Besluit van 18 augustus 1997, houdende de formalisering van enkele maatregelen uit de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 1997–1999

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 11 juli 1997, nr. AD97/U631, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Personeelsmanagement Rijksdienst, afdeling Arbeidsvoorwaarden en Sociaal Beleid;

Gelet op:

– artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet,

– artikel 1, tweede lid, van de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen,

– artikel 6 van de Wet van 11 september 1964, houdende vaststelling van een nieuwe regeling van de bezoldiging van de vice-president van de Raad van State en de staatsraden, alsmede van de president en de overige leden van de Algemene Rekenkamer (Stb. 1993, 218) en

– artikel 1, derde lid, van de Wet bezoldiging Nationale ombudsman;

De Raad van State gehoord (advies van 4 augustus 1997, nr. W04.97.0433);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 12 augustus 1997, nr. AD97/732, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Personeelsmanagement Rijksdienst, afdeling Arbeidsvoorwaarden en Sociaal Beleid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK I. WIJZIGING VAN HET BEZOLDIGINGSBESLUIT BURGERLIJKE RIJKSAMBTENAREN 1984

Paragraaf 1. De algemene salarisverhoging per 1 mei 1997

ARTIKEL I

Het >Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 19841 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 8, tweede lid, onderdeel b, worden de bedragen f 14 398,00, f 14 710,00 en f 15 023,00 vervangen door f 14 801,00, f 15 122,00 en f 15 444,00.

B

In artikel 21, tweede lid, wordt het bedrag van f 241,08 vervangen door f 247,83.

C

In de bijlage A wordt het bedrag van f 15 023,00 telkens vervangen door: f 15 444,00.

D

De bijlage B wordt vervangen door de bij dit besluit behorende bijlage I.

ARTIKEL II

  • 1. Voor zover de onderdelen C en D van artikel I aanleiding geven tot het wijzigen van de bedragen van toelagen toegekend met toepassing van artikel 19 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 die ingevolge het bepaalde in artikel 13 van de Overgangsregeling Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1948 nog worden gehandhaafd, geschiedt dit door Onze Minister, hoofd van het desbetreffende departement van algemeen bestuur, met inachtneming van de daarvoor door Onze Minister van Binnenlandse Zaken te geven richtlijn.

  • 2. Voor zover de onderdelen A, C en D van artikel I aanleiding geven tot het wijzigen van bijzondere regelingen getroffen met toepassing van artikel 26 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, geschiedt dit bij gemeenschappelijke regeling van Onze Minister, hoofd van het desbetreffende departement van algemeen bestuur, en Onze Minister van Binnenlandse Zaken.

ARTIKEL III

  • 1. De bij de onderdelen A, C en D van artikel I aangebrachte wijzigingen in de bezoldiging van het burgerlijk rijkspersoneel dragen een algemeen karakter.

  • 2. De bedragen, genoemd in artikel 1, eerste lid, van de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen worden vervangen door onderscheidenlijk f 17 566,00 en f 16 471,00.

  • 3. a. De bedragen, genoemd in artikel 1, eerste lid, van de Wet van 11 september 1964, houdende vaststelling van een nieuwe regeling van de bezoldiging van de vice-president van de Raad van State en de staatsraden, alsmede van de president en de overige leden van de Algemene Rekenkamer (Stb. 1993, 218) worden vervangen door f 17 566,00, f 16 471,00 en f 15 444,00;

    b. De bedragen, genoemd in artikel 4, eerste lid, van voornoemde wet van 11 september 1964 worden vervangen door onderscheidenlijk f 17 566,00 en f 15 444,00.

  • 4. De bedragen, genoemd in artikel 1, eerste lid, van de Wet bezoldiging Nationale ombudsman worden vervangen door onderscheidenlijk f 17 566,00 en f 15 444,00.

Paragraaf 2. Bepalingen inzake de eindejaarsuitkering over de jaren 1997 en 1998

ARTIKEL IV

In afwijking van artikel 20a van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 bedraagt de eindejaarsuitkering in 1997 en in 1998 0,8% van het salaris dat de ambtenaar geniet in het jaar 1997 respectievelijk in het jaar 1998.

HOOFDSTUK II. INTREKKING VAN HET BESLUIT INKOMENSTOESLAG RIJKSPERSONEEL

ARTIKEL V

Het Besluit inkomenstoeslag rijkspersoneel wordt ingetrokken.

HOOFDSTUK III. INWERKINGTREDINGSBEPALING

ARTIKEL VI

  • 1. Hoofdstuk I van dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt gepubliceerd en werkt terug

    – voor wat betreft paragraaf 1 tot en met 1 mei 1997;

    – voor wat betreft paragraaf 2 tot en met 1 januari 1997.

  • 2. Hoofdstuk II van dit besluit treedt in werking met ingang van 1 oktober 1997.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 18 augustus 1997

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Uitgegeven de achtentwintigste augustus 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Het bijgaande besluit betreft de formalisering van enkele maatregelen uit de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 1997–1999 voor de contractperiode 1 april 1997 tot 1 juni 1999. Deze maatregelen zijn:

1. de structurele salarisverhoging per 1 mei 1997 van 2,8%;

2. de (eenmalige) verhoging van de eindejaarsuitkering voor de jaren 1997 en 1998 van 0,3% tot 0,8%;

3. de intrekking van het Besluit inkomenstoeslag rijkspersoneel per 1 oktober 1997.

Bij dezerzijdse circulaire van 12 mei 1997, AD97/U384 (Stcrt. 1997, 100) werd genoemde overeenkomst bekend gemaakt.

Naast de formalisering van de structurele salarisverhoging voor het burgerlijk rijkspersoneel per 1 mei 1997 ad 2,8%, vindt bij bijgaand besluit de aanpassing daaraan plaats van de bezoldigingsbedragen van enkele bij wet bezoldigde functionarissen. Deze doorwerking betreft de bezoldiging van de ministers en de staatssecretarissen, van de vice-president van de Raad van State en de staatsraden, van de president en de overige leden van de Algemene Rekenkamer en van de Nationale ombudsman en de substituut-ombudsman.

In bovengenoemde overeenkomst is neergelegd dat zowel de eindejaarsuitkering voor het jaar 1997 als die voor het jaar 1998 eenmalig wordt verhoogd met 0,5%. In bovengenoemde circulaire van 12 mei 1997 is gepreciseerd dat het gaat om een verhoging met 0,5-procentpunt. De eenmaligheid van de verhoging impliceert dat met ingang van 1 januari 1999 – bij ongewijzigd beleid – de eindejaarsuitkering weer uitkomt op 0,3% van het salaris.

Per 1 oktober 1997 wordt het Besluit inkomenstoeslag rijkspersoneel ingetrokken. De hierdoor vrijkomende financiële middelen zullen worden aangewend voor een gedifferentieerde verhoging van de salarisbedragen per 1 januari 1998.

De kosten van het totale pakket aan maatregelen, neergelegd in meergenoemde overeenkomst, zijn gefinancierd uit het budget dat beschikbaar is voor de ontwikkeling van de arbeidsvoorwaarden van het personeel voor de sector Rijk.

In het Sectoroverleg Rijkspersoneel is over dit besluit overeenstemming bereikt.

Artikelsgewijs

Artikel I tot en met III

Deze artikelen hebben betrekking op de salarisverhoging per 1 mei 1997 ter grootte van 2,8%. Deze salarisverhoging draagt een algemeen karakter. Dit is neergelegd in artikel III, eerste lid. In verband daarmee worden in de volgende leden van dit artikel de bezoldigingsbedragen van de ministers en de staatssecretarissen, van de vice-president van de Raad van State en de staatsraden, van de president en de overige leden van de Algemene Rekenkamer en van de Nationale ombudsman en de substituut-ombudsman aan die wijziging aangepast.

Artikel IV

Dit artikel heeft betrekking op de (eenmalige) verhoging van de eindejaarsuitkering voor de jaren 1997 en 1998. Gelet op de inhoud van dit artikel zal ingaande 1 januari 1999 de eindejaarsuitkering op grond van artikel 20a van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 weer 0,3% bedragen.

Artikel V

Dit artikel heeft betrekking op de intrekking van het Besluit inkomenstoeslag rijkspersoneel per 1 oktober 1997. De inhoud van dit besluit is in 1989 neergelegd in het Besluit inkomenstoeslag betrokkenen in de zin van de Interimregeling ziektekosten ambtenaren 1982 (het zogenaamde Besluit Ibiza). In 1994 is de inhoud van laatstgenoemd besluit, als uitvloeisel van de sectoralisatie en met een enkele wijziging, overgenomen in het Besluit inkomenstoeslag rijkspersoneel.

Aan de totstandkoming van het Besluit Ibiza lag ten grondslag de overheveling van voorzieningen uit het ziekenfonds- en particuliere pakket naar de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in het kader van de stelselherziening gezondheidszorg (eerste fase «Dekker»). Vergeleken met werknemers in de marktsector ondervonden ambtenaren met een tegemoetkoming op grond van de Interimregeling ziektekosten ambtenaren 1982 (de zogenaamde Interimregeling) hierdoor een relatief nadelig inkomenseffect. Het besluit introduceerde een toeslag voor degenen die een tegemoetkoming ontvingen op grond van de Interimregeling. Voor een bepaalde categorie ambtenaren werd daarnaast nog een aanvullende toeslag verstrekt.

Het Besluit Ibiza is tot stand gebracht in de veronderstelling dat in 1992 de eindfase «Dekker» zou worden bereikt, waarbij het verschil tussen particulier en ziekenfondsverzekerden zou zijn verdwenen en het besluit weer zou kunnen worden ingetrokken. In de tussentijd zou het besluit gebruikt kunnen worden voor compensatie van relatieve inkomenseffecten.

Nadien zijn de in dit besluit opgenomen inkomenstoeslag en aanvullende toeslag aangepast in verband met optredende relatieve inkomenseffecten als gevolg van de vereenvoudiging van de loonbelasting en inkomensbelasting («Oort»; 1990), de inwerkingtreding van de Wet stelselwijziging ziektekostenverzekering (tweede fase «Simons»; 1992), en de overheveling van de medicijnen uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten naar het verstrekkingenpakket van de Ziekenfondswet en particuliere verzekeringen in 1996. Door al die veranderingen resteert een moeilijk uitlegbare regeling die op termijn niet houdbaar zal blijken. Gelet hierop is in overeenstemming met de centrales van overheidspersoneel besloten het Besluit inkomenstoeslag rijkspersoneel per 1 oktober 1997 in te trekken. De hierdoor vrijkomende financiële middelen zullen worden aangewend voor een gedifferentieerde verhoging van de salarisbedragen per 1 januari 1998 ten einde de inkomensachteruitgang als gevolg van de intrekking van dit besluit zoveel mogelijk te compenseren.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Bijlage I

Deze bijlage behoort bij het besluit van 18 augustus 1997, houdende de formalisering van enkele maatregelen uit de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 1997–1999.

Bijlage B

Van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 bevattende de indelingsstructuur (hoofd- en niveaugroepen) waarbinnen de zwaarte van de functies wordt bepaald, alsmede de daarbij behorende salarisschalen voor de ambtenaren

HOOFDGROEP I

Niveaugroep IaNiveaugroep IbNiveaugroep Ic
Schaal 1Schaal 2Schaal 3
(maandbedragen in guldens)
      
    133460
  123163123362
  113064113262
102869102967103163
9280492869 93064
82741 82804 82967
72678 72741 72869
6261662678 62804
52555 52616 52741
42494 42555 42678
3243232494 32616
22375 22432 22555
12323 12375 12494
0227102323 02432
      
J 201930J 201975J 202067
J 191703J 191742J 191824
J 181476J 181510J 181581
J 171249J 171278J 171338
J 161249J 161278J 161338
J 151249J 151278  

HOOFDGROEP II

Niveaugroep IIaNiveaugroep IIbNiveaugroep IIc
Schaal 3Schaal 4Schaal 5
(maandbedragen in guldens)
      
133460    
123362123658123855
113262113559113756
103163103460103658
9306493362 93559
82967 83262 83460
72869 73163 73362
6280463064 63262
52741 52967 53163
42678 42869 43064
3261632804 32967
22555 22741 22869
12494 12678 12804
0243202616 02741
      
J 202067J 202224J 202330
J 191824J 191962J 192056
J 181581J 181700J 181781
J 171338J 171439J 171507
J 161338J 161439  

HOOFDGROEP II

Niveaugroep IId
Schaal 6
(maandbedragen in guldens)
  
114053
103955
93855
83756
73658
63559
53460
43362
33262
23163
13064
02967

HOOFDGROEP III

Niveaugroep IIIaNiveaugroep IIIbNiveaugroep IIIc
Schaal 5Schaal 6Schaal 7
(maandbedragen in guldens)
      
123855    
113756114053   
103658103955104446
9355993855 94289
834608375684152
7336273658 74053
632626355963955
5316353460 53855
430644336243756
3296733262 33658
228692316323559
1280413064 13460
027410296703362
      
J 202330     
J 192056     
J 181781    
J 171507    

HOOFDGROEP III

Niveaugroep IIIdNiveaugroep IIIe
Schaal 8Schaal 9
(maandbedragen in guldens)
    
105032105691
94834 95471
84638 85251
74446 75032
64289 64834
54152 54638
44053 44446
33955 34289
23855 24152
13756 14053
03658 03955

HOOFDGROEP IV

Niveaugroep IVaNiveaugroep IVbNiveaugroep IVc
Schaal 8Schaal 9Schaal 10
maandbedragen in guldens)
      
105032105691106350
94834 95471 96130
8463885251 85910
74446 75032 75691
64289 64834 65471
5415254638 55251
44053 44446 45032
33955 34289 34638
2385524152 24289
13756 14053 14053
03658 03955 03855

HOOFDGROEP IV

Niveaugroep IVdNiveaugroep IVe
Schaal 11Schaal 12
(maandbedragen in guldens)
    
107267108282
96954 97942
86642 87604
76350 77267
66130 66954
55910 56642
45691 46350
35471 36130
25251 25910
15032 15691
04638 05471

HOOFDGROEP V

Niveaugroep VaNiveaugroep VbNiveaugroep Vc
Schaal 10Schaal 11Schaal 12
(maandbedragen in guldens)
      
106350107267108282
9613096954 97942
85910 86642 87604
75691 76350 77267
6547166130 66954
55251 55910 56642
45032 45691 46350
3463835471 36130
24289 25251 25910
14053 15032 15691
0385504638 05471

HOOFDGROEP V

Niveaugroep VdNiveaugroep VeNiveaugroep Vf
Schaal 13Schaal 14Schaal 15
(maandbedragen in guldens)
      
10929910103171011336
989609 9978 910997
88621 8 9639810656
78282 7 9299 710317
67942 6 8960 6 9978
576045 8621 5 9639
47267 4 82824 9299
36954 3 7942 3 8960
26642 2 7604 2 8621
163501 7267 1 8282
06130 0 69540 7942

HOOFDGROEP VI

Niveaugroep VIaNiveaugroep VIbNiveaugroep VIc
Schaal 13Schaal 14Schaal 15
(maandbedragen in guldens)
      
10929910103171011336
989609 9978 910997
88621 8 9639810656
78282 7 9299 710317
67942 6 8960 6 9978
576045 8621 5 9639
47267 4 82824 9299
36954 3 7942 3 8960
26642 2 7604 2 8621
163501 7267 1 8282
06130 0 69540 7942

HOOFDGROEP VI

Niveaugroep VIdNiveaugroep VIeNiveaugroep VIf
Schaal 16Schaal 17Schaal 18
(maandbedragen in guldens)
      
101235310133711014480
912014913032 914110
811675 812693813740
711336 712353 713371
610997 612014 613032
510656511675 512693
410317 411336412353
3 9978 310997 312014
2 9639 210656 211675
1 9299110317 111336
0 8960 0 9978010997

XNoot
1

Stb. 1983, 571, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 2 augustus 1997, Stb. 363.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven