op degene die bij het
instituut is aangesteld voor de duur van de opleiding adjunct-hoofdbrandmeester.
In plaats daarvan had het laatstgenoemde besluit wel van toepassing moeten
zijn met uitzondering van de genoemde artikelen en bijlage A. Artikel II van
het onderhavige besluit heeft tot doel deze technische onvolkomenheid te herstellen.
In artikel III, onder b, is aan artikel II terugwerkende kracht verleend
tot en met 1 januari 1996. Dat is nodig om alsnog te voorzien in een juridische
basis voor de salarissen, vakantie-uitkeringen en eindejaarsuitkeringen die
sinds die datum zijn verstrekt aan de studenten.
De Minister van Binnenlandse Zaken,
H. F. Dijkstal
XNoot
1Stb. 1988, 545, gewijzigd bij besluit van 16 december 1993, Stb. 738.
XHistnoot
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond
van het bepaalde in artikel 25a, vijfde lid jo. vierde lid, onder b, van de
Wet op de Raad van State.