Besluit van 20 augustus 1997 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding wat betreft de universiteiten en onderzoekinstellingen van enige wettelijke voorschriften in verband met decentralisatie op arbeidsvoorwaardelijk terrein

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 15 augustus 1997, nr. 1997/15625 (6058), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel IV van de wet van 21 december 1994 (Stb. 942), houdende wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met decentralisatie van regelgeving op arbeidsvoorwaardelijk terrein, gelet op artikel 14 van de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek en gelet op artikel XII, derde lid, van de wet van 27 februari 1997 (Stb. 117) houdende wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de bestuursorganisatie van en de medezeggenschap in universiteiten;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De wet van 21 december 1994 (Stb. 942), houdende wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met decentralisatie van regelgeving op arbeidsvoorwaardelijk terrein, wat betreft de universiteiten, de Open Universiteit, de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, de Koninklijke Bibliotheek en de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek treedt in werking met ingang van 1 september 1997.

Artikel 2

Wat betreft openbare universiteiten treedt artikel I, onderdeel R, wat artikel 9.36 betreft, en artikel II van de wet van 27 februari 1997, houdende wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de bestuursorganisatie van en medezeggenschap in universiteiten, in werking met ingang van 1 september 1997.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 20 augustus 1997

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

J. M. M. Ritzen

Uitgegeven de achtentwintigste augustus 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven